Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 februari 2023
gepubliceerd op 31 juli 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023041693
pub.
31/07/2023
prom.
17/02/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden;b) de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 februari 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 Arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 26 november 2021 onder het nummer 168455/CO/222) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité van de bedienden van de papier- en kartonbewerking vallen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van en met respect voor de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot vrijwaring van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in toepassing van en met respect voor het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021) (1). HOOFDSTUK II. - Wedden A. Inleiding : Motivatie voor de ervaring als verhogingscriterium voor de lonen

Art. 2.De Europese richtlijn 2000 (2000/78/EG) en de omzetting ervan in Belgisch recht onder vorm van de antidiscriminatie wet van 25 februari 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/02/2003 pub. 17/03/2003 numac 2003012105 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding sluiten vormen de context die de basis vormen voor de omvorming van de leeftijdsbarema's naar ervaringsbarema's.

Gelet op het voorstel van de vorige Minister van Werk om de leeftijdsbarema's om te vormen naar anciënniteitsbarema's en teneinde elke vorm van discriminatie te vermijden, werd door de sociale partners geopteerd voor het ervaringscriterium als baremiek verhogingscriterium.

Teneinde eventuele discriminaties die jongeren, vrouwen, recht op opleiding, vorming, werkzoekenden op de arbeidsmarkt, niet gebaremiseerd personeel, enz., zouden kunnen betreffen, te vermijden, opteren de sociale partners ervoor een aantal situaties gelijk te stellen : zowel bepaalde levens- als professionele ervaring kan een toegevoegde waarde betekenen voor het uitoefenen van een functie.

Deze vormen van ervaring dienen in rekening te worden gebracht bij de verloning.

Het in aanmerking nemen van verschillende levensperiodes die een uitgebreide ervaring voor de werknemer betekenen (of het nu om technische of menselijke competenties gaat), is bijgevolg een redelijk en geproportioneerd middel om aan de grote verscheidenheid in persoonlijke situaties van de werknemers binnen de sector tegemoet te komen en hen op gelijke basis te behandelen.

De ervaring wordt als verhogingscriterium in aanmerking genomen in de mate dat zij een toegevoegde waarde betekent voor de uitgeoefende functie.

Dit leidt ertoe dat de ervaring als verhogingscriterium in het begin van de carrière belangrijke stijgingen vertoont, vervolgens geleidelijker groeit om tenslotte tot nul te worden herleid. De waardering van de ervaring verschilt in functie van de baremieke categorieën.

De waardering van de ervaring leidt bijgevolg tot de definiëring van een ervaringscurve die rekening houdt met de leerfase binnen de functie, zowel binnen een professionele omgeving als binnen om het even welke gelijkwaardige ervaring.

B. Minimumwedden

Art. 3.De functies zijn in klassen ingedeeld op grond van de criteria vermeld onder artikel 3, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de beroepenclassificatie van 8 november 2013 (118596/CO/222 - koninklijk besluit van 19 september 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/09/2014 pub. 28/11/2014 numac 2014205446 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de beroepenclassificatie type koninklijk besluit prom. 19/09/2014 pub. 05/12/2014 numac 2014205405 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende het tijdskrediet type koninklijk besluit prom. 19/09/2014 pub. 28/11/2014 numac 2014205448 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de bijdrage in de vervoerskosten sluiten - Belgisch Staatsblad van 28 november 2014).

De instapleeftijd binnen de ervaringscurve wordt vastgesteld op 18 jaar. Deze instapleeftijd wordt ingegeven door het feit dat dit de normale instapleeftijd is voor een groot aantal functies en dat voor de overige functies die hogere studies vereisen, doorgaans aangevat op die leeftijd, voorzien is dat deze studies gelijkgesteld worden als ervaring.

Werknemers die over onvoldoende ervaring beschikken, hetgeen te wijten kan zijn aan een onvoltooide opleiding en voornamelijk voorkomt in de categorieën 1 en 2, krijgen een loon dat overeenstemt met het gebrek aan ervaring -1 of -2.

De minimummaandwedden worden per 1 juli 2021 als volgt vastgesteld :

Années d'expérience/ Opgebouwde ervaring Aantal jaren

CAT. I

CAT. II

CAT. III

CAT. IV

EUR

EUR

EUR

EUR

-2

1 295,94

1 395,79

-

-

-1

1 352,51

1 457,27

-

-

0

1 409,00

1 518,73

1 665,18

1 817,72

1

1 465,82

1 580,41

1 733,54

1 885,62

2

1 522,24

1 642,01

1 792,34

1 953,60

3

1 578,77

1 703,57

1 837,05

2 021,46

4

1 604,70

1 739,60

1 875,33

2 068,41

5

1 633,35

1 775,41

1 913,49

2 114,83

6

1 660,69

1 792,34

1 951,77

2 161,35

7

1 688,03

1 817,23

1 990,33

2 208,17

8

1 715,71

1 849,19

2 028,37

2 254,47

9

1 742,76

1 881,20

2 066,49

2 301,02

10

1 770,23

1 913,30

2 104,92

2 347,54

11

1 777,10

1 945,48

2 143,20

2 394,25

12

1 784,38

1 977,22

2 181,36

2 440,93

13

1 791,25

1 989,94

2 219,66

2 487,36

14

1 792,34

2 002,44

2 258,01

2 534,03

15

1 792,34

2 014,92

2 271,83

2 580,71

16

1 792,34

2 027,51

2 285,88

2 627,36

17

1 795,64

2 040,01

2 299,65

2 640,75

18

1 802,42

2 052,42

2 313,44

2 654,36

19

1 809,26

2 065,29

2 327,07

2 667,95

20

1 816,05

2 077,60

2 341,10

2 681,40

21

1 822,68

2 090,32

2 355,10

2 695,10

22

1 829,68

2 102,93

2 368,65

2 708,48

23

-

-

2 382,59

2 721,91

24

-

-

2 396,51

2 735,73

25

-

-

-

2 749,22

26

-

-

-

2 762,47


Vanaf 1 januari 2022 : De minimum sectorale maandwedden van de bedienden worden met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met 11,55 EUR per maand.

De verhogingen per 1 januari 2022 worden als volgt uitgevoerd : eerst de loonsverhoging, daarna de indexatie.

De sectorale baremieke verloning geschiedt conform de hierboven vermelde tabel tot het ogenblik dat het maximum aan ervaring wordt bereikt.

De verhogingen binnen eenzelfde curve gaan in tijdens de eerste maand volgend op de aanwerving van de betrokken werknemer.

C. Werkelijk uitbetaalde wedden

Art. 4.De werkelijke maandwedden van de bedienden worden op 1 januari verhoogd met de reële evolutie van de viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindex van december van het vorige jaar in verhouding tot de viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindex van juni van het vorige jaar.

De werkelijke maandwedden van de bedienden worden op 1 juli verhoogd met de reële evolutie van de viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindex van juni van het lopende jaar in verhouding tot de viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindex van december van het vorige jaar.

Art. 5.De sociale partners op ondernemingsvlak beschikken over een termijn die loopt tot 17 december 2021 om een bedrijfsakkoord te sluiten over 0,4 pct. (loonnorm), de retroactiviteit en de coronapremie dat gesloten wordt conform de individuele situatie van de onderneming. Dit akkoord dient neergelegd te zijn ter Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg uiterlijk op 31 december 2021.

Het bedrijfsakkoord waakt erover de minimale sectorale maandwedden te respecteren.

Overeenkomstig de aanbeveling nr. 29 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021, worden de onderhandelaars op ondernemingsvlak uitgenodigd om het verschil in behandeling dat berust op het onderscheid tussen arbeiders en bedienden inzake aanvullende pensioenen zonder verwijl op te heffen.

Indien de sociale partners op ondernemingsvlak een gedeelte van de loonnorm besteden aan de groepsverzekering, dan zal voor elke euro die besteed wordt 33 pct. extra worden toegevoegd door de werkgever.

Indien er geen bedrijfsakkoord wordt gesloten en neergelegd ter Griffie uiterlijk op 31 december 2021, dan word(t)en : - De bedrijfsbarema's en reële lonen met 0,4 pct. verhoogd met een minimum van 11,55 EUR per maand voor de bedienden met ingang van 1 januari 2022. - De loonnorm verder ingevuld door de toekenning van een eenmalige ecocheque (of een gelijkwaardig alternatief met dezelfde loonkost) ter waarde van 150 EUR, betaalbaar in januari 2022. De cheque wordt betaald pro rata van de prestaties in de periode januari-december 2021 (met gelijkstelling van economische werkloosheid en tijdelijke werkloosheid overmacht corona). - Er een coronapremie toegekend van 200 EUR aan werknemers die hebben gewerkt tijdens de periode van 13 maart 2020 tot en met 30 juni 2021 volgens de volgende voorwaarden : - pro rata van het arbeidsregime en tewerkstellingsperiodes tijdens voormelde referteperiode; - met aftrek van de vrijwillige periodes van schorsing van arbeidsovereenkomst tijdens voormelde referteperiode (bijvoorbeeld : voltijdse tijdskrediet, onbetaald verlof, enz.); - de niet-recurrente financiële voordelen die werden toegekend vanaf 13 maart 2020 in het kader van de coronacrisis, worden in mindering gebracht op het bedrag van 200 EUR. Zijn uitgesloten van de verplichting tot toekenning van de coronapremie, de ondernemingen die een tussenkomst genoten hebben van het fonds voor bestaanszekerheid in het kader van de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona voor de eindejaarspremie 2020, conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2020.

D. De periodes van gelijkgestelde ervaring

Art. 6.Overeenkomstig de motivatie opgenomen onder punt A, worden de hierna opgesomde periodes gelijkgesteld voor de toepassing van het ervaringscriterium : - De periodes gedekt door de sociale zekerheid worden gelijkgesteld met inachtneming van volgende regels : a) ziekte : ziekte wordt gelijkgesteld voor een ononderbroken periode van 3 jaar (2);b) werkloosheid : werkloosheid wordt gelijkgesteld voor een ononderbroken periode van 18 maanden (3);c) arbeidsongevallen, beroepsziekten, zwangerschapsverlof en andere periodes gedekt door socialezekerheidsuitkeringen worden gelijkgesteld; - De legerdienst of de vervangende burgerdienst; - De studies (4); - Het tijdskrediet : volledige schorsing van de overeenkomst wordt gelijkgesteld voor een ononderbroken periode van 1 jaar; - De deeltijdse arbeid wordt volledig gelijkgesteld voor de opbouw van de ervaring.

Wordt niet gelijkgesteld voor de opbouw van ervaring : - De volledige onderbreking van de arbeid op vrijwillige basis - het verlof zonder wedde - wordt niet gelijkgesteld.

E. Overgang van één functie naar een andere

Art. 7.In geval van overgang van een functie uit een bepaalde categorie naar een functie van een hogere categorie binnen de onderneming of komende uit een ander professioneel milieu/sector uit een functie van een lagere categorie gelden volgende regels : - De ervaring of anciënniteit blijft verworven; - Indien de bediende onmiddellijk de nieuwe functie opneemt en er de verantwoordelijkheid voor draagt, zal hij/zij onmiddellijk het loon genieten van de overeenstemmende categorie; - Indien de bediende eerst nog een opleiding dient te doorlopen en derhalve nog niet de volledige verantwoordelijkheid voor de functie draagt, zal het nieuwe loon van de hogere categorie pas van toepassing zijn op het ogenblik van zijn/haar aanstelling in de nieuwe functie en dit maximum 6 maanden na de start in de nieuwe functie.

F. Bedienden die na de normale aanvangsleeftijd in dienst treden

Art. 8.De wedde van de bedienden die na de normale aanvangsleeftijd worden aangeworven, wordt bij hun indiensttreding bepaald in functie van de opgebouwde ervaring, rekening houdende met de bepalingen opgenomen in de artikelen 3, 6 en 7.

G. Betaling van een jaarlijkse premie

Art. 9.Voor het conventionele jaar, voor zover wordt voldaan aan de hierna vermelde voorwaarden, wordt aan de bedienden een premie van ten minste een maandwedde uitbetaald.

De te vervullen voorwaarden zijn : - verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor bedienden op het ogenblik van de uitbetaling van de premie; - een anciënniteit hebben van ten minste zes maanden op het ogenblik van de uitbetaling van de premie; - dit bedrag mag worden verminderd naar rata van de afwezigheden in de loop van het jaar, welke niet voortspruiten uit de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen inzake jaarlijkse vakantie, wettelijke feestdagen, kort verzuim, beroepsziekten, arbeidsongevallen en de eerste dertig dagen ziekte of ongeval; - de periode van de wettelijke bevallingsrust van 15 weken wordt gelijkgesteld voor de berekening van de jaarlijkse premie; - voor de bedienden die in dienst van de onderneming zijn getreden na de eerste dag van het conventionele jaar en die ten minste zes maanden werkelijk in de onderneming aanwezig waren, is de premie in verhouding tot het aantal werkelijk gewerkte maanden; - de periodes van tijdelijke werkloosheid overmacht corona zal voor de jaarlijkse premie betaalbaar in december 2021 geassimileerd worden conform de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2020 met betrekking tot de jaarlijkse premie 2020, met tussenkomst van het fonds voor bestaanszekerheid voor de bedrijven die voldoen aan de criteria opgenomen in diezelfde collectieve arbeidsovereenkomst.

Behoudens andere bepalingen overeengekomen op het vlak van de onderneming wordt de premie uiterlijk op het einde van het kalenderjaar, zijnde in de loop van de maand december, uitbetaald.

H. Handelsvertegenwoordigers

Art. 10.De volgende bepalingen zijn van toepassing op de handelsvertegenwoordigers. a) Handelsvertegenwoordigers die enkel een vaste wedde genieten De vertegenwoordigers die enkel een vaste wedde genieten, hebben ten minste recht op de weddenschaal van categorie III.b) Handelsvertegenwoordigers waarvan de wedde commissies omvat Voor de vertegenwoordigers die fulltime werkzaam zijn en waarvan de wedde commissies omvat, die zijn vastgesteld overeenkomstig het bedrag van de handelsomzet of volgens andere maatstaven, wordt de wedde als volgt bepaald : - Voor handelsvertegenwoordigers die thuishoren in categorie III, bedraagt dit het loon van ervaring 3 van de overeenstemmende categorie. - Voor handelsvertegenwoordigers die thuishoren in categorie IV, bedraagt dit het loon van ervaring 5 van de overeenstemmende categorie.

Gedurende de proeftijd echter is hun wedde ten minste gelijk aan deze vastgesteld voor ervaring 0 van de eerste categorie.

Het spreekt vanzelf dat de minima voorzien onder b), maandelijks als voorschot op de commissies worden betaald.

De eindrekening wordt jaarlijks opgemaakt en mag niet lager zijn dan de wedde die een bediende van de hierboven bepaalde categorieën en ervaring had kunnen verdienen, rekening houdend met de toepassing van artikel 9 bij de berekening van dit minimum.

Voor de vertegenwoordigers die deeltijds werkzaam zijn, en waarvan de wedde commissies omvat, die zijn vastgesteld overeenkomstig het bedrag van de handelsomzet of volgens andere maatstaven, wordt hetgeen voorafgaat onder b), pro rata de arbeidsduur toegepast.

Met uitzondering van de minima waarvan hierboven sprake, zijn de bepalingen van de artikelen 3 tot 7 niet van toepassing op de vertegenwoordigers waarvan de wedde commissies omvat. HOOFDSTUK III. - Koppeling aan het indexcijfer

Art. 11.§ 1. Met uitzondering van de in artikel 3 vastgestelde minimum weddeschalen, evenals de werkelijk uitbetaalde wedden waarvan sprake in artikel 4, blijven de minimum weddeschalen evenals de werkelijk uitbetaalde wedden gekoppeld aan de viermaandelijkse gezondheidsindex.

Ten aanzien van het bijzondere geval van de bedienden die gedeeltelijk per prestatie worden bezoldigd, bijvoorbeeld door commissies, premies of percentages, wordt enkel het vast gedeelte van de wedde, ongeacht het bedrag ervan, gekoppeld aan de schommelingen van de viermaandelijkse gezondheidsindex. § 2. De verhogingen en verlagingen ingevolge de schommelingen van de viermaandelijkse gezondheidsindex hebben uitwerking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op deze waarop het indexcijfer, dat de verhoging of verlaging van de weddeschalen en de werkelijk uitbetaalde wedden veroorzaakt, betrekking heeft.

In toepassing van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 28 augustus 2007 worden de prijsschommelingen telkens per 1 januari en per 1 juli in het loon verrekend. § 3. De barema's worden op 1 januari van het jaar 0 aangepast aan de reële evolutie van het viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindexcijfer van december van het jaar -1 in verhouding tot het viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindexcijfer van juni van het jaar -1.

Op 1 juli van het jaar 0 worden de barema's aangepast aan de reële evolutie van het viermaandelijks gemiddelde gezondheidsindexcijfer van juni van het jaar 0 in verhouding tot het viermaandelijkse gemiddelde gezondheidsindexcijfer van december van het jaar -1. HOOFDSTUK IV. - Maaltijdcheques 1. Ondernemingen die maaltijdcheques toekennen aan de bedienden in de onderneming op datum van 1 februari 2009 Art.12. Vanaf 1 juni 2009 werd de werkgeverstussenkomst van de maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Vanaf 1 januari 2010 werd deze opnieuw verhoogd met 0,50 EUR. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016.

Art. 13.De toekenningsmodaliteiten opgenomen in de ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. 2. Ondernemingen die nog geen maaltijdcheques toekennen aan de bedienden in de onderneming op datum van 1 februari 2009 Art.14. Een sectoraal regime tot toekenning van een maaltijdcheque, waarvoor de werkgeverstussenkomst 0,50 EUR bedraagt, is in werking getreden vanaf 1 juni 2009. De werkgeverstussenkomst werd verhoogd met 0,50 EUR vanaf 1 januari 2010. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016.

Art. 15.De toekenningsmodaliteiten worden bepaald in een afzonderlijke sectorale collectieve arbeidsovereenkomst.

Bij de vaststelling van de toekenningsmodaliteiten wordt rekening gehouden met volgende principes : - de gelijke behandeling van de deeltijdse werknemers; - de gepresteerde overuren. HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur

Art. 16.De normale wekelijkse arbeidsduur bedraagt 37 uren, te verrichten in dagen van maximum 9 uren.

De modaliteiten van de arbeidsduurvermindering van 40 op 37 uren worden bepaald op het vlak van de onderneming.

In de ondernemingen welke zowel bedienden als werklieden tewerkstellen, zijn de wekelijkse arbeidsduur en de arbeidstijdregeling van het bediendepersoneel dat leiding geeft aan en toezicht houdt over de werklieden evenwel dezelfde als deze welke van toepassing zijn op het werkliedenpersoneel. HOOFDSTUK VI. - lein verlet

Art. 17.De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normale wedde, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur :

Motifs de l'absence

Durée de l'absence

Reden van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

Mariage de l'employé(e) et/ou conclusion d'un contrat de cohabitation.

Trois jours à choisir par l'employé(e) dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante. A partir du 1er juillet 2019, si le travailleur conclut d'abord un contrat de cohabitation, il a la possibilité de prendre un jour de congé de petit chômage et de prendre les 2 jours restants à l'occasion du mariage.

Huwelijk van de bediende en/of sluiten van een samenlevingsovereenkomst.

Drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. Indien de werknemer vooraf een samenlevingsovereenkomst afsluit vanaf 1 juli 2019, heeft hij de mogelijkheid één dag klein verlet op te nemen en de resterende 2 dagen op te nemen ter gelegenheid van het huwelijk.

Mariage d'un enfant de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e), d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant de l'employé(e).

Le jour du mariage.

Huwelijk van een kind van de bediende of van zijn echtgno(o)t(e), van een broer zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de bediende.

De dag van het huwelijk

Ordination ou entrée d'un enfant de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e), d'un frère, d'une soeur, d'un beau- frère, d'une belle-soeur de l'employé(e).

Le jour de cérémonie.

Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de bediende.

De dag van de plechtigheid.

Accouchement de l'épouse de l'employé(e).

Quinze jours (5) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge de l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par l'INAMI pour les jours suivants.

Bevalling van de echtgenote van de bediende.

Vijftien dagen (5) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten waarvoor het normale loon ten laste is van de werkgever. De volgende dagen geniet de werknemer een uitkering betaald door het RIZIV. Décès du/de la conjoint(e) ou d'un enfant de l'employé(e).

Cinq jours à choisir par l'employé(e) pendant la période à dater du jour du décès et qui se termine quatorze jours après le jour des funérailles.

Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van een kind van de bediende.

Vijf dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen na de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès du/de la conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e), d'un enfant de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e).

10 jours, dont 3 jours à choisir par l'employé(e), dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et 7 jours à choisir par l'employé(e) dans l'année qui suit le jour du décès. Il peut être dérogé aux deux périodes durant lesquelles ces jours doivent être pris, à la demande de l'employé(e), sous réserve de l'accord de l'employeur (6).

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van de bediende of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

10 dagen waarbij 3 dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de bediende te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever (6).

Décès d'un enfant du/de la conjoint(e), du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père de l'employé(e).

Trois jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et qui se termine quatorze jours après le jour des funérailles.

Overlijden van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de bediende.

Drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen na de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou partenaire cohabitant(e).

Trois jours à choisir dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant lesquelles ces jours doivent être pris à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van de vader, de moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru habitant chez l'employé(e).

Deux jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de bediende inwoont.

Twee dagen door de bediende te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou son/sa partenaire cohabitant(e), habitant chez l'employé(e).

Deux jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. A la demande de l'employé(e) et moyennant l'accord de l'employeur, il peut être dérogé à cette période.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner die bij de bediende inwoont.

Twee dagen door de bedienden te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van deze periode worden afgeweken op vraag van de bediende mits een akkoord van de werkgever.

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru n'habitant pas chez l'employé(e).

Le jour des funérailles.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter die niet bij de bediende inwoont.

De dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e) n'habitant pas chez l'employé(e).

Le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande de l'employé(e) et moyennant l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter van de bedienden of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner die niet bij de bediende inwoont.

De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de bedienden mits een akkoord van de werkgever.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un enfant placé de l'employé(e), de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e), dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès ou dans le passé.

10 jours, dont 3 jours à choisir par l'employé(e) au cours de la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et sept jours, à choisir par l'employé(e), dans l'année qui suit le jour du décès.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een pleegkind van de bediende, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden.

10 dagen waarbij 3 dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis, door de bediende te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden.

Il peut être dérogé aux deux périodes au cours desquelles ces jours doivent être pris, à la demande de l'employé(e), sous réserve de l'accord de l'employeur.

Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever.

Par « placement familial de longue durée », il y a lieu d'entendre : un placement familial à propos duquel il est clair dès le début que l'enfant séjournera au minimum six mois au sein de la même famille d'accueil ou auprès du même ou des mêmes parent(s) d'accueil pendant au moins six mois. L'attestation de ce fait est réalisée par les services de placement familial compétents au sein des trois communautés.

Met "langdurige pleegzorg" wordt bedoeld : pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten binnen de drie gemeenschappen.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un enfant placé en famille d'accueil de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e) dans le cadre d'un placement familial de courte durée au moment du décès.

1 jour à prendre par l'employé(e) le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment, à la demande de l'employé(e), sous réserve de l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een pleegkind van de bediende of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden.

1 dag door de bediende op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever.

Par « placement familial de courte durée », il y a lieu d'entendre : toutes les formes de placement familial qui ne remplissent pas les conditions du placement familial de longue durée.

Met "kortdurende pleegzorg" wordt bedoeld : alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil de l'employé(e), dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès.

3 jours à choisir par l'employé(e) pendant la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant lesquelles ces jours doivent être pris, à la demande de l'employé(e), sous réserve de l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de bediende in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden.

3 dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.

Communion solennelle d'un enfant de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e).

Le jour de la cérémonie (si celle-ci tombe un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité, le jour habituel d'activité suivant ou précédant l'événement).

Plechtige communie van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e).

De dag van de plechtig-heid (wanneer deze sa-menvalt met een zondag, feestdag, of gewone inactiviteitsdag : de gewone activiteitsdag die onmiddellijk aan de gebeurtenis voorafgaat of erop volgt).

Participation d'un enfant de l'employé(e) ou de sa/son conjoint(e) à la fête de la « jeunesse laïque », là où elle est organisée.

Le jour de la fête (si celui-ci coïncide avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité : le jour habituel d'activité suivant ou précédant l'événement).

Deelneming van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de vrij zinnige jeugd, daar waar dit feest plaatsheeft.

De dag van het feest (wanneer dit samenvalt met een zondag, feestdag of gewone inactiviteitsdag : de gewone activiteitsdag die omniddellijk aan de gebeurtenis voorafgaat of erop volgt).

Séjour de l'employé(e) milicien dans un centre de recrutement et de sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans un centre de recrutement et de sélection.

Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.

Verblijf van de dienstplichtige bediende in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum.

De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

Participation à une réunion d'un conseil de famille convoqué par le juge de paix.

Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour.

Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter.

De nodige tijd met een maximum van één dag.

Participation à un jury, convocation comme témoin devant les tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail.

Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanneming van de arbeidsrechtbank.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales ou communales.

Le temps nécessaire.

Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.

De nodige tijd.

Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de dépouille- ment, lors des élections législatives, provinciales ou communales.

Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopname bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

Exercice de fonctions d'assesseur d'un des bureaux principaux lors de l'élection du Parlement européen.

Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau bij de verkiezing van het Europees Parlement.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.


Art. 18.Voor de toepassing van artikel 17, nrs. 2, 3, 5, 6, 12 en 13 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

Art. 19.Vanaf 1 januari 1998 zullen de samenwonenden gelijkgesteld worden met wettelijk gehuwden voor de toekenning van klein verlet. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de betrokken bedienden een officieel document aan de werkgever voorleggen dat hun staat van samenwonenden bevestigt. HOOFDSTUK VII. - Werkkleding

Art. 20.Het technisch werkplaatspersoneel en het technisch laboratoriumpersoneel, tewerkgesteld onder dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werklieden aan wie werkkleding wordt verstrekt, ontvangt eveneens een dergelijke kleding. HOOFDSTUK VIII. - Feestdagen

Art. 21.In de normale arbeidsweek zijn begrepen : a) De feestdagen voorzien in artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen, inzonderheid : 1) 1 januari;2) Paasmaandag;3) 1 mei;4) Hemelvaartsdag;5) Pinkstermaandag;6) 21 juli; 7) O.L.V. Hemelvaart; 8) Allerheiligen;9) 11 november;10) 25 december (Kerstmis);b) Een dag in gemeen overleg tussen werkgevers en bedienden vast te stellen (kermis, plaatselijk of gewestelijk feest of om het even welke andere dag);c) Een dag waarvan de vaststelling aan de keuze van de werkgever wordt overgelaten. Wanneer sommige van de hiervoor vermelde dagen met een zondag, een vrije zaterdag of met een andere feestdag samenvallen, zullen deze vervangen worden door andere betaalde rustdagen.

Bovendien hebben de bedienden recht op de wettelijke vakantie.

Wanneer één of meer van de hiervoor vermelde feestdagen in de periode van de wettelijke vakantie vallen, wordt aan de bedienden een gelijk aantal dagen betaalde vakantie toegekend, te nemen op de dagen overeen te komen met de belanghebbenden. HOOFDSTUK IX. - Telewerk

Art. 22.De sociale partners doen een aanbeveling aan de bedrijven van de sector om in overleg een beleid rond telewerk waar mogelijk te ontwikkelen. HOOFDSTUK X. - Dagcontracten voor uitzendarbeid

Art. 23.De sector engageert zich het structureel gebruik van dagcontracten voor uitzendarbeid te vermijden. In geval van structureel gebruik (alarmsignaal van de Commissie van Goede Diensten van PC 322) zullen de sociale partners via het kanaal van het paritair comité de betrokken werkgever interpelleren en sensibiliseren met betrekking tot het sectoraal engagement. HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen

Art. 24.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 januari 2023. Zij wordt echter van jaar tot jaar stilzwijgend verlengd, behoudens opzegging door één der partijen bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, mits een opzeggingstermijn van drie maanden in acht wordt genomen.

De opzegging van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter is verzonden.

Art. 25.Dit akkoord waarborgt de sociale vrede in de sector gedurende de gehele looptijd ervan.

De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe geen nieuwe eisen te verdedigen op sectorvlak tijdens de duur van deze overeenkomst.

Ze verbinden zich er ook toe de sociale vrede te handhaven in de ondernemingen voor de punten die betrekking hebben op de inhoud van deze collectieve overeenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's (1) Koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten : artikel 1, § 1.De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de periode 2021-2022 wordt op 0,4 pct. vastgelegd. (2) De eerste ziektedag is de eerste dag van afwezigheid wegens ziekte.(3) Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "werkloosheid" verstaan : volledige werkloosheid.De eerste dag werkloosheid is de eerste dag gedekt door een werkloosheidsuitkering of een sanctie opgelegd door de RVA. (4) Hieronder wordt begrepen de normaal gedefinieerde studietijd voor de studie die betrekking heeft op de uitgeoefende functie (5) Gespreid of in één keer op te nemen.(6) Wat de aanrekening op het gewaarborgd loon betreft : aangezien de sector vóór de wijziging van de wetgeving inzake klein verlet (koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof) 5 dagen klein verlet voorzag, zal de aanrekening op het gewaarborgd loon pas vanaf de 6de dag klein verlet gebeuren indien alle andere voorwaarden inzake aanrekening op het gewaarborgd loon vervuld zijn. Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden Aanbevelingen Ploegenarbeid en zondagarbeid De ondertekenende partijen hebben vastgesteld dat wanneer bedienden aanwezig moeten zijn bij het continuwerk van ploegen of zijn aangesteld voor taken welke regelmatig hun aanwezigheid in de fabriek op zondagen vereisen, het gebruikelijk is met deze omstandigheden rekening te houden bij het vaststellen van hun wedde, voordelen in natura inbegrepen.

Werk aan mecanografische machines Wanneer bedienden volle dagen werken op mecanografische machines en wanneer dit werk een zenuwspanning veroorzaakt welke schadelijk is voor hun gezondheid, wordt de bedrijfsleiders aanbevolen organisatorisch de nodige maatregelen te treffen om deze spanning te verminderen.

Werkbazen Het verdient aanbeveling dat de ondernemingshoofden bij het vaststellen van het maandsalaris der werkbazen rekening houden met het niveau van het maandloon van de arbeiders die onder hun toezicht werken.

Bijhorende overeenkomst In geval van staking of lock-out zal de vooropzeg 15 dagen bedragen en maar mogen gegeven worden na de mislukking van de verzoening in het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2022 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2022 onder het nummer 173489/CO/222)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking vallen.

Art. 2.Artikel 3, leden 2 en 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168455/CO/222) wordt vervangen door de volgende : "Ervaring 0 stemt overeen met de ervaring van een werknemer die het 2de jaar van de 3de graad secundair onderwijs met succes heeft beëindigd.

Werknemers die niet over de in lid 2 van dit artikel bedoelde ervaring 0 beschikken en voornamelijk voorkomt in de categorieën 1 en 2, krijgen een loon dat overeenstemt met het gebrek aan ervaring -1 of -2.".

Art. 3.Artikel 5, lid 5, 2de streepje van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168455/CO/222) wordt vervangen door de volgende : "- de loonnorm verder ingevuld door de toekenning van een eenmalige ecocheque (of een gelijkwaardig alternatief met dezelfde loonkost) ter waarde van 150 EUR, betaalbaar in januari 2022. De cheque wordt betaald pro rata van de prestaties in de periode januari-december 2021 (met gelijkstelling van economische werkloosheid en tijdelijke werkloosheid overmacht corona en rekening houdende met de gelijkstellingen waarin wordt voorzien door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009 betreffende ecocheques).".

Art. 4.Artikel 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168455/CO/222) wordt vervangen door de volgende : "

Art. 17.De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normale wedde, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur :

Motifs de l'absence

Durée de l'absence

Reden van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1

Mariage de l'employé(e) et/ou conclusion d'un contrat de cohabitation.

Trois jours à choisir par l'employé(e) dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante. A partir du 1er juillet 2019, si le travailleur conclut d'abord un contrat de cohabitation, il a la possibilité de prendre un jour de congé de petit chômage et de prendre les 2 jours restants à l'occasion du mariage.

Huwelijk van de bediende en/of sluiten van een samenlevingsovereenkomst.

Drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week. Indien de werknemer vooraf een samenlevingsovereenkomst afsluit vanaf 1 juli 2019, heeft hij de mogelijkheid één dag klein verlet op te nemen en de resterende 2 dagen op te nemen ter gelegenheid van het huwelijk.

2

Mariage d'un enfant de l'employé(e) ou de son conjoint, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant de l'employé(e).

Le jour du mariage.

Huwelijk van een kind van de bediende of van zijn echtgno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de bediende.

De dag van het huwelijk.

3

Ordination ou entrée au couvent d'un enfant de l'employé(e) ou de son conjoint, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur de l'employé(e).

Le jour de cérémonie.

Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de bediende.

De dag van de plechtigheid.

4

Accouchement de l'épouse de l'employé(e).

Quinze jours (1) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge de l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par l'INAMI pour les jours suivants.

Bevalling van de echtgenote van de bediende.

Vijftien dagen (1) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten waarvoor het normale loon ten laste is van de werkgever. De volgende dagen geniet de werknemer een uitkering betaald door het RIZIV. A partir du 1er janvier 2023 :

Vingt jours (2) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge par l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par l'INAMI pour les jours suivants.

Vanaf 1 januari 2023 :

Twintig dagen (2) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten waarvoor het normale loon ten laste is van de werkgever. De volgende dagen geniet de werknemer een uitkering betaald door het RIZIV.

5

Décès du/de la conjoint(e) ou d'un enfant de l'employé(e).

Cinq jours à choisir par l'employé(e) pendant la période à dater du jour du décès et qui se termine quatorze jours après le jour des funérailles.

Overlijden van de echtgeno(o)t(e) of van een kind van de bediende.

Vijf dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen na de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès du/de la conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e), d'un enfant de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e).

10 jours, dont 3 jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et 7 jours à choisir par l'employé(e) dans l'année qui suit le jour du décès. Il peut être dérogé aux deux périodes durant lesquelles ces jours doivent être pris, à la demande de l'employé(e), sous réserve de l'accord de l'employeur (3).

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van de bediende of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

10 dagen waarbij 3 dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de bediende te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever (3).

6

Décès d'un enfant du/de la conjoint(e), du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père de l'employé(e).

Trois jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et qui se termine quatorze jours après le jour des funérailles.

Overlijden van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de bediende.

Drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen na de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père du travailleur ou de son conjoint ou partenaire cohabitant(e).

Trois jours à choisir dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant laquelle ces jours doivent être pris à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van de vader, de moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

7

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru habitant chez l'employé(e).

Deux jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de bediende inwoont.

Twee dagen door de bediende te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021: Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou son/sa partenaire cohabitant(e), habitant chez l'employé(e).

Deux jours à choisir par l'employé(e) dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. A la demande de l'employé(e) et moyennant l'accord de l'employeur, il peut être dérogé à cette période.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner die bij de bediende inwoont.

Twee dagen door de bedienden te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van deze periode worden afgeweken op vraag van de bediende mits een akkoord van de werkgever.

8

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru n'habitant pas chez l'employé(e).

Le jour des funérailles.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter die niet bij de bediende in woont.

De dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e) n'habitant pas chez l'employé(e).

Le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande de l'employé(e) et moyennant l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter van de bedienden of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner die niet bij de bediende inwoont.

De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de bediende mits een akkoord van de werkgever.

9

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un enfant placé de l'employé(e), de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e), dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès ou dans le passé.

10 jours, dont 3 jours à choisir par l'employé(e) au cours de la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et sept jours à choisir par l'employé(e) dans l'année qui suit le jour du décès.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een pleegkind van de bediende, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden.

10 dagen waarbij 3 dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de bediende te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden.

Il peut être dérogé aux deux périodes au cours desquelles ces jours doivent être pris, à la demande de l'employé(e), sous réserve de l'accord de l'employeur.

Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever.

Par « placement familial de longue durée », il y a lieu d'entendre : un placement familial à propos duquel il est clair dès le début que l'enfant séjournera au minimum six mois au sein de la même famille d'accueil ou auprès du même ou des mêmes parent(s) d'accueil pendant au moins six mois. L'attestation de ce fait est réalisée par les services de placement familial compétents au sein des trois communautés.

Met "langdurige pleegzorg" wordt bedoeld : pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten binnen de drie gemeenschappen.

10

A partir du 25 juillet 2021 : Décès d'un enfant placé en famille d'accueil de l'employé(e) ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e) dans le cadre d'un placement familial de courte durée au moment du décès.

1 jour à prendre par l'employé(e) le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande de l'employé(e) sous réserve de l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van een pleegkind van de bediende of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden.

1 dag door de bediende op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de bediende mits akkoord van de werkgever.

Par « placement familial de courte durée », il y a lieu d'entendre : toutes les formes de placement familial qui ne remplissent pas les conditions du placement familial de longue durée.

Met "kortdurende pleegzorg" wordt bedoeld : alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

11

A partir du 25 juillet 2021 : Décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil de l'employé(e), dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès.

3 jours à choisir par l'employé(e) pendant la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant lesquelles ces jours doivent être pris à la demande de l'employé(e) sous réserve de l'accord de l'employeur.

Vanaf 25 juli 2021 : Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de bediende in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden.

3 dagen door de bediende te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.

12

Communion solennelle d'un enfant de l'employé(e) ou de sa/son conjoint(e).

Le jour habituel d'activité qui précède ou suit immédiatement l'événement lorsque celui-ci coïncide avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité.

Plechtige communie van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e).

De gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag.

13

Participation d'un enfant de l'employé(e) ou de sa/son conjoint(e) à la fête de la « jeunesse laïque », là où elle est organisée.

Le jour habituel d'activité qui précède ou suit immédiatement l'événement lorsque celui-ci coïncide avec un dimanche, un jour férié ou un jour habituel d'inactivité.

Deelneming van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de vrijzinnige jeugd, daar waar dit feest plaatsheeft.

De gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag.

14

Séjour de l'employé(e) milicien dans un centre de recrutement et de sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans un centre de recrutement et de sélection.

Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.

Verblijf van de dienstplichtige bediende in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum.

De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

15

Participation à une réunion d'un conseil de famille convoqué par le juge de paix.

Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour.

Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter.

De nodige tijd met een maximum van één dag.

16

Participation à un jury, convocation comme témoin devant les tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail.

Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

Deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

17

Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales ou communales.

Le temps nécessaire.

Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.

De nodige tijd.

18

Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de dépouillement, lors des élections législatives, provinciales ou communales.

Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopname bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

19

Exercice des fonctions d'assesseur d'un des bureaux principaux lors de l'élection du Parlement européen.

Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours. ».

Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau bij de verkiezing van het Europees Parlement.

De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.".


Art. 5.Artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168455/CO/222) wordt vervangen door het volgende : "

Art. 18.Voor de toepassing van artikel 17, nrs. 2, 3, 5, 6, 9, 10, 12 en 13 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.".

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 februari 2021 en heeft dezelfde geldigheidsduur, dezelfde opzeggingsmodaliteiten en -termijnen als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt.

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de leden goedgekeurde en door de voorzitter en de secretaris ondertekende, notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's (1)Gespreid of in één keer op te nemen. (2) Gespreid of in één keer op te nemen. (3) Wat de aanrekening op het gewaarborgd loon betreft : aangezien de sector vóór de wijziging van de wetgeving inzake klein verlet (koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaalloon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof) 5 dagen klein verlet voorzag, zal de aanrekening op het gewaarborgd loon pas vanaf de 6de dag klein verlet gebeuren indien alle andere voorwaarden inzake aanrekening op het gewaarborgd loon vervuld zijn.

^