gepubliceerd op 08 januari 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar in 2017 en 59 jaar in 2018 met een beroepsloopbaan van 35 jaar waaronder ook een zwaar beroep
17 DECEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar in 2017 en 59 jaar in 2018 met een beroepsloopbaan van 35 jaar waaronder ook een zwaar beroep (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar in 2017 en 59 jaar in 2018 met een beroepsloopbaan van 35 jaar waaronder ook een zwaar beroep.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Vertaling Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2017 Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar in 2017 en 59 jaar in 2018 met een beroepsloopbaan van 35 jaar waaronder ook een zwaar beroep (Overeenkomst geregistreerd op 8 augustus 2017 onder het nummer 140896/CO/102.07)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers in dienst genomen op basis van een arbeidsovereenkomst en op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 122 van 21 maart 2017, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vaststelling op interprofessioneel niveau, voor 2017-2018, van de leeftijd vanaf welke een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag kan worden toegekend aan sommige oudere werknemers in een zwaar beroep die worden ontslagen.
Art. 3.Hebben recht op een aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever, de arbeiders die : In 2017 - ontslagen zijn, behalve om dwingende reden, en die; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder ten laatste op 31 december 2017 zijn en die; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van minstens 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, kunnen bewijzen dat ze een zwaar beroep hebben uitgeoefend en gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen.
In 2018 - ontslagen zijn, behalve om dwingende reden, en die - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 59 jaar of ouder ten laatste op 31 december 2018 zijn en die; - op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van minstens 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, kunnen bewijzen dat ze een zwaar beroep hebben uitgeoefend en gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen.
Van deze 35 jaar moeten : - ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 5 jaar moet liggen in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst; - ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen. Deze periode van 7 jaar moet liggen in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, vóór het einde van de arbeidsovereenkomst.
Art. 4.Voor de toepassing van artikel 3 wordt als zwaar beroep beschouwd : - het werk in opeenvolgende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer dan één vierde van hun dagtaak bedraagt, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert; - het werk in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990; - het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur. Onder "permanent" verstaat men : dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer is en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld.
Art. 5.De bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen zijn van toepassing.
Art. 6.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 inzake aanvullende vergoeding zijn van toepassing voor de werknemers die toegang hebben op dit stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag en die de leeftijd van 60 jaar nog niet hebben bereikt.
Vanaf de volle leeftijd van 60 jaar wordt de aanvullende vergoeding van de werknemer in stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag gebracht op 747,47 EUR bruto per maand (bedrag op 1 januari 2017) en wordt 762,50 EUR op 1 juni 2017, zonder geenszins lager te mogen liggen dan de helft van het verschil tussen het netto referentieloon zoals bepaald in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 en de werkloosheidsuitkering.
Voor de werkloosheidsstelsels met bedrijfstoeslag worden de persoonlijke sociale bijdragen die moeten worden ingehouden op het bruto referentieloon dat dient om het bedrag van de bedrijfstoeslag te bepalen, berekend op basis van 100 pct. van het loon in plaats van op 108 pct..
In geval van vermindering van de aan de werknemers in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag uitgekeerde werkloosheidsuitkering, verbinden de werkgevers zich ertoe het verlies aan werkloosheidsuitkering van de bedoelde werknemers op zich te nemen.
Art. 7.§ 1. Het bedrag van de uitgekeerde aanvullende vergoedingen bij werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt geïndexeerd overeenkomstig de indexeringsregels vastgesteld voor de lonen van de werknemers van het bassin. § 2. Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen jaarlijks op 1 januari aangepast door de Nationale Arbeidsraad, op grond van de evolutie van de conventionele lonen. § 3. Voor de werknemers die in de loop van het jaar tot het stelsel toetreden, gebeurt de aanpassing op basis van de evolutie van de conventionele lonen, rekening houdende met het jaar waarin zij tot het stelsel toetreden; voor de berekening van de aanpassing worden alle kwartalen in aanmerking genomen.
Art. 8.Voor de arbeiders die vóór de invoering van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag een vermindering van de arbeidsprestaties genoten in het kader van het tijdskrediet, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het loon dat deze arbeiders zouden hebben gehad indien zij hun arbeidsprestaties niet hadden verminderd.
Art. 9.Het conventioneel stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bedoeld in deze collectieve arbeids-overeenkomst is facultatief.
De werkgever verbindt er zich toe om het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor te stellen aan de werknemer die er mogelijk voor in aanmerking komt.
Art. 10.Inzake vervanging gelden de wettelijke bepalingen.
Het toezicht hierop wordt uitgevoerd in de ondernemingen door de instanties die hiervoor werden aangewezen.
Art. 11.Een werknemer tegen wie de RVA een administratieve sanctie heeft getroffen, kan in geen enkel geval van zijn vroegere werkgever enigerlei compensatie eisen die hoger ligt dan de aanvullende vergoeding waarop hij recht had vóór de sanctie werd opgelegd.
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2018.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2017.
De Minister van Werk, K. PEETERS