Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 september 1997
gepubliceerd op 28 oktober 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteren

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012667
pub.
28/10/1997
prom.
16/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/16/1997012667/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 SEPTEMBER 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er aanleiding toe bestaat zonder uitstel de opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf en die een belangrijke anciënniteit tellen en om sociale redenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten, de opzeggingstermijn vastgesteld op : 1° vier weken wanneer de opzegging door de werkgever wordt gegeven en op twee weken wanneer de opzegging door de werkman wordt gegeven, indien het een werkman betreft die minder dan vijf jaar ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming is gebleven;2° vijf weken wanneer de opzegging door de werkgever wordt gegeven en op twee weken wanneer de opzegging door de werkman wordt gegeven, indien het een werkman betreft die tussen vijf en minder dan tien jaar ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming is gebleven;3° tien weken wanneer de opzegging door de werkgever wordt gegeven en op drie weken wanneer de opzegging door de werkman wordt gegeven, indien het een werkman betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaar ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming is gebleven;4° zestien weken wanneer de opzegging door de werkgever wordt gegeven en op drie weken wanneer de opzegging door de werkman wordt gegeven, indien het een werkman betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaar ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming is gebleven;5° achttien weken wanneer de opzegging door de werkgever wordt gegeven en op vier weken wanneer de opzegging door de werkman wordt gegeven, indien het een werkman betreft die tussen twintig en minder dan vijfentwintig jaar ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming is gebleven;6° twintig weken wanneer de opzegging door de werkgever wordt gegeven en op vier weken wanneer de opzegging door de werkman wordt gegeven, indien het een werkman betreft die vijfentwintig jaar en meer ononderbroken in dienst van dezelfde onderneming is gebleven.

Art. 3.In geval van opzegging met het oog op brugpensioen gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit blijven hun gevolgen behouden.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 1 juni 1993 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteren wordt opgeheven.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^