gepubliceerd op 25 mei 2018
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de flexibiliteit
16 APRIL 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de flexibiliteit (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de flexibiliteit.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 april 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017 Flexibiliteit (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2017 onder het nummer 142135/CO/149.03) In uitvoering van artikel 15 van het nationaal akkoord 2017-2018 van 30 mei 2017. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten Afdeling 1. - Seizoenspieken
Art. 2.Om het hoofd te kunnen bieden aan een te voorziene toename van het werk in het bedrijf tijdens sommige periodes van het jaar, kunnen de ondernemingen een glijdende werkweek instellen, zoals voorzien in artikel 20bis van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten, volgens de hiernavolgende modaliteiten, op voorwaarde dat zij, over een periode van één jaar, de conventionele gemiddelde wekelijkse arbeidsduur, zijnde 38 uur, niet overschrijden.
Art. 3.§ 1. Over een periode van één jaar welke overeenstemt met het kalenderjaar, bedraagt het te presteren aantal arbeidsuren 52 maal de wekelijkse arbeidsduur voorzien in het arbeidsreglement van de onderneming, hierna genoemd "arbeidsreglement".
De rustdagen bepaald bij de wet van 4 januari 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/01/1974 pub. 08/07/2009 numac 2009000375 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de feestdagen Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de feestdagen en de periodes van schorsing van uitvoering van de arbeidsovereenkomst (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974), vastgesteld bij de wet van 3 juli 1978, betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978), gelden als arbeidstijd voor de berekening van de arbeidsduur die over het jaar moet nageleefd worden. § 2. Het aantal uren dat gepresteerd mag worden beneden of boven het normaal dagrooster dat voorzien is in het arbeidsreglement, bedraagt maximum 2 uur per dag. De dagelijkse arbeidsduur mag evenwel nooit de 9 uur overschrijden. § 3. Het aantal uren dat gepresteerd mag worden beneden of boven de wekelijkse grens van de arbeid, zoals vastgesteld in het arbeidsreglement, bedraagt maximum 5 uur per week. De wekelijkse arbeidsduur mag evenwel nooit de 45 uur overschrijden. § 4. De arbeidsperiodes tijdens dewelke de wekelijkse arbeidsduur mag worden overschreden, worden bepaald met een maximum van 60 arbeidsdagen per jaar. De uren die boven de gewone in artikel 3 bedoelde grenzen worden verricht, worden gerecupereerd in de loop van drie kalendermaanden die op deze periode volgen, echter binnen de grenzen bepaald in § 1. § 5. De keuze van de periode(s) gebeurt vóór 31 december van het voorafgaande kalenderjaar. § 6. In de ondernemingen waar een vakbondsafvaardiging bestaat, worden het stelsel en de periodes bepaald volgens een paritair akkoord tussen de vakbondsafvaardigingen en de werkgever.
In de ondernemingen met minder dan 50 werknemers en zonder vakbondsafvaardiging kan de procedure inzake aanpassing van het arbeidsreglement slechts opgestart worden ten vroegste 30 dagen nadat zij die aanpassing hebben meegedeeld op een vergadering van het paritair subcomité. § 7. De nationale vakbondsorganisaties of de voorzitter van het paritair subcomité ontvangen een afschrift van de beslissing die in de onderneming wordt uitgehangen. Afdeling 2. - Buitengewone vermeerdering van het werk of werkzaamheden
ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid
Art. 4.De arbeiders hebben binnen het wettelijk kader de keuzemogelijkheid om de eerste 91 overuren per kalenderjaar in het kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten) te recupereren of uitbetaald te krijgen.
Art. 5.Noch op het sectorale niveau, noch op het vlak van de onderneming wordt een mogelijkheid voorzien om bovenop de 91 overuren per kalenderjaar - zoals omschreven in artikel 4 van onderhavige overeenkomst - een bijkomende schijf van overuren in te voeren in het kader van buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten).
Art. 6.Conform artikel 25 van de arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten (buitengewone vermeerdering van werk) en conform artikel 26, § 1, 3° van dezelfde arbeids wet van 16 maart 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/03/1971 pub. 28/10/1998 numac 1998000346 bron ministerie van binnenlandse zaken Arbeidswet - Duitse vertaling sluiten (werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid) kunnen overuren in dit kader enkel worden gepresteerd mits het voorafgaande akkoord van de vakbondsafvaardiging. HOOFDSTUK III. - Algemene bepaling
Art. 7.Bovenstaande bepalingen doen geen afbreuk aan de wettelijke bepalingen, aan de bestaande ondernemingsovereenkomsten of aan de besprekingen die in de ondernemingen aan de gang zijn. HOOFDSTUK IV. - Duurtijd
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2017 en treedt buiten werking op 30 juni 2019.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 2018.
De Minister van Werk, K. PEETERS