Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 oktober 2022
gepubliceerd op 27 juni 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023041147
pub.
27/06/2023
prom.
14/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden; b) de collectieve arbeids overeenkomst van 18 januari 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/01/2022 pub. 18/02/2022 numac 2022040059 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Technisch reglement van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle houdende vaststelling van de radonrisicozones en radonrisicogebieden in het kader van het nationaal radonactieplan sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend worden verklaard : a) de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden;b) de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeid overeenkomst van 18 januari 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/01/2022 pub. 18/02/2022 numac 2022040059 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Technisch reglement van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle houdende vaststelling van de radonrisicozones en radonrisicogebieden in het kader van het nationaal radonactieplan sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage 1 Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 Arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 26 november 2021 onder het nummer 168439/CO/136) Inleiding De overeenkomsten die volgen, werden afgesloten door organisaties die zich tot doel stellen het individueel welzijn van hun leden te betrachten, alsmede de algemene vooruitgang van hun beroep en de ontwikkeling van de nationale nijverheid. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair comité er anders over beslist (cfr. artikel 32).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van en met respect voor de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot vrijwaring van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en in toepassing van en met respect voor het koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/07/1996 pub. 05/10/2012 numac 2012205395 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - Officieuzecoördinatie in het Duits sluiten tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2021).(1) HOOFDSTUK II. - Uurlonen

Art. 2.De minimumuurlonen worden op basis van de 37-urenweek als volgt vastgesteld :

Klasse/Classe

Juli 2021/Juillet 2021

EUR

EUR

BK/HC

14,7243

1

14,5564

2

14,1729

3

13,6431

4

13,3060

5

12,6228

6

12,2372

7

12,1054


Vanaf 1 januari 2022 : De minimum sectorale baremalonen van de arbeid(st)ers worden met ingang van 1 januari 2022 verhoogd met 7 eurocent per uur.

De verhogingen per 1 januari 2022 worden als volgt uitgevoerd : eerst de loonsverhoging, daarna de indexatie.

Art. 3.Het minimumuurloon omvat niet de loontoeslagen die niet aan de functie verbonden zijn, zoals de toeslag voor overuren of voor arbeid in opeenvolgende ploegen.

Art. 4.De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden op 1 januari geïndexeerd op grond van de reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni en december van het vorige jaar.

De minimumuurlonen en de werkelijke uurlonen van de arbeiders en arbeidsters worden op 1 juli geïndexeerd op grond van de reële evolutie tussen de viermaandelijkse gezondheidsindex van juni van het lopende jaar en van december van het vorige jaar.

Art. 5.De sociale partners van de bedrijven hebben de mogelijkheid om een ondernemingsakkoord te onderhandelen over 0,4 pct. (loonnorm), de retroactiviteit en de coronapremie tot 17 december 2021 dat gesloten wordt conform de individuele situatie van de onderneming. Dit akkoord dient neergelegd te zijn ter Griffie van de Dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg uiterlijk op 31 december 2021.

Het bedrijfsakkoord waakt erover de minimale sectorale barema's te respecteren.

Overeenkomstig de aanbeveling nr. 29 van de Nationale Arbeidsraad van 15 juli 2021, worden de onderhandelaars op ondernemingsvlak uitgenodigd om het verschil in behandeling dat berust op het onderscheid tussen arbeiders en bedienden inzake aanvullende pensioenen zonder verwijl op te heffen.

Indien de sociale partners op ondernemingsvlak een gedeelte van de loonnorm besteden aan de groepsverzekering, dan zal voor elke euro die besteed wordt, 33 pct. extra worden toegevoegd door de werkgever.

Indien er geen bedrijfsakkoord wordt gesloten en neergelegd ter Griffie uiterlijk op 31 december 2021, dan word(t)en : - De bedrijfsbarema's lonen en reële lonen met 0,4 pct. verhoogd met een minimum van 7 eurocent per uur voor de arbeiders met ingang van 1 januari 2022; - De loonnorm verder ingevuld door de toekenning van een eenmalige ecocheque (of een gelijkwaardig alternatief met dezelfde loonkost) ter waarde van 150 EUR betaalbaar in januari 2022. De cheque wordt betaald pro rata van de prestaties in de periode januari-december 2021 (met gelijkstelling van economische werkloosheid en tijdelijke werkloosheid overmacht corona); - Er een coronapremie toegekend van 200 EUR aan werknemers die hebben gewerkt tijdens de periode van 13 maart 2020 tot en met 30 juni 2021 volgens de volgende voorwaarden : - prorata van het arbeidsregime en tewerkstellingsperiodes tijdens voormelde referteperiode; - met aftrek van de vrijwillige periodes van schorsing van arbeidsovereenkomst tijdens voormelde referte periode (bijvoorbeeld : voltijds tijdskrediet, onbetaald verlof, enz.); - de niet-recurrente financiële voordelen die werden toegekend vanaf 13 maart 2020 in het kader van de coronacrisis worden in mindering gebracht op het bedrag van 200 EUR. Zijn uitgesloten van de verplichting tot toekenning van de coronapremie, de ondernemingen die een tussenkomst genoten hebben van het fonds bestaanszekerheid in het kader van de gelijkstelling van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht corona voor de eindejaarspremie 2020, conform de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2020 betreffende de jaarlijkse premie 2020 (nr. 162726, koninklijk besluit van 6 juni 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 06/06/2021 pub. 04/08/2021 numac 2021031510 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het wegvervoer en de logistiek voor rekening van derden, betreffende de toepassing van de koppeling van de lonen en vergoedingen aan de index op 1 januari 2021 type koninklijk besluit prom. 06/06/2021 pub. 04/08/2021 numac 2021031135 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 januari 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haven van Gent, houdende storting voor wat het Gentse havengebied betreft van de bijzondere bijdrage voor de scholing van laaggeschoolde en/of met langdurige werkloosheid bedreigde havenarbeiders sluiten, Belgisch Staatsblad van 3 augustus 2021).

Art. 6.De studenten, voor zover ingeschreven in een proces van deeltijdse leerplicht andere dan cursussen van sociale promotie en onderworpen aan de deeltijdse leerplicht, zullen tijdens hun opleiding als volgt worden vergoed : - 3de graad - 2de jaar : 85 pct.; - 3de graad - 1ste jaar : 75 pct.; - 2de graad - 2de jaar : 70 pct., van de geldende baremalonen.

De studenten die nog steeds onderworpen zijn aan de leerplicht zullen tegen dezelfde voorwaarden als hierboven uiteengezet, vergoed worden, wanneer zij tewerkgesteld zijn met een studentenarbeidsovereenkomst.

De studenten die niet meer onderworpen zijn aan de leerplicht en die met een studentenarbeidsovereenkomst tewerkgesteld zijn in de ondernemingen zullen minimum verloond worden conform de lonen van klasse 7.

Art. 7.Als een arbeider/arbeidster van een lagere naar een hogere klasse overgaat, zal het minimumloon van deze nieuwe klasse slechts verschuldigd zijn na een aanpassingstijd die geen twee maanden mag overschrijden.

Tijdens deze periode mag het loon lager zijn dan het minimum van de overeenstemmende klasse, maar niet minder dan het minimum van de eerstvolgende klasse. HOOFDSTUK III. - Ploegenpremie

Art. 8.Ingeval er in twee ploegen wordt gewerkt, zal aan het aldus tewerkgestelde personeel een toeslag van 6 pct. van het reële loon worden toegekend.

Art. 9.Ingeval er in bijkomende ploegen wordt gewerkt, zal de loontoeslag worden vastgesteld op het niveau van de onderneming in overeenstemming met de werkgevers- en werknemersorganisaties.

De toeslag voor werk in nachtploeg bedraagt minimum 15 pct. van het reële loon. HOOFDSTUK IV. - Overurentoeslag

Art. 10.Voor de overuren zal een toeslag van 50 pct. worden toegekend.

Art. 11.Deze toeslag wordt op 100 pct. gebracht : 1) vanaf het vijfde overuur, dat op dezelfde dag wordt verricht, met uitzondering van de overuren die worden verricht op de vrije zaterdag in het stelsel van de 5-dagenweek;2) voor de overuren die worden verricht tussen 22 en 6 uur;3) voor de overuren die worden verricht op een zondag of feestdag.

Art. 12.Behalve indien de arbeider of arbeidster daags tevoren hiervan werd verwittigd, verstrekt de onderneming hem een maaltijd, of betaalt zij, bij ontstentenis ervan, een vergoeding van 2,75 EUR als hij zijn werk moet voortzetten buiten zijn normale arbeidstijd, zonder de mogelijkheid te hebben thuis te gaan eten. HOOFDSTUK V. - Jaarlijkse premie

Art. 13.De arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn in de onderneming op 15 december zullen tussen 15 en 25 december een jaarlijkse eindejaarspremie ontvangen die gelijk is aan 160,33 uren (37-urenweek) van hun individueel loon(2) bij de eerste opening van de rekeningen van de maand november.

Hebben recht op de premie in verhouding tot hun arbeidsprestaties na drie maanden anciënniteit in de onderneming(3) : - de arbeiders en arbeidsters die ingeschreven zijn op 15 december en die in de onderneming in dienst zijn getreden in de loop van het jaar; - de arbeiders en arbeidsters die de onderneming hebben verlaten in de loop van het jaar, uitgezonderd om dringende reden.

Worden met effectieve arbeid gelijkgesteld : - de jaarlijkse vakantie; - de afwezigheden, behalve die wegens ziekte, die aanleiding hebben gegeven tot de betaling van loon; - de periodes van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wetgeving op de ziekte en invaliditeit, tot zes maanden maximum; - de periodes van werkloosheid die aanleiding hebben gegeven tot de betaling van de dagelijkse uitkeringen voor bestaanszekerheid; - de periodes van arbeidsongeschiktheid ten gevolge van arbeidsongevallen, tot één jaar; - de 15 weken bevallingsrust; - de periodes van tijdelijke werkloosheid overmacht corona voor de jaarlijkse premie betaalbaar in december 2021 conform de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 2020 met betrekking tot de jaarlijkse premie 2020, met tussenkomst van het fonds bestaanszekerheid voor de bedrijven die voldoen aan de criteria opgenomen in diezelfde collectieve arbeidsovereenkomst.

Om het aantal uren te bepalen waarop de arbeiders en arbeidsters recht hebben naargelang hun arbeidsprestaties gedurende de referentieperiode gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het lopend jaar, wordt als volgt tewerk gegaan : - vijfdagenweek :

gewerkte dagen(*) + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33u = 52 x 5

journées prestées (*) + journées assimilées de la période x 160,33h = 52 x 5


- zesdagenweek :

gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33u = 52 x 6

journées prestées + journées assimilées de la période x 160,33h = 52 x 6


- als een arbeider of arbeidster nu eens 5 dagen per week werkt en dan weer 6 dagen, worden de 52 weken verdeeld volgens het aantal weken gedurende dewelke het ene of het andere stelsel werd toegepast, met name :

gewerkte dagen + gelijkgestelde dagen van de periode x 160,33u = (n x 5) + (m x 6)

journées prestées + journées assimilées de la période x 160,33h = (n x 5) + (m x 6)


n + m is gelijk aan 52 weken. (*) In de 37 urenweek van 5 dagen staat een dag voor 7,4 uren. Voor deeltijdse werknemers wordt een pro rata berekening gedaan in uren ten opzichte van dit aantal.

De eventueel gunstigere programmaties die formeel werden vastgesteld op het niveau van de ondernemingen vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zullen niettemin worden toegepast.

Voor de ondernemingen die gedeeltelijk of volledig de arbeidsduur hebben verminderd van 40 tot 37 uren per week in de vorm van betaalde compensatiedagen (zonder aanpassing van de uurlonen), wordt het aantal uren dat in aanmerking komt voor de jaarlijkse premie als volgt berekend : wekelijks arbeidsstelsel x 52/12

Art. 14.De vakorganisaties verbinden er zich toe geen eisen in te dienen die verder zouden gaan dan de in het vorige artikel vermelde bepalingen. HOOFDSTUK VI. - Koppeling van de lonen aan het gezondheidsindexcijfer

Art. 15.De lonen van de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, zijn gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer, dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 16.De loonsverhogingen en -verlagingen worden toegepast vanaf de eerste opening van de rekeningen van de maand. Eventuele negatieve indexen worden geregeld bij een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 17.Krachtens het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, moet het gezondheidsindexcijfer, waarvan sprake is in dit hoofdstuk evenwel vervangen worden door het viermaandelijks indexcijfer dat wordt vastgesteld door de federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie en wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK VII. - Maaltijdcheques 1. Ondernemingen die maaltijdcheques toekennen aan de arbeiders en arbeidsters in de onderneming op datum van 1 februari 2009 Art.18. Op 1 juni 2009 werd de werkgeverstussenkomst van de maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Op 1 januari 2010 werd deze opnieuw verhoogd met 0,50 EUR. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016.

Art. 19.De toekenningsmodaliteiten opgenomen in de ondernemings-collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing. 2. Ondernemingen die nog geen maaltijdcheques toekennen aan de arbeiders en arbeidsters in de onderneming op datum van 1 februari 2009 Art.20. Een sectoraal regime tot toekenning van een maaltijdcheque, waarvoor de werkgeverstussenkomst 0,50 EUR bedraagt, is in werking getreden vanaf 1 juni 2009. De werkgeverstussenkomst werd verhoogd met 0,50 EUR op 1 januari 2010. Bij gebreke aan een bedrijfsakkoord gesloten uiterlijk op 31 december 2015, werd het werkgeversaandeel in de maaltijdcheque met 1 EUR verhoogd met ingang van 1 januari 2016.

Art. 21.De toekenningsmodaliteiten worden bepaald in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. Bij de vaststelling van de toekenningsmodaliteiten wordt rekening gehouden met volgende principes : - de gelijke behandeling van de deeltijdse werknemers; - de gepresteerde overuren. HOOFDSTUK VIII. - Arbeidsduur en pauzes

Art. 22.Vanaf 1 november 1984 omvat de arbeidsweek 37 uren die moeten worden verricht in dagen van maximum 9 uren.

De verkorting van de arbeidsduur van 40 tot 37 uren kan als volgt geschieden : - door een dagelijkse verkorting van de arbeidsduur; - door een wekelijkse verkorting van de arbeidsduur; - door een spreiding in de vorm van een gemiddelde over een periode van 13 weken, die eventueel weken van 6 dagen kan bevatten; - door het toekennen van compensatiedagen; - door de combinatie van de verschillende hierboven opgesomde mogelijkheden.

Art. 23.Over de modaliteiten van de arbeidstijdverkorting die bepaald zijn in het vorige artikel zal er, rekening houdende met de technische, economische en sociale eigenheid van de ondernemingen en met het oog op het behoud van een maximumtijd aan productie enerzijds en op de bevordering van de tewerkstelling anderzijds, worden onderhandeld op het niveau van de ondernemingen.

Art. 24.De normale werkdag is in twee delen verdeeld door een rusttijd van hoogstens twee uren.

Art. 25.Indien een van de werktijden langer is dan 5 uren, zal aan de arbeider en arbeidster een rusttijd van 10 minuten worden toegekend, zonder dat deze rusttijd mag worden aangerekend bij wijze van verlenging van de werkdag, noch mag worden afgetrokken van het loon.

Art. 26.De werknemers, tewerkgesteld in ploegen, hebben recht op een betaalde schafttijd. Deze bedraagt minimum 15 minuten en maximum 30 minuten.

In ondernemingen waar gunstiger regelingen bestaan, blijven deze van toepassing. HOOFDSTUK IX. - Feestdagen

Art. 27.In de normale arbeidsweek zijn begrepen : a) De feestdagen die bepaald zijn bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 18 april 1974, namelijk : 1) 1 januari;2) Paasmaandag;3) 1 mei;4) Hemelvaartdag;5) Pinkstermaandag;6) 21 juli; 7) O.-L.-V.-Hemelvaart; 8) Allerheiligen;9) 11 november;10) 25 december (Kerstmis);b) Twee dagen in gemeen overleg tussen de werkgever en de arbeiders en arbeidsters vast te stellen (kermis, plaatselijk of gemeenschapsfeest of om het even welke andere dag). HOOFDSTUK X. - Klein verlet

Art. 28.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben het recht afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die hierna opgesomd zijn, voor een als volgt bepaalde duur :

Motifs de l'absence

Durée de l'absence

Reden van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1. Mariage du travailleur et/ou conclusion d'un contrat de cohabitation. Trois jours à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante.

1. Huwelijk van de werknemer en/of sluiten van een samenlevingsovereenkomst. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

A partir du 1er juillet 2019, si le travailleur conclut d'abord un contrat de cohabitation, il a la possibilité de prendre un jour de congé de petit chômage et de prendre les 2 jours restants à l'occasion du mariage.

Indien de werknemer vooraf een samenlevingsovereenkomst afsluit vanaf 1 juli 2019, heeft hij de mogelijkheid één dag klein verlet op te nemen en de resterende 2 dagen op te nemen ter gelegenheid van het huwelijk.

2. Mariage d'un enfant du travailleur ou d'un enfant de sa/son conjoint(e)

Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante. 2. Huwelijk van een kind van de werknemer, of van een kind van zijn echtgeno(o)t(e). Een dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

3. Mariage d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant du travailleur. Le jour du mariage.

3. Huwelijk van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer. De dag van het huwelijk.

4. Ordination ou entrée au couvent d'un enfant du travailleur ou de sa/son conjointe(e), d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur du travailleur. Le jour de la cérémonie.

4. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. De dag van de plechtigheid.

5. Naissance d'un enfant du travailleur si la filiation de cet enfant est établie à l'égard de son père. Quinze jours(4) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge par l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par l'INAMI pour les jours suivants.

5. Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat. Vijftien dagen(4) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, waarvoor het normale loon ten laste is van de werkgever. De volgende dagen geniet de werknemer een uitkering betaald door het RIZIV.

6. Décès du/de la conjoint(e) ou d'un enfant du travailleur. Cinq jours à choisir par le travailleur pendant la période à dater du jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles.

6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of van een kind van de werknemer. Vijf dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


Décès du/de la conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e), d'un enfant du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e)

10 jours, dont trois jours à choisir par le travailleur, dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et 7 jours à choisir par le travailleur dans l'année qui suit le jour du décès. Il peut être dérogé aux deux périodes durant lesquelles ces jours doivent être pris, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur(5).

Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner, van een kind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner

10 dagen waarbij 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever(5).

7. Décès d'un enfant de sa/son conjoint(e), du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père du travailleur. Trois jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles.

7. Overlijden van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Décès du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père du travailleur ou de sa/son conjoint(e) ou partenaire cohabitant(e).

Trois jours à choisir dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant lesquelles ces jours doivent être pris à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

Overlijden van de vader, de moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

8. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru habitant chez le travailleur. Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles.

8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter die bij de werknemer inwoont. Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou son/sa partenaire cohabitant(e), habitant chez le travailleur.

Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. A la demande du travailleur et moyennant l'accord de l'employeur, il peut être dérogé à cette période.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont.

Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van deze periode worden afgeweken op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

9. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru n'habitant pas chez le travailleur. Le jour des funérailles.

9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. De dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e) n'habitant pas chez le travailleur.

Le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande du travailleur et moyennant l'accord de l'employeur.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont.

De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


10. Décès d'un enfant placé du travailleur, de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e), dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès ou dans le passé. 10 jours, dont trois jours à choisir par le travailleur au cours de la période commençant le jour du décès et finissant le jours des funérailles et sept jours, à choisir par le travailleur, dans l'année qui suit le jour du décès. Il peut être dérogé aux deux périodes au cours desquelles ces jours doivent être pris, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

10. Overlijden van een pleegkind van de werknemer, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden. 10 dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en zeven dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Par "placement familial de longue durée", il y a lieu d'entendre : un placement familial à propos duquel il est clair dès le début que l'enfant séjournera au minimum six mois au sein de la même famille d'accueil pendant au moins six mois. L'attestation de ce fait est réalisée par les services de placement familial compétents au sein des trois communautés.

Met "langdurige pleegzorg" wordt bedoeld : de pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten binnen de drie gemeenschappen.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


11. Décès d'un enfant placé en famille d'accueil du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e) dans le cadre d'un placement familial de courte durée au moment du décès. 1 jour à prendre par le travailleur le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

Par "placement familial de courte durée", il y a lieu d'entendre : toutes les formes de placement familial qui ne remplissent pas les conditions du placement familial de longue durée.

11. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in ket kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden. 1 dag door de werknemer op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Met "kortdurende pleegzorg" wordt bedoeld : alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


12. Décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil du travailleur, dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès. 3 jours à choisir par le travailleur pendant la période commençant le jour du décès et finissant le jours des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant lesquelles ces jours doivent être pris, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

12. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden. 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mist akkoord van de werkgever.

13. Communion solennelle d'un enfant soit du travailleur soit de sa/son conjoint(e) ou participation d'un enfant du travailleur ou de son/sa conjoint(e) à la fête de la "jeunesse laïque", là où elle est organisée. Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante.

13. Plechtige communie van een kind hetzij van de werknemer, hetzij van zijn echtgeno(o)t(e) of deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaats heeft. Een dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

14. Séjour du travailleur milicien dans un centre de recrutement et de sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans un centre de recrutement et de sélection ainsi que toutes obligations militaires de courte durée. Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.

14. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum evenals alle militaire verplichtingen van korte duur. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

15. Séjour du travailleur objecteur de conscience au service de santé administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs de conscience. Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.

15. Verblijf van de werknemer "dienstweigeraar" in een administratieve gezondheidsdienst of in één van de hospitalen aangeduid door de Koning, overeenkomstig de wetgeving betreffende het statuut van "dienstweigeraar". De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

16. Participation à une réunion d'un conseil de famille convoqué par le juge de paix. Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour.

16. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van één dag.

17. Participation à un jury ou convocation comme témoin devant les tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

17. Deelneming aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

18. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de dépouillement, lors des élections législatives, provinciales ou communales. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

18. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- of gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

19. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales ou communales. Le temps nécessaire.

19. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- of gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd.

20. Exercice des fonctions d'assesseur d'un des bureaux principaux lors de l'élection du Parlement européen. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

20. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus voor stemopneming bij de verkiezing van het Europees Parlement. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

21. Accueil d'un enfant dans la famille du travailleur dans le cadre d'une adoption. Trois jours à charge de l'employeur dans le cadre de la législation en matière de congé d'adoption.

21. Onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie. Drie dagen ten laste van de werkgever in het kader van de wetgeving inzake adoptie.

22. Examen de capacité professionnelle pour les épreuves de Lauréat ou Doyen du Travail, manifestations officielles de remise de telles distinctions au travailleur. Un jour.

22. Examen voor beroepsbekwaamheid voor de proeven van Laureaat van de Arbeid of Deken van de Arbeid, officiële manifestaties ter gelegenheid van de uitreiking van dergelijke onderscheidingen aan de werknemer. Een dag.

Voor de toepassing van de nummers 2, 4, 5, 6, 7 en 13 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de toepassing van de bovenstaande gevallen.

Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd.

Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot loonbetaling.

Vanaf 1 januari 1998, worden de samenwonenden gelijkgesteld met wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de werkgever voorleggen, dat hun staat van samenwonenden bevestigt. HOOFDSTUK XI. - Telewerk

Art. 29.De sociale partners doen een aanbeveling aan de bedrijven van de sector om in overleg een beleid rond telewerk waar mogelijk te ontwikkelen. HOOFDSTUK XII. - Dagcontracten voor uitzendarbeid

Art. 30.De sector engageert zich het structureel gebruik van dagcontracten voor uitzendarbeid te vermijden. In geval van structureel gebruik (alarmsignaal van de Commissie van Goede Diensten van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren) zullen de sociale partners via het kanaal van het paritair comité de betrokken werkgever interpelleren en sensibiliseren met betrekking tot het sectoraal engagement. HOOFDSTUK XIII. - Slotbepalingen

Art. 31.Dit akkoord waarborgt de sociale vrede in de sector gedurende de gehele looptijd ervan.

De ondertekenende partij en verbinden zich ertoe geen nieuwe eisen te verdedigen op sectorvlak tijdens de duur van deze overeenkomst.

Ze verbinden zich er ook toe de sociale vrede te handhaven in de ondernemingen voor de punten die betrekking hebben op de inhoud van deze collectieve sectorale overeenkomst.

Art. 32.Het hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 4, is niet toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de hoofdstukken II (met uitzondering van artikel 4), V en VIII zijn niet toepasselijk op de ondernemingen van papieren hulzen.

Art. 33.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage 2 Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeids overeenkomst van 18 januari 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 18/01/2022 pub. 18/02/2022 numac 2022040059 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Technisch reglement van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle houdende vaststelling van de radonrisicozones en radonrisicogebieden in het kader van het nationaal radonactieplan sluiten Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 november 2021 betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 9 mei 2022 onder het nummer 172537/CO/136)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen welke onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de papier- en kartonbewerking ressorteren, tenzij het paritair comité er anders over beslist.

Art. 2.Artikel 5, lid 5, 2de streepje van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168439/CO/136) wordt vervangen door het volgende : "- de loonnorm verder ingevuld door de toekenning van een eenmalige ecochèque (of een gelijkwaardig alternatief met dezelfde loonkost) ter waarde van 150 EUR, betaalbaar in januari 2022. De chèque wordt betaald pro rata van de prestaties in de periode januari-december 2021 (met gelijkstelling van economische werkloosheid en tijdelijke werkloosheid overmacht corona en rekening houdende met de gelijkstellingen waarin wordt voorzien door collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009 betreffende ecocheques).".

Art. 3.Artikel 28 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168439/CO/136) wordt vervangen door het volgende : "

Art. 28.De in artikel 1 bedoelde arbeiders en arbeidsters hebben het recht afwezig te zijn, met behoud van hun normaal loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, die hierna opgesomd zijn, voor een als volgt bepaalde duur :

Motifs de l'absence

Durée de l'absence

Reden van de afwezigheid

Duur van de afwezigheid

1. Mariage du travailleur et/ou conclusion d'un contrat de cohabitation. Trois jours à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante.

A partir du 1er juillet 2019, si le travailleur conclut d'abord un contrat de cohabitation, il a la possibilité de prendre un jour de congé de petit chômage et de prendre les 2 jours restants à l'occasion du mariage.

1. Huwelijk van de werknemer en/of sluiten van een samenlevingsovereenkomst. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

Indien de werknemer vooraf een samenlevingsovereenkomst afsluit vanaf 1 juli 2019, heeft hij de mogelijkheid één dag klein verlet op te nemen en de resterende 2 dagen op te nemen ter gelegenheid van het huwelijk.

2. Mariage d'un enfant du travailleur ou d'un enfant de son conjoint. Un jour à choisir par le travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante.

2. Huwelijk van een kind van de werknemer, of van een kind van zijn echtgeno(o)te. Een dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

3. Mariage d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère, de la seconde femme du père, d'un petit-enfant du travailleur. Le jour du mariage.

3. Huwelijk van een broer, zuster, schoonzuster, schoonbroer, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de werknemer. De dag van het huwelijk.

4. Ordination ou entrée au couvent d'un enfant du travailleur ou de son conjoint, d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur du travailleur. Le jour de la cérémonie.

4. Priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer. De dag van de plechtigheid.

5. Naissance d'un enfant du travailleur si la filiation de cet enfant est établie à l'égard de son père. Quinze jours(6) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge par l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par l'INAMI pour les jours suivants.

5. Geboorte van een kind van de werknemer zo de afstamming van dit kind langs vaderszij de vaststaat. Vijftien dagen(6) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, waarvoor het normale loon ten laste is van de werkgever. De volgende dagen geniet de werknemer een uitkering betaald door het RIZIV. A partir du 1er janvier 2023 :

Vingt jours(7) à choisir par le travailleur dans les quatre mois à dater du jour de l'accouchement. Seuls les trois premiers jours constituent un petit chômage dans le sens de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, pour lesquels le salaire normal est à charge par l'employeur. Le travailleur bénéficie d'une allocation payée par l'INAMI pour les jours suivants.

Vanaf 1 januari 2023:

Twintig dagen(7) door de werknemer te kiezen tijdens de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling. Slechts de eerste drie dagen maken klein verlet uit in de zin van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten, waarvoor het normale loon ten laste is van de werkgever. De volgende dagen geniet de werknemer een uitkering betaald door het RIZIV.

6. Décès du conjoint ou d'un enfant du travailleur. Cinq jours à choisir par le travailleur pendant la période à dater du jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles.

6. Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of van een kind van de werknemer. Vijf dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


Décès du/de la conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e), d'un enfant du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e)

10 jours, dont trois jours à choisir par le travailleur, dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et 7 jours à choisir par le travailleur dans l'année qui suit le jour du décès. Il peut être dérogé aux deux périodes durant lesquelles ces jours doivent être pris, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur(8).

Overlijden van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende patiner, van een kind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

10 dagen waarbij drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever(8).

7. Décès d'un enfant de son conjoint, du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père du travailleur. Trois jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et qui se termine quatorze jours après les funérailles.

7. Overlijden van een kind van de echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer. Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt veertien dagen volgend op de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Décès du père, de la mère, du beau-père, du second mari de la mère, de la belle-mère ou de la seconde femme du père du travailleur ou de son conjoint ou partenaire cohabitant.

Trois jours à choisir dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant lesquelles ces jours doivent être pris à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

Overlijden van de vader, de moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner.

Drie dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis.

Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

8. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau- frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru habitant chez le travailleur. Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles.

8. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon, of schoondochter die bij de werknemer inwoont. Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau- frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou son/sa partenaire cohabitant(e), habitant chez le travailleur.

Deux jours à choisir par le travailleur dans la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. A la demande du travailleur et moyennant l'accord de l'employeur, il peut être dérogé à cette période.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die bij de werknemer inwoont.

Twee dagen door de werknemer te kiezen in de periode welke begint met de dag van het overlijden en eindigt met de dag van de begrafenis. Er kan van deze periode worden afgeweken op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

9. Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru n'habitant pas chez le travailleur. Le jour des funérailles.

9. Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter die niet bij de werknemer inwoont. De dag van de begrafenis.

A partir du 25 juillet 2021 :

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :

Décès d'un frère, d'une soeur, d'un beau-frère, d'une belle-soeur, du grand-père, de la grand-mère, de l'arrière-grand-père, de l'arrière-grand-mère, d'un petit-enfant, d'un arrière-petit-enfant, d'un gendre ou d'une bru du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e) n'habitant pas chez le travailleur.

Le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment à la demande du travailleur et moyennant l'accord de l'employeur.

Overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder, van een kleinkind, een achterkleinkind, een schoonzoon of schoondochter van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner, die niet bij de werknemer inwoont.

De dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits een akkoord van de werkgever.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


10. Décès d'un enfant placé du travailleur, de son/sa conjoint(e) ou de son/sa partenaire cohabitant(e), dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès ou dans le passé. 10 jours, dont trois jours à choisir par le travailleur au cours de la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles et sept jours, à choisir par le travailleur, dans l'année qui suit le jour du décès. Il peut être dérogé aux deux périodes au cours desquelles ces jours doivent être pris, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

10. 0verlijden van een pleegkind van de werknemer, van de echtgenoot of echtgenote of samenwonende partner in het kader van een langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden of in het verleden. 10 dagen waarbij 3 dagen dool' de werknemer te kiezen tijdens de période die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis en 7 dagen door de werknemer te kiezen binnen het jaar na de dag van het overlijden. Er kan van de beide perioden waarin deze dagen moeten opgenomen worden, afgeweken worden op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Par "placement familial de longue durée", il y a lieu d'entendre : un placement familial à propos duquel il est clair dès le début que l'enfant séjournera au minimum six mois au sein de la même famille d'accueil ou auprès du même ou des mêmes parents d'accueil pendant au moins six mois. L'attestation de ce fait est réalisée par les services de placement familial compétents au sein des trois communautés.

Met "langdurige pleegzorg" wordt bedoeld : pleegzorg waarvan bij aanvang duidelijk is dat het kind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin of bij dezelfde pleegouder of dezelfde pleegouders zal verblijven. De attestering hiervan gebeurt door de bevoegde pleegzorgdiensten binnen de drie gemeenschappen.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


11. Décès d'un enfant placé en famille d'accueil du travailleur ou de son/sa conjoint(e) ou du/de la partenaire cohabitant(e) dans le cadre d'un placement familial de courte durée au moment du décès. 1 jour à prendre par le travailleur le jour des funérailles. Ce jour peut être pris à un autre moment, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

Par "placement familial de courte durée", il y a lieu d'entendre : toutes les formes de placement familial qui ne remplissent pas les conditions du placement familial de longue durée.

11. Overlijden van een pleegkind van de werknemer of van zijn of haar echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner in het kader van kortdurende pleegzorg op het moment van het overlijden. 1 dag door de werknemer op te nemen op de dag van de begrafenis. Deze dag kan op een ander moment worden opgenomen op vraag van de werknemer mits akkoord van de werkgever.

Met "kortdurende pleegzorg" wordt bedoeld : alle vormen van pleegzorg die niet voldoen aan de voorwaarden van langdurige pleegzorg.

A partir du 25 juillet 2021 :

Vanaf 25 juli 2021 :


12. Décès du père d'accueil ou de la mère d'accueil du travailleur, dans le cadre d'un placement familial de longue durée, au moment du décès. 3 jours à choisir par le travailleur pendant la période commençant le jour du décès et finissant le jour des funérailles. Il peut être dérogé à la période durant laquelles ces jours doivent être pris, à la demande du travailleur, sous réserve de l'accord de l'employeur.

12. Overlijden van de pleegvader of pleegmoeder van de werknemer in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van het overlijden. 3 dagen door de werknemer te kiezen tijdens de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. Er kan van de periode waarin deze dagen moeten worden opgenomen, worden afgeweken mits akkoord van de werkgever.

13. Communion solennelle d'un enfant soit du travailleur soit de son conjoint ou participation d'un enfant du travailleur ou de son conjoint à la fête de la "jeunesse laïque", là où elle est organisée. Un jour à choisir parle travailleur dans la semaine où se situe l'événement ou dans la semaine suivante.

13. Plechtige communie van een kind hetzij van de werknemer, hetzij van zijn echtgeno(o)t(e) of deelneming van een kind van de werknemer of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaats heeft. Een dag door de werknemer te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daarop volgende week.

14. Séjour du travailleur milicien dans un centre de recrutement et de sélection ou dans un hôpital militaire à la suite de son passage dans un centre de recrutement et de sélection ainsi que toutes obligations militaires de courte durée. Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.

14. Verblijf van de dienstplichtige werknemer in een rekruterings- en selectiecentrum of in een militair hospitaal ten gevolge van zijn verblijf in een rekruterings- en selectiecentrum evenals alle militaire verplichtingen van korte duur. De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

15. Séjour du travailleur objecteur de conscience au service de santé administratif ou dans un des établissements hospitaliers désignés par le Roi, conformément à la législation portant le statut des objecteurs de conscience. Le temps nécessaire avec un maximum de trois jours.

15. Verblijf van de werknemer "dienstweigeraar" in een administratieve gezondheidsdienst of in één van de hospitalen aangeduid door de Koning, overeenkomstig de wetgeving betreffende het statuut van "dienstweigeraar". De nodige tijd met een maximum van drie dagen.

16. Participation à une réunion d'un conseil de famille convoqué par le juge de paix. Le temps nécessaire avec un maximum d'un jour.

16. Bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. De nodige tijd met een maximum van één dag.

17. Participation à un jury ou convocation comme témoin devant les tribunaux ou comparution personnelle ordonnée par la juridiction du travail. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

17. Deelneming aan een jury of oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

18. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal de dépouillement, lors des élections législatives, provinciales ou communales. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

18. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- of gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

19. Exercice des fonctions d'assesseur d'un bureau principal ou d'un bureau unique de vote, lors des élections législatives, provinciales ou communales. Le temps nécessaire.

19. Uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- of gemeenteraadsverkiezingen. De nodige tijd.

20. Exercice des fonctions d'assesseur d'un des bureaux principaux lors de l'élection du Parlement européen. Le temps nécessaire avec un maximum de cinq jours.

20. Uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus voor stemopneming bij de verkiezing van het Europees Parlement. De nodige tijd met een maximum van vijf dagen.

21. Accueil d'un enfant dans la famille du travailleur dans le cadre d'une adoption. Trois jours à charge de l'employeur dans le cadre de la législation en matière de congé d'adoption.

21. Onthaal van een kind in het gezin van de werknemer in het kader van een adoptie. Drie dagen ten laste van de werkgever in het kader van de wetgeving inzake adoptie.

22. Examen de capacité professionnelle pour les épreuves de Lauréat ou Doyen du Travail, manifestations officielles de remise de telles distinctions au travailleur. Un jour.

22. Examen voor beroeps bekwaamheid voor de proeven van Laureaat van de Arbeid of Deken van de Arbeid, officiële manifestaties ter gelegenheid van de uitreiking van dergelijke onderscheidingen aan de werknemer. Een dag.

Voor de toepassing van de nummers 2, 4, 5, 6, 7 en 13 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.

De wees, die familiehoofd is, wordt met de vader gelijkgesteld voor de toepassing van de bovenstaande gevallen.

Voor de toepassing van de bepalingen van dit artikel, zullen slechts de dagen van gewone activiteit als afwezigheidsdagen worden beschouwd.

Voor de afwezigheden ten gevolge van overlijden, zullen alleen de dagen waarop gewoonlijk wordt gewerkt aanleiding geven tot loonbetaling.

Vanaf 1 januari 1998, worden de samenwonenden gelijkgesteld met wettelijk gehuwden voor de toepassing van klein verlet voorzien in dit artikel. Op het ogenblik van de aanvraag tot afwezigheid, zullen de betrokken arbeiders en arbeidsters een officieel document aan de werkgever voorleggen, dat hun staat van samenwonenden bevestigt.".

Art. 4.Artikel 32 van de collectieve arbeidsovereenkomst "Arbeids- en loonvoorwaarden" van 9 november 2021 (168439/CO/136) wordt vervangen door het volgende : "

Art. 32.Het hoofdstuk II, met uitzondering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 4 en artikel 5, is niet toepasselijk op de ondernemingen van behangpapier en de hoofdstukken II (met uitzondering van artikel 2, §§ 2 en 3, artikel 4 en artikel 5), V en VIII zijn niet toepasselijk op de ondernemingen van papieren hulzen.".

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en heeft dezelfde geldigheidsduur, dezelfde opzeggingsmodaliteiten en termijnen als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt.

Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de leden goedgekeurde en door de voorzitter en de secretaris ondertekende, notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 oktober 2022.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota's (1) Koninklijk besluit van 30 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 09/08/2021 numac 2021032234 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2020 houdende vaststelling, voor het dienstjaar 2021, van het globaal budget van het Rijk, zoals bedoeld in artikel 95 van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, voor de financiering van de werkingskosten van de ziekenhuizen type koninklijk besluit prom. 30/07/2021 pub. 27/08/2021 numac 2021042802 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 31 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten : Artikel 1, § 1.De maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de periode 2021-2022 wordt op 0,4 pct. vastgelegd. (2) Gezien de verschillende interpretaties gegeven aan het begrip "individueel loon", komen de partijen overeen dat, vanaf de jaarlijkse premie betaalbaar in december 1997, de enige te weerhouden interpretatie is "het loon plus de ploegenpremie" (het betreft de gemiddelde ploegenpremie voor diegene die in drie of meer afwisselende ploegen werken).(3) De arbeiders en arbeidsters, aangeworven met één of meerdere contracten van bepaalde duur tijdens de referentieperiode en die in het totaal een anciënniteit bereiken gelijk aan of hoger dan drie maanden, hebben recht op een eindejaarspremie naar rato van hun prestaties.Het voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarde wordt beoordeeld op 15 december. (4) Gespreid of in één keer op te nemen.(5) Wat de aanrekening op het gewaarborgd loon betreft : aangezien de sector vóór de wijziging van de wetgeving inzake klein verlet (koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof) 5 dagen klein verlet voorzag, zal de aanrekening op het gewaarborgd loon pas vanaf de 6de dag klein verlet gebeuren indien alle andere voorwaarden inzake aanrekening op het gewaarborgd loon vervuld zijn.(6) Gespreid of in één keer op te nemen.(7) Gespreid of in één keer op te nemen. (8) Wat de aanrekening op het gewaarborgd loon betreft: aangezien de sector vóór de wijziging van de wetgeving inzake klein verlet (koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van werknemers voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten, gewijzigd bij de wet van 27 juni 2021 tot uitbreiding van het rouwverlof bij het overlijden van een partner of een kind en tot het flexibiliseren van de opname van het rouwverlof) 5 dagen klein verlet voorzag, zal de aanrekening op het gewaarborgd loon pas vanaf de 6de dag klein verlet gebeuren indien alle andere voorwaarden inzake aanrekening op het gewaarborgd loon vervuld zijn.

^