14 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie die worden toegewezen als secretaris aan de leden van de directieraad

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op de artikelen 71 en 73;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 22 oktober 1997;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 mei 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 oktober 2000;

Gelet op het protocol van 8 februari 2001 van het Sectorcomité VIII;

Gelet op het advies 31.950/2/V van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De leden van de Directieraad van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, hierna te noemen "het Instituut", duiden hun secretaris(esse) aan onder de ambtenaren van het Instituut die in actieve dienst zijn en bekleed zijn met de graad van adjunct-correspondent of van correspondent.

Deze aanduiding gebeurt op basis van een vergelijking van de aanspraken en verdiensten van de gegadigden.

De ambtenaar die als secretaris(esse) wordt aangewezen blijft titularis van zijn (haar) ambt.

Art. 2.Een dagelijkse toelage wordt toegekend aan de ambtenaar van het Instituut die overeenkomstig artikel 1 aangeduid is voor het uitoefenen van de functie van secretaris(esse).

In geval van afwezigheid, om welke reden ook, van een overeenkomstig artikel 1 aangeduide ambtenaar, kan het betrokken lid van de Directieraad overgaan tot de aanduiding van een ambtenaar, eveneens bekleed met de graad van adjunct-correspondent of van correspondent, in vervanging van het afwezige personeelslid.

Voor iedere volledige werkdag vervanging, wordt de dagelijkse toelage toegekend aan het vervangende personeelslid.

Art. 3.§ 1. Het bedrag van de in artikel 1 bedoelde dagelijkse toelage is vastgesteld op 384 BEF of 9,53 EUR. § 2. De toelage is gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 en is onderworpen aan de mobiliteitsregeling die geldt voor de wedden van het rijkspersoneel. § 3. De toelage wordt maandelijks samen met de wedde vereffend, zonder nochtans meer te mogen bedragen dan 8 064 BEF of 200,13 EUR. per maand.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS