gepubliceerd op 24 maart 2006
Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie voor het jaar 2006 aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de kosten voor het samenstellen van huurwaarborgen ten gunste van personen die ze niet kunnen betalen
14 MAART 2006. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een subsidie voor het jaar 2006 aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor de kosten voor het samenstellen van huurwaarborgen ten gunste van personen die ze niet kunnen betalen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op artikel 2.44.4;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op artikelen 55 tot 58;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op artikel 22;
Overwegende dat het vinden van een woning een fundamenteel minimumrecht is, dat iedere persoon moet worden gewaarborgd om hem in staat te stellen een leven te kunnen leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid;
Overwegende dat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn tot taak hebben personen en gezinnen de meest passende maatschappelijke dienstverlening te verstrekken, bijvoorbeeld onder de vorm van een tegemoetkoming in de huurwaarborg;
Overwegende dat voormelde opdracht van maatschappelijke dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn moet worden aangemoedigd door middel van een financiële ondersteuning;
Overwegende dat deze financiële ondersteuning ingevoerd voor het begrotingsjaar 2005, vervolgd moet worden ten gunste van de O.C.M.W.'s.
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 februari 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een subsidie van vierhonderdtweeënnegentigduizend zeshonderd vijfenzeventig euro (492.675 EUR) wordt toegekend aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, volgens de verdeelsleutel bepaald in artikel 5.
Deze subsidie wordt aangerekend op het krediet ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting van het jaar 2006, sectie 44, organisatieafdeling 55, basisallocatie 11.4343.
Art. 2.Deze subsidie moet de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aanmoedigen om tegemoet te komen door een beslissing tot toekenning van maatschappelijke dienstverlening door het samenstellen van huurwaarborgen ten gunste van personen die ze niet kunnen betalen.
Art. 3.Deze subsidie geldt als forfaitaire tegemoetkoming in de kosten voor maatschappelijke dienstverlening verstrekt hetzij onder elke wettelijke vorm van huurwaarborg door toedoen van het O.C.M.W., hetzij door het rechtstreeks voorschieten door het O.C.M.W. van het bedrag van de huurwaarborg aan de persoon.
De toekenning van de subsidie wordt afhankelijk gesteld van het feit dat het O.C.M.W., rekening houdend met de draagkracht van de geholpen persoon, de modaliteiten van een terugbetalingsplan voor het bedrag van de toegekende huurwaarborg vastlegt.
Art. 4.Onverminderd artikel 5, bedraagt de tegemoetkoming vijfentwintig euro per huurcontract waarvoor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beslist maatschappelijke dienstverlening te verstrekken door een tegemoetkoming in de huurwaarborg.
Art. 5.De subsidie wordt onder de openbare centra voor maatschappelijk welzijn verdeeld naar rato van één huurwaarborg per schijf van vier begunstigden van het recht op matschappelijke integratie, op basis van het aantal begunstigden ten laste van het O.C.M.W. op 1 januari 2005.
De verdeling per centrum is bij dit besluit gevoegd.
Art. 6.Met het oog op de betaling van de subsidie dient het centrum vóór 1 maart 2007 bij de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie een samenvattende en nominatieve lijst in van het aantal huurwaarborgen toegekend voor het jaar 2006.
Deze lijst wordt ondertekend door hetzij de voorzitter en de secretaris, hetzij door de ontvanger, hetzij door een ander personeelslid door het centrum met dit doel aangeduid.
Deze lijst vermeldt het bedrag waarvan het centrum de terugbetaling vraagt en eindigt met de woorden « Ik bevestig op mijn heer dat deze verklaring oprecht en volledig is ».
Met het oog op de controle van het gebruik van de subsidies worden alle bewijsstukken bewaard bij het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn.
Art. 7.De periode gedekt door de subsidie waarin dit besluit voorziet loopt van 1 januari 2006 tot 31 december 2006.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 9.Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 maart 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT