Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 januari 2005
gepubliceerd op 09 maart 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot toekenning van bijkomende opdrachten aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011057
pub.
09/03/2005
prom.
14/01/2005
ELI
eli/besluit/2005/01/14/2005011057/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot toekenning van bijkomende opdrachten aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, inzonderheid op artikel 14, derde lid, vervangen bij de wet van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot toekenning van bijkomende opdrachten aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten;

Gelet op het advies 37.758/1 van de Raad van State, gegeven op 25 november 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 maart 2003 tot toekenning van bijkomende opdrachten aan de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 3° worden de woorden « de producenten van elektrisch materieel en gastoestellen » vervangen door de woorden « de verenigingen van producenten van elektrisch materieel »;2° er worden een 4° en een 5° ingevoegd, luidende: « 4° de organisatie van het overleg tussen de verenigingen van producenten van gastoestellen, de controle-instellingen, de gebruikersorganisaties en de overheid;5° de organisatie van het overleg tussen de producenten van speeltoestellen, de uitbaters van speelterreinen, de keuringsorganismen, de gebruikersorganisaties en de overheid.»;

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.Voor elke opdracht bedoeld in artikel 1, 1° en 2° richt de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten een specifieke werkgroep op waarin de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, gebruikersorganisaties, experts en overheden zitting houden.

Voor de opdracht bedoeld in artikel 1, 3°, richt de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten een subcommissie « elektrisch materieel » op waarin de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, gebruikersorganisaties en de overheden zitting houden, aangevuld met experts die de keuringsorganismen vertegenwoordigen.

Voor de opdracht bedoeld in artikel 1, 4° richt de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten een subcommissie « gastoestellen » op waarin de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, gebruikersorganisaties en de overheden zitting houden, aangevuld met experts die de keuringsorganismen vertegenwoordigen.

Voor de opdracht bedoeld in artikel 1, 5°, richt de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten een specifieke werkgroep op waarin de vertegenwoordigers van de betrokken sectoren, gebruikersorganisaties, keuringsorganismen, experts, en overheden zetelen. »

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid Consumentenzaken behoren is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 januari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, belast met Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^