gepubliceerd op 12 augustus 2011
Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterijen met biljetten, respectievelijk « Quick Cash 2 euro » en « Quick Cash 5 euro » genaamd
14 APRIL 2011. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterijen met biljetten, respectievelijk « Quick Cash 2 euro » en « Quick Cash 5 euro » genaamd
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/04/2002 pub. 04/05/2002 numac 2002014105 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Wet tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij sluiten tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2007 pub. 05/03/2007 numac 2006003607 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Quick Cash », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij sluiten tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Quick Cash », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij;
Gelet op het advies 49.410/2 van de Raad van State, gegeven op 6 april 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de « Quick Cash 2 euro »
Artikel 1.Dit hoofdstuk is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Quick Cash 2 euro ». « Quick Cash 2 euro » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld, in functie van de noden van de verkoop, hetzij op 650 000, hetzij op veelvouden van 650 000.
De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 2 euro.
Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.
Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 650 000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 135 008, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :
Nombre de lots Aantal loten
Montant des lots (euro) Bedrag van de loten (euro)
Montant total des lots (euro) Totale bedrag van de loten (euro)
1 chance de gain sur 1 winstkans op
1
20.000
20.000
650 000
2
2.000
4.000
325 000
5
200
1.000
130 000
25 000
20
500.000
26
22 500
4
90.000
28,89
87 500
2
175.000
7,43
TOTAL TOTAAL 135 008
TOTAL TOTAAL790.000
TOTAL TOTAAL 4,81
Art. 4.Op de voorkant van de biljetten worden er twee duidelijk afgebakende speelzones afgebeeld die bedekt zijn met een door de deelnemer af te krassen ondoorzichtige deklaag, die voorzien kan zijn van een grafisch element, een tekening of een beeld met een louter illustratief karakter.
De eerste speelzone wordt « UW CIJFERS - VOS CHIFFRES-IHRE ZIFFERN » genoemd.
De tweede speelzone wordt « WINNEND CIJFER - CHIFFRE GAGNANT - GEWINNZIFFER » genoemd.
Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de speelzone bedoeld in het tweede lid bedekt, verschijnen drie duidelijk afgebakende en onderscheiden vakken waarin, in Arabische cijfers, een cijfer gedrukt staat dat verschilt van vak tot vak en gekozen is uit een reeks cijfers gaande van 1 tot 9, zodanig dat een cijfer uit één vak nooit voorkomt in de twee andere vakken. In elk vak staat tevens in Arabische cijfers een lotenbedrag gedrukt dat van vak tot vak verschilt en geselecteerd werd uit de lotenbedragen vermeld in artikel 3.
Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de speelzone bedoeld in het derde lid bedekt, verschijnt er in een duidelijk afgebakend en onderscheiden vak een cijfer, in Arabische cijfers, geselecteerd uit de reeks gaande van 1 tot 9.
Art. 5.Een winnend biljet is een biljet waarvan het cijfer dat wordt vermeld in het vakje bedoeld in artikel 4, vijfde lid, eveneens voorkomt in één van de drie vakjes bedoeld in artikel 4, vierde lid.
In dat geval kent het biljet het lotenbedrag toe dat vermeld staat in het vakje waarop deze overeenstemming betrekking heeft.
Een winnend biljet wijst altijd slechts één enkel lot toe. Elk biljet dat de in het eerste lid bedoelde overeenstemming niet te zien geeft, is altijd niet-winnend. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de « Quick Cash 5 euro »
Art. 6.Dit hoofdstuk is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Quick Cash 5 euro ». « Quick Cash 5 euro » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 7.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld, in functie van de noden van de verkoop, hetzij op 650.000, hetzij op veelvouden van 650.000.
De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 5 euro.
Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.
Art. 8.Voor iedere hoeveelheid van 650.000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 175.008, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :
Nombre de lots Aantal loten
Montant des lots (euro) Bedrag van de loten (euro)
Montant total des lots (euro) Totale bedrag van de loten (euro)
1 chance de gain sur 1 winstkans op
1
50.000
50.000
650 000
2
5.000
10.000
325 000
5
500
2.500
130 000
25 000
50
1.250.000
26
22 500
10
225.000
28,89
127 500
5
637.500
5,10
TOTAL TOTAAL175 008
TOTAL TOTAAL 2.175.000
TOTAL TOTAAL 3,71
Art. 9.Op de voorkant van de biljetten worden er twee duidelijk afgebakende speelzones afgebeeld die bedekt zijn met een door de deelnemer af te krassen ondoorzichtige deklaag, die voorzien kan zijn van een grafisch element, een tekening of een beeld met een louter illustratief karakter.
De eerste speelzone wordt « UW CIJFERS-VOS CHIFFRES-IHRE ZIFFERN » genoemd.
De tweede speelzone wordt « WINNENDE CIJFERS- CHIFFRES GAGNANTS-GEWINNZIFFERN » genoemd.
Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de speelzone bedoeld in het tweede lid bedekt, verschijnen vijf duidelijk afgebakende en onderscheiden vakken waarin, in Arabische cijfers, een cijfer gedrukt staat dat verschilt van vak tot vak en gekozen is uit een reeks cijfers gaande van 1 tot 9, zodanig dat een cijfer uit één vak nooit voorkomt in de vier andere vakken. In elk vak staat tevens in Arabische cijfers een lotenbedrag gedrukt dat van vak tot vak verschilt en geselecteerd werd uit de lotenbedragen vermeld in artikel 8.
Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag die de speelzone bedoeld in het derde lid bedekt, verschijnen er twee duidelijk afgebakende en onderscheiden vakken waarin, in Arabische cijfers, een cijfer gedrukt staat dat verschilt van vak tot vak en gekozen is uit een reeks cijfers gaande van 1 tot 9, zodanig dat een cijfer uit één vak nooit voorkomt in het andere vak.
Art. 10.Een winnend biljet is een biljet waarvan één van de cijfers die worden vermeld in de vakjes bedoeld in artikel 9, vijfde lid, eveneens voorkomt in één van de vijf vakjes bedoeld in artikel 9, vierde lid. In dat geval kent het biljet het lotenbedrag toe dat vermeld staat in het vakje waarop deze overeenstemming betrekking heeft.
Een winnend biljet wijst altijd slechts één enkel lot toe. Elk biljet dat de in het eerste lid bedoelde overeenstemming niet te zien geeft, is altijd niet-winnend. HOOFDSTUK III. - Bepalingen gemeen aan de « Quick Cash »-biljetten aan 2 en 5 euro
Art. 11.Dit hoofdstuk is van toepassing op de twee door dit besluit bedoelde loterijen met biljetten.
Art. 12.Op de voor- en/of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer van de biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes. Op de voor- en/of de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe zij behoren.
Art. 13.Onder de ondoorzichtige deklaag van de speelzones bedoeld in artikel 4, eerste lid, en artikel 9, eerste lid, kunnen controlevermeldingen staan waarvan de aard en de grafische vorm vastgelegd worden door de Nationale Loterij. Wanneer hiervoor gebruik wordt gemaakt van cijfers, zullen deze in een kleiner formaat afgedrukt staan dan de cijfers die betrekking hebben op het bedrag van het eventueel toegekende lot. Deze vermeldingen kennen geen enkel lot toe.
Alleen de Nationale Loterij heeft het recht om, ter controle, de in het eerste lid, en in artikel 12, eerste lid, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.
Art. 14.Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten zonder trekking uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.
In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er echter een procédé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. Met kleine lotenbedragen worden loten bedoeld waarvan het bedrag per lot niet hoger mag zijn dan 50 euro. De som van de kleine lotenbedragen die toegekend worden aan de biljetten die tot eenzelfde in cellofaan verpakt pakje behoren, stemt overeen met een door de Nationale Loterij vastgesteld bedrag, dat niet minder kan bedragen dan 20 euro.
Art. 15.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten, tot en met de laatste dag van een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, onder de volgende voorwaarden : 1° onder voorbehoud van de bepalingen van het tweede lid zijn de loten betaalbaar in de fysieke verkooppunten waarmee de Nationale Loterij een overeenkomst heeft gesloten waarin zij worden erkend als officiële verkopers van de spelen van de Nationale Loterij, en dit gedurende een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren;2° de loten zijn betaalbaar gedurende een termijn van tien extra maanden bovenop de in 1° bedoelde termijn, uitsluitend ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.De gegevens van die regionale kantoren staan op de website van de Nationale Loterij.
De loten van 20.000 en 50.000 euro zijn uitsluitend betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij of, indien zij dit opportuun acht, in haar regionale kantoren.
Art. 16.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten door de Nationale Loterij bekendgemaakt met alle door haar nuttig geachte middelen.
Art. 17.De loten die niet binnen de in artikel 15 vastgelegde termijn van twaalf maanden worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 18.Onder voorbehoud van rechterlijk beroep moeten klachten over de loten, op straffe van verval, binnen de in artikel 15 bedoelde termijn van twaalf maanden worden ingediend. Ze dienen via en per post aangetekende zending aan de Nationale Loterij te worden gericht of in ruil voor een ontvangstbewijs bij de Nationale Loterij te worden afgegeven.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van dat biljet moet de deelnemer zijn naam, voornaam en adres vermelden. Wanneer een biljet, dat het voorwerp uitmaakt van een klacht, door de klager zelf wordt afgegeven ten zetel van de Nationale Loterij of bij een van haar Regionale Kantoren, ontvangt de klager een bewijs van afgifte.
Art. 19.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 20.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als dat noodzakelijk is voor de door de Nationale Loterij vastgelegde betalingswijze van de loten;3° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;4° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;5° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.
Art. 21.Onder voorbehoud van rechterlijk beroep wordt geen enkel bezwaar aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.
Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
Art. 22.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de deelnemers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.
Art. 23.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de deelnemers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling
Art. 24.Het koninklijk besluit van 26 januari 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/2007 pub. 05/03/2007 numac 2006003607 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Quick Cash », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij sluiten tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Quick Cash », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 februari 2009 en 30 juli 2010, wordt opgeheven. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepaling
Art. 25.De in overeenstemming met het koninklijk besluit, bedoeld in artikel 24, uitgegeven biljetten mogen verkocht worden tot en met 28 november 2011 en blijven onderworpen aan de regels opgenomen in dat besluit. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen
Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 16 augustus 2011.
Art. 27.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 april 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS