gepubliceerd op 19 april 2010
Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Max & Minou », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
14 APRIL 2010. - Koninklijk besluit tot bepaling van de uitgiftevoorschriften van de loterij met biljetten, genaamd « Max & Minou », een door de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterij
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de Nationale Loterij, artikel 3, § 1, eerste lid, en artikel 6, § 1, 1°, gewijzigd bij de Programmawet I van 24 december 2002;
Gelet op het advies 47.830/2 van de Raad van State, gegeven op 3 maart 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de evolutie van het gedrag van het publiek de Nationale Loterij heeft doen constateren dat de aantrekkingskracht van de vormen van de door haar georganiseerde openbare loterijen, inzonderheid met biljetten, sneller afneemt dan vroeger, waardoor de levensduur van dergelijke vormen van loterijen sterker wordt verkort;
Overwegende dat een dergelijke verminderde aantrekkingskracht een versnelde vernieuwing van de genoemde vormen van loterijen onontbeerlijk maakt teneinde aan de verwachtingen van de spelers te kunnen beantwoorden;
Overwegende dat een versneld aanbod van nieuwe vormen van loterijen met biljetten deel uitmaakt van de opdracht van de Nationale Loterij, in haar hoedanigheid van sociaal verantwoordelijke en professionele aanbieder van speelplezier, om het gedrag van de spelers te kanaliseren in de richting van spelen waarvan het verslavingsrisico gering is;
Overwegende dat deze kanalisatieopdracht tot het takenpakket behoort waarmee de Belgische Staat de Nationale Loterij heeft belast, krachtens het beheerscontract dat tussen beide partijen werd gesloten; dat, in overeenstemming met dit beheerscontract, deze kanalisatieopdracht betekent dat er speelplezier wordt verschaft aan een breed publiek waaraan recreatieve spelen moeten worden aangeboden;
Overwegende dat de Nationale Loterij absoluut zeer dringend de vereiste maatregelen moet treffen om deze sociale doelstelling na te komen;
Overwegende dat één van bovengenoemde maatregelen erin bestaat, de vorm van loterij op de markt te brengen die door dit besluit wordt bekrachtigd;
Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, genaamd « Max & Minou ». « Max & Minou » is een loterij met biljetten waarvan de loten uitsluitend zonder enige trekking worden toegewezen door de vermelding op het biljet zelf, volgens een door het toeval bepaalde verdeling, dat een lot al of niet wordt gewonnen. De vermelding in kwestie zit verborgen onder een af te krassen ondoorzichtige deklaag.
Art. 2.Het aantal biljetten van elke uitgifte wordt door de Nationale Loterij vastgesteld hetzij op 600 000, hetzij op veelvouden van 600 000.
De verkoopprijs van een biljet is vastgelegd op 2,50 euro.
Art. 3.Voor iedere hoeveelheid van 600.000 uitgegeven biljetten wordt het aantal loten vastgesteld op 149.828, die worden verdeeld volgens onderstaande tabel :
Aantal loten Nombre de lots
Bedrag van de loten - Montant des lots
Totale bedrag van de loten Montant total des lots
1 winstkans op - 1 chance de gain sur
1
50.000 EUR
50.000 EUR
60 0000
2
10.000 EUR
20.000 EUR
30 0000
125
250 EUR
31.250 EUR
4 800
1 200
40 EUR
48.000 EUR
500
7 500
20 EUR
150.000 EUR
80
12 000
10 EUR
120.000 EUR
50
68 000
5 EUR
340.000 EUR
8,82
61 000
2.50 EUR
152.500 EUR
9,84
Totaal : Total : 149 828
Totaal : Total : 911.750 EUR
Totaal : Total : 4
Art. 4.§ 1. Op de voorkant van de biljetten staat één speelzone die bedekt is met een ondoorzichtige deklaag, waarop een rooster van negen vakken staat afgedrukt, geschikt in drie horizontale en drie verticale lijnen. Elke lijn bevat drie vakken, net als de twee diagonale lijnen.
Op de in het eerste lid bedoelde ondoorzichtige deklaag kunnen eveneens een of meerdere figuren, afbeeldingen, grafische elementen of het even welk ander teken dat door de Nationale Loterij nuttig wordt geacht, afgedrukt staan.
In de marge van elke rij, elke kolom of elke diagonaal van het in het eerste lid bedoelde rooster staat een pijl afgebeeld die deze aanduidt en waarop duidelijk zichtbaar in Arabische cijfers een lotenbedrag, gekozen uit deze bedoeld in artikel 3, staat afgedrukt. § 2. Na het afkrassen van de ondoorzichtige deklaag, bedoeld in § 1, eerste lid, verschijnt een rooster van negen vakken, geschikt in drie horizontale lijnen, « rijen » genoemd, en drie verticale lijnen, « kolommen » genoemd. Elke lijn bevat drie vakken, net als de twee diagonale lijnen, « diagonalen » genoemd.
In elk van de negen in het eerste lid bedoelde vakken staat een symbool afgedrukt dat een voorwerp voorstelt waarvan de aard variabel is. § 3. Het biljet waarvan drie vakken, die hetzij een rij vormen, hetzij een kolom vormen, hetzij een diagonaal vormen, elk een symbool bevatten dat een identiek voorwerp voorstelt, is winnend. In voorkomend geval stemt het toegekende lotenbedrag overeen met het bedrag dat vermeld staat op de pijl die de betrokken rij, kolom, of diagonaal aanduidt.
Het rooster van een winnend biljet bevat nooit anders dan één enkele winnende rij, kolom of diagonaal.
Elk biljet dat niet één van de drie gevallen, zoals bedoeld in het eerste lid, voorstelt, is steeds niet-winnend.
Art. 5.Op de voor- of op de achterkant van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratieve beheer van deze biljetten : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers, bedekt met een ondoorzichtige deklaag;3° twee zichtbare streepjescodes.
Art. 6.Onder de in artikel 4, § 1, eerste lid, bedoelde ondoorzichtige deklagen kunnen controlevermeldingen staan in elke door de Nationale Loterij nuttig geachte vorm.
De Nationale Loterij heeft als enige het recht om ter controle de in artikel 4, § 1, eerste lid, en in artikel 5, 2°, bedoelde ondoorzichtige deklagen van de onverkochte biljetten af te krassen.
Art. 7.§ 1. Teneinde te waarborgen dat de toewijzing van de loten uitsluitend wordt bepaald door het toeval, wordt elke vorm van stelselmatigheid vermeden bij het drukken van de vermeldingen die op deze loten betrekking hebben, en mogen de biljetten uiterlijk geen enkel verschil vertonen waarmee om het even welk element kan worden onthuld.
In afwijking van de bepalingen van het eerste lid kan er een procédé worden bepaald om te garanderen dat de biljetten waarmee kleine lotenbedragen worden toegewezen, evenwichtig worden verdeeld over alle gedrukte biljetten. Met kleine lotenbedragen worden loten bedoeld waarvan het bedrag per lot niet hoger mag zijn dan 20 euro. De som van de kleine lotenbedragen die toegekend worden aan de biljetten die tot eenzelfde in cellofaan verpakt pakje behoren, stemt overeen met een door de Nationale Loterij vastgesteld bedrag, dat niet minder kan bedragen dan 25 euro. § 2. Op de voor- of op de achterkant van de biljetten worden er cijfers en/of letters vermeld ter identificatie van de uitgifte waartoe deze biljetten behoren. Het aantal uitgiften wordt vastgelegd door de Nationale Loterij.
Art. 8.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan de houder tegen afgifte van de winnende biljetten, tot en met de laatste dag van een termijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren, onder de volgende voorwaarden : 1° onder voorbehoud van de bepalingen van het tweede lid zijn de loten betaalbaar in de fysieke verkooppunten van de Nationale Loterij gedurende een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren.Met de genoemde fysieke verkooppunten heeft de Nationale Loterij een overeenkomst gesloten waarin zij worden erkend als officiële verkopers van de spelen van de Nationale Loterij; 2° de loten zijn betaalbaar gedurende een termijn van tien extra maanden bovenop de in 1° bedoelde termijn, uitsluitend ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.De gegevens van die regionale kantoren staan op de website van de Nationale Loterij of kunnen bij haar worden verkregen.
De loten van 50.000 euro en 10.000 euro zijn uitsluitend betaalbaar ten zetel van de Nationale Loterij of in haar regionale kantoren.
Art. 9.Voor elke biljettenuitgifte worden de afsluitingsdatum van de verkoop en de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetaling van de loten bekendgemaakt door de Nationale Loterij met alle door haar nuttig geachte middelen.
Art. 10.De loten die niet binnen de in artikel 8, eerste lid, vastgelegde termijn worden opgeëist, verblijven aan de Nationale Loterij.
Art. 11.Onder voorbehoud van het aantekenen van gerechtelijk beroep, moeten klachten over de uitbetaling van de loten, op straffe van verval, binnen de in artikel 8, eerste lid, bedoelde termijn van twaalf maanden worden ingediend. Ze moeten per aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht.
Elke klacht moet vergezeld gaan van het betrokken biljet. Op de keerzijde van dat biljet moet de speler zijn naam, voornaam en adres vermelden. Wanneer een biljet, dat het voorwerp uitmaakt van een klacht, door de reclamant zelf wordt afgegeven ten zetel van de Nationale Loterij of in een regionaal kantoor van de Nationale Loterij, dan wordt er ten gunste van die reclamant een bewijs van afgifte opgesteld.
Art. 12.Het is minderjarigen verboden deel te nemen.
Art. 13.De Nationale Loterij erkent slechts één eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt evenwel geëist : 1° als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is.In dat geval wordt het biljet door de Nationale Loterij ingehouden totdat ze een beslissing heeft genomen, en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte; 2° als het vermoeden bestaat dat de houder van het biljet minderjarig is;3° als het vermoeden bestaat dat de houder het biljet op onrechtmatige wijze heeft verworven;4° als om het even welke wettelijke bepaling daarin voorziet.
Art. 14.Onder voorbehoud van rechterlijk beroep wordt geen enkel bezwaar aanvaard bij diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een ten gunste van de houder opgesteld bewijs van afgifte.
Elk bedrog dat wordt gepleegd om een lot uitgekeerd te krijgen, in het bijzonder elke valsheid in geschrifte of elk gebruik ervan, geeft aanleiding tot een klacht bij het parket.
Art. 15.De Nationale Loterij en de tussenpersonen van haar distributienet respecteren de anonimiteit van de spelers, behalve wanneer laatstgenoemden daaraan verzaken.
Art. 16.De biljetten kunnen nog de volgende vermeldingen bevatten : 1° uitleg, voorschriften en informatie bestemd voor de spelers;2° reclame ten gunste van de Nationale Loterij en, in ruil voor een financiële of andere compensatie, ten gunste van derden met wie de Nationale Loterij het commercieel opportuun acht om samen te werken teneinde haar activiteiten te promoten.
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op 19 april 2010.
Art. 18.De Minister bevoegd voor de Nationale Loterij is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 14 april 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS