gepubliceerd op 16 april 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen
14 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957 en goedgekeurd door de wet van 2 december 1957;
Gelet op de Richtlijn nr. 76/895/EEG van de Raad van 23 november 1976, betreffende de vaststelling van maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten en fruit, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 80/428/EEG van de Commissie van 28 maart 1980, nr. 81/36/EEG van de Raad van 9 februari 1981, nr. 82/528/EEG van de Raad van 19 juli 1982, nr. 88/298/ EEG van de Raad van 16 mei 1988, nr. 89/186/EEG van de Raad van 6 maart 1989, nr. 93/58/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 96/32/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/57/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/82/EG van de Commissie van 22 december 2000, nr. 2002/66/EG van de Commissie van 16 juli 2002, nr. 2002/71/EG van de Commissie van 19 augustus 2002 en nr. 2002/79/EG van de Commissie van 2 oktober 2002;
Gelet op de Richtlijn nr. 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 88/298/EEG van de Raad van 16 mei 1988, nr. 93/57/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/29/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 96/33/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/48/EG van de Commissie van 25 juli 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000, nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000, nr. 2001/39/EG van de Commissie van 23 mei 2001, nr. 2001/48/EG van de Commissie van 28 juni 2001, nr. 2001/57/EG van de Commissie van 25 juli 2001, nr. 2002/23/EG van de Commissie van 26 februari 2002, nr. 2002/42/EG van de Commissie van 17 mei 2002, nr. 2002/66/EG van de Commissie van 16 juli 2002, nr. 2002/71/EG van de Commissie van 19 augustus 2002, nr. 2002/76/EG van de Commissie van 6 september 2002, nr. 2002/79/EG van de Commissie van 2 oktober 2002 en nr. 2002/97/EG van de Commissie van 16 december 2002;
Gelet op de Richtlijn nr. 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/57/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/29/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 96/33/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000, nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000, nr. 2001/39/EG van de Commissie van 23 mei 2001, nr. 2001/57/EG van de Commissie van 25 juli 2001, nr. 2002/23/EG van de Commissie van 26 februari 2002, nr. 2002/42/EG van de Commissie van 17 mei 2002, nr. 2002/66/EG van de Commissie van 16 juli 2002, nr. 2002/71/EG van de Commissie van 19 augustus 2002, nr. 2002/79/EG van de Commissie van 2 oktober 2002 en nr. 2002/97/EG van de Commissie van 16 december 2002;
Gelet op de Richtlijn nr. 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/58/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/30/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/38/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 95/61/EG van de Raad van 29 november 1995, nr. 96/32/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999, nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000, nr. 2000/42/EG van de Commissie van 22 juni 2000, nr. 2000/48/EG van de Commissie van 25 juli 2000, nr. 2000/57/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/58/EG van de Commissie van 22 september 2000, nr. 2000/81/EG van de Commissie van 18 december 2000, nr. 2000/82/EG van de Commissie van 20 december 2000, nr. 2001/35/CE van de Commissie van 11 mei 2001, nr. 2001/39/EG van de Commissie van 23 mei 2001, nr. 2001/48/EG van de Commissie van 28 juni 2001, nr. 2001/57/EG van de Commissie van 25 juli 2001, nr. 2002/5/EG van de Commissie van 30 januari 2002, nr. 2002/23/EG van de Commissie van 26 februari 2002, nr. 2002/42/EG van de Commissie van 17 mei 2002, nr. 2002/66/EG van de Commissie van 16 juli 2002, nr. 2002/71/EG van de Commissie van 19 augustus 2002, nr. 2002/76/EG van de Commissie van 6 september 2002, nr. 2002/79/EG van de Commissie van 2 oktober 2002, nr. 2002/97/EG van de Commissie van 16 december 2002 en nr. 2002/100/EG van de Commissie van 20 december 2002;
Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 5, § 1, 3°, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999 en bij het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen;
Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989 en van 9 februari 1994;
Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 juni 2000, van 3 september 2000, van 23 januari 2001, 5 april 2001, 4 juli 2001, 26 oktober 2001, 4 februari 2002, 14 april 2002 en 17 februari 2003;
Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale autoriteit van 31 maart 2003;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de noodzaak om onverwijld zekere maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen vast te stellen, voortvloeit uit de verplichting zich binnen de voorgeschreven termijnen te schikken naar de Richtlijnen 2002/97/EG en 2002/100/EG;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 3 worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen 2,4-D, TRIASULFURON et AZOXYSTROBIN vervangen door de bepalingen in bijlage I bij dit besluit;2° punt 3 wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel THIFENSULFURON METHYL in bijlage I bij dit besluit; 3° in punt 3 wordt voor ETHEFON, het maximale gehalte aan residuen « ananassen 0.5 » door het maximale gehalte aan residuen « ananassen 2 » vervangen; 4° in punt 3 wordt voor LINDAAN tussen de maximale gehalten aan residuen « hop 0*(0.05) » en « overige 0*(0.01) » het maximale gehalte aan residuen « cacaobonen 1 » ingevoegd; 5° in punt 3, in de Franstalige versie, wordt voor het bestrijdingsmiddel AMITRAZ het maximale gehalte aan residuen « thé 0*(0.01) » door het maximale gehalte aan residuen « thé 0*(0.1) » vervangen; 6° in punt 3, in de Nederlandstalige versie, wordt voor het bestrijdingsmiddel LAMBDA-CYHALOTHRIN het maximale gehalte aan residuen « cucurbitaceae met eetbare schil 0.05 » door het maximale gehalte aan residuen « cucurbitaceae met eetbare schil 0.1 » vervangen; 7° punt 4.B wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingsmiddel 2,4-D in bijlage II bij dit besluit.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen ETHEFON, AMITRAZ, AZOXYSTROBIN LAMBDA-CYHALOTHRIN en LINDAAN en op 30 juni 2003 voor de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen 2,4-D, TRIASULFURON et THIFENSULFURON METHYL. Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 14 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER Bijlage I Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 14 april 2003 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER