gepubliceerd op 22 september 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden en van het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden
13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden en van het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 35 en 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;
Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 11 mei 1999 bekendgemaakte bericht;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het in het kader van de vrijwaring van de rechten van de vakverenigingen en met het oog op de duidelijkheid inzake de rechtspositie van de representatieve werknemersorganisaties dringend noodzakelijk is om de structuur van de paritaire organen aan te passen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden wordt aangevuld met het volgende lid : « Het Aanvullend Paritair Comité voor de werklieden is niet bevoegd voor de werknemers tewerkgesteld door de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1 en 2 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. »
Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 4 november 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden wordt aangevuld met het volgende lid : « Het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden is niet bevoegd voor de werknemers tewerkgesteld door de representatieve werknemersorganisaties bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1 en 2 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 4 november 1974, Belgisch Staatsblad van 7 december 1974.
Koninklijk besluit van 4 november 1974, Belgisch Staatsblad van 19 december 1974.