Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 januari 1998
gepubliceerd op 12 maart 1998

Koninklijk besluit houdende specificaties van de leesapparatuur voor de sociale identiteitskaart

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022975
pub.
12/03/1998
prom.
13/01/1998
ELI
eli/besluit/1998/01/13/1998022975/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JANUARI 1998. Koninklijk besluit houdende specificaties van de leesapparatuur voor de sociale identiteitskaart


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 4, derde lid;

Gelet op het akkoord van de Minister van Economie en Telecommunicatie, gegeven op 25 november 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, gegeven op 19 december 1997;

Gelet op het feit dat voldaan is aan de formaliteiten voorgeschreven in richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de volgende omstandigheden : - het verplicht gebruik van de sociale identiteitskaart is momenteel voorzien voor 1 juli 1998; - de verdeling van de sociale identiteitskaarten zal in de loop van het eerste semester van 1998 door de verzekeringsinstellingen worden verricht; - van zodra de sociaal verzekerden hun kaart ontvangen hebben, moeten ze de erop voorkomende gegevens kunnen raadplegen en, in voorkomend geval, de gegevens met betrekking tot hun verzekerbaarheid inzake geneeskundige verzorging en uitkeringen kunnen laten actualiseren bij hun verzekeringsinstelling; - de leveranciers van software en hardware hebben ten minste drie maanden nodig om een aangepaste oplossing in overeenstemming met de functionele en technische specificaties te ontwikkelen en op de markt te brengen; - de leveranciers moeten zo vlug mogelijk, op een definitieve wijze en langs reglementaire weg, via publicatie in het Belgisch Staatsblad, op de hoogte gebracht worden van de functionele en technische specificaties die de verzekeringsinstellingen, de zorgverleners, de sociale zekerheidsinstellingen en andere bevoegde personen moeten toelaten de sociale identiteitskaart te gebruiken binnen de voorziene termijnen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 oktober 1997 in toepassing van artikel 84, 1ste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, gegeven op 29 januari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : - "koninklijk besluit" : het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels; - "leverancier" : iedere persoon die leesapparatuur fabriceert, rechtstreeks of onrechtstreeks verdeelt, of die instaat voor het onderhoud van het hele of een deel van het leesapparaat dat dient om gegevens uit te lezen of te schrijven op de sociale identiteitskaart.

Art. 2.De leesapparatuur bedoeld in artikel 4, derde lid, van het koninklijk besluit moet voldoen aan de functionele specificaties en aan de in bijlage beschreven normalisatienormen, opdat de sociale identiteitskaarten door de bevoegde personen zouden kunnen worden gebruikt.

Art. 3.De leveranciers die deze leesapparatuur ter beschikking wensen te stellen van de bevoegde personen, kunnen de volgende documentatie bekomen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid : 1° specificaties van het systeem van de sociale identiteitskaart, 2° beschrijving van de commando's nodig voor het lezen en beschrijven van de sociale identiteitskaart, 3° beschrijving van de interface met het toepassingsprogramma en van de server van de Belgische sociale identiteitskaart, 4° proefexemplaren van de sociale identiteitskaart.

Art. 4.De leveranciers die deze leesapparatuur ter beschikking wensen te stellen van de bevoegde personen, dienen op voorhand bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid een referentiedossier in te dienen dat verplichtend, per toestelmodel, de volgende minimale elementen bevat : 1° voorlegging van de bewijzen en van alle nuttige stukken die aantonen dat het apparaat voldoet : - aan het koninklijk besluit van 23 maart 1977 tot vastlegging van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden; - aan het koninklijk besluit van 18 mei 1994 betreffende de elektromagnetische compatibiliteit; - aan het koninklijk besluit van 10 november 1996 betreffende de goedkeuring van eindapparaten voor telecommunicatie; 2° verklaringen van overeenstemming die door de fabrikant worden opgemaakt, enerzijds met betrekking tot de naleving van de ISO-norm 7816-1 tot 4, en anderzijds met betrekking tot de naleving van de technische en functionele specificaties en van de kwaliteits- en performantiecriteria die in bijlage worden vermeld;in voorkomend geval bevat het referentiedossier, wat de technische specificaties en de performantie- en kwaliteitscriteria betreft, alle bewijzen en nuttige stukken die de gelijkwaardigheid ervan aantonen; 3° een gebruikers- en technisch handboek m.b.t. de leesapparatuur.

Het staat de leverancier vrij aan zijn referentiedossier elk ander bewijs van gelijkvormigheid, van kwaliteitswaarborg of van kwaliteitssysteem op dit gebied toe te voegen dat krachtens de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen, alsmede van beproevingslaboratoria, of krachtens een gelijkwaardig systeem wordt afgeleverd.

Art. 5.De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zal een registratienummer toekennen aan elk ingediend referentiedossier, voor zover het de in artikel 4 vermelde stukken omvat.

De leverancier die een referentiedossier indient, verbindt er zich toe op een zichtbare wijze elke geïnstalleerde leesapparatuur van een etiket te voorzien en het door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid toegekend registratienummer op elektronische wijze in te brengen volgens de in bijlage voorziene specificaties.

Art. 6.De leverancier die een referentiedossier heeft ingediend, verbindt zich ertoe dit dossier bij te werken naar mate hij wijzigingen aanbrengt aan het model van de geïnstalleerde leesapparatuur.

De leverancier die een referentiedossier heeft ingediend, verbindt zich ertoe de door hem geïnstalleerde leesapparatuur aan te passen ingeval de functionele specificaties en de normalisatienormen die hem door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid worden meegedeeld, evolueren.

Art. 7.De leverancier die een referentiedossier heeft ingediend, verbindt zich ertoe met alle passende middelen de Kruispuntbank bij te staan, teneinde de oorzaak van eventuele werkingsproblemen of van vervalsing van de sociale identiteitskaarten te kunnen opsporen.

Art. 8.Iedere persoon die gemachtigd is om de sociale identiteitskaart te gebruiken, kan bij de Kruispuntbank de lijst van de referentiedossiers alsook de referentiedossiers van de modellen van leesapparatuur raadplegen zoals die door de leveranciers werden ingediend, met inbegrip van de vermeldingen van gelijkwaardigheid ten opzichte van de technische specificaties, de performantie- of kwaliteitscriteria.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 13 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

Bijlage bij het koninklijk besluit van 13 januari 1998 houdende specificaties van de leesapparatuur voor de sociale identiteitskaart INHOUDSOPGAVE 1.ALGEMEEN 1.1. Inleiding 1.2. Referentiedocumenten 1.2.1. Richtlijnen 1.2.2. Normen 1.2.3. Technische documenten 1.3. Indeling van de terminals 1.4. Overeenstemming met de EG-richtlijnen 2. SPECIFICATIES VAN DE TERMINALS VAN TYPE 1 - TWEEGLEUFSYSTEEM-RANDLEESAPPARATEN (SIS peripheral bi-reader - SIS_PbR) 2.1. Beschrijving 2.2. Specificaties systeem 2.2.1. Interface SIS-kaart 2.2.2. Interface SAM-kaart 2.2.3. Interface host computer 2.2.4. Stroomtoevoer 2.2.5. Omgeving, betrouwbaarheid en performanties 2.2.6. Overige 2.3. Specificaties software 2.3.1. Communicatieprotocol SIS_HP 2.3.2. Opdrachtenprocessor SIS_CP 2.3.3. Convertor IIC 3. SPECIFICATIES VAN DE TERMINALS VAN TYPE 2 - EENGLEUFSYSTEEM-RANDAPPARATTEN die in verbinding kunnen worden GEBRACHT met EEN BESTAANDE LEZER OF TERMINAL (SIS peripheral mono-reader - SIS_PmR) 3.1. Beschrijving 3.2. Specificaties systeem 3.2.1. Interface SIS-kaart 3.2.2. Interface SAM-kaart 3.2.3. Interface host computer 3.2.4. Stroomtoevoer 3.2.5. Omgeving, betrouwbaarheid en performanties 3.2.6. Overige 3.3. Specificaties software 3.3.1. Communicatieprotocol SIS_HP 3.3.2. Opdrachtenprocessor SIS_CP 3.3.3. Convertor IIC 4. SPECIFICATIES VAN DE TERMINALS VAN TYPE 3 AUTONOME TERMINALS - (SIS stand-alone terminal - SIS_SaT) 4.1. Beschrijving 4.2. Specificaties systeem 4.2.1. Interface SIS-kaart 4.2.2. Interface SAM-kaart 4.2.3. Interface host computer 4.2.4. Interface printer 4.2.5. Stroomtoevoer 4.2.6. Omgeving, betrouwbaarheid en performanties 4.2.7. Overige 4.3. Specificaties software 4.3.1. Klantgerichte toepassing 4.3.2. De module Card Server - BNCS 4.3.3. De module Card Terminal Management - CTM-API 4.3.4. Toetsenbord driver 4.3.5. Beeldscherm driver 4.3.6. Printer driver 4.3.7. Communicatieprotocol SIS_HP 4.3.8. Commandoprocessor SIS_CP 4.3.9. Convertor IIC 5. BIJLAGEN A - Specificaties van de interface SIS-kaart B - Specificaties van de interface SAM-kaart C - Activering en desactivering van de contacten in geval van asynchrone kaarten met externe RST D - Specificaties van de verbindingen host computer E - Specificaties van de printers E.1. - Algemeen E.2. - Bijzonder geval van het afdrukken op voorschriften in apotheken F - Specificaties van de toetsenborden G - Specificaties van de beeldschermen H - Specificaties van het communicatieprotocol host - SIS_HP I - Specificaties van de opdrachtenprocessor - SIS_CP J - Omgeving, betrouwbaarheid en performanties 1. ALGEMEEN 1.1. Inleiding Dit document heeft tot doel de functionele specificaties, de kwaliteitscriteria, de performanties en de normalisatienormen waaraan de SIS-terminals moeten voldoen, vast te leggen.

De SIS-terminals moeten de raadpleging en de verwerking van de sociale identiteitskaart SIK - CIS in diverse omgevingen mogelijk maken, zowel op het niveau van de verstrekkers van medische verzorging als op het niveau van de ziekenfondsen en de werkgevers.

Aangezien de SIS-kaart met een microchip is uitgerust zullen de verschillende gebruikers verplichtend over een leesapparaat voor het uitlezen van microchipkaarten moeten beschikken, met het oog op de raadpleging van de SIS-kaart, en eventueel over een bijkomend leesapparaat voor het uitlezen van de professionele SAM- kaart die toegang moet verlenen tot de privé-gegevens van de SIS-kaart. Zonder professionele SAM-kaart kunnen enkel de openbare gegevens van de SIS-kaart worden geraadpleegd.

De SIS-kaart is een geheugenkaart terwijl de SAM-kaart een microprocessorkaart is.

Op termijn zal de evolutie van de SIS-kaart naar een microprocessorkaart of de aanvaarding van allerlei vremde kaarten in overweging moeten worden genomen.

De specificaties zoals ze hierna worden beschreven, omvatten drie grote categorieën van terminals. Voor elkeen van die categoriëen worden de hard- en software op die manier gespecificeerd dat de nodige flexibiliteit wordt geboden, maar wordt tevens naar de meest courante normalisatienormen verwezen.

Voor de apparatuur die door de fabrikanten of hun vertegenwoordigers aan de gebruikers van de SIS-kaarten zal worden aangeboden, zal een `Referentiedossier' moeten worden opgemaakt. De apparatuur zal immers pas na goedkeuring van het bij de Kruispuntbank ingediende dossier en na het verkrijgen van een `Registratienummer' eigen aan de betrokken uitrusting, kunnen worden geïnstalleerd. 1.2. Referentiedocumenten 1.2.1. Richtlijnen - 73/23/EEC (gewijzigd 93/68/EEC) Richtlijn `Laagspanning' - 89/336/EEC (gewijzigd 92/31/EEC en 93/68/EEC) Richtlijn `Elektromagnetische compatibiliteit' 1.2.2. Normen - ISO/IEC 7816-1 Identificatiekaarten - Fysieke kenmerken - ISO/IEC 7816-2 Identificatiekaarten - Afmetingen en plaats van de kontakten - ISO/IEC 7816-3 Identificatiekaarten - Elektronische signalen en transmissieprotocols - ISO/IEC 7816-4 Identificatiekaarten - Intersectorale uitwisselingsopdrachten - EN45014 Algemene criteria voor de overeenkomstigheidsverklaring van leveranciers - EN60950 Veiligheid van apparatuur voor informatietechniek - EN50081-1 Elektromagnetische compatibiliteit - Algemene emissienorm Deel 1 : huishoudelijk, handel en lichte industrie - EN50082-1 Elektromagnetische compatibiliteit - Algemene immuniteitsnorm Deel 1 : huishoudelijk, handel en lichte industrie - EN55022 Grenswaarden en meetmethoden van radiostoringskenmerken van informatieverwerkingsapparatuur Deze documenten zijn verkrijgbaar bij het BIN - Belgisch Instituut voor Normalisatie - Brabançonnelaan 29 - 1040 Brussel 1.2.3. Technische documenten - BCSS-SIS-TD-001 SAM Commands Reference Manual - BCSS-SIS-TD-002 IIC Commands Reference Manual - BCSS-SIS-TD-003 Card Terminal Manager API (CTM - API) Reference Manual - BCSS-SIS-TD-004 Belgian Native Card Server API (BNCS_API) Reference Manual - BCSS-SIS-TD-005 Belgian Native Card Server (BNCS) Specification - BCSS-SIS-TD-006 Examples of CTM-API to ICC Commands Conversion Deze documenten zijn verkrijgbaar op aanvraag bij de KSZ - Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid - Sint-Pieterssteenweg 375 - 1040 Brussel 1.3. Indeling van de terminals De omgevingen waarin de SIS-kaarten kunnen worden aanvaard en verwerkt zijn zeer verschillend, o.a. : - de apotheken, over het algemeen uitgerust met oorspronkelijke informaticasystemen van verschillende types - de ziekenhuizen, de algemene klinieken, de ziekenfondsen en andere gezondheidscentra tevens over het algemeen uitgerust met informaticasystemen - de geneesheren, verpleegsters en andere zorgverleners die over het algemeen niet uitgerust zijn met informaticasystemen - de werkgevers, over het algemeen uitgerust met allerlei systemen.

De meest voorkomende configuraties worden hierna opgesomd : - type 1 : systemen met een host computer van het PC of vergelijkbare type (bv. : ziekenfondsen, apotheken). Deze systemen zullen worden aangevuld met een tweegleufsysteemrandleesapparaat onder referentie SIS_PbR. - type 2 : systemen met een host computer van het PC of vergelijkbare type en een terminal die reeds bestaande microprocessorkaarten aanvaardt (bv. : apotheken uitgerust met een informaticasysteem en een betalingsterminal). Deze systemen onder referentie SIS_PmR zullen worden aangepast door ze aan te vullen met enkelkaart-randleesapparatuur en door de reeds bestaande lezer aan te passen. In het bijzonder geval van de apotheken zal een printer zoals beschreven in bijlage E.2. worden aangesloten op de host computer. - type 3 : gebruikssites zonder informatica-uitrusting (bv. : niet uitgeruste apotheken, geneesheren). Deze sites kunnen met een autonome terminal worden uitgerust onder referentie SIS_SaT. In het bijzondere geval van de apotheken kan een printer zoals beschreven in bijlage E.2. op de terminal worden aangesloten. - type 4 : toepassingen waarbij de openbare en privégegevens van de SIS-kaart moeten worden geraadpleegd aan de hand van een aparte SAM-kaart (bv. : werkgevers, ziekenhuizen, multi-terminal configuraties).

Dit geval is vergelijkbaar met het type 2 waarbij twee aparte randlezers met een informaticasysteem in verbinding staan, dat in dit specifiek geval uit twee aparte eenheden bestaat die met elkaar door een communicatiemiddel zijn verbonden zoals een lokaal netwerk, een gecommuteerd telefoonnetwerk, enz. - type 5 : toepassingen waarbij enkel de openbare gegevens van de SIS-kaarten worden geraadpleegd, op een site die is uitgerust met een host computer van het PC of vergelijkbare type (bv. : werkgevers). Dit geval is vergelijkbaar met het type 2, waarbij slechts één van de twee eengleufsysteemrandleesapparaten aangesloten is op het informaticasysteem. 1.4. Overeenstemming met de EG-richtlijnen De lezers of SIS-terminals moeten in overeenstemming zijn met de richtlijnen opgelegd voor de EG-markering (norm EN 45014).

Onder voorbehoud van nieuwe richtlijnen of van wijzigingen hieraan, zijn de richtlijn `Laagspanning' 73/23/EEC (gewijzigd 93/68/EEC) en de richtlijn 'Elektromagnetische compatibilieit' 89/336/EEC (gewijzigd 92/31/EEC en 93/68/EEC) van toepassing.

In het bijzonder moeten de uitrustingen in overeenstemming zijn met de volgende normen : - elektrische veiligheid : EN60950 (CEI950) - elektromagnetische emissie : EN50081-1 (EN55022 - CISPR22) - elektromagnetische immuniteit : EN50082-1 2. SPECIFICATIES VAN DE TERMINALS VAN TYPE 1 TWEEGLEUFSYSTEEM-RANDLEESAPPARATEN - (SIS peripheral bi-reader - SIS_PbR) 2.1. Beschrijving Bedoeling van de randlezers voor microchipkaarten is een verbinding tot stand te brengen tussen geheugen- en/of microprocessorkaarten (ICC) en een host of vergelijkbare computer.

In geval van SIS-configuratie van het type 1 moeten deze lezers, die in openbare of professionele omgevingen worden geïnstalleerd, over twee gleuven beschikken en gelijktijdig de professionele SAM-kaart en de SIS-kaart aanvaarden, die beide compatibel zijn met de norm ISO 7816. De SAM-kaart communiceert onder asynchrone protocol T0 en in optie T1, terwijl de SIS-kaart onder het synchrone protocol S9 en in optie, onder het synchrone protocol S8 of S10 of het asynchrone protocol T0 of T1 communiceert. In alle gevallen verzenden de kaarten een ATR wanneer ze onder spanning komen te staan.

De verbinding met de host computer komt tot stand aan de hand van een seriële verbinding van het type RS232, onder standaardprotocol.

De lezers moeten het volgende omvatten (Zie figuur 2.1.) : - een interface host SIS_HI die het verbindingsprotocol SIS_HP kan dragen, de opdrachten van de host computer in ontvangst kan nemen en kan zorgen voor de terugzending van de resultaten en gegevens. - een opdrachtenprocessor SIS_CP die : - de opdrachten afkomstig van de host computer kan interpreteren - de uitvoering van de opdrachten kan activeren rekening houdende met hun bestemming.

De opdrachten afkomstig van de host computer moeten het adres van de terminal of van de betrokken kaart omvatten. - een interface SIS_ICC_I die de communicatieprotocols met de SAM- en SIS-kaarten kan dragen en die compatibel is met de norm ISO 7816-3. - een convertor IIC (Inter Industry Converter) conform aan de norm ISO 7816-4. Deze moet zorgen voor de compatibiliteit van de opdrachten bestemd voor de synchrone en asynchrone kaarten.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.2. Specificaties systeem 2.2.1. Interface SIS-kaart De interface SIS-kaart moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage A.

2.2.2. Interface SAM-kaart De interface SAM-kaart moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage B. 2.2.3. Interface host computer De interface host computer moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage D. 2.2.4. Stroomtoevoer - de lezer wordt gevoegd vanuit het netwerk 220V AC + 15 % à 50 Hz + 2 %.

N.B. : in bijzondere configuraties kan de lezer rechtstreeks worden gevoed vanuit de host computer (bv. : lezers die zijn geïntegreerd in een toetsenbord voor PC). - de stroomtoevoer is bij voorkeur extern aan de lezer. In dat geval wordt bij de lezer een aanpassingsblok AC/DC geleverd die is voorzien van een laagspanningssnoer. - het verbruik van het geheel ligt lager dan 50 mA / AC 2.2.5. Omgeving, betrouwbaarheid en performanties De lezer moet voldoen aan de specificaties inzake omgeving, betrouwbaarheid en performaties zoals beschreven in bijlage J. 2.2.6. Overige - ergonomie : de voorkeur gaat naar uitrustingen die zo zijn bestudeerd dat het gebruik ervan gemakkelijker wordt (bv. : bepaling om te vermijden dat de SAM- en de SIS-kaarten-schakelaars met elkaar worden verward) - visualisatie : de lezer wordt bij voorkeur met visualisatie-elementen uitgerust zoals Leds of andere elementen aan de hand waarvan de gebruiker het verloop van de bewerkingen kan volgen (bv. : wachten inbrengen van de kaart, onder spanning brengen van de kaart, wachten terugname kaart,...).

N.B. : in specifieke configuraties (bv. : lezers die in een toetsenbord of een host computer zijn geïntegreerd) is de visualisatie vanaf het scherm van de host computer toegelaten. - geheugen : de voorkeur gaat naar uitrustingen met voldoende geheugencapaciteit voor de bijwerking en de latere uitbreiding van de software.

De uitrustingen moeten de elementen van de TID (bv. : identificatienummer fabrikant, type toestel, serienr., registratienr., versienr. OS, toepassingsversienr., identificatienr. gebruiker) in hun geheugen kunnen opslaan en die op verzoek kunnen overmaken. - downloading : de lezer moet de mogelijkheid bieden om de gegevens en de residente programma's bij te werken via een lading vanaf de host computer. Een toegangscode zal moeten worden ingebracht bij elke verzending van een reeks bijgewerkte gegevens. - documentatie : - een handboek gebruiker, opgemaakt in overeenstemming met de EG-richtlijnen, moet met het toestel worden geleverd. - een technisch handboek met alle nodige en nuttige informatie voor de integratie- en installatie-diensten en de diensten na verkoop, moet beschikbaar zijn op aanvraag. - markering : in overeenstemming met de EG-richtlijnen.

Het registratienummer van het toestel moet afzonderlijk erop worden vermeld. 2.3. Specificaties software 2.3.1. Communicatieprotocol Het communicatieprotocol SIS_HP moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage H. 2.3.2. Opdrachtenprocessor De opdrachtenprocessor SIS_CP moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage I. 2.3.3. Convertor IIC De convertor IIC moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in `IIC Commands Reference Manual' (Ref : BCSS-SIS-TD-002). 3. SPECIFICATIES VAN DE TERMINALS VAN TYPE 2 - EENGLEUFSYSTEEM-RANDAPPARATEN die in VERBINDING kunnen worden gebracht met EEN BESTAANDE LEZER of TERMINAL (SIS peripheral mono-reader - SIS_PmR) 3.1. Beschrijving Bedoeling van de randlezers voor microchipkaarten is een verbinding tot stand te brengen tussen geheugen- en/of microprocessorkaarten (ICC) en een host of vergelijkbare computer.

Ingeval van SIS-configuratie van het type 2 moeten deze lezers, die in openbare of professionele omgevingen worden geïnstalleerd, over een gleuf beschikken en respectievelijk de professionele SAM-kaart en de SIS-kaart aanvaarden, die beide compatibel zijn met de norm ISO 7816.

De SAM-kaart communiceert onder asynchrone protocol T0 en in optie T1, terwijl de SIS-kaart onder het synchrone protocol S9 en in optie, onder het synchrone protocol S8 of S10 of het asynchrone protocol T0 of T1 communiceert.

Indien één van de twee lezers reeds bestaat (bv. : betalingsterminal) moet deze worden aangepast en in overeenstemming worden gebracht met de specificaties van de SIS-terminals.

In alle gevallen verzenden de kaarten een ATR wanneer ze onder spanning komen te staan.

De verbinding met de host computer komt tot stand aan de hand van een seriële verbinding van het type RS232, onder standaardprotocol.

De afzonderlijke lezers moeten het volgende bevatten (Zie figuur 3.1) : - een interface host SIS_HI die het verbindingsprotocol SIS_HP kan dragen, de opdrachten van de host computer in ontvangst kan nemen en kan zorgen voor de terugzending van de resultaten en gegevens. - een opdrachtenprocessor SIS_CP die : - de opdrachten afkomstig van de host computer kan interpreteren - de uitvoering van de opdrachten kan activeren rekening houdende met hun bestemming.

De opdrachten afkomstig van de host computer moeten het adres van de terminal of van de betrokken kaart omvatten. - een interface SIS_ICC_I die de communicatieprotocols met de SAM- en SIS-kaarten kan dragen en die compatibel is met de norm ISO 7816-3. - een convertor IIC (Inter Industry Converter) conform aan de norm ISO 7816-4. Deze moet zorgen voor de compatibiliteit van de opdrachten bestemd voor de synchrone en asynchrone kaarten.

N.B. : wegens redenen van standaardisatie zijn de lezers onderling verwisselbaar en kunnen ze beide de volledige protocolbibliotheek bevatten (T0, T1, S8, S9, S10) evenals de convertor IIC. In dat geval moet de interfacekaart conform zijn aan de specificaties van zowel de SAM- als de SIS-interface zoals vermeld in bijlage A en B. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 3.2. Specificaties systeem 3.2.1. Interface SIS-kaart De interface SIS-kaart moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage A. 3.2.2. Interface SAM-kaart De interface SAM-kaart moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage B. 3.2.3. Interface host computer De interface host computer moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage D. 3.2.4. Stroomtoevoer - de lezer wordt gevoegd vanuit het netwerk 220V AC + 15 % à 50 Hz + 2 %.

N.B. : in bijzondere configuraties kan de lezer rechtstreeks worden gevoed vanuit de host computer (bv. : lezers die zijn geïntegreerd in een toetsenbord voor PC). - de stroomtoevoer is bij voorkeur extern aan de lezer. In dat geval wordt bij de lezer een aanpassingsblok AC/DC geleverd die is voorzien van een laagspanningssnoer. - het verbruik van het geheel ligt lager dan 50 mA / AC 3.2.5. Omgeving, betrouwbaarheid en performanties De lezer moet voldoen aan de specificaties inzake omgeving, betrouwbaarheid en performaties zoals beschreven in bijlage J. 3.2.6. Overige - ergonomie : de voorkeur gaat naar uitrustingen die zo zijn bestudeerd dat het gebruik ervan gemakkelijker wordt. - visualisatie : de lezer wordt bij voorkeur met visualisatie-elementen uitgerust zoals Leds of andere elementen aan de hand waarvan de gebruiker het verloop van de bewerkingen kan volgen (bv. : wachten inbrengen van de kaart, onder spanning brengen van de kaart, wachten terugname kaart,...).

Nota : in specifieke configuraties (bv. : lezers die in een toetsenbord of een host computer zijn geïntegreerd) is de visualisatie vanaf het scherm van de host computer toegelaten. - geheugen : de voorkeur gaat naar uitrustingen met voldoende geheugencapaciteit voor de bijwerking en de latere uitbreiding van de software.

De uitrustingen moeten de elementen van de TID (bv. : identificatienummer fabrikant, type toestel, serienr., registratienr., versienr. OS, toepassingsversienr., identificatienr. gebruiker) in hun geheugen kunnen opslaan en die op verzoek kunnen overmaken. - downloading : de lezer moet de mogelijkheid bieden om de gegevens en de residente programma's bij te werken via een lading vanaf de host computer. Een toegangscode zal moeten worden ingebracht bij elke verzending van een reeks bijgewerkte gegevens. - documentatie : - een handboek gebruiker, opgemaakt in overeenstemming met de EG-richtlijnen, moet met het toestel worden geleverd. - een technisch handboek met alle nodige en nuttige informatie voor de integratie- en installatie-diensten en de diensten na verkoop, moet beschikbaar zijn op aanvraag. - markering : in overeenstemming met de EG-richtlijnen.

Het registratienummer van het toestel moet tevens afzonderlijk erop worden vermeld. 3.3. Specificaties software 3.3.1. Communicatieprotocol Het communicatieprotocol SIS_HP moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage H. 3.3.2. Opdrachtenprocessor De opdrachtenprocessor SIS_CP moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage I. In dat geval is het proces van rechtstreekse overmaking van de gegevens tussen de SIS- en de SAM-kaart op het niveau van de terminal niet meer van toepassing. 3.3.3. Convertor IIC De convertor IIC moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in `IIC Commands Reference Manual' (Ref : BCSS-SIS-TD-002-01). 4. SPECIFICATIES VAN DE TERMINALS VAN TYPE 3 - AUTONOME TERMINALS (SIS stand-alone terminal - SIS_SaT) 4.1. Beschrijving De autonome terminals zijn bedoeld om de SIS-kaarten te kunnen raadplegen in omgevingen die niet zijn uitgerust met een informatiesysteem. Deze terminals bevatten een klantgerichte toepassing en zijn uitgerust met een visualisatie-element, een toetsenbord en een printverbinding (over het algemeen rechtstreeks in verbinding met de toepassing). Hoewel de verbinding met een host computer in een eerste fase niet zal worden gebruikt, is die voorzien om de terminal later in verbinding te brengen met een informatiesysteem. In dat geval zal de host verbinding, per seriële verbinding van het type RS232, rechtstreeks met de commandoprocessor SIS_CP tot stand komen, via de host interface SIS_HI en onder protocol SIS_HP. In geval van SIS-configuratie van het type 3 moeten deze terminals, die in openbare of professionele omgevingen worden geïnstalleerd, over twee gleuven beschikken en gelijktijdig de professionele SAM-kaart en de SIS-kaart aanvaarden, die beide compatibel zijn met de norm ISO 7816. De SAM-kaart communiceert onder asynchrone protocol T0 en in optie T1, terwijl de SIS-kaart onder het synchrone protocol S9 en in optie, onder het synchrone protocol S8 of S10 of het asynchrone protocol T0 of T1 communiceert. In alle gevallen verzenden de kaarten een ATR wanneer ze onder spanning komen te staan.

De autonome terminals moeten het volgende omvatten (Zie figuur 4.1) : - een klantgerichte toepassingssoftware - een softwaremodule Card Server - BNCS - een softwaremodule Card Terminal management - CTM_API - een opdrachtenprocessor SIS_CP die : - de opdrachten afkomstig van de toepassing kan interpreteren - de uitvoering van de opdrachten kan activeren rekening houdende met hun bestemming. De opdrachten afkomstig van de toepassing worden aan de terminal zelf (dienstbewerkingen bestemd voor de terminal) of aan de kaartlezers gericht. - een display driver eigen aan de terminal - een toetsenbord driver eigen aan de terminal - een printer driver eigen aan de gebruikte printer - een interface host SIS_HI die het verbindingsprotocol SIS_HP kan dragen, de opdrachten van de host computer in ontvangst kan nemen en kan zorgen voor de terugzending van de resultaten en gegevens. - een interface SIS_ICC_I die de communicatieprotocols met de SAM- en SIS-kaarten kan dragen en die compatibel is met de norm ISO 7816-3. - een convertor IIC (Inter Industry Converter) conform aan de norm ISO 7816-4. Deze moet zorgen voor de compatibiliteit van de opdrachten bestemd voor de synchrone en asynchrone kaarten.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 4.2. specificaties systeem 4.2.1. Interface SIS-kaart De interface SIS-kaart moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage A. 4.2.2. Interface SAM-kaart De interface SAM-kaart moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage B. 4.2.3. Interface host computer De interface met de host computer moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage D. 4.2.4. Interface printer De interface met de printer moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage E. 4.2.5. Stroomtoevoer - De terminal wordt gevoed vanuit het netwerk 220V AC + 15 % à 50 Hz + 2 %. - de stroomtoevoer is bij voorkeur extern aan de lezer. In dat geval wordt bij de lezer een aanpassingsblok AC/DC geleverd die is voorzien van een lage spanningssnoer. - het verbruik van het geheel ligt lager dan 100 mA / AC 4.2.6. Omgeving, betrouwbaarheid en performanties De terminal moet voldoen aan de specificaties inzake omgeving, betrouwbaarheid en performaties zoals beschreven in bijlage J. 4.2.7. Overige - ergonomie : de voorkeur gaat naar uitrustingen die zo zijn bestudeerd dat het gebruik ervan gemakkelijker wordt (bv. : bepalingen om te vermijden dat de SAM- en SIS-kaarten-schakelaars met elkaar worden verward). - visualisatie : de lezer wordt bij voorkeur met visualisatie-elementen uitgerust zoals Leds of andere elementen aan de hand waarvan de gebruiker het verloop van de bewerkingen kan volgen (bv. : wachten inbrengen van de kaart, onder spanning brengen van de kaart, wachten terugname kaart,...). De visualisatie vanaf het beeldscherm is toegelaten. - geheugen : de voorkeur gaat naar uitrustingen met voldoende geheugencapaciteit voor de bijwerking en de latere uitbreiding van de software.

De uitrustingen moeten de elementen van de TID (bv. : identificatienummer fabrikant, type toestel, serienr., registratienr., versienr. OS, toepassingsversienr., identificatienr. gebruiker) in hun geheugen kunnen opslaan en die op verzoek kunnen overmaken. - downloading : de lezer moet de mogelijkheid bieden om de gegevens en de residente programma's bij te werken via een lading vanaf de host computer. Een toegangscode zal moeten worden ingebracht bij elke verzending van een reeks bijgewerkte gegevens. - documentatie : - een handboek gebruiker, opgemaakt in overeenstemming met de EG-richtlijnen, moet met het toestel worden geleverd. - een technisch handboek met alle nodige en nuttige informatie voor de integratie- en installatie-diensten en de diensten na verkoop, moet beschikbaar zijn op aanvraag. - markering : in overeenstemming met de EG-richtlijnen.

Het registratienummer van het toestel moet tevens afzonderlijk erop worden vermeld. 4.3. Specificaties software 4.3.1. Klantgerichte toepassing Als voorbeeld wordt de toepassing in een apotheek beschreven (cf. 'Example of IS Terminal Application in Pharmacy' - Ref : BCSS-SIS-TD-007) 4.3.2. De module Card Server - BNCS De module Card Server moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in de 'Belgian Native Card Server (BNCS) Reference Manual' - Ref. : BCSS-SIS-TD-004 & 'Belgian Native Card Server (BNCS) Specification' - BCSS-SIS-TD-005. 4.3.3. De module Card Terminal management - CTM-API De module Card Terminal management - CTM_API moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in de 'Card Terminal Manager API (CTM - API) Reference Manual' - Ref. : BCSS-SIS-TD-003-01 & 'Examples of CTM-API to ICC Commands Conversion' - Ref : BCSS-SIS-TD-006. 4.3.4. Toetsenbord driver De toetsenbord driver is specifiek aan de terminal en wordt niet gespecificeerd in het kader van de specificaties van de SIS-terminals. 4.3.5. Beeldscherm driver De beeldscherm driver is specifiek aan de terminal en wordt niet gespecificeerd in het kader van de specificaties van de SIS-terminals. 4.3.6. Printer driver De printer driver is specifiek aan de printer en wordt niet gespecificeerd in het kader van de specificaties van de SIS-terminals. 4.3.7. Communicatieprotocol Het communicatieprotocol SIS_HP moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage H. 4.3.8. Opdrachtenprocessor De opdrachtenprocessor SIS_CP moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in bijlage I. 4.3.9. Convertor IIC De convertor IIC moet conform zijn aan de specificaties zoals beschreven in `IIC Commands Reference Manual' (Ref. : BCSS-SIS-TD-002).

Bijlage A Specificaties van de interface SIS-kaart In het algemeen moet de interface SIS-kaart voldoen aan de specificaties opgemaakt op het niveau van de normen ISO 7816. De aanwijzingen hierna bevestigen of preciseren deze basisnormen.

Nota : De interface SIS-kaart moet kaarten van het synchrone en het asynchrone type kunnen aanvaarden. Bij het inbrengen van een SIS-kaart verricht de interface een eerste verzoek tot activering van de contacten en tot het vastleggen van de 4 bytes van de ATR in synchrone wijze, door het versturen van 32 klokcycli met een frequentie van 7 tot 50 Khz. In geval van blinde kaart desactiveert de interface de contacten en voert een tweede poging uit tot activering van de contacten en tot het vastleggen van de ATR in asynchrone wijze, met een oorspronkelijke klokfrequentie van 3.5712 Mhz. - De interface SIS-kaart moet compatibel zijn met de norm ISO 7816-1, 2, 3 en moet geheugen- (bv. : 1Kbytes) en microprocessorkaarten, in standaardformaat ID1, kunnen aanvaarden respectievelijk onder synchrone protocol S9 [S8, S10] en asynchrone protocol T0 [T1]. - De kaarten worden gevoed onder spanning VCC=5V, 5 % voor een maximale stroomsterkte van 50 mA - De programmatiespanning VPP wordt gehandhaafd op VCC, 5 % - De klokfrequentie bedraagt 3.5712 Mhz, wat overeenstemt met een communicatiesneldheid van 9.600 bps - De kaartschakelaar omvat 8 contacten in ISO-positie en is van het type `head' met een aantal gewaarborgde invoerbewerkingen dat groter is dan 200.000 cycli.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de manier van inbrengen van de kaarten in de invoerstroken en aan de stevigheid ervan. - De contacten van de kaartschakelaar moeten aan de volgende eisen voldoen : - druk van de contacten : H 1 N - contactweerstand : H 3 Ohm - inbrengkracht van de kaart : H 12 N - terugnamekracht van de kaart : G 1 N - aanbevolen materiaal : legering CuBe overdekt met een beschermingslaag Au op NI - De contacten worden pas geactiveerd na detectie en stabilisatie van de kaart in de schakelaar. De activeringsvolgorde voor de asynchrone kaarten met externe RST (vertrekkend van de niet geactiveerde toestand : Vi ( 0.4V) wordt beschreven in bijlage C. De desactiveringsvolgorde van de contacten, ingeval van asynchrone kaart, wordt tevens in bijlage C beschreven.

De activeringsvolgorde voor de synchrone kaarten zal overeenkomstig de voor deze soort kaarten geldige normen worden bepaald. In het bijzonder worden de 4 bytes van de ATR vastgelegd na het opmaken van de VCC en aan de hand van het versturen van 32 klokcycli. - De interface wordt uitgerust met een beschermingsvoorziening tegen `het uitrukken' van de kaarten en de eventuele beschadigingen die eruit kunnen voortvloeien op het niveau van de elektronische componenten zowel in de interface als op de kaart.

Bijlage B Specificaties van de interface SAM-kaart In het algemeen moet de interface SAM-kaart voldoen aan de specificaties opgemaakt op het niveau van de normen ISO 7816. De aanwijzingen hierna bevestigen of preciseren deze basisnormen. - De interface SAM-kaart moet compatibel zijn met de norm ISO 7816-1, 2, 3 en moet microprocessorkaarten in standaardformaat ID1 kunnen aanvaarden, onder asynchrone protocol T0 [T1]. - De kaarten worden gevoed onder spanning VCC=5V, 5 % voor een maximale stroomsterkte van 50 mA - De programmatiespanning VPP wordt gehandhaafd op VCC, 5 % - De klokfrequentie bedraagt 3.5712 Mhz, wat overeenstemt met een communicatiesneldheid van 9.600 bps - De kaartschakelaar omvat 8 contacten in ISO-positie en is van het type `head' met een aantal gewaarborgde invoerbewerkingen dat groter is dan 200.000 cycli.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de manier van inbrengen van de kaarten in de invoerstroken en aan de stevigheid ervan. - De contacten van de kaartschakelaar moeten aan de volgende eisen voldoen : - druk van de contacten : H 1 N - contactweerstand : H 0.3 Ohm - inbrengkracht van de kaart : H 12 N - terugnamekracht van de kaart : G 1 N - aanbevolen materiaal : legering CuBe overdekt met een beschermingslaag Au op NI - De contacten worden pas geactiveerd na detectie en stabilisatie van de kaart in de schakelaar. De activeringsvolgorde (vertrekkend van de niet geactiveerde toestand : Vi ( 0.4 V) wordt beschreven in bijlage C. - De contacten worden gedesactiveerd volgens de volgorde beschreven in bijlage C - De interface wordt uitgerust met een beschermingsvoorziening tegen `het uitrukken' van de kaarten en de eventuele beschadigingen die eruit kunnen voortvloeien op het niveau van de elektronische componenten zowel in de interface als op de kaart.

Bijlage C Activering en desactivering van de contacten in geval van asynchrone kaarten met externe RST - De activeringsvolgorde is de volgende : - VCC wordt gebracht op 5V - I/O schakelt over tot de werkwijze ontvangst na stabiele VCC (max 400 ns) ten laatste na 200 klokcycli na CLK - VPP wordt gevoed - CLK wordt geactiveerd - RST schakelt over na de hoge stand, minimum 40.000 klokcycli na CLK Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - De desactiveringsvolgorde bij normale terugname van de kaart of bij uitrukking is de volgende : - RST wordt op lage stand gebracht - CLK wordt op lage stand gebracht - VPP wordt op lage stand gebracht - I/O wordt op lage stand gebracht (actieve stand) - VCC wordt op inactieve stand gebracht Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage D Specificaties van de verbindingen host computer In het algemeen moeten de verbindingen tussen de SIS-terminals en een host of vergelijkbare computer van het type seriële verbinding EIA-RS232 / V24 zijn. De specificaties hierna in het bijzonder zijn van toepassing : - het protocol is van het asynchrone type, half-duplex, 9.600 bps, 8 bits zonder pariteit,1 stop bit, LSB als eerste overgemaakt, zonder controle op de stroom - de termijn (of responstijd) tussen het versturen van het laatste teken van een opdracht afkomstig van de host computer en de ontvangst van het eerste teken van het overeenstemmende antwoord afkomstig van de terminal of de lezer moet G aan 25 UCT. De UCT (Unit Character Time period) is gelijk aan de overmakingsduur van een teken van 8 bits zonder pariteit, 1 stop bit, aan 9.600 bps, dit is 1.04 ms. - de schakelaar, kant terminal, is van het type DB9_F (of eventueel RJ11 of RJ45 - deze schakelaars, hoewel ze specifiek worden gebruikt voor de telecommunicatieterminals, worden tevens gebruikt voor de aansluiting van randcomputerterminals). - de schakelaar, kant host, is van het type DB9_F - de aanbevolen plaats van de contacten vereist dat er geen kruising is van de draden in geval van verbinding met een host computer van het PC-type, d.w.z.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage E Specificaties van de printers E.1. Algemeen Indien een printer is vereist als randapparatuur voor de SIS-terminals van het type 3, moet deze printer conform zijn aan de specificaties hierna : - de verbinding met de terminal is van het type EIA-RS232 / V24 - het protocol is van het asynchrone type, half-duplex, 9.600 bps, 8 bits zonder pariteit,1 stop bit, LSB als eerste overgemaakt, zonder controle op de stroom (de printer zal worden voorzien van een toereikend buffergeheugen om de volgorde van de tekens te kunnen opslaan, die zonder onderbreking op een document moeten worden afgedrukt) - de schakelaar, kant terminal, is van het type DB9_F (of eventueel RJ11 of RJ45 - deze schakelaars, hoewel ze specifiek worden gebruikt voor de telecommunicatieterminals, worden tevens gebruikt voor de aansluiting van randcomputerterminals) - de aanbevolen plaats van de contacten, kant terminal, is de volgende : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld E.2. Bijzonder geval van het afdrukken op voorschriften in apotheken In het bijzonder geval van het afdrukken op voorschriften in de apotheek zijn de volgende specificaties van toepassing : - de printer moet de afdruk van alfanumerieke tekens mogelijk maken in een zone van 80 op 25 mm, op standaardpapier (niet thermisch of ander gespecialiseerd papier), op een document met een maximale breedte van 110 mm, dat manueel gedurende de tijd nodig voor het afdrukken in een daartoe voorziene gleuf wordt geschoven. Er wordt afgedrukt op een afstand van 15 en 10 mm ten opzichte van respectievelijk boord A en boord B van het document.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - op basis van de grootte van de tekens zullen 1 tot 5 lijnen van 32 tot 80 tekens elkeen (volgens de behoeften van de toepassing) kunnen worden afgedrukt in de hierboven beschreven zone. - de af te drukken gegevens zullen worden overgenomen van de SIS-kaart en/of worden geleverd vanaf de toepassing die in de terminal of host computer is geïntegreerd.

Bijlage F Specificaties van de toetsenborden Indien een toetsenbord is vereist op het niveau van de SIS-terminal moet het conform zijn aan de specificaties hierna : - het toetsenbord moet met 12 of 16 toetsen zijn uitgerust - in geval van een toetsenbord met 12 toetsen, worden deze van links naar rechts in 4 lijnen van 3 toetsen gerangschikt, als volgt : lijn 1 : cijfers '1, 2, 3' lijn 2 : cijfers '4, 5, 6' lijn 3 : cijfers '7, 8, 9' lijn 4 : toets 'STOP', cijfer '0', validatietoets 'OK' - in geval van een toetsenbord met 16 toetsen, worden deze van links naar rechts in 4 lijnen van 4 toetsen gerangschikt, als volgt : lijn 1 : cijfers '1, 2, 3', toets `STOP' lijn 2 : cijfers '4, 5, 6', correctietoets `CORR' (wordt niet gebruikt) lijn 3 : cijfers '7, 8, 9', validatietoets `OK' lijn 4 : niet gebruikt, cijfer '0', niet gebruikt, niet gebruikt - de kleuren van de functietoetsen zijn de volgende : toets 'STOP' : rood toets 'CORR' : geel toets 'OK' : groen - als optie gaat een geluidssignaal af bij elke toetsvastlegging - de keuze tussen twee of meerdere alternatieven (bv. : keuze van opties getoond aan de hand van de visualisatievoorziening) geschiedt gewoonlijk aan de hand van de numerieke toetsen, als volgt : bv. : 0 = NO, 1 = YES om een optie te selecteren SELECT 1 TO 3 om een keuze te maken tussen verschillende opties. - de toetsen moeten gemakshalve voldoende groot zijn; de kenmerken ervan zijn : - tastbaar zijn - controle op het terugkaatsen zodat er bij normaal gebruik er geen foutieve vastlegging van de ingedrukte toetsen kan plaatsvinden. - aantal bewerkingen G aan 200.000 - duurzame markering op lange termijn - in de mate van het mogelijke ondoordringbaarheid door stof of andere vaste of vloeibare deeltjes.

Bijlage G Specificaties van de beeldschermen Indien een beeldscherm is vereist op het niveau van de SIS-terminal, moet dit scherm conform zijn aan de specificaties hierna : - het scherm omvat minimaal 2 lijnen van 16 alfanumerieke tekens - de leesbaarheid wordt vergemakkelijkt door : - de voldoende grootte van de tekens (bv. : hoogte G 4 mm) - het contrastniveau - eventueel de inbouwing van een `backlit display' (bij voorkeur met Leds) - de cursor moet niet worden getoond - de voorkeur gaat naar de beeldschermtechnieken met een hoge betrouwbaarheid en levensduur (bv. : LCD of gelijkwaardig).

Bijlage H Specificaties van het communicatie-protocol host - SIS_HP Het communicatieprotocol SIS_HP staat borg voor de gegevensuitwisseling tussen de SIS-terminals en een host of vergelijkbare computer. Het protocol ziet er als volgt uit : - de gegevensuitwisseling wordt steeds geactiveerd door de host en bevat een fase `opdracht' afkomstig van de host, gevolgd door een fase `antwoord' van de terminal - het algemeen formaat van de opdrachten is de volgende (in bytes) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld waarbij : - ADD_FLG = bevestiging adres en vlaggen als return - LEN = lengte van de te volgen gegevens, LRC inbegrepen - [data...] - SW1-SW2 = return status word - LRC = 0.XOR op alle voorafgaande bytes.

N.B. : - in geval van SAM- of SIS-toegang, is `data... en SW1-SW2' het standaardveld in formaat ADPU, dat door de kaart wordt teruggestuurd - data is leeg in geval van fout en SW1-SW2 komt na LEN. Bijlage I Specificaties van de opdrachtenprocessor - SIS_CP De opdrachtenprocessor SIS_CP staat in voor de interpretatie van de opdrachten afkomstig van een host of vergelijkbare computer en voor de activering van de uitvoering van de opdrachten rekening houdende met hun bestemming. De opdrachtenprocessor staat borg voor : - de transparantie van de opdrachten en antwoorden naar de SAM - de transparantie van de opdrachten en antwoorden naar de SIS-kaart in geval van microprocessorkaart - de omzetting van de opdrachten op het niveau van de IIC in geval van SIS-geheugenkaart.

De opdrachtenprocessor moet de volgende bewerkingen kunnen verrichten : - dienstbewerkingen met bestemming van de terminal (ADD=0). De structuren van de opdrachten en antwoorden SIS_CT, die overeenkomstig de specificaties van het communicatieprotocol host SIS_HP (cf. Bijlage H), met uitzondering van de "Le byte" die niet aanwezig moet zijn, werden opgemaakt, worden respectievelijk in de tabellen 1 en 2 beschreven. - CT_Open : terugsturen van de configuratie van de terminal (bv. : met één of twee gleuven, aanwezigheid en kenmerken van een scherm en/of toetsenbord).

Deze opdracht wordt bij het begin van de sessie gebruikt, bij de bepaling en configuratie van de systeemelementen door de host computer en dient ook om de aanwezigheid van de terminal op te sporen. - CT_Request_ICC : in een wachtrij plaatsen, onder tijdscontrole, van het inbrengen SAM- of SIS-kaart met vastlegging van de ATR en versturen naar de host computer. De voortijdige aanwezigheid van een kaart in de lezer wordt gecontroleerd, en indien nodig wordt de foutcode `ICC reeds aanwezig' teruggestuurd naar de host computer zonder verdere tussenkomst van de terminal.

In geval van plaatsing in een wachtrij waarbij een verzoekbericht wordt verstuurd, wordt de voortijdige aanwezigheid van een kaart gecontroleerd alvorens het bericht wordt opgemaakt. - CT_Eject_ICC : het uitschakelen en in een wachtrij plaatsen, onder tijdscontrole, van de terugname SAM- of SIS-kaart - CT_Status : vraag naar de status gericht aan de terminal - CT_PIN : vraag vastlegging PIN. Deze bewerking geschiedt volledig onder de controle van de terminal. - CT_Key : controle en vastlegging van activering toets(en) van bord - CT_Get_TID : aanvraag tot vastlegging van de TID. De TID is onderverdeeld in P_ID (identificatiesleutel fabrikant, soort apparaat, reeksnummer, registratienummer), L_ID (identificatiesleutel en nr. toepassingsversie) en U_ID (identificatiesleutel gebruiker) - CT_Update_TID : vraag tot bijwerking van de TID. Deze opdracht moet vergezeld zijn van een toegangscode. - CT_Load : downloading van programma's of gegevens die in het geheugen moeten worden opgeslagen vanaf de host computer. Deze opdracht moet vergezeld zijn van een toegangscode. - CT_Reset : het op nul zetten van de terminal - CT_Reset_ICC : het op nul zetten van een SAM- of SIS-kaart. De kaart wordt onder spanning gezet, respectievelijk uitgeschakeld met daaropvolgend terugzending van de ATR. - CT_Powr-off_ICC : uitschakelen van een SAM- of SIS-kaart - CT_Visu : controle van het visualisatie-element. Afbeelding van de berichten. - CT_LED : controle Leds - CT_Lprint : controle printer (in het geval dat een printer onder de controle van een opdrachtenprocessor SIS_CP wordt geplaatst) - CT_Test : vraag tot uittesten van de terminal - CT_Close : RFU (voorbehouden voor later gebruik) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 1 - Formaat van de opdrachten SIS_CT (1) de onbepaalde velden worden verplichtend op nul gezet (aangegeven 0) (2) in dat geval wordt de ATR, eventueel met een onbepaalde lengte, teruggestuurd.De lengte van de terug verwachte gegevens Le is Le = Latr G reële lengte ATR. Afspraken : - de velden tussen [ ] zijn facultatief - behoudens andersluidende bepaling zijn alle velden binair gecodeerd - xxh is de hexadecimale voorstelling van een byte - behoudens andersluidende bepaling worden de cijfers decimaal weergegeven - MSB staat voor `weighted bit' (meest relevante bit) van een byte - MSByte staat voor `weighted byte' (meest relevante byte) van een reeks bytes Waarbij : - T_O = maximale wachtijd gecodeerd in seconden. Na het verstrijken van de wachttijd wordt een antwoord, met aanduiding van de oorzaak, teruggestuurd naar de oproeper (bv. : SW1, SW2 = 90ffh in geval van blinde kaart) - Lp = lengte van de PIN te bekomen vanaf het toetsenbord (bv. : 4,6...).

N.B. : - de bewerking tot vastlegging van de PIN geschiedt door de terminal als volgt : - de T_O wordt gelanceerd bij elk wachten tot toetsactivering - voor elke geactiveerde toets wordt het teken `*' afgebeeld op de plaats van de cursor - als optie kan een geluidssignaal afgaan om aan te geven dat de achtereenvolgens geactiveerde toetsen werden vastgelegd - indien de vlag R&S wordt getoond, wordt de PIN in het terminalgeheugen opgeslagen en wordt hij niet aan de host overgemaakt.

De aldus opgeslagen PIN blijft beschikbaar voor de opdracht toegang kaart in de volgende `Write fr. store' modus. - Lk = aantal vast te leggen toetsen. Gewoonlijk is Lk = 1 (Indien Lk g 1, wordt de T°O opnieuw gelanceerd tussen elke toetsactivering) - K_Msk = 2 activeringsbytes van de als volgt geconfigureerde toetsen (Elke bit gesitueerd bij `1' activeert de overeenstemmende toets) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 2 - Formaat van de antwoorden SIS_CT (1) de reeks configuratiebytes van de terminal duidt aan dat de volgende elementen aanwezig zijn en dat ze de volgende kenmerken hebben : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel 3 - Globale foutcodes SIS_CP Bijlage J Specificaties inzake omgeving, betrouwbaarheid en performanties In het algemeen moeten de SIS-terminals aan de volgende specificaties inzake omgeving en betrouwbaarheid voldoen : - temperatuur : 5 tot 40° C (in werking) - relatieve vochtigheid : - in bewerking : G 15 % en G 85 % (zonder condensatie) - in stockering : G 15 % en G 90 % (zonder condensatie) - levensduur : G 500.000 uren (elektronisch) - MBTF : G 75.000 uren (elektronisch) - aantal bewerkingen : - schakelaars ICC : cf. bijlagen A en B - toetsenbord : cf. bijlage F - printer : cf. bijlage E De performanties van de lezers of de terminals moeten de volgende zijn : de som van de voor- en naverwerkingsduur van een opdracht door de opdrachtenprocessor SIS_CP moet, in geval van normale toegang tot één van de kaarten ICC of tot een rand-apparatuur, lager zijn dan 0.25 sec.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^