12 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat en van het koninklijk besluit van 21 oktober 1980 tot wijziging van dit besluit

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op de ontwerpen van officiële Duitse vertaling - van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, - van het koninklijk besluit van 21 oktober 1980 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling van het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit respectievelijk in bijlagen 1 en 2 gevoegde teksten zijn de officiële Duitse vertaling : - van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat; - van het koninklijk besluit van 21 oktober 1980 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 1976 betreffende de duur en de voorwaarden van gebruikmaking van het verlof, verleend bij de wet van 19 juli 1976 tot instelling van een verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 1 MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT UND MINISTERIUM DES INNERN 28. DEZEMBER 1976 - Königlicher Erlass über die Dauer und die Bedingungen der Inanspruchnahme des durch das Gesetz vom 19.Juli 1976 zur Einführung eines Urlaubs für die Ausübung eines politischen Mandats gewährten Urlaubs BALDUIN, Köning der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 19. Juli 1976 zur Einführung eines Urlaubs für die Ausübung eines politischen Mandats, insbesondere des Artikels 3 Absatz 1;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates;

Aufgrund der Gesetze über den Staatsrat, koordiniert durch den Königlichen Erlass vom 12. Januar 1973, insbesondere des Artikels 3 Absatz 1;

Aufgrund der Dringlichkeit;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und der Arbeit und Unseres Ministers des Innern Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Der politische Urlaub der Arbeitnehmer, die Mitglied oder Präsident eines Provinzialrates sind, umfasst die ununterbrochenen Perioden, die mit der effektiven Dauer der ordentlichen und ausserordentlichen Sitzungsperioden des Rates übereinstimmen.

Art. 2 - Der politische Urlaub der Arbeitnehmer, die Mitglied eines Agglomerationsrates, eines Föderationsrates, eines Gemeinderates, einer Kulturkommission der Brüsseler Agglomeration, eines Sozialhilferates oder des Rates der Deutschen Kulturgemeinschaft sind oder das Amt des Präsidenten einer dieser Einrichtungen oder eines Mitglieds ihres Exekutivkollegiums ausüben, umfasst die nachstehende Höchstanzahl Arbeitstage oder Teilarbeitstage pro Monat: 1. Agglomerationsrat: 1 Tag, 2.Föderationsrat: 1 Tag, 3. Gemeinderat und Sozialhilferat: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die Einwohnerzahl der Gemeinde wird gemäss den Bestimmungen von Artikel 19 des Gemeindegesetzes festgelegt.4. Kulturkommission der Brüsseler Agglomeration: 1/2 Tag, 5.Rat der Deutschen Kulturgemeinschaft: 1/2 Tag.

Den in Absatz 1 erwähnten politischen Urlaub dürfen die Arbeitnehmer nur für die Ausführung der direkt aus der Ausübung ihres Mandats oder Amtes hervorgehenden Aufgaben in Anspruch nehmen.

Die betreffenden Arbeitnehmer müssen ab dem Zeitpunkt ihrer Einsetzung den Nachweis für ihr Mandat oder Amt erbringen.

Art. 3 - Die Bestimmungen von Artikel 2 in Bezug auf die Sozialhilferäte finden bis zum Tag der Einsetzung des Sozialhilferates Anwendung auf die Präsidenten und Mitglieder der öffentlichen Unterstützungskommissionen.

Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 1977 in Kraft.

Gegeben zu Brüssel, den 28. Dezember 1976 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Beschäftigung und der Arbeit A. CALIFICE Der Minister des Innern J. MICHEL Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

Bijlage 2 MINISTERIUM DER BESCHÄFTIGUNG UND DER ARBEIT UND MINISTERIUM DES INNERN 21. OKTOBER 1980 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 28.Dezember 1976 über die Dauer und die Bedingungen der Inanspruchnahme des durch das Gesetz vom 19. Juli 1976 zur Einführung eines Urlaubs für die Ausübung eines politischen Mandats gewährten Urlaubs BALDUIN, Köning der Belgier, Allen Gegenwärtigen un Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 19. Juli 1976 zur Einführung eines Urlaubs für die Ausübung eines politischen Mandats, insbesondere des Artikels 3 Absatz 1;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 28. Dezember 1976 über die Dauer und die Bedingungen der Inanspruchnahme des durch das Gesetz vom 19.

Juli 1976 zur Einführung eines Urlaubs für die Ausübung eines politischen Mandats gewährten Urlaubs, insbesondere des Artikels 2;

Aufgrund der Stellungnahme des Nationalen Arbeitsrates;

Aufgrund der Gesetze über den Staatsrat, koordiniert durch den Königlichen Erlass vom 12. Januar 1973, insbesondere des Artikels 3 Absatz 1;

Aufgrund der Dringlichkeit;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und der Arbeit und Unseres Ministers des Innern Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 2 Absatz 1 Nr. 3, 4 und 5 des Königlichen Erlasses vom 28. Dezember 1976 über die Dauer und die Bedingungen der Inanspruchnahme des durch das Gesetz vom 19. Juli 1976 zur Einführung eines Urlaubs für die Ausübung eines politischen Mandats gewährten Urlaubs wird durch folgenden Text ersetzt: « 3. Gemeinderat und Sozialhilferat: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Die Einwohnerzahl der Gemeinde wird gemäss den Bestimmungen von Artikel 19 des Gemeindegesetzes festgelegt. 4. Kulturkommission der Brüsseler Agglomeration: 1 Tag, 5.Rat der Deutschen Kulturgemeinschaft: 1 Tag. » Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am ersten Tag des Monats nach dem Monat seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft.

Art. 3 - Unser Minister der Beschäftigung und der Arbeit und Unser Minister des Innern sind, jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 21. Oktober 1980 BALDUIN Von Königs wegen: Der Minister der Beschäftigung und der Arbeit R. DE WULF Der Minister des Innern Ph. MOUREAUX Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 12 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE