gepubliceerd op 19 september 2008
Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen voor de alternatieve financiering van de verplichte verzekering van de geneeskundige verzorging bestemd voor de stelsels van sociale zekerheid voor werknemers en zelfstandigen voor het jaar 2008
12 AUGUSTUS 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen voor de alternatieve financiering van de verplichte verzekering van de geneeskundige verzorging bestemd voor de stelsels van sociale zekerheid voor werknemers en zelfstandigen voor het jaar 2008
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid op artikel 66, § 13, ingevoegd bij de wet van 31 januari 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 juni 2008;
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 26 juni 2008;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de sociale zekerheid, gegeven op 4 juli 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 25 juli 2008;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en van de Minister van Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bedragen, bedoeld in artikel 66, § 13, van de programmawet van 2 januari 2001, bestemd voor de alternatieve financiering van de verplichte verzekering van de geneeskundige verzorging, bedragen 575.310 duizend EUR voor het stelsel van sociale zekerheid voor werknemers en 57.845 duizend EUR voor het stelsel van sociale zekerheid voor zelfstandigen voor het jaar 2008.
Art. 2.De bedragen worden respectievelijk gestort aan de RSZ-globaal beheer, bedoeld in artikel 5, eerste lid, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, en aan het Fonds voor het financieel evenwicht in het sociaal statuut der zelfstandigen, bedoeld in artikel 21bis van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Nice, 12 augustus 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE