Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2001
gepubliceerd op 01 december 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de uurlonen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012680
pub.
01/12/2001
prom.
11/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/11/2001012680/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de uurlonen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende de uurlonen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 Uurlonen (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 1999 onder het nummer 51634/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder « werklieden » verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen A. Meerderjarige werklieden 1. Minimumuurlonen Art.2. De minimumuurlonen worden verhoogd met (regime 38 uren/week) : - 5 BEF op 1 juli 1999; - 5 BEF op 1 juli 2000.

Art. 3.Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld (regime 38 uren/week) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2. Werkelijk betaalde lonen Art.4. De aan de meerderjarige werklieden werkelijk betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd (regime 38 uren/week) : - 5 BEF op 1 juli 1999; - 5 BEF op 1 juli 2000.

B. Jonge werklieden

Art. 5.Op de bedragen vermeld in de artikelen 2, 3 en 4 is het voor de jonge werklieden bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 betreffende de loonvorming.

C. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 6.De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen vermeld in de artikelen 2, 3 en 4 en van kracht op 1 juli 1999 werden op 1 mei 1999, op basis van het indexcijfer van april 1999 (103,32), aangepast; zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 betreffende de loonvorming en de van kracht zijnde wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, tot vaststelling van de uurlonen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 juni 1999.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^