gepubliceerd op 08 augustus 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de dienstjarenpremie
11 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de dienstjarenpremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de dienstjarenpremie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 11 april 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1999 Dienstjarenpremie (Overeenkomst geregistreerd op 28 oktober 1999 onder het nummer 52861/CO/119)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers en de werklieden en werksters van de ondernemingen van de handel in voedingswaren.
Art. 2.Een premie van 1 pct., 2 pct. of 3 pct. van het loon wordt toegekend aan de werklieden en werksters die respectievelijk 4 jaar, 8 jaar of 12 jaar dienst hebben in de onderneming.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 augustus 1970 betreffende de dienstjarenpremie en heft ze op.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 2001.
Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één van de partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst per een per post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, die de leden hiervan op de hoogte brengt.
Opmerkingen 1. Wat betreft de handel in bieren en drinkwaters, wordt in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst bepaald dat de dienstjarenpremie niet automatisch verschuldigd is in de ondernemingen waar werkelijk betaalde gelijkaardige voordelen reeds de in bovenstaande overeenkomst vastgestelde minima bereiken.2. Door loon dient te worden verstaan, het werkelijk betaald loon, zonder nochtans rekening te houden met eventuele premies zoals rendementspremie, enz.Indien het werkelijk betaald loon (zonder premie) lager is dan het minimum van het nationaal barema, zal de dienstjarenpremie tenminste worden berekend op het nationaal minimumloon. 3. Tijdens de zitting van 20 december 1972 heeft het paritair comité beslist voor deze collectieve arbeidsovereenkomst eveneens de gepresteerde en gelijkgestelde dagen toe te passen die gelden voor het sociaal fonds en voor de eindejaarspremie. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 11 april 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX