gepubliceerd op 15 oktober 2003
Koninklijk besluit tot intrekking van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Kansspelcommissie, alsook betreffende het presentiegeld, waarvan de leden en hun plaatsvervangers genieten
10 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit tot intrekking van het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Kansspelcommissie, alsook betreffende het presentiegeld, waarvan de leden en hun plaatsvervangers genieten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid op de artikelen 10 en 23;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 11 juli 2003 betreffende de samenstelling, de organisatie en de werking van de Kansspelcommissie, alsook betreffende het presentiegeld, waarvan de leden en hun plaatsvervangers genieten, wordt ingetrokken.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Begroting en Overheidsbedrijven, Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid, en Onze Minister bevoegd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 10 oktober 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN