10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te innen bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden uit de papiernijverheid" (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, betreffende de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te innen bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden uit de papiernijverheid".

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 oktober 1999 Door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te innen bijdrage voor het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden uit de papiernijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2000 onder het nummer 53720/CO/221)

Artikel 1.Bij toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, heeft het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid op 4 juni 1999 een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten tot de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, waarin de statuten werden vastgelegd.

Art. 2.Bepaling van de te storten bijdragen, door de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid, voor het fonds voor bestaanszekerheid in toepassing van artikel 4 van hoofdstuk III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 1999. 1° voor de vier kwartalen 2000 wordt de bijdrage op 0,56 pct. vastgelegd; 2° Vanaf 1 januari 2001 bedraagt de bijdrage telkens 0,33 pct.

Art. 3.Deze bijdragen worden geïnd en opgevorderd door de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid, bij toepassing van de wet van 7 januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en is gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan eventueel worden opgezegd door één van de partijen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Opzegging geschiedt bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de papiernijverheid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX