10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "SUBIT'EURO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid en op artikel 27, tweede lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Overwegende dat de ontwikkeling van de attitudes van het publiek, de Nationale Loterij heeft geleid tot de vaststelling dat de aantrekkingskracht van de door haar overeenkomstig artikel 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij georganiseerde openbare loterijvormen, met name die van de loterijen met biljetten, onderhevig is aan een erosie die, in vergelijking met vroeger, sneller verloopt en derhalve de levensduur van deze loterijvormen sterk verkort;

Overwegende dat die erosie een versnelde vernieuwing van de genoemde loterijvormen des te onontbeerlijker maakt daar de in het bedrijfsplan beoogde jaarlijkse verhoging met 5 % van de ontvangsten van de Nationale Loterij, een essentiële voorwaarde vormt opdat de Nationale Loterij al haar verplichtingen kan nakomen;

Overwegende dat de bestudering van de haalbaarheid, het ontwerp, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;

Overwegende dat de Nationale Loterij, bij gebrek aan een onverwijlde lancering van deze nieuwe vorm van openbare loterij die haar nieuwe ontvangsten moet bezorgen, in de onmogelijkheid zou verkeren al haar verplichtingen in 1998 na te komen;

Overwegende dat het, om een dergelijke situatie te voorkomen, absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle vereiste maatregelen kan nemen met het oog op de spoedige organisatie van de daarin bedoelde loterijvorm;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door de voorgaande overwegingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, "Subit'Euro" genaamd.

Subit'Euro is een loterij met biljetten waarbij de loten alleen zonder loting worden toegewezen door op het biljet, volgens een verdeling bepaald door het toeval, aan te geven of er al dan niet een lot wordt gewonnen. Deze vermelding is verborgen onder een ondoorzichtige, afkrasbare bedekkingslaag.

Art. 2.Het aantal uitgegeven biljetten wordt door de Nationale Loterij vastgesteld op veelvouden van één miljoen.

De verkoopprijs van een biljet is vastgesteld op 60 frank.

Art. 3.Per hoeveelheid van één miljoen biljetten is het aantal loten vastgesteld op 206.041, voor een totaal bedrag van 36.600.000 frank.

De loten worden als volgt verdeeld: Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.§ 1. In een afgebakende zone van de biljetten staan negen kadertjes waarin telkens een bedrag in cijfers en in letters staat.

Deze negen bedragen vormen samen een combinatie. De combinaties duiden de winnende en de niet-winnende biljetten aan. Ze variëren volgens het aantal en het bedrag van de toegekende loten en volgens de volgende elementen: 1° elk in de combinaties voorkomend bedrag stelt het bedrag voor van een bepaald lot;2° zoals het uitkomt, wordt een bepaald lotenbedrag ofwel niet voorgesteld in een bepaalde combinatie, ofwel één, twee of drie maal;3° een combinatie omvat ten hoogste één maal drie identieke bedragen;4° de plaats van de bedragen in een combinatie is onbepaald en heeft trouwens geen enkele invloed op de aanduiding van de winnende en de niet-winnende biljetten. § 2. De biljetten met een combinatie waarin drie maal eenzelfde lotenbedrag voorkomt, winnen één maal dat bedrag. De overige biljetten winnen niet. § 3. In de zone bedoeld in §1 staan ook controlevermeldingen.

De zone is bedekt met een ondoorzichtige laag die de deelnemers moeten afkrassen.

Alleen de Nationale Loterij mag voor controledoeleinden de in het tweede lid bedoelde ondoorzichtige laag van de onverkochte biljetten afkrassen.

Art. 5.Op de voor- en de keerzijde van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen staan, uitsluitend voor de controle en het administratief beheer ervan: 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers onder een ondoorzichtige bedekkingslaag;3° een zichtbare streepjescode; Teneinde het zuivere toeval bij de toewijzing van de zonder loting toegewezen loten te waarborgen: 1° wordt elke stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen die betrekking hebben op de lotentoewijzing;2° mogen de biljetten geen uiterlijk verschil vertonen dat elementen in verband met de lotentoewijzing kan onthullen. De biljetten vertonen op de voor- of keerzijde vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren.

Een uitgifte bestaat uit biljetten waarvan het aantal ofwel op een miljoen, ofwel op een veelvoud van een miljoen is vastgesteld. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij.

Art. 6.De loten zijn vrijgesteld van alle belastingen ten bate van de Staat.

Art. 7.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan toonder tegen afgifte van de winnende biljetten ten zetel van de Nationale Loterij of bij de verkopers, tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. Voor iedere uitgifte zal de Nationale Loterij de afsluitingsdatum van de verkoop en dus de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen, bekendmaken met alle door haar nuttig geachte middelen.

De verkopers betalen de loten tegen afgifte van de winnende biljetten slechts uit tot een door de Nationale Loterij bepaald maximum.

De loten die niet worden opgeëist binnen de in het eerste lid bepaalde termijn, verblijven aan de Nationale Loterij.

Klachten over de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van nietigheid, ingediend worden binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van twee maanden. Ze moeten bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of er tegen ontvangstbewijs worden afgegeven.

Bij elke klacht moet het betrokken biljet gevoegd zijn. Op de achterzijde van het biljet dient de deelnemer zijn naam, voornaam en adres te vermelden.

Art. 8.De Nationale Loterij erkent slechts één enkele eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is. In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte.

Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard in geval van diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.

De eigenaar van een biljet met een druktechnisch gebrek kan geen aanspraak maken op een lot, maar alleen op de terugbetaling van zijn biljet.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 10.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 augustus 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR