Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 september 2008
gepubliceerd op 08 oktober 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013285
pub.
08/10/2008
prom.
09/09/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren;

Op de voordracht van De Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Athene, 9 september 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2007 Bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2007 onder het nummer 84914/CO/322) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : 1° de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1°, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987), verder genoemd « de werkgever »;2° de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3°, van genoemde wet van 24 juli 1987, die door de uitzendbureaus worden tewerkgesteld, verder genoemd « de werknemer ». HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.Wanneer een arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte of een ongeval van gemeen recht een aanvang neemt na het einde van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid en uiterlijk op de eerste werkdag na het einde van deze arbeidsovereenkomst, heeft de werknemer ten laste van de laatste werkgever recht op een bijkomende vergoeding, bovenop de uitkering betaald door het ziekenfonds.

Art. 3.Voor de werknemer-arbeider is de vergoeding, bedoeld in artikel 2, gelijk aan 25,88 pct. van het gedeelte van het normale loon dat het plafond waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de uitkeringen inzake ziekte- en invaliditeitsverzekering niet overschrijdt, en aan 85,88 pct. van het gedeelte van het normale loon dat dit plafond overschrijdt.

Voor de werknemer-bediende zijn deze percentages gelijk aan respectievelijk 26,93 pct. en 86,93 pct.

Het normale loon wordt berekend overeenkomstig artikel 56, 2e alinea, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).

Art. 4.Deze vergoeding is verschuldigd voor elke werkdag die niet werd gepresteerd als gevolg van de arbeidsongeschiktheid, met een maximum van vijf of zes dagen, naargelang de werknemer in het vijf of zes dagenstelsel tewerkgesteld was.

Art. 5.De vergoeding, bedoeld bij artikel 2, is enkel door de werkgever verschuldigd indien de werknemer : 1° op het ogenblik waarop de arbeidsongeschiktheid een aanvang neemt, 65 dagen gewerkt heeft bij het uitzendbureau en bij de klant-gebruiker, en dit, overeenkomstig artikel 13 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;2° uiterlijk de tweede werkdag na het einde van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid het bewijs van de arbeidsongeschiktheid levert.

Art. 6.De vergoeding, bedoeld in artikel 2, is niet verschuldigd aan de werknemer indien de werkgever het bewijs levert dat de werknemer, ook zonder enige vorm van arbeidsongeschiktheid, gedurende de periode bedoeld bij artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, geenszins voor rekening van de werkgever bij de klant-gebruiker zou gewerkt hebben.

Het bewijs, waarvan sprake in de vorige alinea, kan door alle rechtsmiddelen worden aangebracht.

Art. 7.De vergoeding, bedoeld bij artikel 2, is niet verschuldigd aan de werknemer indien de arbeidsongeschiktheid aanvangt tijdens de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, noch in geval van moederschapsverlof. HOOFDSTUK III. - Intrekkende bepalingen

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de vorige collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2005, afgesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren, betreffende een bijkomende vergoeding in geval van arbeidsongeschiktheid na een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 mei 2006 en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2006. HOOFDSTUK IV. - Duur

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt, afgesloten voor een bepaalde duur, treedt in werking op 1 januari 2007 en verstrijkt op 30 juni 2009.

Zij kan, mits een opzeggingstermijn van drie maanden wordt in acht genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 september 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^