gepubliceerd op 28 november 2014
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen, betreffende de bijkomende inspanningen inzake opleiding
9 OKTOBER 2014. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen, betreffende de bijkomende inspanningen inzake opleiding (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen, betreffende de bijkomende inspanningen inzake opleiding.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 oktober 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de openbare kredietinstellingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2014 Bijkomende inspanningen inzake opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 28 april 2014 onder het nummer 120828/CO/325)
Artikel 1.Toepassingsgebied en doel Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt voor de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité nr. 325 voor de openbare kredietinstellingen.
Deze overeenkomst heeft tot doel de sectorale inspanning inzake opleiding voor het jaar 2014 te verhogen.
Art. 2.Extra inspanningen inzake opleiding De in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen verbinden zich tot een jaarlijkse verhoging van de opleidingsinspanningen door middel van het optrekken van de participatiegraad aan opleidingen met 5 procentpunten in 2014.
Indien in de loop van de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst nog andere wettelijke verplichtingen inzake opleiding van kracht zouden worden, dan verbinden de ondertekenende partijen zich ertoe om onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst in dat verband aan te vullen en/of te wijzigen.
Art. 3.Specifieke maatregelen De in artikel 2, eerste lid van deze overeenkomst bedoelde jaarlijkse verhoging zal worden tot stand gebracht door : - een verbetering van de bewustmaking van de werknemers en van de publiciteit rond het opleidingsaanbod; - de daadwerkelijke uitvoering van individuele opleidingsplannen uitgewerkt tijdens de jaarlijkse functionerings- of evaluatiegesprekken; - het toekennen van de mogelijkheid vijf opleidingsdagen per jaar te volgen. Deze opleidingsdagen kunnen worden aangewend voor het volgen van een cursus gegeven binnen of buiten de onderneming, van een opleiding op de werkplek of van een opleiding die gebruik maakt van de nieuwe informatietechnologieën, en moeten de werknemer ondersteunen in zijn functie en in de ontwikkeling van de voor zijn loopbaan binnen de onderneming vereiste of nuttige competenties.
Art. 4.Uitwerking en geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 voor een duur van één jaar en houdt dus van rechtswege op van kracht te zijn op 31 december 2014, zonder dat de stilzwijgende verlenging ervan door één van de partijen kan worden ingeroepen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 oktober 2014.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK