gepubliceerd op 26 februari 2000
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toestand van bepaalde chauffeurs slachtoffers van wegblokkades in Denemarken
9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toestand van bepaalde chauffeurs slachtoffers van wegblokkades in Denemarken (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de toestand van bepaalde chauffeurs slachtoffers van wegblokkades in Denemarken.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1996 Toestand van bepaalde chauffeurs slachtoffers van wegblokkades in Denemarken (Overeenkomst geregistreerd op 15 december 1997 onder het nummer 46482/CO/140.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden behorend tot de categorie van het rijdend personeel van de ondernemingen van goederenvervoer over de weg voor rekening van derden, met uitzondering van de verhuisondernemingen en van de taxi- en taxibestelwagenbedrijven, die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer.
Onder werklieden, wordt bedoeld de werkers en werksters. HOOFDSTUK II. - Beloning van de chauffeurs vertrokken naar Denemarken vanaf vrijdag 29 november 1996 om 0 uur
Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de leden van het rijdend personeel die de werkgever heeft doen of laten vertrekken naar Denemarken vanaf vrijdag 29 november 1996 om 0 uur.
Art. 3.Onder voorbehoud van toepassing van artikel 4, moet de werkgever aan de in artikel 2 bedoelde chauffeurs het loon betalen met betrekking tot de arbeidsuren en de overbruggingsuren.
Hij moet ook de A.R.A.B.-vergoeding alsook de in artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 1985 tot vaststelling van de bedragen van de verblijfs- en verfrissingsvergoedingen in de ondernemigen van goederenvervoer, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1985) voorziene vergoedingen betalen.
Art. 4.Voor de volle dagen van blokkade betaalt de werkgever aan de arbeiders : 1° het loon voorzien bij artikel 7.2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 1985 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden en de lonen van de bemanningsleden tewerkgesteld in de ondernemingen van goederenvervoer over de weg voor rekening van derden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1985); 2° de vergoedingen verschuldigd krachtens de artikelen 3.1 en 3.3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 1985 betreffende de verblijfs- en verfrissingsvergoedingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1985). HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 29 november 1996 en houdt op van kracht te zijn op 1 december 1996.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2000.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX