Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 juli 1994 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier

bron: ministerie van landsverdediging

numac: 2002007303

pub.: 08/01/2003

prom.: 09/12/2002

ELI: eli/besluit/2002/12/09/2002007303/staatsblad

staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

9 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 juli 1994 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op artikel 2, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 1994 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier, inzonderheid op de bijlage A, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 2 juli 1996, 22 november 1999 en 8 november 2001, en de bijlage B, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 november 1999;

Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 1 juli 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 juli 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 29 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 8 oktober 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit onderdeel is van een geheel van maatregelen, waarvan beloofd werd dat ze op de gestelde data in werking zouden treden;

Overwegende dat het respecteren van deze termijn onontbeerlijk is om de sociale vrede in de krijgsmacht te handhaven;

Overwegende dat het noodzakelijk is voor het moreel van de krijgsmacht de militairen, net als de federale ambtenaren, van deze lineaire weddenverhoging te laten genieten;

Overwegende dat, zonder uitstel, de nodige maatregelen moeten getroffen worden om de uitbetaling van de verhoogde wedden binnen de gestelde termijnen te waarborgen;

Op de voordracht van Onze Ministers van Landsverdediging en Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De tabellen 7, 8, 9, 12 en 13 van de bijlage A bij het koninklijk besluit van 4 juli 1994 houdende bezoldigingsregeling van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang van officier worden vervangen door de tabellen 7, 8, 9, 12 en 13 van de bijlage A gevoegd bij dit besluit.

Art. 2.In hetzelfde besluit worden de tabellen 1, 1bis , 2, 2bis , 3, 3bis , 4, 4bis , 5, 5bis , 6, 10 en 11 van de bijlage A en de bijlage B vervangen door de tabellen 1, 1bis , 2, 2bis , 3, 3bis , 4, 4bis , 5, 5bis , 6, 10 en 11 van de bijlage A en de bijlage B gevoegd bij dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2002, behalve het artikel 2 dat in werking treedt op 1 januari 2003.

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 december 2002.