gepubliceerd op 28 september 1999
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999, en bestemd tot dekking van alle uitgaven van het Ministerie van Financiën in verband met het opslaan van belastinggegevens en de overgang naar het jaar 2000 of de Euro
8 MAART 1999. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999, en bestemd tot dekking van alle uitgaven van het Ministerie van Financiën in verband met het opslaan van belastinggegevens en de overgang naar het jaar 2000 of de Euro
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999, inzonderheid op artikel 2.18.12;
Overwegende dat op het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999 een niet-gesplitst provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 250 miljoen frank, bestemd tot het dekken van alle uitgaven van het Ministerie van Financiën in verband met het opslaan van belastinggegevens en de overgang naar het jaar 2000 of de Euro;
Op de voordracht van Onze Vice-Eeerste Minister en Minister van Begroting en van Onze Minister van Financiën, en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Er wordt een bedrag van 75,2 miljoen frank overgedragen van het niet-gesplitst krediet op het programma 18-60-1 van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999, onder de basisallocatie 18/60.10.01.09, en bestemd om alle uitgaven van het Ministerie van Financiën te dekken in verband met het opslaan van belastinggegevens en de overgang naar het jaar 2000 of de Euro, naar het programma 18-50-5 BTW, Registratie en Domeinen.
Art. 2.Het bovenvermelde bedrag is verbonden aan de kredieten uitgetrokken voor het begrotingsjaar 1999 op het betrokken programma en op de basisallocatie 18/50.53.12.28 van de sectie 18 - Ministerie van Financiën.
Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR