gepubliceerd op 05 maart 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, tot oprichting van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector" en vaststelling van zijn statuten
8 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, tot oprichting van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector" en vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 februari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en van het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, tot oprichting van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector" en vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 8 januari 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 Oprichting van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2011 onder het nummer 106875/CO/117 en 211) HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur
Artikel 1.Er wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht vanaf 1 januari 1997, voor de werklieden, werksters en bedienden, tewerkgesteld in de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel, alsook voor de werkgevers behorend tot deze paritaire comités, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid van de petroleumsector".
Art. 2.De zetel van het fonds bevindt zich in het arrondissement Brussel : Kunstlaan 39, te 1040 Brussel.
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. de bijdragen vereist voor zijn werking te innen via de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;2. de organisatie te financieren van de initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling van risicogroepen in het kader van de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, en in het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel;3. de ondersteuning van nationale en internationale projecten binnen de petroleum.
Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde duur opgericht. HOOFDSTUK II. - Beheer
Art. 5.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de meest representatieve werknemers- en werkgeversorganisaties.
De raad van beheer bestaat uit 10 leden, hetzij 5 vertegenwoordigers van de werknemers en 5 vertegenwoordigers van de werkgevers, aangeduid door het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel en door het Paritair Comité voor de bedienden uit de petroleumnijverheid en -handel.
Het mandaat van de leden van de raad van beheer wordt niet vergoed.
Art. 6.Elk jaar wordt door de raad van beheer een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris aangeduid.
Art. 7.De raad van beheer wordt door de voorzitter bijeengeroepen.
Deze is ertoe gehouden de raad tenminste eenmaal per jaar bijeen te roepen.
Wanneer vijf beheerders dit vragen, roept de voorzitter de raad in vergadering bijeen uiterlijk binnen tien dagen volgend op de ontvangst van het verzoek.
De oproepingen vermelden de agenda.
De raad kan slechts geldig beslissen over de punten die op de agenda voorkomen en enkel wanneer er tenminste de helft van de leden deel uitmakend van de werknemersafvaardiging en tenminste de helft van de leden van de werkgeversafvaardiging aanwezig is.
De verslagen van de zittingen van de raad zullen in het notulenboek ingeschreven worden. Ze worden ondertekend door de voorzitter of zijn plaatsvervanger en door de secretaris.
De leden van de raad zullen uiterlijk voor de volgende zitting een afschrift van de beraadslagingen ontvangen.
De afschriften of uittreksels van de notulen die bij de rechtbank of elders moeten gedeponeerd worden zijn ondertekend door de voorzitter van de raad van beheer en door twee beheerders waarvan één van de zijde van de werknemers, de andere van die van de werkgevers.
Wanneer tot de stemming moet overgegaan worden, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het getal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de jongste leden). De beslissingen worden met een meerderheid van twee derden van de stemmers genomen.
De beheerders kunnen echter niet deelnemen aan de beraadslagingen waarbij zij persoonlijk belang hebben. Hun onthouding wordt in de notulen vermeld.
Art. 8.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en alle maatregelen te nemen die voor zijn goede werking zijn vereist.
Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheid inzake het beheer en de administratie van het fonds en de verwezenlijking van zijn doel.
De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid beheert de inkomsten in het kader van de ondersteuning van internationale projecten en kent deze inkomsten toe aan diverse NGO-projecten inzake energie.
De raad van beheer treedt op in rechten in naam van het fonds op vervolging en ten verzoek van de voorzitter en van de ondervoorzitter.
Hij kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden, en zelfs aan derden.
Art. 9.Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad een speciale volmacht heeft verleend, zal het fonds geldig tegenover derden vertegenwoordigd zijn door de gezamenlijke handtekeningen van drie beheerders (twee van de zijde van de werknemers één van de zijde van de werkgevers) Zonder dat deze beheerders enigerlei beslissing of een bijzondere volmacht moeten overleggen.
Art. 10.De beheerders zijn alleen verantwoordelijk wat de uitvoering van hun mandaat betreft en persoonlijk gaan ze, omwille van hun beheer, geen enkele verbintenis aan ten opzicht van de verplichtingen van het fonds. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 11.Het fonds wordt gespijsd door de bijdragen op de loonmassa van 0,20 pct. verschuldigd door de werkgevers aangesloten of niet bij de Belgische Petroleum Federatie, evenals door de interesten uit de belegde fondsen.
Art. 12.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is belast met de inning van de bijdragen : - voor 2012, voor elk kwartaal : 0,40 pct. op de loonmassa.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal ieder kwartaal de door hem geïnde bijdragen storten op de door het fonds geopende financiële rekening bij FORTIS BANK, nummer 001-1950434-34.
De bedragen moeten op het credit van deze rekening ingeschreven zijn uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het kwartaal. HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden
Art. 13.De werkgevers, die deelgenomen hebben aan initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling van risicogroepen worden in het kader van voormelde sectorale collectieve overeenkomsten door het fonds bij het einde van de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst terugbetaald op basis van een alsdan in te dienen rechtvaardigingsformulier, volgens de modaliteiten van voormelde collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Rekeningen
Art. 14.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.
Art. 15.Elk jaar, en uiterlijk in de loop van de maand december, wordt het budget voor het volgend jaar onderworpen aan de goedkeuring van de betrokken paritaire comités.
Art. 16.De rekeningen van het verlopen jaar worden op 31 december afgesloten.
Art. 17.Een revisor, ten laste van het fonds brengt over zijn opdracht éénmaal per jaar verslag uit bij de paritaire comités, vermeld bij artikel 1, die er een afschrift van overmaken aan de Minister. HOOFDSTUK VI. - Ontbinding en vereffening
Art. 18.Het fonds wordt van rechtswege ontbonden bij beslissing in de bevoegde paritaire comités 117 en 211.
Art. 19.Met het oog op de terugbetaling door het fonds aan de ondernemingen, die deelgenomen hebben aan de initiatieven tot vorming van risicogroepen, zal een financiële rekening aangehouden worden bij FORTIS BANK.
Art. 20.Het gebeurlijk saldo wordt overgemaakt aan het Tewerkstellingsfonds van FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van bepaalde duur met aanvang op 1 januari 2011 en eindigend op 31 december 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK