gepubliceerd op 27 mei 2025
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 januari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden
7 MEI 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 januari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 januari 2025, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 mei 2025.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, D. CLARINVAL _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 januari 2025 Loon- en arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 31 januari 2025 onder het nummer 191695/CO/132) Preambule Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel het in artikel 2 (loon van de categorie 1A) schrappen van de verwijzing naar de lonen van de seizoenwerknemers in de landbouwsector. Tegelijk worden de op 1 januari 2025 geïndexeerde lonen vastgesteld.
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en hun werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders zonder onderscheid naar gender.
HOOFDSTUK II. Omschrijving van de categorieën
Art. 2.Categorie 1. Dit is de categorie waar ongeschoolden zonder ervaring starten. 1A. De tijdelijke werknemers die enkel bijspringen in drukke periodes, die werken op basis van schriftelijke dagcontracten en die aangemeld worden via Dimona. Deze werknemers werken maximum 25 dagen op jaarbasis in de sector. 1B. Nieuw aangeworven werknemers, ongeschoold en zonder ervaring, evenals de werknemers die niet ressorteren onder categorie 1A. Toepassingsmodaliteiten van categorieën 1A en 1B : - Bij dagcontracten zijn de eerste 25 dagen aan categorie 1A; vanaf de 26ste dag aan categorie 1B; - Dagcontracten die vanaf de 26ste dag nog steeds categorie 1A vermelden vallen automatisch onder categorie 1B vanaf de 1ste dag van tewerkstelling; - Contracten van onbepaalde duur vallen steeds onder minimaal categorie 1B vanaf de eerste dag van tewerkstelling.
Categorie 2. Hiertoe behoren de basismedewerkers met minimum één jaar ervaring. Zij beoefenen de job onder de verantwoordelijkheid van een teamleider of bedrijfsleider die de eindverantwoordelijkheid draagt.
Ze zijn niet polyvalent inzetbaar en voeren steeds dezelfde functie uit.
Categorie 3. Hiertoe behoren de volgende werknemers : - arbeiders die technische functies uitoefenen; - arbeiders die over een zekere polyvalentie inzake besturen van machines en mechanisatie beschikken.
Behoren bijvoorbeeld tot categorie 3 : polyvalente chauffeurs en mecaniciens.
Categorie 4. Tot deze categorie behoren de werknemers die rechtstreeks ressorteren onder de verantwoordelijken categorie 5 en die zelf ook leiding geven. Behoren ook tot categorie 4 : de werknemers die door de aard van de producten waarmee ze werken (bijvoorbeeld sproeistoffen,...) een grote verantwoordelijkheid dragen voor hun collega's enerzijds en voor de landbouwproducten anderzijds.
Categorie 5. Tot deze categorie behoren de verantwoordelijken. Deze werknemers kunnen volledig zelfstandig werken. Ze werken rechtstreeks onder de bedrijfsleiding en ze dragen de eindverantwoordelijkheid voor de opdrachten. Dit houdt in dat ze leiding geven over andere werknemers.
HOOFDSTUK III. - Minimumuurlonen
Art. 3.De minimumuurlonen van de in artikel 1 bedoelde werknemers werden op 1 januari 2008, vóór indexatie, als volgt vastgesteld : - Categorie 1A : 7,50 EUR; - Categorie 1B : 9,16 EUR; - Categorie 2 : 9,62 EUR; - Categorie 3 : 10,12 EUR; - Categorie 4 : 11,13 EUR; - Categorie 5 : 12,24 EUR. De minimumlonen van toepassing vanaf 1 januari 2025 na indexering zijn dan als volgt : - Categorie 1A : 12,01 EUR; - Categorie 1B : 14,11 EUR; - Categorie 2 : 14,85 EUR; - Categorie 3 : 15,58 EUR; - Categorie 4 : 17,13 EUR; - Categorie 5 : 18,78 EUR. De lonen gelden voor een maximum wekelijkse arbeidsduur van 38 uren.
HOOFDSTUK IV. - Anciënniteitstoeslag
Art. 4.De werkgever is ertoe gehouden aan de werknemers een anciënniteitstoeslag te betalen, als volgt vastgesteld : - voor werknemers die 1 tot 5 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,03 EUR per uur; - voor werknemers die 5 tot 10 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,05 EUR per uur; - voor werknemers die 10 tot 15 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,15 EUR per uur; - voor werknemers die 15 tot 20 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,25 EUR per uur; - voor werknemers die 20 tot 25 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,38 EUR per uur; - voor werknemers die 25 tot 30 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,50 EUR per uur; - voor werknemers die 30 tot 35 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,65 EUR per uur; - voor werknemers die 35 tot 40 jaar anciënniteit hebben in de onderneming : toeslag van 0,80 EUR per uur; - voor werknemers vanaf 40 jaar anciënniteit in de onderneming : toeslag van 1,00 EUR per uur.
Art. 5.Voor de berekening van het loon worden al de uren in aanmerking genomen gedurende welke de werknemer ter beschikking van de werkgever zijn mits aftrek van de duur der schafttijden.
HOOFDSTUK V. - Minimumweekloon
Art. 6.Een minimumweekloon, gelijk aan het gemiddeld loon verdiend gedurende de voorgaande twee weken, dat niet minder mag bedragen dan het loon voor het van kracht zijnde aantal wekelijkse arbeidsuren, is gewaarborgd aan de werknemers.
Het minimumweekloon wordt aan de werknemers gewaarborgd voor elke week tijdens dewelke zij niet meer dan één dag onvrijwillig werkloos zijn.
HOOFDSTUK VI. - Nachtwerk
Art. 7.Voor de arbeid verricht tussen 22 uur en 6 uur (23 uur en 7 uur in de zomeruurregeling), is de werkgever verplicht de betrokken werknemers een toeslag van 20 pct. op het loon te betalen.
Art. 8.De werkhervatting mag voor de werknemers die nachtwerk hebben verricht slechts volgen na een rustperiode van minstens acht uren wanneer dit nachtwerk zich uitzonderlijk voordoet en geen normaal en vastgesteld arbeidsstelsel is en wat de werkneemsters betreft.
HOOFDSTUK VII. - Koppeling van de lonen en vergoedingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 9.Het minimumuurloon evenals de werkelijk betaalde lonen en vergoedingen worden gekoppeld aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, tot koppeling van de lonen en vergoedingen aan de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex.
HOOFDSTUK VIII. - Bijzondere bepalingen
Art. 10.Onverminderd de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven de gunstigere loon- en arbeidsvoorwaarden, voorzien bij particuliere akkoorden gesloten op het vlak van de onderneming behouden.
HOOFDSTUK IX. - Geldigheid
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2025 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2024, geregistreerd onder het nr. 187916/CO/132 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Zij kan door elk van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 mei 2025.
De Minister van Werk, D. CLARINVAL