gepubliceerd op 22 april 2005
Koninklijk besluit tot inwerkingstelling van artikel 3 van de wet van 15 februari 2005 tot wijziging van de wetten van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht en 12 juli 1973 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht
7 APRIL 2005. - Koninklijk besluit tot inwerkingstelling van artikel 3 van de wet van 15 februari 2005 tot wijziging van de wetten van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht en 12 juli 1973 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 februari 2005 tot wijziging van de wetten van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht en 12 juli 1973 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actiefkader van de krijgsmacht, inzonderheid op de artikelen 3 en 6;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3 van de wet van 15 februari 2005 tot wijziging van de wetten van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht en 12 juli 1973 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht, treedt in werking.
Art. 2.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 7 april 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT