6 JUNI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 april 1992 houdende toekenning van een vakantiegeld en van een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld aan de gepensioneerden van de openbare diensten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 juli 1966 houdende toekenning van een vakantiegeld en van een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld aan de gepensioneerden van de openbare diensten, inzonderheid op artikel 3, vervangen door de wet van 24 december 1999 houdende sociale en diverse bepalingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 14 februari 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 21 maart 2000;

Gelet op het protocol van 25 mei 2000 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat dit besluit een maatregel bevat die ingaat op 1 januari 2000 en dat het bijgevolg van belang is dat de verschillende openbare machten en instellingen die voormeld koninklijk besluit van 1 april 1992 dienen toe te passen, zo vlug mogelijk dienen ingelicht te worden over de aan dit besluit aangebrachte wijzigingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 april 1992 houdende toekenning van een vakantiegeld en van een aanvullende toeslag bij het vakantiegeld aan de gepensioneerden van de openbare diensten, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1992, wordt opgeheven.

Art. 2.Artikel 4, § 2 van voormeld koninklijk besluit van 1 april 1992, gewijzigd bij de wet van 26 juni 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Het in § 1 vastgestelde bedrag wordt op 11.377 frank gebracht voor de personen die het gewaarborgd minimumbedrag voor een gehuwde gepensioneerde genieten. ».

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 4.Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, F. Vandenbroucke