gepubliceerd op 25 augustus 2011
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2002 betreffende de bijkomende tewerkstelling die voortvloeit uit de arbeidsduurvermindering bij het loopbaaneinde voor de instellingen en diensten voor volwassenen in moeilijkheden
6 JULI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2002 betreffende de bijkomende tewerkstelling die voortvloeit uit de arbeidsduurvermindering bij het loopbaaneinde voor de instellingen en diensten voor volwassenen in moeilijkheden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2002 betreffende de bijkomende tewerkstelling die voortvloeit uit de arbeidsduurvermindering bij het loopbaaneinde voor de instellingen en diensten voor volwassenen in moeilijkheden.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 juli 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2010 Aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2002 betreffende de bijkomende tewerkstelling die voortvloeit uit de arbeidsduurvermindering bij het loopbaaneinde voor de instellingen en diensten voor volwassenen in moeilijkheden (Overeenkomst geregistreerd op 3 maart 2011 onder het nummer 103302/CO/319.02) Gelet op het "akkoord in de non-profitsector" van 29 juni 2000, gesloten tussen de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vertegenwoordigers van de werknemers en van de inrichtende machten, wordt overeengekomen wat volgt : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de opvangtehuizen die onder de bevoegdheid van het paritair subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap vallen en erkend en/of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 2.Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen
Art. 3.§ 1. Overeenkomstig en volgens de modaliteiten in het besluit dat moet genomen worden door het College, stort de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een som, gewoonlijk "dotatie" genoemd, aan het fonds voor bestaanszekerheid, genoemd "Fonds bruxellois pour l'embauche compensatoire". § 2. Voor het jaar 2010 zal deze dotatie berekend worden door het uurforfait dat bepaald wordt door het College, te vermenigvuldigen met het aantal uren arbeidsduurvermindering van het door de Cocof gesubsidieerd personeel dat minstens de leeftijd van 45 jaar bereikt heeft op 31 december 2009 en dat tewerkgesteld is in de inrichtingen en diensten die zij subsidieert als opvangtehuis. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen
Art. 4.In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt het gedeelte van de som waarvan sprake in artikel 3 betreffende het gesubsidieerd personeel van de opvangtehuizen "dotatie 2010 - opvangtehuizen" genoemd.
Art. 5.De "dotatie 2010 - opvangtehuizen" wordt door het beheerscomité van het "Fonds bruxellois pour l'embauche compensatoire" verdeeld tussen de inrichtingen voor volwassenen in moeilijkheden die erkend en gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 6.§ 1. Het "Fonds bruxellois pour l'embauche compensatoire" zal het aantal uren arbeidsduurvermindering berekenen die de werknemers van de opvangtehuizen die gesubsidieerd worden door de Cocof, die tenminste op 31 december 2009 de leeftijd van 45 jaar hadden bereikt, genieten. §2. De werknemers bedoeld in § 1 van dit artikel zijn alle werknemers van de gesubsidieerde inrichtingen en dit zonder onderscheid te maken tussen personeel dat gesubsidieerd wordt door de Cocof en de andere wijzen van tenlasteneming van de loonlasten van genoemd personeel. §3. Als de erkende inrichting slechts een van de exploitatiezetels is van een grotere VWZ zal enkel het personeel van deze exploitatiezetel in aanmerking worden genomen.
Art. 7.De "dotatie 2010 - opvangtehuizen" wordt gedeeld door het aantal uren arbeidsduurvermindering, berekend overeenkomstig artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Het bedrag dat zo wordt bekomen vormt het "uurforfait voor bijkomende aanwerving" waarop elke inrichting aanspraak kan maken voor elk uur arbeidsduurvermindering door een personeelslid.
Art. 8.Het "Fonds bruxellois pour l'embauche compensatoire" zal aan het gesubsidieerde opvangtehuis het jaarlijkse forfait toekennen dat het tehuis toekomt. Dat forfait wordt berekend door het uurforfait, waarvan sprake in artikel 7, te vermenigvuldigen met het aantal uren dat theoretisch moet worden gecompenseerd in de betrokken inrichting.
Art. 9.De voor 2010 toegekende som moet worden gerechtvaardigd door het begunstigde tehuis door de uitgaven betreffende een netto verhoging van het tewerkstellingsvolume, tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010.
Art. 10.Het tewerkstellingsvolume waarvan sprake in vorig artikel is hetgeen werd vastgesteld op 31 december 2009.
Art. 11.§ 1. Over de toewijzing van de som die toegekend werd door het "Fonds bruxellois pour l'embauche compensatoire" moet er een akkoord zijn met de ondernemingsraad of met de vakbondsafvaardiging van de inrichting en dit met inachtneming van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 (gesloten op 27 februari 1981 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981, gepubliceerd op 6 oktober 1981), gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35bis (gesloten op 9 februari 2000 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 2000, gepubliceerd op 29 maart 2000). § 2. In de mate van het mogelijke zal de bijkomende aanwerving prioritair verwezenlijkt worden dankzij banen die de werklast van het personeel dat rechtstreeks bij de huisvesting betrokken is, verminderen.
Art. 12.De bedragen die niet gerechtvaardigd worden door een netto verhoging van het tewerkstellingsvolume zullen terugbetaald worden aan het "Fonds bruxellois pour l'embauche compensatoire", volgens de modaliteiten die bepaald worden door het beheerscomité van dat fonds. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2010 en vult de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2002 aan betreffende de bijkomende aanwerving die voortvloeit uit de arbeidsduurvermindering bij de eindeloopbaan voor de inrichtingen en diensten voor volwassenen in moeilijkheden (registratienummer 63292 - koninklijk besluit van 19 juli 2006 - Belgisch Staatsblad van 22 september 2006).
Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur van een jaar.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 juli 2011.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET