6 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende permanente vorming (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de betonindustrie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de betonindustrie, betreffende permanente vorming.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de betonindustrie Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 mei 2005 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2005 onder het nummer 75306/CO/106.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Subcomité voor de betonindustrie ressorteren.

Art. 2.Elke arbeid(st)er heeft recht op twee dagen vorming in de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2006.

Deze vormingsdagen worden toegekend a rato van één dag in het jaar 2005 en één dag in het jaar 2006.

Er wordt in het bijzonder aandacht besteed aan stressbeleid, omgaan met gevaarlijke stoffen en voorkoming van rugklachten.

De vormingsdagen kunnen zowel worden georganiseerd door het sociaal fonds, als door de werkgevers zelf of door andere opleidingsinstellingen.

Art. 3.Voor de arbeid(st)ers die tijdens de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2006 in dienst worden genomen, moet een basisinitiatie veiligheid worden georganiseerd door de werkgever.

De modaliteiten van deze basisinitiatie veiligheid worden op ondernemingsvlak vastgelegd.

De duur van deze basisinitiatie wordt vastgesteld op 7,6 uur en wordt in rekening gebracht voor de berekening van de opleidingstijd zoals voorzien in artikel 2.

Art. 4.Deeltijdse arbeid(st)ers genieten van de opleidingsdagen a rato van hun deeltijdse prestaties.

Art. 5.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 december 2005.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN