gepubliceerd op 29 augustus 2012
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 betreffende de functieclassificatie van het niet-rijdend personeel in de ondernemingen van het goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden
5 MAART 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 betreffende de functieclassificatie van het niet-rijdend personeel in de ondernemingen van het goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 betreffende de functieclassificatie van het niet-rijdend personeel in de ondernemingen van het goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 maart 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2006 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 betreffende de functieclassificatie van het niet-rijdend personeel in de ondernemingen van het goederenvervoer en goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 12 januari 2007 onder het nummer 81553/CO/140)
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en behorend tot de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en voor de goederenbehandeling voor rekening van derden, alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is, afgeleverd door de bevoegde overheid;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is.5° voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner dan 500 kilogram en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor de goederenbehandeling voor rekening van derden" wordt bedoeld de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden" wordt bedoeld : alle werklieden en werksters behorend tot de categorie van het niet-rijdend personeel.
Art. 2.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 betreffende de functieclassificatie van het niet-rijdend personeel in de ondernemingen van het goederenvervoer en van de goederenbehandeling voor rekening van derden, geregistreerd op 7 maart 2006 onder het nummer 78896/CO/140, wordt een artikel 10bis ingelast, luidend als volgt : "
Art. 10bis.Beroepsprocedure Partijen komen overeen om de regels in functie van de beroepsprocedure te hanteren zoals opgenomen in bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst."
Art. 3.Na artikel 11 van de hogergenoemd collectieve arbeidsovereenkomst, wordt een bijlage ingevoegd : "Bijlage Vaststelling van de beroepsprocedure functieclassificatie niet-rijdend personeel 140.04.09."
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft dezelfde geldigheidsduur als deze die ze wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 betreffende de functieclassificatie van het niet-rijdend personeel in de ondernemingen van het goederenvevoer en goederenbehandeling voor rekening van derden Beroepsprocedure functieclassificatie niet-rijdend personeel 140.04.09 Elke werknemer of werkgever, of hun representatieve organisaties, die van oordeel is dat er onjuistheden optreden in de taakbeschrijving, functie-indeling en/of inschaling kan hierbij beroep aantekenen. Elke werknemer of werkgever die van oordeel is dat er procedurefouten zijn ontstaan bij de invoering van de functieclassificatie kan op basis daarvan beroep aantekenen.
Essentieel hierbij is dat alle betrokken partijen in eerste instantie moeten uitgaan van de context van de te bediscussiëren functie en de taakbeschrijving, met andere woorden niet de functietitel is doorslaggevend, wel wat iemand effectief doet.
Indien tussen de werkgever en de werknemer geen akkoord wordt gevonden over de taakbeschrijving zal het geschil aan het verzoeningsbureau van het paritair comité worden voorgelegd, vooraleer in de sectorale beroepscommissie te worden behandeld.
Indien geen vergelijk wordt gevonden tussen de werkgever en de werknemer, moet de beroepsprocedure worden opgestart.
Deze beroepsprocedure verloopt als volgt : 1. Fase A - op het niveau van de onderneming De werknemer maakt de klacht schriftelijk kenbaar bij de hiërarchische leiding, de personeelsverantwoordelijke of de directie, naargelang de geplogenheden in de onderneming.De werknemer kan zich altijd - zowel bij het indienen als bij de behandeling van de klacht - laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de erkende en representatieve vakbondsorganisatie in het "Paritair Comité voor het vervoer" waarbij hij/zij aangesloten is, en/of syndicale delegatie indien aanwezig.
De werkgever kan zich desgewenst laten bijstaan door een vertegenwoordiger van de erkende en representatieve werkgeversorganisatie in het "Paritair Comité voor het vervoer" waarbij hij/zij aangesloten is.
Het bezwaar dient voldoende toegelicht te worden.
De werkgever is ertoe gehouden om binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de datum van indiening van klacht, samen te komen met betrokken werknemer - werknemers en een oplossing na te streven.
In geval van akkoord tussen werkgever en werknemer wordt de beroepsprocedure stopgezet.
Zowel in het geval van akkoord als in het geval van geen akkoord wordt dit binnen de zeven kalenderdagen door de werkgever schriftelijk medegedeeld aan de indiener(s) van de klacht. 2. Fase B - op het niveau van de sector De sectorale beroepscommissie, onder het voorzitterschap van de voorzitter van het "Paritair Comité voor het vervoer", telt 12 leden, namelijk 6 vertegenwoordigers van de erkende en representatieve werkgeversorganisaties en 6 vertegenwoordigers van de erkende en representatieve werknemersorganisaties in het "Paritair Comité voor het vervoer". Indien binnen de vermelde dertig dagen geen akkoord tot stand kwam tijdens fase A, op het niveau van de onderneming, heeft de benadeelde partij het recht om in hoger beroep te gaan via zijn/haar erkende en representatieve werknemers- of werkgeversorganisatie in het "Paritair Comité voor het vervoer" waarbij hij/zij aangesloten is.
Het hoger beroep moet binnen een periode van dertig dagen, volgend op de schriftelijke mededeling na de beëindiging van fase A, kenbaar gemaakt worden aan de sectorale beroepscommissie, met kopie van dit schrijven aan de andere organisaties zetelend in de beroepscommissie.
De sectorale beroepscommissie onderzoekt de klacht op basis van het dossier. Hiertoe kan zij alle stappen ondernemen die zij nodig acht.
Zij kan diverse betrokkenen (indiener van de klacht, hiërarchisch verantwoordelijken, collega's, vakbondsvertegenwoordigers,...) horen.
Binnen de drie maanden nadat de klacht aanhangig werd gemaakt bij de sectorale beroepscommissie doet deze commissie een voor alle partijen bindende uitspraak.
Indien de functie in een andere klasse wordt ingedeeld geldt die andere indeling vanaf de eerste van de maand die volgt op de schriftelijke indiening van de klacht.
De betrokken werknemer en werkgever worden door de voorzitter van de sectorale beroepscommissie schriftelijk ingelicht over deze uitspraak binnen zeven kalenderdagen.
Indien er binnen de gestelde termijn van drie maanden geen bindende uitspraak wordt gedaan door de sectorale beroepscommissie kan de benadeelde partij zich tot de arbeidsrechtbank wenden. 3. Bescherming van de werknemer De werkgever welke een werknemer tewerkstelt, die hetzij op het vlak van de onderneming die hem tewerkstelt, volgens de geldende afspraken in verband met de beroepsprocedure, hetzij op het vlak van de sector, volgens de geldende beroepsprocedure, een met redenen omklede klacht heeft ingediend met betrekking tot de functieclassificatie, of die een rechtsvordering instelt met betrekking tot de functieclassificatie mag de arbeidsverhouding niet beëindigen, noch de arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen, behalve om redenen die vreemd zijn aan die klacht of aan die rechtsvordering. De wettelijke regels inzake willekeurig ontslag blijven van toepassing.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK