Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 maart 2012
gepubliceerd op 11 juli 2012

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de invoering van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de ondernemingen die rook-, pruim- en snuiftabak vervaardigen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012200280
pub.
11/07/2012
prom.
05/03/2012
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 MAART 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de invoering van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de ondernemingen die rook-, pruim- en snuiftabak vervaardigen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de invoering van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de ondernemingen die rook-, pruim- en snuiftabak vervaardigen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 maart 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het tabaksbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 juni 2011 Invoering van een stelsel van conventioneel brugpensioen op 56 jaar in de ondernemingen die rook-, pruim- en snuiftabak vervaardigen (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2011 onder de nummer 104866/CO/133) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die hoofdzakelijk rook-, pruim- en snuiftabak vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren. § 2. Onder "arbeiders" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Ontslag

Art. 2.§ 1. De aanvullende vergoeding, ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, wordt toegekend aan de arbeiders die worden ontslagen om een andere reden dan om dringende redenen en die voldoen aan de hier verder vermelde voorwaarden. § 2. Het ontslag met oog op brugpensioen vanaf 56 jaar moet plaats hebben tussen 1 januari 2011 en 31 december 2012. HOOFDSTUK III. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden

Art. 3.§ 1. De leeftijdsvoorwaarde van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 wordt verlaagd tot 56 jaar mits een loopbaan van 40 jaar als loontrekkende en voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke verplichtingen opgelegd door de werkloosheidsreglementering voor bruggepensioneerden.

De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar moet vervuld zijn in de periode tussen1 januari 2011 en 31 december 2012 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. § 2. De leeftijdsvoorwaarde van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 wordt verlaagd tot 56 jaar voor zover de betrokkene voldoet aan de voorwaarde van 33 dienstjaren als loontrekkende waarvan : - minstens 20 jaar in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatreglen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties.

De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar moet vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2011 en 31 december 2012 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Aanvullende vergoeding

Art. 4.§ 1. De aftrek van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen voor de berekening van de aanvullende vergoeding van het brugpensioen wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon. § 2. Voor de arbeiders die gebruik maken van het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties voor werknemers van 50 jaar en ouder zoals bepaald in artikel 9, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, en overstappen van de loopbaanvermindering naar het conventioneel brugpensioen, zal de aanvullende vergoeding van het brugpensioen berekend worden op basis van een voltijdse arbeidsprestatie. § 3. Bij werkhervatting gelden de bepalingen van artikel 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. HOOFDSTUK V Collectieve arbeidsovereenkomsten op ondernemingsvlak

Art. 5.Collectieve arbeidsovereenkomsten afgesloten op ondernemingsniveau waarin gunstigere voorwaarden bepaald zijn dan de voorwaarden bepaald in deze collectieve arbeidsovereenkomst, blijven van kracht. HOOFDSTUK VI. - Bijzondere bepaling

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de bestaande sectorale overeenkomsten inzake conventioneel brugpensioen conform collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid - Duurtijd

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012.

Gezien om te worden gevoegd aan het koninklijk besluit van 5 maart 2012.

De Minister van Werk, M. DE CONINCK

^