gepubliceerd op 26 augustus 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid"
5 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid".
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds van de voedingsnijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 12 december 2003 onder het nummer 69043/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing : 1. op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, met uitzondering van : - de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij; - de suikerfabrieken, de raffinaderijen, de invertsuiker, het citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken, de distilleerderijen; 2. op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld onder 1. van dit artikel.
Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Art. 2.De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" genaamd, opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 oktober 1975, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 maart 1976 (Belgisch Staatsblad van 15 april 1976), gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989 (koninklijk besluit van 5 maart 1991, Belgisch Staatsblad van 24 april 1991), zoals gewijzigd bij latere algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoördineerd zoals opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst met de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" in bijlage treedt in werking op 1 januari 2004.
Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door één der partijen mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de organisaties die erin vertegenwoordigd zijn.
Bijlage - STATUTEN HOOFDSTUK I. - Benaming, maatschappelijke zetel, doel, bestaansduur
Artikel 1.Er wordt met ingang van 17 juli 1974, een fonds voor bestaanszekerheid opgericht onder de benaming "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid".
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Grote Markt 10.
Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. het innen van de bijdragen, nodig voor zijn werking;2. het vaststellen van de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van de tegemoetkoming in de kosten voor de beroeps-, vakbonds- en economische vorming van de arbeiders en het toekennen van aanvullende sociale voordelen aan de arbeiders van de voedingsnijverheid;3. de betaling van deze tegemoetkomingen en sociale voordelen te verzekeren, eventueel door bemiddeling van de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;4. het financieren en organiseren, eventueel met behulp van (of delegatie aan) één of meer van de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, van de vakopleiding van de werknemers en de jongeren;5. het organiseren van en/of het financieren van initiatieven, ingericht met behulp van en/of door de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, ter bevordering van de veiligheid en gezondheid van de werknemers in de voedingsindustrie;6. het vergemakkelijken en waarborgen van de betaling van de bijkomende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering aan sommige oudere ontslagen werklieden, in toepassing van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 gesloten op 19 december 1974, in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975); 7. de lasten met betrekking tot de verbetering van de industriële relaties, de beroeps-, vakbonds-, economische en sociale vorming en informatie evenals de promotie van de werkgelegenheid in de verschillende sectoren van de voedingsnijverheid terug te betalen aan de representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid die aantonen dat zij dergelijke kosten hebben gemaakt;8. de administratieve lasten met betrekking tot de uitbetaling van tegemoetkomingen en sociale voordelen bedoeld in punt 3 te vergoeden aan de representatieve organisaties die hun medewerking verlenen bij de uitbetaling ervan;9. de betaling verzekeren aan de bij artikel 5, 2, bedoelde arbeiders en arbeidsters van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal niveau verbonden zijn, van een aanvullend sociaal voordeel evenals een uitzonderlijke forfaitaire vergoeding, voor zover zij ervan niet werden uitgesloten wegens de niet naleving van de sociale vrede.
Art. 4.Het fonds is opgericht voor onbepaalde duur. Het kan worden ontbonden indien één van de organisaties, die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, opzegging betekent bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het sociaal fonds.
Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing : 1. op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid ressorteren, met uitzondering van : - de bakkerijen, de banketbakkerijen die "verse" producten vervaardigen voor onmiddellijke consumptie met zeer beperkte houdbaarheid en de verbruikszalen bij een banketbakkerij; - de suikerfabrieken, de raffinaderijen, de invertsuiker, het citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken, de distilleerderijen; 2. op de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen bedoeld onder 1. van dit artikel.
Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Administratie
Art. 6.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer die paritair samengesteld is uit afgevaardigden van de werkgevers en werknemers.
De raad bestaat uit tien leden, te weten vijf afgevaardigden van de werkgevers en vijf afgevaardigden van de werknemers die de drie werknemersorganisaties vertegenwoordigen.
De leden van de raad van beheer worden aangewezen door het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid. Hun mandaat duurt drie jaar.
Art. 7.Om de drie jaar, duidt de raad van beheer in zijn midden, een voorzitter en ondervoorzitter aan. Deze zijn herkiesbaar.
Art. 8.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de voorzitter. De voorzitter is gehouden de raad bijeen te roepen minstens éénmaal per jaar en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad erom verzoeken.
In de oproeping moet de dagorde vermeld staan. De verslagen worden opgemaakt door de secretaris, aangewezen door de raad van beheer, en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.
Uittreksels uit deze verslagen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.
De beslissingen worden éénparig genomen. De stemming is geldig indien eraan deelgenomen wordt door tenminste zes leden, waarvan drie leden der werkgeversorganisatie en een afgevaardigde voor ieder van de drie vertegenwoordigde werknemersorganisaties. Er kan slechts worden gestemd over de punten die op de dagorde voorkomen.
Art. 9.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking.
Zij bezit de meest uitgebreide machten voor het beheren en het besturen van het fonds.
De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in rechte bij monde van de voorzitter of van de beheerder daartoe afgevaardigd.
De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ingevolge hun beheer ten opzichte van de verbintenissen van het fonds.
Art. 10.De raad van beheer kan zijn machten geheel of ten dele overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 11.Het fonds beschikt over de, door artikel 5, 1, bedoelde werkgevers, gestorte bijdragen.
Art. 12.§ 1. Deze bijdragen worden uitsluitend vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid die algemeen verbindend worden verklaard. § 2. De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De bepalingen aan dit lichaam opgelegd voor de inning en de invordering van de bijdragen zijn van toepassing, alsook deze die zijn opgelegd voor de berekening van de bijslag of van de rente. HOOFDSTUK IV. - Begrotingen, rekeningen
Art. 13.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.
Art. 14.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Art. 15.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten. De afsluiting en de balans moeten op rekenplichtig gebied voldoende omschreven zijn.
De raad van beheer, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid aangewezen revisor of accountant, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
De balans, samen met hogergenoemde schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens de maand april ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid worden voorgelegd. HOOFDSTUK V. - Rechthebbenden en bijslagen
Art. 16.1. Ter gelegenheid van het treffen van zijn beslissing over de beheerskosten overeenkomstig artikel 5 van de wet van 7 januari 1958, treft de raad van beheer eveneens een beslissing over de vergoeding van de beheerskosten die zal worden betaald aan de representatieve organisaties die hun medewerking verlenen bij de uitkering van tegemoetkomingen en sociale voordelen zoals bedoeld bij artikel 3. 2. Eenmaal per jaar stelt de raad van beheer het globaal krediet vast waarop elk der representatieve organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid aanspraak kan maken met het oog op de organisatie van initiatieven bedoeld in artikel 3, punten 3, 4 en 8.Het krediet wordt voor elk van de organisaties vastgesteld met inachtneming van, wat de werknemersorganisaties betreft, het aantal aangesloten werknemers, en, wat de werkgeversorganisaties betreft, het aantal in de vertegenwoordigde sector tewerkgestelde werknemers.
Terugbetalingen worden, binnen de perken van het aldus vastgestelde krediet, slechts verricht op voorwaarde dat : - van het initiatief waarvoor terugbetaling wordt gevraagd, vooraf kennis was gegeven aan de raad van beheer; - de raad van beheer werd uitgenodigd om, indien gewenst, een afgevaardigde ter plaatse te zenden teneinde het initiatief bij te wonen of te controleren; - een behoorlijk stuk ter rechtvaardiging van de opgelopen kosten, desgevallend vergezeld van de relevante facturen en de kostenstaten worden overgelegd.
De raad van beheer beslist over terugbetaling; desgevraagd kan hij de voorafgaande kennisgeving van het initiatief een terugvorderbaar voorschot toekennen.
De vorderingsstaten en de rechtvaardigende stukken worden door de raad van beheer ter beschikking gehouden van de revisor.
Op het einde van het boekjaar beslist de raad van beheer over de bestemming van eventueel niet opgebruikte kredieten.
Het saldo van deze kredieten kan : - worden overgedragen naar het volgend boekjaar; - worden herverdeeld over de representatieve organisaties in evenredigheid tot het aantal aangesloten of in de sector tewerkgestelde werknemers; - opgenomen worden in de reserves van het fonds. HOOFDSTUK VI. - Ontbinding, vereffening
Art. 17.Het fonds kan enkel ontbonden worden in de omstandigheden bepaald bij artikel 4, of krachtens een éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.
Het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid wijst de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en duidt de bestemming van het vermogen aan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 juli 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE