gepubliceerd op 10 september 2004
Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - Handel in voedingswaren
5 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - Handel in voedingswaren
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het besluit van de Regent van 12 maart 1948, betreffende het Commissariaat-generaal der Regering bij de Nationale Arbeids-tentoonstellingen;
Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de Arbeid;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Arbeidstentoonstellingen";
Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Organiserend Comité, gegeven op 5 april 2004;
Gelet op het gunstig advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op 4 juni 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk en van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend aan de hieronder vermelde personen, die geacht worden de nodige hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het sociaal aanzien van hun beroep of functie te verpersoonlijken : Andriani, Elio, Wemmel;
Cogels, Renaud L. M. J. M. G. C., Woluwé-Saint-Lambert;
De Cannière, Christian J. A. R., Bruxelles;
Goethals, Arthur M. E., Kruishoutem;
Grafé, Philippe H. F. L., Namur;
Lecart, Jean-Paul M. L. O., Charleroi;
Roels, Raphaël G.A., Roeselare;
Six, Christian C.M., Rotselaar;
Vandenbroucke, Paul F., Brugge;
Vandevelde, Josse J. M., Gent.
Art. 2.Deze opdracht wordt hen gegeven voor een termijn van vijf jaar. Zij kan een einde nemen vóór het verstrijken van die termijn, indien de titularis ophoudt zijn beroepsactiviteiten uit te oefenen.
Art. 3.Onze Minister van Werk en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 5 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN