gepubliceerd op 17 juli 2002
Koninklijk besluit houdende toekenning van het gouden of zilveren erekenteken van Laureaat van de Arbeid van België. - Provincie- en gemeentepersoneel
3 MEI 2002. - Koninklijk besluit houdende toekenning van het gouden of zilveren erekenteken van Laureaat van de Arbeid van België. - Provincie- en gemeentepersoneel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het besluit van de Regent van 12 maart 1948, betreffende het Commissariaat-generaal der Regering bij de Nationale Arbeids-tentoonstellingen;
Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de Arbeid;
Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Arbeidstentoonstellingen";
Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Organiserend Comité, gegeven op 2 oktober 2001;
Gelet op het gunstig advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op 28 maart 2002;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het gouden erekenteken van Laureaat van de Arbeid van België wordt, wegens hun sociale activiteiten op het professionele vlak, toegekend aan de hieronder vermelde personen, die reeds titularis zijn van het zilveren en het bronzen erekenteken : Boghe, Marcel G., Oud-Heverlee.
Vercammen, Jean F.J., Zemst.
Art. 2.Het zilveren erekenteken van Laureaat van de Arbeid van België wordt toegekend aan de hieronder vermelde persoon, die sedert ten minste vijf jaar titularis is van het bronzen erekenteken en het bewijs heeft geleverd een verruimde beroepsbekwaamheid te hebben verworven : Otsolig, Michel, Ganshoren.
Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid Werkgelegenheid behoort en Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Economie, Ch. PICQUE