gepubliceerd op 20 februari 2006
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 14-21-0 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met het Belgische voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
3 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 14-21-0 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 en bestemd tot dekking van allerlei uitgaven die verband houden met het Belgische voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 december 2005 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, inzonderheid op artikel 2.14.15;
Overwegende dat op het programma 14-21-0 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006 een provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van zeven miljoen tweehonderd- eenentwintigduizend euro, om allerlei uitgaven die verband houden met het Belgische voorzitterschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa te dekken;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Buitenlandse Zaken;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 30 januari 2006, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een bedrag van drie miljoen honderdeenenveertigduizend euro wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma. 14-21-0, onder de basisallocatie 21/01.01.01, van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2006, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
Art. 2.De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2006.
Art. 3.besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Buitenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT
Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 februari 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Buitenlandse Zaken, K. DE GUCHT