Etaamb.openjustice.be
Internationale Overeenkomst
gepubliceerd op 07 augustus 1998

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Cuba inzake geregelde luchtdiensten, en bijlage, ondertekend te Havana op 22 oktober 1975

bron
ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
1998015036
pub.
07/08/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING


Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Cuba inzake geregelde luchtdiensten, en bijlage, ondertekend te Havana op 22 oktober 1975


(Vertaling) Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Cuba inzake geregelde luchtdiensten De Regering van het Koninkrijk België en de Revolutionaire Regering van de Republiek Cuba;

Overwegende dat België en Cuba partij zijn bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago voor ondertekening is opengesteld;

Geleid door de wens de internationale samenwerking op het gebied van het luchtvervoer te ontwikkelen;

Geleid door de wens een Overeenkomst te sluiten met het doel geregelde luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden in te stellen;

Hebben hun hiertoe behoorlijk gemachtigde gevolmachtigden aangewezen die overeengekomen zijn als volgt : Artikel 1 Voor de toepassing van dit Akkoord en van zijn Bijlage hebben de volgende termen de daaraan hierbij toegekende betekenis : a) "het Verdrag" : het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart dat op 7 december 1944 te Chicago voor ondertekening is opengesteld;b) "luchtvaartautoriteiten" : wat België betreft, het bestuur der Luchtvaart, en wat Cuba betreft, het Burgerluchtvaartinstituut van Cuba of, in beide gevallen, alle personen of instellingen die zijn gemachtigd de functies te vervullen die thans door de genoemde autoriteiten worden uitgeoefend;c) "aangewezen luchtvaartmaatschappij" : een luchtvaartmaatschappij aangewezen door een van de Overeenkomstsluitende Partijen overeenkomstig artikel 3 van dit Akkoord, om de overeengekomen luchtdiensten te exploiteren. Artikel 2 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij verleent aan de andere Overeenkomstsluitende Partij de in dit Akkoord omschreven rechten voor het instellen van geregelde internationale luchtdiensten op de routes, omschreven in de Tabel die als bijlage bij dit Akkoord wordt gevoegd. Zulke diensten en routes worden hierna onderscheidenlijk "de overeengekomen diensten" en "de omschreven routes" genoemd. 2. Onder voorbehoud van de bepalingen van dit Akkoord geniet de door elk der Overeenkomstsluitende Partijen aangewezen luchtvaartmaatschappij bij de exploitatie van een internationale dienst de volgende rechten : a) om zonder te landen over het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij te vliegen;b) om op dat grondgebied te landen voor niet-commerciële doeleinden;c) om op het bedoelde grondgebied op de in de Bijlage omschreven punten passagiers, post en vracht in internationaal verkeer op te nemen en af te zetten. Artikel 3 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij is gerechtigd een luchtvaartmaatschappij voor de exploitatie van de overeengekomen diensten aan te wijzen.Deze aanwijzing wordt schriftelijk door de luchtvaartautoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen aan elkaar medegedeeld. 2. De Overeenkomstsluitende Partij die het bericht van aanwijzing ontvangt, verleent aan de door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij, onder voorbehoud van de bepalingen van lid 3 en 4 van dit artikel, onverwijld de vereiste exploitatievergunning.3. De luchtvaartautoriteiten van de ene Overeenkomstsluitende Partij kunnen eisen dat de door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij hun aantoont dat zij in staat is te voldoen aan de voorwaarden die worden gesteld bij de wetten en voorschriften welke deze autoriteiten gewoonlijk toepassen ten aanzien van de exploitatie van internationale luchtdiensten overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag.4. Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht de exploitatievergunningen, bedoeld in lid 2 van dit artikel, te weigeren of zodanige voorwaarden te verbinden aan de uitoefening van de in artikel 2 van dit Akkoord bedoelde rechten door de aangewezen luchtvaartmaatschappij als door haar noodzakelijk worden geacht, wanneer niet ten genoegen van de genoemde Overeenkomstsluitende Partij is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van en het daadwerkelijk toezicht op die luchtvaartmaatschappij berusten bij de Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen of bij onderdanen van deze Partij.5. Na ontvangst van de in lid 2 van dit artikel bedoelde exploitatievergunning kan de aangewezen luchtvaartmaatschappij op ieder ogenblik een aanvang maken met de exploitatie van een overeengekomen dienst, mits ten aanzien van die dienst een tarief, vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van dit Akkoord, van kracht is. Artikel 4 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht een exploitatievergunning te herroepen of de uitoefening van de in artikel 2 van dit Akkoord omschreven rechten door een door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij op te schorten, of ten aanzien van de uitoefening van die rechten de voorwaarden te stellen die zij noodzakelijk acht : a) in elk geval waarin niet tot haar genoegen is aangetoond dat een aanmerkelijk deel van de eigendom van en het daadwerkelijk toezicht op die luchtvaartmaatschappij berusten bij de Overeenkomstsluitende Partij, die de luchtvaartmaatschappij aanwijst, of bij haar onderdanen;of b) ingeval de luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft de wetten en voorschriften van de Overeenkomstsluitende Partij welke die rechten verleent, na te komen;of c) ingeval de luchtvaartmaatschappij in gebreke blijft de exploitatie te voeren in overeenstemming met de in dit Akkoord en zijn Bijlage gestelde voorwaarden.2. Dit recht wordt slechts uitgeoefend na overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij, tenzij onmiddellijke herroeping, opschorting of het stellen van de in lid 1 van dit artikel genoemde voorwaarden noodzakelijk is om hernieuwde inbreuken op de wetten of voorschriften te voorkomen. Artikel 5 1. De luchtvaartmaatschappijen van beide Overeenkomstsluitende Partijen worden op billijke wijze en gelijkelijk in de gelegenheid gesteld de overeengekomen diensten op de omschreven routes tussen de grondgebieden van de Overeenkomstsluitende Partijen te exploiteren.2. De aangewezen luchtvaartmaatschappij van elk der Overeenkomstsluitende Partijen houdt rekening met de belangen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zodat de overeengekomen diensten van de laatstgenoemde maatschappij hierdoor niet op onredelijke wijze worden getroffen.3. De vervoerscapaciteit aangeboden door de aangewezen luchtvaartmaatschappijen dient nauwkeurig te worden afgestemd op de vervoersbehoeften.4. De overeengekomen diensten hebben als eerste doel de verschaffing van capaciteit die voldoet aan de behoefte aan vervoer tussen het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij die de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en de punten op de omschreven routes.5. De capaciteit verschaft overeenkomstig lid 4 van dit artikel kan worden vermeerderd met een aanvullende capaciteit overeenkomstig de vervoersbehoefte van het internationale luchtverkeer tussen de punten op de omschreven routes, gelegen op het grondgebied van derde Staten. Deze aanvullende capaciteit dient te zijn afgestemd op de vervoersbehoeften van de gebieden die worden aangedaan, rekening houdend met de bijzondere toestand van de luchtdiensten ingesteld door de luchtvaartmaatschappijen van deze Staten, in de mate waarin zij luchtverkeer afkomstig van of bestemd voor hun grondgebied over de omschreven routes of een gedeelte daarvan vervoeren.

Artikel 6 Luchtvaartuigen die door de door een Overeenkomstsluitende Partij aangewezen luchtvaartmaatschappij op internationale diensten worden gebruikt, alsook hun normale uitrustingsstukken, voorraden motorbrandstof en smeermiddelen, proviand (met inbegrip van levensmiddelen, drank en tabaksartikelen) die zich aan boord bevinden van die luchtvaartuigen, zijn bij binnenkomst op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij vrijgesteld van alle douanerechten, inspectiekosten en andere soortgelijke rechten of belastingen, op voorwaarde dat die uitrustingsstukken en voorraden aan boord van de luchtvaartuigen blijven totdat zij weer worden uitgevoerd. 2. Vrij van dezelfde rechten, kosten en heffingen zijn eveneens, met uitzondering van de heffingen ter vergoeding van geleverde diensten : a) proviand, aan boord genomen op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij, binnen de perken vastgesteld door de autoriteiten van de genoemde Overeenkomstsluitende Partij en bestemd voor gebruik aan boord van luchtvaartuigen die door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij op een internationale dienst worden gebruikt;b) reservedelen en de normale uitrustingsstukken ingevoerd op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij voor onderhoud of herstel van luchtvaartuigen gebruikt op een internationale dienst;c) motorbrandstof en smeermiddelen bestemd voor de bevoorrading van luchtvaartuigen gebruikt op internationale diensten door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij, zelfs indien deze voorraden gebruikt worden op dat deel van de vlucht dat wordt afgelegd boven het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partij waar zij aan boord zijn genomen. 3. Worden vrijgesteld van de omzetbelasting (B.T.W.) of van alle andere soortgelijke belastingen, de leveringen op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende Partij aan de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij, van a) goederen en voorwerpen genoemd in lid 2 van dit artikel;b) diensten betreffende de uitrusting, het onderhoud of het herstel van luchtvaartuigen die aan de internationale luchtvaart deelnemen. De inkomsten verkregen door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een Overeenkomstsluitende Partij, in verband met het vervoer van passagiers, bagage, post en vracht, zijn vrijgesteld van de omzetbelasting (B.T.W.) en van alle andere soortgelijke belastingen. 4. De normale boorduitrustingsstukken, alsmede het materiaal en de voorraden die zich aan boord van de luchtvaartuigen gebruikt door de aangewezen luchtvaartmaatschappij van een der Overeenkomstsluitende Partijen bevinden, kunnen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij slechts worden gelost met toestemming van de douaneautoriteiten op dat grondgebied.In dergelijke gevallen kunnen zij onder toezicht van genoemde autoriteiten worden gesteld totdat zij weer worden uitgevoerd of overeenkomstig de douanevoorschriften een andere bestemming hebben gekregen.

Artikel 7 Reizigers, bagage en vracht die rechtstreeks worden doorgevoerd over het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen, en die niet buiten het daarvoor bestemde gedeelte van de luchthaven worden gebracht, worden slechts aan een zeer eenvoudige controle onderworpen.

Bagage en vracht die rechtstreeks worden doorgevoerd zijn vrijgesteld van douanerechten en andere soortgelijke heffingen.

Artikel 8 1. De wetten, voorschriften en bepalingen van een der Overeenkomstsluitende Partijen, voor zover deze het binnenkomen of het verlaten van haar grondgebied door luchtvaartuigen die aan de internationale luchtvaart deelnemen of de vluchten van zodanige luchtvaartuigen over dat grondgebied regelen, zijn van toepassing op de luchtvaartuigen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij zolang zij zich binnen de grenzen van dat grondgebied bevinden.2. De wetten en voorschriften van een der Overeenkomstsluitende Partijen die het binnenkomen van, het verblijf op en het verlaten van haar grondgebied van reizigers, bemanning, vracht of post regelen, zoals formaliteiten verbonden aan binnenkomst, vertrek, emigratie en immigratie en douaneformaliteiten en sanitaire maatregelen en deviezenreglementering, zijn van toepassing op reizigers, bemanning, vracht of post die door de luchtvaartuigen van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij worden vervoerd, zolang deze zich binnen het bedoelde grondgebied bevinden.3. Elk der Overeenkomstsluitende Partijen neemt de verplichting op zich aan haar eigen luchtvaartmaatschappijen geen enkele voorkeursbehandeling toe te kennen ten opzichte van de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij ten aanzien van de toepassing der wetten en voorschriften bedoeld in dit artikel.4. Bij het gebruik van de luchthavens en andere door een der Overeenkomstsluitende Partijen ter beschikking gestelde faciliteiten, behoeft de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij geen hogere rechten te betalen dan die welke door de nationale luchtvaartuigen die geregelde internationale diensten onderhouden moeten worden betaald.5. De aangewezen luchtvaartmaatschappij van een Overeenkomstsluitende Partij heeft het recht agentschappen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij te vestigen.Deze agentschappen kunnen handels-, administratief en technisch personeel omvatten.

Artikel 9 1. Certificaten van luchtwaardigheid, bewijzen van bevoegdheid en vergunningen die door een der Overeenkomstsluitende Partijen zijn afgegeven of waaraan door haar geldigheid is verleend, worden gedurende hun geldigheidsduur door de andere Overeenkomstsluitende Partij als geldig erkend.2. Elk der Overeenkomstsluitende Partijen behoudt zich evenwel het recht voor, ten aanzien van vluchten over haar eigen grondgebied, bewijzen van bevoegdheid en vergunningen die door de andere Overeenkomstsluitende Partij of een andere Staat aan eigen onderdanen zijn verleend of waaraan door die Partij of Staat geldigheid is verleend ten behoeve van die onderdanen, niet als geldig te erkennen. Artikel 10 1. De tarieven voor iedere overeengekomen dienst worden vastgesteld op een redelijk niveau, waarbij behoorlijk rekening wordt gehouden met alle in aanmerking komende factoren, met inbegrip van de exploitatiekosten, een redelijke winst, de kenmerken van elke dienst en de tarieven van andere luchtvaartmaatschappijen.2. De in lid 1 van dit artikel vermelde tarieven worden, indien mogelijk, in onderlinge overeenstemming vastgesteld door de luchtvaartmaatschappijen van de beide Overeenkomstsluitende Partijen, na overleg met de andere luchtvaartmaatschappijen die dezelfde route of een gedeelte daarvan exploiteren.De aangewezen luchtvaartmaatschappijen dienen deze overeenstemming zo mogelijk te bereiken door middel van de procedure ter vaststelling van tarieven uitgewerkt door de internationale instelling die door beide Overeenkomstsluitende Partijen wordt erkend en die ter zake voorstellen doet. 3. De aldus overeengekomen tarieven worden aan de luchtvaartautoriteiten van de beide Overeenkomstsluitende Partijen ter goedkeuring voorgelegd tenminste dertig (30) dagen voor de vastgestelde datum van invoering.In bijzondere gevallen kan dit tijdvak worden verkort, wanneer de genoemde autoriteiten hiermede instemmen. 4. Indien de aangewezen luchtvaartmaatschappijen niet tot overeenstemming kunnen komen of indien de tarieven niet worden goedgekeurd door de luchtvaartautoriteiten van een Overeenkomstsluitende Partij trachten de luchtvaartautoriteiten van beide Overeenkomstsluitende Partijen het tarief in onderling overleg vast te stellen.5. Indien geen overeenstemming wordt bereikt, wordt het geschil geregeld overeenkomstig de procedure bepaald in artikel 15 van dit Akkoord.6. De reeds vastgestelde tarieven blijven van kracht totdat nieuwe tarieven worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van dit artikel of van artikel 15 van deze Overeenkomst, doch ten hoogste voor een tijdvak van twaalf (12) maanden met ingang van de datum waarop de luchtvaartautoriteiten van een der Overeenkomstsluitende Partijen hun goedkeuring hebben geweigerd. Artikel 11 Elk der Overeenkomstsluitende Partijen verleent de aangewezen luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij het recht tot het vrijelijk overmaken volgens de officiële wisselkoers in overeenstemming met de geldende deviezenvoorschriften van het verschil tussen ontvangsten en uitgaven geboekt in haar gebied in verband met het vervoer van passagiers, bagage, vracht en post door deze aangewezen luchtvaartmaatschappij. Indien de dienst der betalingen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen geregeld is door een bijzondere overeenkomst, zal deze bijzondere overeenkomst van toepassing zijn.

Artikel 12 De luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen delen elkaar, op daartoe strekkend verzoek, op geregelde tijden statistische gegevens of andere soortgelijke inlichtingen mede betreffende het verkeersvolume op de overeengekomen diensten.

Artikel 13 1. Iedere Overeenkomstsluitende Partij of haar Luchtvaartautoriteiten kan de andere Overeenkomstsluitende Partij of haar Luchtvaartautoriteiten om overleg verzoeken omtrent de wijziging van enige bepaling van deze Overeenkomst of kan, te allen tijde gewoon om overleg met de andere Overeenkomstsluitende Partij of met haar Luchtvaartautoriteiten verzoeken.2. Wanneer een Overeenkomstsluitende Partij, of haar Luchtvaartautoriteiten, om overleg heeft verzocht, moet dit overleg een aanvang nemen binnen een termijn van zestig (60) dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het verzoek. Artikel 14 1. Elke wijziging van dit Akkoord treedt in werking wanneer beide Overeenkomstsluitende Partijen elkaar hebben medegedeeld dat aan de krachtens hun grondwet vereiste formaliteiten voor het sluiten en de inwerkingtreding van internationale overeenkomsten is voldaan.2. Wijzigingen in de Bijlage van dit Akkoord kunnen door rechtstreeks overleg tussen de luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen worden overeengekomen.Deze wijzigingen treden in werking nadat zij door een wisseling van diplomatieke nota's zijn bevestigd.

Artikel 15 1. Elk geschil tussen de Overeenkomstsluitende Partijen omtrent de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst of van haar Bijlage, maakt in de eerste plaats het voorwerp uit van rechtstreeks overleg tussen de luchtvaartautoriteiten.Als op deze wijze geen oplossing kan worden bereikt, wordt het geschil geregeld langs diplomatieke weg.

Artikel 16 Dit Akkoord en eventuele wijzigingen ervan worden door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie geregistreerd.

Artikel 17 Indien een multilaterale luchtvaartovereenkomst welke beide Overeenkomstsluitende Partijen hebben aanvaard, in werking treedt, wordt dit Akkoord zodanig gewijzigd dat het aansluit bij de bepalingen van de genoemde Overeenkomst.

Artikel 18 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij kan te allen tijde aan de andere Overeenkomstsluitende Partij mededelen dat zij besloten heeft dit Akkoord te beëindigen;deze mededeling wordt tegelijkertijd gezonden aan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie. 2. De opzegging heeft uitwerking na afloop van het exploitatieseizoen gedurende hetwelk een termijn van twaalf (12) maanden, te rekenen vanaf de datum van de kennisgeving, zal zijn verstreken, tenzij deze opzegging in onderling overleg voor het einde van dit exploitatieseizoen wordt ingetrokken.3. Bij ontstentenis van een ontvangstbevestiging vanwege de andere Overeenkomstsluitende Partij, wordt de kennisgeving geacht door haar te zijn ontvangen veertien (14) dagen na de datum waarop de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie deze kennisgeving heeft ontvangen. Artikel 19 Dit Akkoord wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van zijn ondertekening; het treedt in werking wanneer de Overeenkomstsluitende Partijen elkaar hebben medegedeeld dat aan hun grondwettelijke voorschriften inzake het sluiten en de inwerkingtreding van internationale overeenkomsten is voldaan.

Ten blijke waarvan de gevolmachtigden van beide Overeenkomstsluitende Partijen dit Akkoord hebben ondertekend.

Gedaan te Havana, op 22 oktober 1975, in tweevoud, in de Franse en de Spaanse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk rechtsgeldig.

Voor de Regering van het Koninkrijk België, (w.g.) Victor Allard Voor de Revolutionaire Regering van de Republiek Cuba, (w.g.) Raul Roa Garcia

Bijlage A Routetabellen 1. Routes waarop de door België aangewezen luchtvaartmaatschappij in beide richtingen luchtdiensten mag exploiteren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.Routes waarop de door Cuba aangewezen luchtvaartmaatschappij in beide richtingen luchtdiensten mag exploiteren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. 1. Een of meer punten op die omschreven routes kunnen naar keuze van de aangewezen luchtvaartmaatschappijen op alle vluchten of op sommige vluchten worden overgeslagen en de verder liggende punten kunnen in een verschillende volgorde worden aangedaan.2. De door de ene of andere van beide Overeenkomstsluitende Partijen aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft het recht, om het even welke van haar diensten te laten eindigen op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij zonder naar verder liggende punten te vliegen. 3. Iedere aangewezen luchtvaartmaatschappij heeft het recht niet-vermelde punten aan te doen op voorwaarde dat er tussen deze punten en het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij geen verkeersrechten worden uitgeoefend.

^