Belgisch Interventie- en Restitutiebureau. - Huishoudelijk reglement van de directieraad van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau

Artikel 1.De directieraad vergadert telkens de voorzitter of ten minste twee stemgerechtigde leden erom verzoeken en, in ieder geval, ten minste vier maal per jaar.

Art. 2.De directieraad wordt voorgezeten door de administrateur-generaal of indien deze verhinderd is, door de adjunct-administrateur-generaal of in voorkomend geval, door het volgende personeelslid in de hiërarchie.

Art. 3.De voorzitter wijst de secretaris en, bij afwezigheid of verhindering, een secretaris ad interim aan.

Art. 4.De voorzitter stelt de datum van de vergadering vast en bepaalt de agenda. De oproepingen gaan uit van de voorzitter. De te behandelen stukken worden als bijlage bij de oproeping aan de leden van de raad toegezonden. De leden moeten ten minste vijf werkdagen voor de vergadering in het bezit zijn van de oproeping en van de bijlagen.

Art. 5.Het lid dat verhinderd is naar de vergadering te komen, stelt de voorzitter hiervan onmiddellijk in kennis.

Art. 6.De leden kunnen op het secretariaat van de raad steeds de archieven van de raad raadplegen. Zij kunnen tevens aan de voorzitter inzage vragen in alle dienstige stukken betreffende de administratieve dossiers waarover zij zich moeten uitspreken.

Art. 7.De raad brengt alleen de kwesties die op de agenda zijn geplaatst in discussie of in beraadslaging; van deze regel mag slechts worden afgeweken met eenparige instemming van de aanwezige leden. Op gemotiveerd verzoek van een lid kan de voorzitter beslissen de behandeling van een of meer agendapunten te verdagen.

Art. 8.De voorzitter opent en sluit de zittingen, leidt de debatten en de beraadslagingen en zorgt voor het goede verloop van de vergaderingen. De voorzitter gaat na of aan de voorwaarden om geldig te kunnen beraadslagen voldaan is.

Art. 9.§ 1. De directieraad beraadslaagt slechts geldig wanneer ten minste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Bovendien moet er minstens een stemgerechtigd lid van elke taalrol aanwezig zijn. § 2. Indien dit quorum niet wordt bereikt, kan de raad, na een twee bijeenroeping, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden, geldig beraadslagen over dezelfde agenda. § 3. Behalve voor de gevallen bedoeld in artikel 12, beslist de directieraad bij relatieve meerderheid van stemmen. Onthoudingen worden niet als een stem beschouwd; bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 10.De leden mogen niet deelnemen aan de beraadslagingen die slaan op het onderzoek van de kandidaturen voor een betrekking waarvoor zij hebben gesolliciteerd, noch aan de beraadslagingen waarbij hun verwanten een rechtstreeks belang hebben.

Art. 11.In tuchtzaken mag een lid van de raad, dat deelgenomen heeft aan de vervolging of de beschuldiging heeft ingebracht en daaromtrent het voorlopige voorstel van straf heeft geformuleerd, niet deelnemen aan de stemming omtrent het definitieve voorstel van straf.

Art. 12.§ 1. Elke individuele beslissing wordt ten opzichte van een personeelslid, na algemene bespreking, genomen bij geheime stemming. § 2. In het kader van een bevorderingsprocedure, bevat het door de directieraad gedane voorstel ten hoogste vijf kandidaten per vacante betrekking. Dit voorstel geeft aanleiding tot een afzonderlijke stemming voor de rangschikking van elk van de kandidaten. Alleen de stembiljetten waarop een kandidaat is aangeduid, zijn geldig.

Onthoudingen worden niet als een stem beschouwd. Indien geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid haalt, wordt een tweede stemronde georganiseerd. Indien nog geen enkele kandidaat de volstrekte meerderheid haalt, wordt een derde stemronde georganiseerd. De kandidaat die dan de meeste stemmen haalt, wordt voorgedragen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Vervolgens wordt op grond van de regels betreffende het statuut van de rijksambtenaren de lijst van de niet-voorgestelde kandidaten opgesteld.

Art. 13.Indien het bezwaar van de kandidaat tegen een voorstel van de raad in aanmerking wordt genomen, wordt een nieuw voorstel gedaan volgens de modaliteiten bepaald in vorig artikel.

Art. 14.De notulen van de vergadering worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.

Art. 15.De oproeping, de agenda, de notulen en alle andere aan de directieraad voor te leggen stukken van algemene aard worden in het Nederlands en in het Frans opgesteld.

Art. 16.Dit reglement treedt in werking op 1 mei 2012. Door de directieraad goedgekeurd in zijn vergadering van 16 april 2012.

De voorzitter, B. HENNUY De secretaris, W. DROESHOUT