gepubliceerd op 28 augustus 2008
Huishoudelijk reglement van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging Artikel 1. De samenstelling van de Directieraad wordt bepaald door artikel 53 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspe De raad wordt voorgezeten door de Secretaris-generaal. De voorzitter wijst het lid van de raad aan (...)
Huishoudelijk reglement van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging
Artikel 1.De samenstelling van de Directieraad wordt bepaald door artikel 53 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel.
De raad wordt voorgezeten door de Secretaris-generaal. De voorzitter wijst het lid van de raad aan dat hem in geval van afwezigheid of van verhindering vervangt.
Art. 2.De Directieraad vergadert ten minste vier maal per jaar.
Art. 3.De Directieraad vergadert op initiatief van de voorzitter of op schriftelijk verzoek van ten minste twee leden.
De voorzitter stelt de datum van de vergadering vast en bepaalt de agenda.
De oproepingen gaan uit van de voorzitter.
De te behandelen stukken worden als bijlage bij de oproeping aan de leden van de Raad toegezonden. De leden moeten minstens twee volle werkdagen voor de vergadering in het bezit zijn van de oproeping en van de bijlagen.
Art. 4.De leden van de Raad kunnen steeds de archieven van deze raadplegen en de stukken inkijken van de administratieve dossiers waarover zij zich moeten uitspreken.
Art. 5.Op initiatief van de voorzitter of van de meerderheid van de leden van de Raad kunnen andere personen verzocht worden deel te nemen aan de voorstelling van bepaalde dossiers.
Mits gunstig advies van de meerderheid van de aanwezige leden kunnen zij deelnemen aan de beraadslagingen maar niet aan de stemming in de Raad. Deze bepaling geldt niet voor de beraadslagingen, die betrekking hebben op de dossiers, die bedoeld zijn in artikel 9 van het reglement.
Art. 6.De voorzitter opent en sluit de zittingen, leidt de debatten en de beraadslagingen en zorgt voor het goede verloop van de vergaderingen.
Art. 7.De Raad kan slechts geldig beraadslagen indien ten minste drie leden aanwezig zijn. Indien dit quorum niet wordt bereikt kan de Raad, na de tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden beraadslagen over dezelfde agenda.
Art. 8.De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen, de onthoudingen niet meegerekend.
Bij tuchtzaken mag een lid van de Raad, die deelgenomen heeft aan de procedure, niet deelnemen aan de beraadslagingen en aan de stemming omtrent het definitieve voorstel van straf.
Wanneer de Raad adviserend optreedt, worden de door de leden uitgebrachte adviezen in de notulen opgenomen en toegevoegd aan de voorstellen die aan de bevoegde overheden worden voorgelegd.
Art. 9.Elke individuele beslissing ten opzichte van een ambtenaar wordt genomen bij geheime stemming.
Telkens er verscheidene kandidaten onderling moeten worden gerangschikt worden er zoveel stemmingen gehouden als er vacante betrekkingen zijn.
Bij staking van stemmen wordt opnieuw gestemd. Indien, na deze stemronde, de kandidaten ex aequo blijven of worden gerangschikt, wordt dit ex aequo in de voordracht aan de tot benoemen bevoegde overheid vermeld.
Art. 10.Elk lid van de Directieraad zal zichzelf wraken wanneer het van oordeel is dat zijn aanwezigheid en zijn betrokkenheid in bepaalde aangelegenheden aanleiding kan geven tot schending van het onpartijdigheidsprincipe en/of het onafhankelijkheidsprincipe.
De voorzitter kan eveneens een dergelijke maatregel voorstellen indien dit nodig blijkt.
Art. 11.Het secretariaat van de Directieraad wordt toevertrouwd aan een personeelslid van Defensie die de voorzitter aanwijst.
De secretaris vervult zijn opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter.
De secretaris verzorgt dagelijks het beheer van de Directieraad, hij stelt de notulen op van de vergaderingen en deelt de adviezen en de beslissingen van de Raad mee aan de bevoegde overheden onder de handtekening van de voorzitter.
Art. 12.De voorzitter is verantwoordelijk voor het archief van de Raad.
Art. 13.De notulen van de vergadering worden ondertekend door de voorzitter en alle leden van de Raad die de vergadering hebben bijgewoond.
Art. 14.De oproeping en de notulen van de vergadering worden opgesteld in het Nederlands en in het Frans.
Art. 15.De voorzitter, de leden en ieder persoon die betrokken werd bij de werkzaamheden van de Raad zijn tot geheimhouding verplicht omtrent de debatten, beraadslagingen en elke inlichting waarvan zij kennis krijgen bij de uitoefening van hun opdracht.
Art. 16.Dit huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.