gepubliceerd op 09 december 2003
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Huishoudelijk reglement van de Directieraad Artikel 1. De Directieraad is samengesteld uit de ambtenaren met een graad in de rangen 15 en 16. Art. 2. De Directieraad wordt voorgezeten door de Administrateu Art. 3. De te behandelen punten worden op de agenda geplaatst door de Voorzitter, die ambtshalve e(...)
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Huishoudelijk reglement van de Directieraad
Artikel 1.De Directieraad is samengesteld uit de ambtenaren met een graad in de rangen 15 en 16.
Art. 2.De Directieraad wordt voorgezeten door de Administrateur-generaal of, bij zijn afwezigheid door de Adjunct-adminstrateur-generaal. Hij wordt samengeroepen door de Voorzitter.
Art. 3.De te behandelen punten worden op de agenda geplaatst door de Voorzitter, die ambtshalve elke kwestie opneemt die onder de bevoegdheid valt van de Raad.
Deze punten worden behandeld in de volgorde van hun inschrijving, behalve indien ten minste de helft van de aanwezige leden om een wijziging van de agenda verzoekt of deze aanvaardt.
Voor ieder punt van de agenda wordt een inleidende nota opgesteld.
Art. 4.De uitnodiging, samen met de agenda en de betreffende inleidende nota's, wordt ten minste drie werkdagen vóór de vergadering aan de leden toegestuurd.
De notulen worden aan de leden uiterlijk tien werkdagen na de vergadering toegestuurd. Indien de Voorzitter geen enkele geschreven opmerking toegestuurd krijgt binnen de vijf werkdagen na het versturen van de notulen, worden deze geacht goedgekeurd te zijn. In geval van opmerking wordt de goedkeuring van de notulen op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst.
Art. 5.De Voorzitter staat in voor de goede werking van de Raad, doet het reglement naleven, opent, leidt en besluit de besprekingen.
Art. 6.Het Secretariaat van de Raad wordt waargenomen door vastbenoemde ambtenaren die door de Voorzitter worden aangeduid.
Het archief van de Raad wordt op het secretariaat van de Administrateur-generaal bewaard.
Art. 7.De beraadslagingen van de Raad zijn slechts geldig mits ten minste de helft van de leden aanwezig zijn. Wanneer aan die voorwaarde niet voldaan is, wordt er akte van genomen in de notulen en wordt dit vermeld op de oproeping tot de volgende vergadering. Tijdens die vergadering beraadslaagt de Raad op geldige wijze, ongeacht het aantal aanwezige leden, over de punten die op de agenda van de vorige vergadering voorkwamen.
Bij beraadslagingen over kandidaturen, wordt de helft waarvan sprake in het eerste lid berekend op alle leden, de leden-kandidaten niet meegerekend.
Bij beraadslagingen over tuchtmaatregelen, kan het lid van de Raad dat het voorlopige voorstel van tuchtstraf geformuleerd heeft, niet deelnemen aan de beraadslagingen, noch aan de stemming omtrent het definitieve voorstel van tuchtstraf en verlaat het lid tijdelijk de zitting. De helft waarvan sprake in het eerste lid, wordt in dit geval berekend op alle leden, het lid dat het voorstel geformuleerd heeft niet meegerekend. Op hun verzoek worden de door het voorstel beoogde ambtenaren gehoord.
Art. 8.De beslissingen van de Raad worden getroffen en de adviezen worden uitgebracht bij meerderheid van de aanwezige leden. De onthoudingen komen niet in aanmerking voor het berekenen van die meerderheid.
De stemming heeft plaats bij handopsteking, maar wanneer de beslissing of het voorstel een ambtenaar betreft, gebeurt de stemming geheim.
Art. 9.Wanneer de Directieraad een voorstel moet doen over de benoeming door verhoging in weddenschaal of door verhoging in graad van een ambtenaar van niveau 1, motiveert het dit overeenkomstig het statuut, na onderzoek van de titels, verdiensten en geschiktheid van alle kandidaten die voor de functie toelaatbaar zijn.
Het voorstel wordt aan de kandidaten medegedeeld.
Art. 10.De eventuele bezwaren tegen het in artikel 9 beoogde voorstel worden, na het verstrijken van de termijn vastgesteld voor de indiening ervan, door de Directieraad onderzocht.
Alle kandidaten worden op de hoogte gebracht van het bestaan van één of verscheidene bezwaarschriften en worden op hun verzoek door de Raad gehoord.
Indien de Raad meent dat een bezwaarschrift ontvankelijk is en gegevens bevat waardoor het oorspronkelijk voorstel kan worden gewijzigd, onderzoekt hij, in het licht van die gegevens, opnieuw de toestand van de ambtenaar die het desbetreffende bezwaarschrift ingediend heeft, alsook die van alle kandidaten en stelt hen in kennis van de besluiten onder de vorm van een nieuw voorstel.
Art. 11.De documenten die van de Raad uitgaan, alsmede de beraadslagingen zijn vertrouwelijk.
Goedgekeurd door de Directieraad in zijn zitting van 24 november 2003.