gepubliceerd op 08 mei 2003
Huishoudelijk reglement van het Directiecomité Artikel 1. De samenstelling van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister wordt bepaald door artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houd Art. 2. De Voorzitter van het Directiecomité staat in voor de goede werking van het Comité, doet h(...)
Huishoudelijk reglement van het Directiecomité
Artikel 1.De samenstelling van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister wordt bepaald door artikel 4 van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan elke federale openbare dienst.
Art. 2.De Voorzitter van het Directiecomité staat in voor de goede werking van het Comité, doet het reglement naleven, opent, leidt en besluit de besprekingen.
In geval de Voorzitter verhinderd is, duidt hij het lid van het Comité aan dat hem vervangt.
Art. 3.Het Comité vergadert op uitnodiging van de Voorzitter ten minste één maal per maand. Bovendien nodigt de Voorzitter het Comité uit op eigen initiatief of op aanvraag van meerdere leden.
Art. 4.De Voorzitter stuurt de uitnodiging, samen met de agenda en de documenten betreffende de te bespreken punten ten minste twee werkdagen vóór de vergadering aan de leden. Bij dringendheid kan een document tijdens de zitting worden uitgedeeld.
Het Comité kan zich laten bijstaan door personen die omwille van hun bijzondere bevoegdheden, het nuttig kunnen inlichten over een punt van de agenda.
Art. 5.De Voorzitter stelt de agenda op. Het lid dat, na het ontvangen van de uitnodiging, een punt aan de agenda wenst toe te voegen, deelt dit vóór de vergadering mee aan de Voorzitter.
Op gemotiveerde aanvraag van een lid, kan de Voorzitter beslissen het onderzoek van één of meerdere punten te verdagen.
Art. 6.Het Comité kan slechts geldig beraadslagen indien de meerderheid van de leden aanwezig is. Indien dat quorum niet bereikt wordt, kan het Comité, na een tweede uitnodiging, geldig beraadslagen over dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 7.De beslissingen worden bij consensus genomen of, bij ontstentenis hiervan, bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Voor de berekening van de stemmen worden de onthoudingen niet in aanmerking genomen. In geval van staking van stemmen is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.
Alle leden zijn ertoe gehouden de beslissingen en afspraken binnen het Comité, collegiaal en loyaal uit te voeren en te verdedigen. Alle leden en personen geassocieerd met de activiteiten van het Comité zijn gebonden door de geheimhouding van de besprekingen en beslissingen van het Comité.
Art. 8.De Voorzitter duidt een Secretaris aan, die belast wordt met het acteren van de beraadslagingen van het Comité en het opstellen van de notulen. De Secretaris is geen lid van het Comité en heeft enkel raadgevende stem. De Secretaris oefent zijn functie uit onder het gezag en de leiding van de Voorzitter.
Art. 9.Het ontwerp van de notulen wordt aan de aanwezige leden toegezonden ten laatste binnen drie werkdagen na de vergadering.
Indien geen enkele schriftelijke opmerking aan de Voorzitter wordt toegestuurd binnen twee werkdagen die op deze toezending volgen, worden de notulen als aanvaard beschouwd. In geval van opmerkingen, wordt de goedkeuring van de notulen aan de agenda van de volgende vergadering toegevoegd.
Een exemplaar van de definitieve tekst, ondertekend door de Voorzitter en de Secretaris, wordt aan alle leden van het Comité toegezonden.
Art. 10.De documenten die aan de beraadslagingen van het Comité worden voorgelegd zijn opgesteld in de taal van hun auteur.
Art. 11.De Voorzitter stuurt aan de Eerste Minister een kopie van de notulen alsmede van de bijhorende documenten. Hij verstrekt hem eventueel elke nuttige toelichting in verband met de draagwijdte van de genomen beslissingen.
Op het einde van elke vergadering wordt, in voorkomend geval, afgesproken over de communicatie van de beslissingen aan het personeel.
Art. 12.Dit huishoudelijk reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 13.Het huishoudelijk reglement van 27 juli 1995 van de Directieraad van de Diensten van de Eerste Minister, met uitzondering van de Federale Diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, wordt opgeheven.
Goedgekeurd door het Directiecomité tijdens de zitting van 9 april 2003.
De Voorzitter, L. COENE.