MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Leefmilieu en Infrastructuur

Gewestplan Antwerpen. - Definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Antwerpen op het grondgebied van de gemeenten Antwerpen en Stabroek. - Erratum In het Belgisch Staatsblad van 12 januari 1999, blz. 808 en 809, werd verkeerdelijk het advies van de Regionale Commissie van Advies voor de provincie Antwerpen omtrent de gemeente Aartselaar afgedrukt i.p.v. het advies omtrent de gemeenten Antwerpen en Stabroek.

Hierna volgt de correcte tekst :

Regionale Commissie van Advies voor de provincie Antwerpen Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Antwerpen in de gemeenten Antwerpen en Stabroek;

Gelet op het schrijven van 23 december 1997 van de gouverneur van de provincie Antwerpen aan de gemeentebesturen van de in het gewestplan Antwerpen gelegen gemeenten, waarbij het openbaar onderzoek betreffende de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Antwerpen werd bevolen van 5 januari 1998 tot en met 5 maart 1998;

Overwegende dat de gouverneur het dossier aan de Regionale Commissie van Advies heeft bezorgd, omvattend : de adviezen van de gemeenteraden, uitgebracht tijdens de periode van 60 dagen volgend op het openbaar onderzoek; het advies van 30 april 1998 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen; de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaarschriften.

Onderzoek van de adviezen en bezwaren 1. Advies van de commissie met betrekking tot het advies van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Antwerpen. In zitting van 30 april 1998 heeft de Bestendige Deputatie met betrekking tot het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Antwerpen in de gemeenten Antwerpen en Stabroek (kaartblad 7/7) ongunstig advies uitgebracht.

De considerans van het besluit van de Bestendige Deputatie luidt als volgt : « Overwegende dat de volledige oppervlakte van het gebied door actieve landbouw uit de streek in gebruik is;

Overwegende dat na realisatie van de lagunering het niet voor de hand ligt dat deze oppervlakte opnieuw door de landbouw in gebruik kan worden genomen;

Overwegende dat bijna de volledige zone thans nog particulier bezit is, daar waar in de onmiddellijke omgeving nog gronden voorradig zijn die reeds eerder werden onteigend door de overheid;

Overwegende dat in het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 tot voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijzing van het gewestplan Antwerpen wordt aangegeven dat door gebruik te maken van geconsolideerd baggerslib een bufferzone kan worden aangelegd ter beveiliging van de woonkernen van Berendrecht en Zandvliet; dat dit er op duidt dat elders in het havengebied terreinen vrij komen waar slib kan worden gestort, namelijk daar waar het steekvast slib wordt afgevoerd naar de landschapsdijk;

Overwegende dat teneinde de beschikbare ruimte in het havengebied optimaal te gebruiken het niet noodzakelijk is nieuwe gebieden aan te snijden voor het laguneren van baggerslib;

Overwegende dat de realisatie van een laguneringsterrein op deze plaats de dorpen Berendrecht en Zandvliet ruimtelijk zal afsnijden van de omgeving en de woon- en leefkwaliteit nog meer zal aantasten;

Overwegende dat de voorgestelde zone een open, homogeen landbouwgebied is, welke een ruimtelijke buffer betekent voor de aanliggende dorpen van Berendrecht en Stabroek;

Overwegende dat overeenkomstig de verplichting van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen er binnen het havengebied voldoende oppervlakte onbestemde grond te vinden is, waar baggerslib in afwachting van defintieve bestemming kan opgeslagen worden;

Overwegende dat het aangewezen is dat eerst de perimeter van het havengebied afgebakend wordt en dat binnen deze perimeter een oplossing voor de diverse havenproblemen gezocht wordt. » De Regionale Commissie van Advies treedt dit ongunstig advies bij. 2. Advies van de commissie over het advies van de gemeenteraden van Antwerpen en Stabroek. Door de gemeenteraad van Antwerpen werd in zitting van 27 april 1998 deels gunstig advies uitgebracht, met name voor het deel van het gebied dat zich ten zuiden van het anti-tankkanaal bevindt.

Door de gemeenteraad van Stabroek werd in zitting van 27 april 1998 ongunstig advies uitgebracht met betrekking tot de voorgestelde wijziging omdat de wijziging niet in overeenstemming zou zijn met het goedgekeurd Ruimtelijke Structuurpolan Vlaanderen en omdat de betrokken gronden in gebruik zijn als landbouwgrond en een noodzaak zijn voor de leefbaarheid van de landbouwbedrijven.

De Regionale Commissie van Advies treedt het ongunstig advies van de gemeenteraad van Stabroek bij. 3. Advies van de commissie met betrekking tot de bezwaren : De ingediende bezwaarschriften, zowel de typebezwaarschriften (type...) als de individuele bezwaarschriften (vanaf nr. 50001) zoals ze zijn opgenomen in het proces-verbaal van sluiting van openbaar onderzoek, betreffen de wijziging in zijn algemeenheid (50465 tot en met 50475); het verdwijnen van de buffer tussen de haven en de centra van Berendrecht, Zandvliet en Stabroek (types 2, 3, 34, 36, 50202, 50203, 50259, 50263, 50295, 50296, 50476 tot en met 50479, 50487 tot en met 50489, 50492 tot en met 50494, 50713, 50761, 50768, 50029 tot en met 50031, 50055, 50056, 50062, 50261, 50262, 50710 tot en met 50712, 50748, 50916 tot en met 50918, 50248, 50077, 50940); het verdwijnen van agrarisch gebied van meer dan 100 hectare (type 3, 34, 36, 50029 tot en met 50031, 50056, 50062, 50295, 50296, 50486, 50491, 50710 tot en met 50713, 50748, 50761, 50768, 50916 tot en met 50918, 50248, 50077, 50940); het teloorgaan van de leefbaarheid van de lokale bewoning als gevolg van het - ook tijdelijk - verdwijnen van open ruimte (types 2, 3, 34, 36, 50029 tot en met 50031, 50055, 50056, 50062, 50259 tot en met 50263, 50476 tot en met 50478, 50480, 50492 tot en met 50494, 50499, 50710 tot en met 50713, 50748, 50761, 50135, 50230, 50295, 50296, 50498, 50940, 50248); het isoleren van de centra van Berendrecht en Zandvliet (type 36, 50135, 50230, 50295, 50296, 50498); de verontreiniging van het slib (50260); het bestaan van alternatieve lokaties (50230, 50461, 50464, 50486, 50487, 50492 tot en met 50494); het voorhanden zijn van onteigende gronden in de omgeving (type 36, 50295, 50296, 50077, 50248); het vereiste om het slib binnen het gebied van de haven te laguneren (types 3, 34, 36, 50178, 50029 tot en met 50031, 50055, 50056, 50039, 50062, 50710 tot en met 50713, 50748, 50768, 5036, 50055, 50056, 50230, 50295, 50296, 50713, 50916 tot en met 50918, 50077, 50940, 50248) vooral op aldus in gebruik zijnde gronden (type 36, 50295, 50296, 50248); het gedeeltelijk vallen van het gebied binnen het beschermd landschap van het Anti-tankkanaal (50178, 50039).

Eindadvies Met betrekking tot het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerpplan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Antwerpen in de gemeenten Antwerpen en Stabroek (kaartblad 7/7) wordt ongustig advies uitgebracht wegens het verdwijnen van de buffer tussen de haven en de centra van Berendrecht, Zandvliet en Stabroek, het teloorgaan van de leefbaarheid van de lokale bewoning, het verdwijnen van agrarisch gebied van meer dan 100 hectare en het bestaan van alternatieve lokaties.

Antwerpen, in vergadering van 29 juni 1998.

De voorzitter, (w.g.) C. Paulus.