Etaamb.openjustice.be
Gewestplan
gepubliceerd op 11 september 1998

Gewestplan Leuven. - Definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan op het grondgebied van de gemeenten Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Haacht, Herent, Holsbeek, Huldenberg, Keerbergen, Kortenberg, Leuven, Lu Een besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 1998 bepaalt : Artikel 1. het hierbijgevoegde on(...)

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
1998035842
pub.
11/09/1998
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Leefmilieu en Infrastructuur


Gewestplan Leuven. - Definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan op het grondgebied van de gemeenten Bertem, Bierbeek, Boortmeerbeek, Haacht, Herent, Holsbeek, Huldenberg, Keerbergen, Kortenberg, Leuven, Lubbeek, Oud-Heverlee, Rotselaar en Tervuren Een besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 1998 bepaalt :

Artikel 1.het hierbijgevoegde ontwerp-plan tot gedeeltelijke wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Leuven wordt definitief vastgesteld voor delen van de kaartbladen 23/8, 24/1, 24/2, 24/5, 24/6, 24/7, 31/8, 32/1, 32/2, 32/3, 32/5, 32/6 en 32/7 met aanvullende stedenbouwkundige voorschriften zoals vervat in bijlagen 1 tot 14 bij dit besluit.

Art. 2.De toelichtingsnota evenals de kaarten met de bestaande fysische en juridische toestand, behorende tot de niet-normatieve delen van voormeld gewestplan, zijn vervat in de bijlagen 14 tot 28 bij dit besluit.

Art. 3.De Vlaamse minister bevoegd voor de ruimtelijke ordening, is belast met de uitvoering van dit besluit.

" Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 23 maart 1998, te 14 uur.

Aanwezig : de heer L. De Witte : voorzitter; de heren Baeyens, Pardon, Vandemaele, Vanden Bosch, Vleeschouwers, Cornelis, Schreurs, Vaneerdewegh, Geers, Vervoort, Boogaerts, Leekens, Petitjean, Dekeyser en Ottenbourgh : leden;

Mevr. Bom en Denonville : leden;

Mevr. Den Das : secretaris;

Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris;

Mevr. Callebaut, administratie provincie; de heer Lehouck : AROHM, Vlaams Brabant; de heer David : AROHM, Brussel.

Verontschuldigd : de heren De Coninck, Swinnen, Van Vaerenbergh, Vandezande, Cassaert en Anthoons.

De vergadering vond plaats in de « Witte Villa », in het museum « Van Humbeeck-Piron », Mechelsevest 108, 3000 Leuven. 1. Verslag vorige vergadering. Een lid merkt op dat bij de bespreking van de BPA's en het APA van Wemmel niet de heer Cornelis, doch de heer Baeyens de zaal verliet.

Het verslag zal in die zin aangepast worden.

Het verslag van de vergadering d.d. 9 maart 1998 wordt goedgekeurd. 2. Bespreking van het gewestplan Leuven. Het ontwerp-plan werd aan een openbaar onderzoek onderworpen van 27 oktober 1997 tot en met 25 december 1997, gedurende hetwelk 624 tijdige bezwaarschriften, 5 bezwaarschriften met poststempel d.d. 26 december 1997, 5 bezwaarschriften waarvan de poststempel onleesbaar is, 2 vroegtijdige bezwaarschriften en 26 laattijdige bezwaarschriften werden ingediend.

De commissie besluit de bezwaarschriften rond het gewestplan Leuven 2, waarvan de poststempel onleesbaar was, en waarvan op geen enkele andere manier de laattijdigheid kan bewezen worden, ontvankelijk te verklaren.

De commissie beslist eveneens de bezwaarschriften die de poststempel van 26 december 1997 dragen ontvankelijk te verklaren, aangezien de post op 25 december, de laatste dage van het openbaar onderzoek, gesloten was.

Door de gemeenteraden van Herent, Holsbeek, Kortenberg, Lubbeek en Oud-Heverlee werd geen advies uitgebracht. De gemeenteraden worden geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht.

De commissie neemt akte van de nota rond het persoonlijk belang, opgesteld door AROHM, Brussel. De gouverneur wijst de leden erop dat ze in deze aangelegenheid hun verantwoordelijkheid moeten nemen en dat ze de zaal dienen te verlaten, indien zij overtuigd zijn een persoonlijk belang te hebben bij een bepaald punt.

De commissie neemt ten aanzien van de wijzigingen, voorzien in het ontwerp-gewestplan, onder punt A het standpunt in zoals verwoord in bijgevoegde tekst « Advies en antwoord op de bezwaarschriften en adviezen » : « A. voorstellen i.f.v. stedelijk gebied Leuven ». Deze tekst maakt integrerend deel uit van dit verslag. 3. Volgende vergaderingen. Onder voorbehoud zal de volgende vergadering plaatsvinden : maandag 30 maart 1998, te 14 uur, op de Diestsevest 25.

Voorlopige agenda : - verdere bespreking van het gewestplan Leuven 2; - varia.

De adjunct-secretaris, A. Van Acker.

De voorzitter, L. De Witte.

Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 30 maart 1998, te 14 uur.

Aanwezig : de heer L. De Witte : voorzitter; de heren Anthoons, Baeyens, Vandemaele, Casaer, L'Homme, Pletinckx, Vanden Bosch, Vleeschouwers, Schreurs, Geers, Vervoort, Boogaerts, Leekens, Dekeyser en Ottenbourgh : leden;

Mevr. Bom en Denonville : leden;

Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris;

Mevr. Callebaut : administratie provincie; de heer Lehouck : AROHM, Vlaams Brabant; de heer David : AROHM, Brussel.

Verontschuldigd : de heren De Coninck, Swinnen, Cornelis, Van Vaerenbergh, Vandezande, Lefèvre en Van Eerdewegh;

Mevr. Den Das : secretaris.

De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestedinge Deputatie, Diestsevest 25, 3000 Leuven. 1. Bespreking van het gewestplan Leuven. De commissie neemt akte van de nota's, opgesteld door AROHM, Brussel en door de dienst van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling stedenbouw, rond de bevoegdheid van de Regionale Commissie van Advies om voorstellen te doen, in het kader van haar adviserende rol, over gebieden, die buiten de afbakening van een voorliggende gedeeltelijke herziening vallen. De commissie besluit, na stemming, dat de commissie voortaan geen voorstellen meer zal doen over gebieden, die buiten de afbakening van de voorliggende gedeeltelijke herziening vallen.

De commissie neemt ten aanzien van de wijzigingen, voorzien in het ontwerp-gewestplan, onder punt B en C het standpunt in zoals verwoord in bijgevoegde tekst « Advies en antwoord op de bezwaarschriften en adviezen » : « B. wijzigingen vanuit de doelstelligen en opties voor het buitengebied » en « C. wijzigingen vanuit de opties voor de lijninfrastructuren ». Deze tekst maakt integrerend deel uit van dit verslag. 3. Volgende vergaderingen. Onder voorbehoud zal de volgende vergadering plaatsvinden : woensdag 22 april 1998, te 9 uur, op de Diestsevest 25.

Voorlopige agenda : - verdere bespreking van het gewestplan Leuven 2; - varia.

De adjunct-secretaris, A. Van Acker.

De voorzitter, L. De Witte.

Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 22 april 1998, te 14 uur.

Aanwezig : de heer L. De Witte : voorzitter; de heren Anthoons, Vandemaele, L'Homme, Vanden Bosch, Vleeschouwers, Geers, Vervoort, Swinnen, Van Eerdewegh, Pardon, Vandezande, Van Springel, Boogaerts, Leekens, Dekeyser en Ottenbourgh : leden;

Mevr. Bom : lid;

Mevr. Den Das : secretaris;

Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris;

Mevr. Callebaut, administratie provincie; de heer David : AROHM, Brussel.

Verontschuldigd : de heren De Coninck, Van Vaerenbergh, Cassaer, Schreurs, Baeyens, Lehoux en Pletinckx;

Mevr. Bom.

De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestedinge Deputatie, Diestsevest 25, 3000 Leuven. 1. Bespreking van het gewestplan Leuven. De commissie neemt akte van de bezwaarschriften, verzameld onder punt D van bijgevoegde tekst en die niet onder te brengen zijn onder een specifieke hoofding van de toelichtingsnota, het standpunt in zoals verwoord in bijgevoegde tekst « Advies en antwoord op de bezwaarschriften en adviezen » : « D. individuele verzoekschriften ».

Deze tekst maakt integrerend deel uit van dit verslag.

De commissie neemt ten aanzien van de bezwaarschriften, die opmerkingen van algemene aard bevatten, het standpunt in zoals verwoord in bijgevoegde tekst « Advies en antwoord op de bezwaarschriften en adviezen » : « Algemene opmerkingen ». Deze tekst maakt integrerend deel uit van dit verslag. 3. Volgende vergaderingen. Onder voorbehoud zal de volgende vergadering plaatsvinden : maandag 18 mei 1998, te 14 uur, op de Diestsevest 25.

Voorlopige agenda : - bespreking van het gewestplan Leuven (Parkveld); - bespreking van het gewestplan Leuven (Termunckveld); - bespreking van het gewestplan Leuven (Boortmeerbeek); - bespreking van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse; - register der ontwerpers; - varia.

Onder voorbehoud zal de volgende vergadering plaatsvinden : maandag 25 mei 1998, te 14 uur, op de Diestsevest 25.

Voorlopige agenda : - verdere bespreking van het gewestplan Leuven (Parkveld); - verdere bespreking van het gewestplan Leuven (Termunckveld); - verdere bespreking van het gewestplan Leuven (Boortmeerbeek); - verdere bespreking van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse; - varia.

De adjunct-secretaris, A. Van Acker.

De voorzitter, L. De Witte.

Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 18 mei 1998, te 14 u. 30 m.

Aanwezig : de heer L. De Witte : voorzitter; de heren Vandemaele, Cornelis, Baeyens, L'Homme, Vanden Bosch, Vleeschouwers, Geers, Van Eerdewegh, Boogaerts, Dekeyser en Pletinckx : leden;

Mevr. Denonville : lid;

Mevr. Den Das : secretaris;

Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris; de heer Lagast : administraite provincie; de heren David en Foblets : AROHM, Brussel.

Verontschuldigd : de heren De Coninck, Van Vaerenbergh, Cassaer, Anthoons, Swinnen, Schreurs, Vervoort, Vandezande en Ottenbourgh;

Mevr. Bom.

De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestedinge Deputatie, Diestsevest 25, 3000 Leuven. 1. Verslagen vorige vergadering. Er zijn geen opmerkingen op de verslagen d.d. 23 maart 1998, 30 maart 1998 en 22 april 1998. Een stemming over de verslagen wordt uitgesteld tot de volgende vergadering omdat de leden niet in aantal zijn. 2. Bezwaarschrift 197 op het gewestplan Leuven 2. De commissie stelt vast dat ze tijdens de afhandeling van de bezwaarschriften op het gewestplan « Leuven 2 » het bezwaarschift 197 over het hoofd gezien heeft. Ze wenst alsnog hier een evenwel laattijdig standpunt over te nemen en vraagt de Vlaamse Regering dit standpunt toch in ogenschouw te nemen.

De commissie meent dat er met het bezwaarschrift, uitgaande van de N.V. Aquafin, rekening dient gehouden te worden in zoverre bezwaarindiener een aanpassing vraagt voor de voorziene overstortinfrastructuur ter hoogte van Egenhoven, Kapelstraat.

In de voorgestelde wijziging wordt dit gebied integraal opgenomen als natuurgebied rond de Voer, als buffer tussen het Boudewijnpark en het Egenhovenbos.

Aangezien Aquafin voorziet in de uitbouw van een overstort met bergbezinkingsbekken en de sanering van de bestaande overstorten in de Voer, dient hiertoe plaats voorzien te worden.

Het ideale scenario zou zijn dat de voorziene bestemmingswijziging niet in het gedrang komt. Echter door de verbinding van de collector, afkomstig van Terbank is de situering van de rioleringsinfrastructuur het meest aangewezen op deze plaats.

Rekening houdend met de verminderde biologische waarde, door drainage en aanplant van een populierenmonocultuur, stelt de commissie voor om de nodige oppervlakte met bestemming openbaar nut te behouden voor het realiseren van de rioleringsinfrastructuur. 3. Bespreking van het gewestplan Leuven (Parkveld). I. Algemene situering.

Dit ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het bovenvermelde gewestplan d.d. 7 april 1977, beslaat het grondgebied van de gemeente Leuven en werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op 27 mei 1997.

Het ontwerp beoogt voornamelijk een regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter te creëren, aansluitend bij het bestaande gebied voor ambachtelijke bedrijven, dat op zijn beurt aansluit bij het stedelijk gebied Leuven omdat de huidige ambachtelijke zone praktisch volzet is en omdat het een vlak terrein is en bijgevolg gepaard gaat met minimale uitrustingskosten.

Daarnaast wordt een agrarisch gebied weerhouden tussen het woongebied en het bedrijventerrein om de open corridor tussen grootschalige open ruimte gebieden (Heverleebos en Abdij van Park en omgeving) als open te bewaren.

Er wordt eveneens een bufferzone aangeduid om de woonzone en het militair domein beter te scheiden en om de daar aanwezige holle weg met zijn landschappelijke en ecologische waarde beter te beschermen.

II. Openbaar onderzoek.

In uitvoering van het artikel 11 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, werd het ontwerp onderworpen aan een openbaar onderzoek van 8 december 1997 tot en met 5 februari 1998. In het kader van dit onderzoek werden 39 bezwaarschriften ingediend (zie samenvatting in bijlage).

III. Afwijkingen van het originele gewestplan.

Volgende afwijkingen met het gewestplan Leuven d.d. 7 april 1997 worden doorgevoerd : 3,7 ha woongebied en 15 ha agrarisch gebied worden omgezet in 1,2 ha bufferzone, 1,2 ha agrarisch gebied en 16,3 ha regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter.

IV. Adviezen.

Advies van de Bestendige Deputatie (d.d. 2 april 1998).

Het RSV erkent de noodzaak en differentiatie aan bijkomende bedrijventerrein en situeert de regionale bedrijventerrein en in de stedelijke gebieden en de economische knooppunten, bij voorkeur aansluitend bij bestaande bedrijvenzones.

Het wijzigen van het gewestplan kadert eveneens in de doelstellingen van de eerste beleidsnota Ruimtelijke Structuurplan Vlaams-Brabant, waar Leuven als een belangrijke Vlaamse economische groeipool wordt aangeduid.

De beleidsnota van het provinciaal structuurplan stelt dat bij de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen meer aandacht moet geschonken worden aan het verhogen van de bebouwingsdichtheid door bv. in meerdere lagen te bouwen, de kavelgrootte te beperken, gemeenschappelijke parkeerruimten, enz. Bij de aanleg van het bedrijventerrein en het opstellen van de vereiste BPA's zal hiermee ook rekening moeten gehouden worden.

Ook zal men bij het realiseren van dit terrein de nodige aandacht moeten besteden aan de mogelijke ontsluitingen via het openbaar vervoer, zeker gelet op de nabijheid van de ijsschaatsbaan, een grootstedelijke recreatieve functie met een hoge mobiliteitsgenererende functie. Er dient tevens vermeden te worden dat de ontsluiting van deze percelen zou gebeuren via de Geldenaakse Baan om zo het links afslaan op deze drukke toegangsweg naar Leuven te vermijden. De ontsluiting gebeurt bij voorkeur via het reeds bestaande aanliggende industrieterrein.

Voorafgaand aan de ontwikkeling van dit gebied, dient de opmaak van een BPA verplicht gesteld te worden, waarin uitdrukkelijk gevraagd wordt om bij de realisatie van deze terreinen een hoge bebouwingsdichtheid na te streven.

De aanvullende stedenbouwkundige voorschriften bij het gewestplan voorziene modaliteiten van aanleg bij de ontwikkeling van het gebied via een BPA. Gunstig voor de creatie van het regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter mits de stedenbouwkundige voorschriften de opmaak van een BPA verplicht stellen.

Vanuit de zorg voor het behoud van de open ruimte en het behoud van de leefkwaliteit van de omwonenden, in het kader van het vastleggen van een duurzame ruimtelijke verbinding tussen enerzijds Abdij van 't Park-Sint-Albrechtuscollege en anderzijds het militair domein-Heverleebos worden volgende aanpassingen voorgesteld : - het voorgestelde blokje agrarisch gebeid te noorden van de ijsschaatsbaan dient doorgetrokken te worden tot aan de bestaande woningen. Een argument voor het wijzigen van het bestaande woongebied in agrarisch gebied is de gebrekkige ontsluiting van de terreinen. De aanleg van toegangswegen of verkaveling van het gebied dient vermeden te worden om de bestaande open ruimteverbinding maximaal te vrijwaren.

In het GNOP van Leuven wordt deze zone beschouwd als een belangrijke natuurlijke verbinding in de open ruimte. Als maatregel wordt hier o.a. aangehaald : stopzetten van indringing van de bebouwing in het gebied; - om de hinder voor de omwonenden te beperken stelt de dienst voor achter de bestaande bewoning langs de Geldenaaksebaan, ter hoogte van de voorziene bestemmingswijziging, een bufferzone aan te leggen en de bestaande bewoning, tussen de Peugeot-garage "Gewelt" en de toegangsweg tot het transformatorstation om te zetten in woongebied.

Gunstig voor de omzetting van woongebied en agrarisch gebied in bufferzone op voorwaarde dat bovenstaande opmerkingen in aanmerking genomen worden.

V. Bespreking.

Een lid merkt op dat onderhavige gewestplanwijziging een ernstige ingreep is in de leefbaarheid van de landbouw in de regio en de woonwijk extra zal belasten. Hij vraagt dan ook deze wijziging negatief te adviseren.

Een ander lid stelt dat er bij het opstellen van de ruimtebalans geen rekening is gehouden met de wijzigingen die doorgevoerd worden in Parkveld en Termunckveld en dat de verschilldene wijzigingen in hun totaliteit een ongunstige weerslag hebben op de open ruimte.

Een lid merkt op dat de gewestplanwijziging opgestart is in een periode dat het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen nog niet bestaande was.

Een ander lid antwoordt echter dat dit gebied noodzakelijk is en dat het aansluit op een bestaande KMO-zone. Hij vraagt zich af of er wel andere alternatieven voorhanden zijn.

De commissie gaat over tot een bespreking van de bezwaarschriften.

Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over het plan evenals een stemming over de antwoorden op de bezwaarschriften evenwel uitgesteld tot de volgende vergadering. 4. Bespreking van het gewestplan Leuven 4 (Termunckveld). I. Algemene situering.

Dit ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het bovenvermelde gewestplan d.d. 7 april 1977, beslaat het grondgebied van de gemeente Leuven en werd door de Vlaamse Regerig voorlopig vastgesteld op 27 mei 1997.

Het ontwerp beoogt de creatie van een researchpark, bestemd voor de vestiging van bedrijven, instellingen en laboratoria actief in fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling en engineering en de ermee samenhangende diensten en kantoren op het niveau van het stedelijk gebied Leuven en in dezelfde omgeving van de universitaire campus.

De redenen hiervoor zijn : - de potenties door de aanwezigheid van de KUL en aanverwante instellingen, die zowel een aantrekkingspool als een voedingsbodem kunnen vormen, waardoor hoogwaardige voorzieningen en tewerkstelling kunnen ontstaan, zoals gewenst in de Vlaamse Ruit waartoe Leuven behoort; - de noodzaak om ruimte te voorzien om deze potenties waar te maken en gestructureerd te ontwikkelen; - door de aanleg van infrastructuur en de aanzet van bebouwing is het gebied reeds landschappelijk aangetast en afgescheiden; - een goede ontsluiting via het bestaande kruispunt Boudewijnlaan/Sint-Janbergsesteenweg naar de A2 en de E40; - er is enkel bebouwing aan de rand van het gebied, waarvoor voldoende bufferzone te voorzien is; - de nabijheid van de campus van de KUL en van het geplande wetenschapspark aan de Boudewijnlaan; - een buffer is nodig t.o.v. de bestaande woning en om de scheiding Bertem-Leuven te behouden en ter vrijwaring van het karakter van de Termunckdreef als holle weg en groenzone.

II. Openbaar onderzoek.

In uitvoering van het artikel 11 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, werd het ontwerp onderworpen aan een openbaar onderzoek van 8 december 1997 tot en met 5 februari 1998. In het kader van dit onderzoek werden 260 tijdige bezwaarschriften ingediend en 4 laattijdige (zie samenvatting in bijlage).

III. Afwijkingen van het originele gewestplan.

Volgende afwijkingen met het gewestplan Leuven d.d. 7 april 1997 worden doorgevoerd : 37,6 ha agrarisch gebied en 1,3 ha recreatiegebied worden omgezet in 30,6 ha researchpark en in 8,3 ha bufferzone.

IV. Adviezen.

Advies van de Bestendige Deputatie (d.d. 2 april 1998).

Het RSV erkent de noodzaak en differentiatie aan bijkomende bedrijventerreinen en situeert de wetenschapsparken in de stedelijke gebieden, in de buurt van een kenniscentrum (bv. universiteit), waar de toegelaten bedrijven een sterke binding dienen mee te onderhouden.

De ligging van Leuven binnen de Vlaamse Ruit (stedelijk netwerk op internationaal niveau) en de selectie van deze stad als regionaalstedelijk gebied, met de aanwezigheid van universitaire en andere onderzoeksinstellingen en de nabijheid van de "poort" internationale luchthaven Zaventem, maken Leuven tot de meest geschikte locatie voor dergelijk researchpark.

Door de ligging bij de oprit naar de A2 en de nabijheid van de E40 is de ontsluiting naar de internationale poort "luchthaven Zaventem" en het "Vlaams stedelijk gebied rond Brussel" gunstig.

In uitvoering van het RSV werd het regionaalstedelijk gebied Leuven nog niet afgebakend. Het gebied Termunckveld sluit wel aan bij de bebouwde zone van het regionaal stedelijk gebied Leuven. Volgens het RSV zullen 76 % van de bijkomende bedrijventerreinen gesitueerd worden binnen deze gebieden.

De mogelijke alternatieve inplantingsplaatsen (Philipsterreinen, uitbreiding KUL in Dijlevallei, Kareelveld, Vaartkom) werden geëvalueerd op hun landschappelijke, biologische en ecologische waarde, de ontsluitingsmogelijkheden, eventuele hinder voor het omliggende woongebied en de binding met de KUL-instellingen. Hieruit bleek dat Termunckveld de meest geschikte inplantingsplaats voor het researchpark is : - de Kanaalzone-Vaartkom is niet realistisch op korte termijn omdat er op korte en middellange termijn geen terreinen zullen vrijkomen in deze zone en enkel een vijftal ha stadseigendom beschikbaar zijn; - in het eigenlijke Vaartkomgebied liggen de beschikbare gronden en terreinen verspreid tussen andere activiteiten zodat de creatie van een aaneengesloten geheel als reseachpark onmogelijk is; - de uitbreidingsmogelijkheden van de Arenbergcampus in de Dijlevallei wordt omwille van de landschappelijke waarde van het gebied net ingekrompen tot ongeveer de bestaande campus; - het Philipsterrein is beperkt qua omvang (11,5 ha) en zonder uitbreidingsmogelijkheden en de nabijheid van de drukke goederenspoorlijnen kan hinderend werken op labo's met fijne meetapparatuur.

Gelet op het specifiek karakter van het researchpark, namelijk de vestiging van bedrijven, instellingen en laboratoria, actief in fundamenteel en wetenschappelijk onderzoek, ontwikkeling en engineering, is de nabijheid van de universiteit en aanverwante instellingen essentieel. Zo kunnen deze spin-off bedrijven maximaal renderen door de geografische nabijheid van de academische onderzoekscentra en door de veelvuldige menselijke contacten tussen beiden.

Het wijzigen van het gewestplan met het oog op het ontwikkelen van een researchpark ter hoogte van Termunckveld kort aansluitend op het toekomstig te realiseren researchpark langsheen de Boudewijnlaan, kadert eveneens in de doelstellingen van de eerste beleidsnota Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant, waarin gesteld wordt dat in de stad Leuven ruimte vrij gehouden dient te worden voor de ontwikkeling van terreinen voor hoogwaardige activiteiten en functies met een internationale uitstraling. Wel zal men bij het realiseren van dit terrein de nodige aandacht moeten besteden aan de mogelijke openbare vervoersontsluitingen van dit gebied.

De ontsluiting van het gebied kan alleen gebeuren ter hoogte van het bestaande kruispunt van de Boudewijnlaan met de Sint-Janbergsesteenweg. Een rechtstreekse wegontsluiting naar de Tervuursesteenweg, de Boudewijnlaan of de Sint-Janbergsesteenweg is, gelet op de aanwezige woonkwaliteiten of de bestaande verkeersstructuur, niet verantwoord; bij de opmaak van het uitvoeringsplan zal eveneens bijzondere aandacht besteed moeten worden aan de mogelijkheden het terrein voor de zwakke weggebruiker (fiets, voetganger) bereikbaar te maken.

Men zal evenwel bij de aanleg van het researchpark en het opstellen van de vereiste BPA's, rekening moeten houden met de beleidsnota van het provinciaal structuurplan, dat bij de realisatie van nieuwe bedrijventerreinen pleit voor het verhogen van de bebouwingsdichtheid door bv. in meerdere lagen te bouwen, de kavelgrootte te beperken, gemeenschappelijke parkeerruimten, enz.

Dit gebied vormt door de ligging tussen de A2 en de N264 en het bestaande woongebied van het stedelijk gebied Leuven, een enclave die zowel landschappelijk als functioneel afgescheiden is van de omliggende open ruimte. Door de aanleg van de bufferzones errond wordt het bestaande woongebied aan de rand van het researchpark afgeschermd en blijft de waardevolle groenzone Termunckdreef bewaard.

De bestaande recreatiezone (camping) verdwijnt zonder compensatie.

De provinciale dienst ruimtelijke ordening voegt er het volgende aan toe : « De aanvullende stedenbouwkundige voorschriften bij het gewestplan voorzien een fasering bij de ontwikkeling van het gebied en modaliteiten van aanleg via een BPA. Het researchkarakter van de potentiële investeerders wordt door de KUL geadviseerd. Er wordt niet duidelijk omschreven wat de precieze criteria zijn en of het advies bindend is. » V. Bespreking.

Een lid merkt op dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen pleit voor het systematische hergebruiken van verlaten bedrijventerreinen en wijst erop dat de bouwdichtheid op verschillende terreinen te laag ligt. Hij verwijst met dit laatste vooral naar het researchpark in Haasrode. Er is trouwens daar een evenementenhal neergepoot die veel plaats in beslag neemt maar daarnaast weinig arbeidsplaatsen biedt.

Hij wijst er tenslotte op dat het Termunckveld veel te excentrisch gelegen is.

Een ander lid werpt op dat de lage bezettingsgraad van het researchpark te Haasrode het gevolg is van de toen geldende voorschriften zoals de afstandsregels e.d. Men tracht thans inderdaad het researchpark te verdichten, voornamelijk door de bestaande bedrijven de kans te geven daar verder uit te breiden. Veel gronden liggen immers achterin, zonder aansluiting met een openbare weg en zijn bijgevolg weinig aantrekkelijk voor nieuwe investeerders. Het park te Haasrode kan niet tegemoet komen aan de supplementaire behoeften aan ruimte.

Een lid meent echter dat veel gebouwen in het researchpark te Haasrode te laag zijn en dat daar nog verschillende verdiepingen op kunnen. Een verdubbeling van de bouwhoogtes zou reeds voldoende zijn om aan de nieuwe behoeften tegemoet te komen.

Een ander lid wijst op de technische moeilijkheden om overal een bouwlaag aan toe te voegen. Hij voegt eraan toe dat voor nieuwe bedrijventerreinen hier wel aandacht aan wordt geschonken en dat gebouwen in de toekomst meer en meer in de hoogte geconcipieerd zullen worden.

Een lid vraagt hoeveel ha extra bedrijventerreinen voorzien worden in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant voor de regio Leuven. De voorzitter antwoordt dat van de 1 300 ha voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, er waarschijnlijk 550-600 ha zullen gaan naar het gewest Leuven, waarvan 150-200 ha te realiseren in de stad Leuven. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen erkent zowel de luchthaven van Zaventem als de Leuvense universiteit als motoren voor de economie.

Een lid merkt op dat een groot deel van de bijkomende bedrijventerreinen, voorzien in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, in agrarische zone te realiseren zullen zijn.

Een lid vraagt of het niet beter was te wachten met deze gewestplanwijziging tot de structuurplannen op gemeentelijk en provinciaal vlak opgesteld waren. In antwoord wordt erop gewezen dat een gewestplan reeds eerder opgesteld kan worden, zolang het kadert binnen de filosofie van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Daarenboven zou het wachten teveel tijd in beslag nemen terwijl de noden dusdanig zijn dat men binnen 2-3 jaar het terrein zou moeten kunnen aansnijden.

Een lid merkt op dat tijdens de gewestplanwijziging "Leuven 2" de commissie een gunstig advies heeft geformuleerd voor de omzetting van Kareelveld van woonuitbreidingsgebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied omwille van de waarde van dit open ruimtegebied tussen de stadsring en de E314 door de aanwezigheid van holle wegen en kleine gemeenschapselementen op relatief korte afstand van de stad.

Hij stelt dat diezelfde argumenten ook gelden voor Termunckveld.

Indien de commissie beslist 1,5 km verder van Kareelveld langs dezelfde weg Termunckveld gunstig te adviseren, voert ze geen consequent beleid. Een lid antwoordt hierop dat de verkeersafwikkeling langs Kareelveld zeer moeilijk was terwijl dit voor Termunckveld veel gemakkelijker is. Het is daarom dat Termunckveld verkozen wordt.

Een lid vraagt zich af welke alternatieve inplantingsplaatsen nog gevonden kunnen worden indien de beide gewestplanwijzigingen (Termunckveld en Parkveld) afgewezen worden. Hij voegt eraan toe dat de Philips-site zeker geen volwaardige alternatief is omdat het bestemd werd als een gebied voor stedelijke ontwikkeling en niet als een bedrijventerrein. In een gebied voor stedelijke ontwikkeling worden meer mensen tewerkgesteld en zo dicht bij het centrum is het niet wenselijk verkeersstromen van zwaar transport te creëren.

Daarenboven besluit hij, wordt ernaar gestreefd, in het belang van een goede plaatselijke aanleg, nieuwe terreinen te laten aansluiten bij reeds bestaande terreinen.

De voorzitter antwoordt positief op de vraag van een lid of de 50 ha bedrijventerrein die hier bij gecreeërd wordt met de 2 gewestplanwijzigingen (Termunckveld en Parkveld) reeds in rekening gebracht worden in de ruimtebalans van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Een lid merkt op dat het gebied slechts kan gerealiseerd worden met één private partner. De vraag werd dan ook gesteld aan de vertegenwoordiger van AROHM-Brussel of dit juridisch kan.

Een lid merkt op dat uit een studie blijkt dat de reeds bestaande researchpark en veel bedrijven huisvesten, die eigenlijk weinig met research bezig zijn. Slechts 16 % van alle bedrijven op researchparken zouden echte "spin-offs" zijn en de andere zouden puur commercieel zijn. Een ander lid antwoordt dat over het research-karakter van potentiële huurders wordt gewaakt door de universiteit in samenspraak met de stad Leuven. Daarenboven bestaan er geen zuivere research-bedrijven en houden ze zich meestal logischerwijze ook bezig met productie en verkoop. Het eerste lid vreest dat men thans een nieuw researchpark opricht omdat het andere in Haasrode niet werkt.

Men beweert dat dit researchpark te ver gelegen is van de universiteit. Nochtans meent hij dat in deze communicatiemaatschappij de nabijheid bij de universiteit geen doorslaggevend argument kan zijn. Een ander lid voegt hieraan toe dat in ons land een researchpark niet kan werken en dat er mondiaal slechts 2 researchparken zijn, die de naam waardig zijn. Hij heeft dan ook moeite met de benaming researchpark en pleit voor een meer algemene benaming.

De commissie gaat over tot een bespreking van de bezwaarschriften.

Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over het plan evenals een stemming over de antwoorden op de bezwaarschriften evenwel uitgesteld tot de volgende vergadering. 5. Volgende vergaderingen. Onder voorbehoud zal de volgende vergadering plaatsvinden : woensdag 27 mei 1998, te 14 uur, op de Diestsevest 25.

Voorlopige agenda : - verdere bespreking van het gewestplan Leuven (Parkveld); - verdere bespreking van het gewestplan Leuven (Termunckveld); - verdere bespreking van het gewestplan Leuven (Boortmeerbeek); - verdere bespreking van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse; - register der ontwerpers; - varia.

De adjunct-secretaris, A. Van Acker.

De voorzitter, L. De Witte.

Advies en antwoord op de bezwaarschriften en adviezen Algemene opmerkingen Antwoord op : Bezwaarschriften 203, 243, 250, 253, 255, 432, 433, 437, 439, 440, 455, 456, 466, 486A, 486B, 491, 524, 538, 540, 570, 571 (met 29 handtekeningen), 608, 609, 610, 611, 612 en 613 : Het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen. - De voorgestelde wijzigingen aan het gewestplan Leuven werden ingegeven vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening.

Het komt de Vlaamse Regering toe deze principes vast te leggen en te vertalen. Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd.

Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen, daar zij op dat ogenblik aanvaard werden als algemeen geldende principes. Tevens werd op deze wijze getracht een continu beleid te voeren, als overgang naar het definitief goedkeuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. - Er wordt op gewezen dat deze gewestplanwijziging reeds een lange voorgeschiedenis kent, en dat de eerste voorstellen tot gewestplanwijziging werden geformuleerd op een ogenblik dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog aan het begin stond van haar planningsproces. - Door de lange procedure werd de noodzaak tot het wijzigen van het gewestplan immer groter. Er werd gepoogd enkel die wijzigingen voor te stellen, waarvan de gewijzigde bestemming noodzakelijk is om op korte termijn aan een reële vraag te kunnen voldaan, of een reëel aanbod te kunnen creëren. - Wijzigingen die in conflict kunnen komen met de doelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant werden voorlopig niet voorgesteld, en zullen het voorwerp uitmaken van een later door te voeren gewestplanwijziging nadat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant en de ruimtelijke uitvoeringsplannen definitief door de Vlaamse Regering zullen worden goedgekeurd. - De voorstellen van de eerste en door de Raad van State geschorste gewestplanwijziging, werden allen opnieuw geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd of geschrapt. - Een deel van de wijzigingen betreft een actualisatie van de oorspronkelijke bestemming aan de feitelijke en juridische bestemming, zoals die bijvoorbeeld in een goedgekeurd BPA wordt vastgelegd. Het heeft geen zin deze tegenstrijdigheden verder te laten bestaan. - De groei van de stedelijke gebieden is, ondanks een intensieve inbreidingspolitiek, onlosmakelijk verbonden met de principes van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen inzake de toekomstige toedeling naar de stedelijke gebieden, versus de buitengebieden.

Groengebieden. - De voorgestelde groengebieden betreffen die gebieden die als primair noodzakelijk naar voren werden geschoven, om ze te vrijwaren van ongewenste ontwikkelingen, die binnen de mogelijkheden lagen van de bestaande bestemming. - Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen. - De concrete afbakening van de bijkomende hectaren groengebieden zoals bepaald in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen zullen slechts na definitieve goedkeuring van het structuurplan door het Vlaams Parlement, in uitvoeringsplannen worden gegoten. - De problematiek van het grondwater op de plateaugronden behoort niet tot het specifieke probleem van de bestemming van een gebied, zoals vast te leggen valt in gewestplannen, dan wel tot het gevoerde beheer van deze gebieden. Deze problematiek kadert in de algemene milieuwetgeving en dient specifiek behandeld te worden in documenten zoals het Mestactieplan, het MINA-plan en de Vlarem-wetgeving.

Landbouw. - De commissie heeft geadviseerd om een aanvullend stedenbouwkundig voorschrift voor `natuuruitbreidingsgebieden' te formuleren om de beroepslandbouwers de zekerheid te geven dat de huidige uitbaters en hun erfopvolgers in de eerste graad hun activiteiten kunnen verder zetten tot de bestemming natuurgebied gerealiseerd wordt. - De term landschappelijk waardevol werd slechts toegevoegd voor die gebieden waar op dit ogenblik een landschappelijke kwaliteit kon worden vastgesteld. Deze kwaliteit werd in belangrijke mate bepaald door de aanwezige agrarische structuur. Evenwel werd in het verleden vastgesteld dat de loutere bestemming agrarisch gebied niet steeds een garantie bood voor het homogeen ontwikkelen van deze gebieden, en werd er vastgesteld dat andere bestemmingen in deze gebieden zijn doorgesijpeld. Door het toekennen van de term landschappelijk waardevol wenst de wetgever voornamelijk deze kwaliteiten te behouden zonder afbreuk te doen aan de agrarische bestemming van het gebied. - Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen brengt in haar richtinggevende bepalingen de noodzaak aan waarborgen voor de landbouw in de stedelijke gebieden naar voren. Bij het afbakenen van de stedelijke gebieden zal hier rekening mee gehouden worden.

Procedure en democratie. - In het ontwerp van gewestplanwijziging werden enkel die elementen uitgelicht waarvoor een voorstel tot wijziging werd uitgewerkt. Dit om duidelijk de te wijzigen gebieden te kunnen onderscheiden van de andere. Ten einde het globale beeld te verkrijgen dient men het ontwerp van gewestplanwijziging en het oorspronkelijke gewestplan naast elkaar te leggen. - Het ontwikkelingsplan van de stad Leuven maakt geen onderdeel uit van deze gewestplanwijziging, en kan slechts voor de stad Leuven als toetssteen gebruikt worden om de voorstellen tot wijziging te beoordelen. - Het initiatief tot het wijzigen van het gewestplan ligt bij de Vlaamse Regering. Zij kan autonoom beslissen om een gewestplan in herziening te stellen. - De voorgestelde wijzigingen aan het gewestplan Leuven werden ingegeven vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening.

Het komt de Vlaamse Regering toe deze vast te leggen en te vertalen.

Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen, daar zij op dat ogenblik aanvaard werden als algemeen geldende principes.

Tevens werd op deze wijze getracht een continu beleid te voeren, als overgang naar het definitief goedkeuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Bezwaarschrift 649 : - De gemeente Keerbergen werd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen niet geselecteerd als een gemeente behorende tot de stedelijke gebieden. Voor deze gemeente dient dan ook een buitengebied beleid gevoerd worden. Eén van de taken die het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen oplegt aan de buitengebieden is het realiseren van natuur- en natuurontwikkelingsgebieden, en een beperking van de behoefte aan bijkomende woongelegenheden. - Daarenboven worden ook op het grondgebied van Leuven de woongebieden ingeperkt ten voordele van de open ruimte.

Bezwaarschrift 431 : - Het besluit van de Vlaamse Regering stelt dat de gewestplanwijzigingen werden opgemaakt vanuit het oogpunt van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de principes van het RSV als kader worden gehanteerd. Het komt de Vlaamse Regering toe de principes waaraan zij haar ruimtelijk beleid relateert te bepalen en te omschrijven. - De voorgestelde wijzigingen worden voorgesteld vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening. De krachtlijnen inzake het ruimtelijk beleid zoals in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschreven worden als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen. - Alle voorgestelde wijzigingen worden gemotiveerd in de toelichtingsnota bij het ontwerp-plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Leuven. - Het betreft hier geen regularisatie van een bouwovertreding, maar een aanpassing van het gewestplan aan een feitelijke toestand die berust op een bouwvergunning die afgeleverd werd overeenkomstig de toen vigerende wetgeving.

Antwoord op : Adviezen van de gemeente Bierbeek, Huldenberg, Rotselaar en Tervuren : De procedure werd correct gevolgd. De wetgeving voorziet immers dat de Vlaamse Regering een voorstel doet en dat vervolgens de gemeente hun advies kunnen uitbrengen.

Elke gemeente heeft als autonoom bestuur de mogelijkheid gehad, van zodra ze op de hoogte was van de procedure tot in herziening stelling, haar opmerkingen naar de Vlaamse Regering op te sturen. Deze neemt de verantwoordelijkheid voor de keuze van de wijzigingsvoorstellen.

Advies van de gemeente Keerbergen : - De documenten waarvan sprake in het advies van de gemeente Keerbergen vormen geen onderdeel van de voorstellen tot gewestplanwijziging, maar kunnen zoals alle documenten van openbare besturen op eenvoudig verzoek geraadpleegd worden.

A Voorstellen i.f.v. stedelijk gebied Leuven 1. Wijgmaal Dries - ten noorden van de Kroonstraat Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden. Antwoord op : Bezwaarschrift 144 B : Om het landelijk karakter van Wijgmaal te versterken is het belangrijk dat het nog resterend landbouwgebied zo ver mogelijk in de woonkern doordringt.

Het feit dat een grond gelegen is langs een openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Deze wijziging stemt overeen met het gevoerde beleid inzake woonuitbreidingsgebieden en met de doelstellingen van het RSV en de beleidsnota van het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant.

Bezwaarschrift 224 : Uit de beschikbare informatie blijkt dat de Meerstraat te Wijgmaal niet gelegen is binnen de zone waarvoor een gewestplanwijziging van woonuitbreidingsgebied naar agrarisch gebied voorgesteld wordt.

De zonegrenzen op de gewestplannen werden niet vastgesteld op basis van perceelsgrenzen. Er is geen bijzondere reden om de grens van de zones nu te wijzigen.

De rechten voortvloeiend uit een nog geldige verkaveling blijven behouden.

Om het landelijk karakter van Wijgmaal te versterken is het belangrijk dat het nog resterend landbouwgebied zo ver mogelijk in de woonkern doordringt.

Het feit dat een grond gelegen is langs een openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Deze wijziging stemt overeen met het gevoerde beleid inzake woonuitbreidingsgebieden en met de doelstellingen van het RSV en de beleidsnota van het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 2. Wijgmaal Dries - ten zuiden van de Kroonstraat. Advies : gunstig voor de wijziging van woonuitbreidingsgebied in landbouwzone, woongebied en woonreservegebied : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden. gunstig voor de wijziging van woonuitbreidingsgebied in dagrecreatiezone : - de gewestplannen bevatten te weinig recreatiegebieden om tegemoet te komen aan de stijgende behoefte inzake recreatie en daardoor worden vaak veeleer ongeordende recreatieve voorzieningen aangelegd in gebieden met een andere bestemming.

Antwoord op : Bezwaarschrift 144 B : Om het landelijk karakter van Wijgmaal te versterken is het belangrijk dat het nog resterend landbouwgebied zo ver mogelijk in de woonkern doordringt.

Het feit dat een grond gelegen is langs een openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Deze wijziging stemt overeen met het gevoerde beleid inzake woonuitbreidingsgebieden en met de algemeen geldende principes die aan de basis liggen van het RSV en van de beleidsnota van het provinciaal structuurplan Vlaams-Brabant.

Bezwaarschriften 246 en 583 : De woonbehoeftenstudie maakt wettelijk geen deel uit van de documenten van het openbaar onderzoek.

Een BPA dient zich te richten naar de bestemmingen van het gewestplan, en vult deze verder aan. In deze zin kan een BPA strenger zijn dan de loutere gewestplanbestemming woonuitbreidingsgebied.

Het aansnijden van de woonreservegebieden kan gebeuren op initiatief van de overheid, nadat de noodzaak ervan aangetoond werd aan de hand van een behoeftenstudie en de stedenbouwkundige aanleg van het gebied met de bijhorende voorschriften vastgelegd werd in een BPA. De woonreservegebieden blijven bestemd voor wonen en aanverwante activiteiten.

Er is geen verband tussen dit voorstel van gewestplanwijziging dat woongebied voorziet en de voorgestelde wijziging op Termunckveld waar industriegebied voorzien wordt.

De voorgestelde wijzigingen aan het gewestplan Leuven werden ingegeven vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening. Het komt de Vlaamse Regering toe deze principes vast te leggen en te vertalen. Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen, daar zij op dat ogenblik aanvaard werden als algemeen geldende principes.

Tevens werd op deze wijze getracht een continu beleid te voeren, als overgang naar het definitief goedkeuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 3. Wijgmaal Beekstraat. Advies : gunstig voor de wijziging van woonuitbreidingsgebied in parkzone : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden. gunstig eveneens voor de wijziging van woonuitbreidingsgebied in openbare nutszone. de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 246, 433, 437, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 612 : De bestemming parkzone betekent reeds een natuurlijkere bestemming, dan de oorspronkelijke bestemming woonuitbreidingsgebied, en vormt een overgangsgebied naar het waardevol coulissenlandschap van de Dijlevallei. De ecologische waarde van het gebied is niet dermate dat zij de bestemming natuurgebied zou verantwoorden.

Bezwaarschrift 587 : De huidige bestemming van het perceel (woonuitbreidingsgebied) laat ook geen bebouwing toe zolang de bevoegde overheid over de ordening van het gebied niet heeft beslist en aan de andere voorwaarden is voldaan zoals voorzien in de M.O. van 8 juli 1997 (art 5.1.1.).

Dit gebied maakt deel uit van het Wijgmaalbroek en maakt deel uit van het waardevol landschap van de Dijlevallei.

Er is geen verband tussen dit voorstel van gewestplanwijziging dat woongebied voorziet en de voorgestelde wijziging op Termunckveld waar industriegebied voorzien wordt.

Het noordoostelijke deel van het gebied wordt opengehouden omwille van de nog duidelijk voelbare binding met Wijgmaalbroek. De Beekstraat vormt op die plaats de grens tussen het woongebied en het landschappelijk waardevolle coulissenlandschap van de Dijlevallei.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 4. Wijgmaal Privaatweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 5. Wilsele Kwade Hoek. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 6. Wilsele Dijle-vallei. Advies : gunstig voor de omzetting van agrarisch gebied naar woonzone : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden. ongunstig voor de wijziging van woongebied en agrarisch gebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied : - de actieve landbouwfunctie die in dit gebied nog aanwezig is dient gegarandeerd te blijven; - een aangepast landschapsbeleid kan ook in een agrarisch gebied gevoerd worden; en voorstel het gehele gebied in te kleuren als agrarisch gebied.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de stad Leuven en van de Bestendige Deputatie kunnen niet volledig bijgetreden worden omdat de Commissie meent dat de bestemming « landschappelijk waardevol agrarisch gebied » onaanvaardbare beperkingen instelt voor de landbouw, in vergelijking met gewoon agrarisch gebied. De commissie opteert er dan ook voor dit gebied volledig in te kleuren als agrarisch gebied. 7. Wilsele Wijgmaalsesteenweg. Advies : gunstig : gelet op de plaatselijke planologische situatie en gelet op de omzetting van de bestaande industriezone langs de vaart in zone voor stedelijke ontwikkeling is het beter dat deze zone dezelfde bestemming krijgt als de noordelijke aansluitende KMO-zone temeer daar er nood is aan terreinen voor KMO's en ambachtelijke bedrijven.

Antwoord op : Bezwaarschriften 246, 433, 437, 466, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De omzetting naar agrarisch gebied is hier niet wenselijk gelet op de huidige plaatselijke situatie en de aansluiting met de bestaande KMO-zone ten noorden en met het gebied voor stedelijke ontwikkeling langs de vaart ten zuiden ervan. Bovendien wordt het gebied doorsneden door de E314 zodat de bestemming landschappelijk waardevol niet van toepassing kan zijn. Tevens dient de nood aan terreinen voor KMO's en ambachtelijke bedrijven onderkend te worden. Het RSV situeert deze vooral in de stedelijke gebieden.

De vestiging van watergebonden activiteiten op deze plaats is mogelijk maar kan niet vastgelegd worden in de stedenbouwkundige voorschriften bij het gewestplan Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 8. Kanaalzone. Advies : gunstig voor de wijziging van landelijk woongebied en industriegebied in gebied voor stedelijke ontwikkeling en voor de wijziging van industriegebied in woongebied : - het RSV streeft voor de stedelijke gebieden naar een versterking van de multifunctionaliteit, waarbij een verweving van stedelijke activiteiten zoals wonen, kantoren, handel en bedrijvigheid wordt vooropgesteld; - de voorgestelde locatie sluit aan bij het bestaande stedelijke weefsel van de stad Leuven en wordt reeds door een zekere graad van multifunctionaliteit gekenmerkt. gunstig voor de wijziging van industriegebied in woonwagenterrein.

Antwoord op : Bezwaarschrift 250 en 431 : Deze plaats is goed toegankelijk en beter gesitueerd dan de huidige pleisterplaats voor woonwagenbewoners.

De nabijheid van de verbrandingsoven betekent niet dat deze plaats daarom ook ongunstig is vanuit milieuhygiënisch oogpunt. Afvalstoffen worden door de heersende winden verder afgevoerd.

Bezwaarschriften 243, 433, 437, 439, 466, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De stedenbouwkundige voorschriften voor de gebieden voor stedelijke ontwikkeling stellen dat deze gebieden bestemd zijn voor industriële, ambachtelijke en agrarische activiteiten, kantoren...... en dit voor zover deze functies verenigbaar zijn met hun onmiddellijke multifunctionele stedelijke omgeving. Industriële vestigingen kunnen hier bijgevolg ingeplant worden, nadat de ordening van het gebied vastgelegd werd in een BPA. Een chaotische ontwikkeling zal zo verhinderd worden. In het kader van de uitwerking van het BPA zal eveneens de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden van het woongebied aan de Aarschotsesteenweg onderzocht worden.

Bezwaarschrift 579 : Bij de opmaak van het BPA zal rekening gehouden worden met de bestaande functies en zal er een onderscheid gemaakt worden tussen zuivere industriële activiteiten, ambachtelijke bedrijvigheid, woonactiviteiten en dgl., in zoverre deze functies in overeenstemming zijn met hun onmiddellijke multi-functionele stedelijke omgeving.

De zorg voor de goede ruimtelijke ordening primeert op privé-belangen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 9. Wilsele Roeselbergdal. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 540 : Door de bestemming woonreservegebied behoudt dit gebied nu nog zijn actuele bestemming en zal het slechts aangesneden worden als de behoefte zich zal voordoen. Door de excentrische ligging en het open en nog rustig karakter van het gebied zal dit niet direct gebeuren. Op termijn kan wel een afwerking van de bebouwing langs de Valleistraat gerealiseerd worden, maar slechts na dat een woonbehoeftenstudie de reële woonnood heeft aangetoond.

Bezwaarschrift 582B : De woonbehoeftenstudie maakt wettelijk geen deel uit van de documenten van het openbaar onderzoek.

Een BPA dient zich te richten naar de bestemmingen van het gewestplan, en vult deze verder aan. In deze zin kan een BPA strenger zijn dan de loutere gewestplanbestemming woonuitbreidingsgebied.

Het aansnijden van de woonreservegebieden kan gebeuren op initiatief van de overheid, nadat de noodzaak ervan aangetoond werd aan de hand van een behoeftenstudie en de stedenbouwkundige aanleg van het gebied met de bijhorende voorschriften werd vastgelegd in een BPA. De woonreservegebieden blijven bestemd voor wonen en aanverwante activiteiten.

Er is geen verband tussen dit voorstel van gewestplanwijziging dat woongebied voorziet en de voorgestelde wijziging op Termunckveld waar industriegebied voorzien wordt.

De voorgestelde wijzigingen aan het gewestplan Leuven werden ingegeven vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening. Het komt de Vlaamse Regering toe deze principes vast te leggen en te vertalen. Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd. Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen, daar zij op dat ogenblik aanvaard werden als algemeen geldende principes.

Tevens werd op deze wijze getracht een continu beleid te voeren, als overgang naar het definitief goedkeuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 10. Wilsele Mechelsesteenweg. Advies : gunstig : de verkeersaanvoer vanuit de Mechelsesteenweg is aanzienlijk en een parking komt tegemoet aan een actuele nood.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 11. Kareelveld. Advies : gunstig : Deze bestemmingswijziging wijst op een erkenning van de waarde van dit open ruimtegebied tussen de stadsring en de E314. Door de aanwezigheid van holle wegen en kleine landschapselementen is dit een uniek gebied op relatief korte afstand van de stad. Het vervult dan ook een belangrijke zacht-recreatieve functie.

Antwoord op : Bezwaarschrift 185 : Dit landschappelijk waardevol open gebied is excentrisch gelegen en niet geschikt om als woongebied aan te snijden. De afbakening van het regionaalstedelijk gebied Leuven is nog niet gebeurd in uitvoering van het RSV, maar dit gebied is wel gelegen buiten de fysische afbakening van de stadskern van Leuven. De oorspronkelijke bestemming woonuitbreidingsgebied gaf eveneens geen enkele garantie met betrekking tot het bebouwen van het perceel van de bezwaarindieners.

Bebouwing van het terrein zou een onomkeerbare aantasting betekenen van de open ruimte. Bovendien dient de aandacht verplaatst te worden van uitbreiding naar inbreiding van bestaande woonkernen en bevordering van wonen in de stad.

Bezwaarschriften 433, 486A, 610, 611 en 613 : De bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied garandeert reeds in ruime mate het behoud van het gebied als open ruimte. De mogelijkheid tot het omzetten van landbouw naar bos is opgenomen in het KB. van 28.12.1972 overeenkomstig artikel 35 van het Veldwetboek.

Bezwaarschrift 582A : - Bebouwing van het terrein zou een onomkeerbare aantasting betekenen van de open ruimte. Bovendien dient de aandacht verplaatst te worden van uitbreiding naar inbreiding van bestaande woonkernen en bevordering van wonen in de stad. - De woonbehoeftenstudie maakt wettelijk geen deel uit van de documenten van het openbaar onderzoek. - Door de schorsing door de Raad van State van het vorige ontwerp tot gewestplanwijziging, werd de volledige procedure heropgestart, zodat het hier wel degelijk een volledig nieuw dossier betreft dat losstaat van het vorige. - Er is geen verband tussen dit voorstel van gewestplanwijziging dat woongebied voorziet en de voorgestelde wijziging op Termunckveld waar industriegebied voorzien wordt.. - Het vrijwaren van de open ruimte, behoud van het waardevol landschap......liggen aan de basis van deze wijziging. Dit stemt overeen met de doelstellingen van het RSV. - De oorspronkelijke bestemming woonuitbreidingsgebied gaf eveneens geen enkele garantie met betrekking tot het bebouwen van het perceel van de bezwaarindieners.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 12. Brusselsesteenweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 242 en 453 : Deze bestemmingswijziging is een aanpassing aan de bestaande juridische toestand (BPA Brusselse steenweg goedgekeurd bij MB. van 06.04.1987) en de feitelijke plaatselijke situatie.

Het BPA voorziet een zone voor sport en kantoren waarin deze functies kunnen variëren van 0 tot 100 %. Op het gewestplan wordt deze als een gebied voor dagrecreatie bestemd. Gelet op de plaatselijke situatie is het niet wenselijk hier een uitbreiding van de kantoorfunctie te voorzien.

Bezwaarschriften 433, 466, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 613 : Deze bestemmingswijziging is een aanpassing aan de bestaande juridische toestand (BPA Brusselse steenweg goedgekeurd bij MB. van 06.04.1987) en de feitelijke plaatselijke situatie.

Het gebouw werd opgericht met een reguliere bouwvergunning, afgeleverd op basis van dit BPA. Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 13. Gasthuisberg. Advies : ongunstig voor de wijziging van openbaar nut naar buffer : Een buffer vanaf de Brusselsesteenweg tot de Hertogweg is niet effectief gelet op het bestaande geluidsscherm en de plaatselijke toestand; en voorstel tot behoud als zone voor openbaar nut : Het moet mogelijk zijn nieuwe gebouwen in deze zone voor openbaar nut in te planten, trouw aan het principe van de inbreiding.

Antwoord op : Bezwaarschrift 272 : Het bezwaar wordt ingewilligd.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven kunnen niet bijgetreden worden. De commissie is immers van oordeel dat een bufferzone tussen de Brusselsesteenweg en de Hertogweg niet nodig is en dat dit gebied beter behouden wordt als zone voor openbaar nut. 14. Heverlee Sociale School. Advies : gunstig voor de aanpassing van de bestemming aan de bestaande juridische toestand voor het bestaand vergund gebouw. gunstig voor de verdere uitbreiding van de Sociale School, op voorwaarde dat bij het vergunningsbeleid rekening wordt gehouden met de landschappelijke waarde van de omgeving.

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 250, 431, 433, 437, 439, 466, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 613 : Deze bestemmingswijziging is een aanpassing aan de bestaande juridische toestand van een bestaand vergund gebouw, dat werd opgericht voor de goedkeuring van het gewestplan Leuven (bouwvergunning d.d. 27.05.1967). Gelet op de gecreëerde historische toestand is het wenselijk deze te behouden. Ten einde de normale ontwikkeling van de school mogelijk te maken, is de opname in een beperkte zone voor openbaar nut noodzakelijk. De bestemmingswijziging van het aanpalende gebied Vogelzang van woonuitbreidingsgebied naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied waarborgt het open karakter van de omgeving. In het vergunningenbeleid zal bij verdere uitbreidingen rekening gehouden worden met deze landschappelijke waarde.

Bezwaarschrift 434 : Door de landschappelijke waarde van de omgeving en de excentrische ligging van de school is een nog verdere uitbreiding ervan op deze plaats niet wenselijk.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 15. Heverlee Vogelzang ten westen van de Groeneweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 433, 437, 439, 466, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 613 : Gelet op de vergunde woningen is deze beperkte wijziging tot woongebied (0,5 ha) een logische voortzetting van de bestaande woonzone.

Deze gronden zijn door hun geringe oppervlakte niet interessant voor de landbouw.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden niet bijgetreden. De commissie meent immers niet dat de woonzone beperkt dient te worden tot de bestaande woningen. Deze beperkte wijziging is immers een logische voortzetting van de bestaande woonzone en de gronden in kwestie zijn door hun geringe oppervlakte niet interessant voor de landbouw. 16. Heverlee Vogelzang Tervuursesteenweg; Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 17. Heverlee Bremstraat. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 18. Mechelsevest. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 20. Heverlee afrit A2-Boudewijnlaan. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 21. Heverlee ten noorden van de Doleegstraat. Advies : ongunstig voor de wijziging van het landelijk woongebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied : - gelet op de plaatselijke situatie en de bestaande bebouwing in de onmiddellijke omgeving, en het feit dat in het verleden verhaalbelastingen geheven werden op de bouwpercelen; - door de versnipperde structuur zijn deze gronden overigens niet nuttig voor de landbouw. gunstig voor de wijziging van agrarisch gebied naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 249 : Het bezwaar wordt ingewilligd Bezwaarschriften 252 en 254 : De bezwaren worden ingewilligd.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden niet bijgetreden. De commissie meent immers dat het landelijk woongebied als dusdanig behouden dient te worden, gelet op de plaatselijke situatie en de bestaande bebouwing in de onmiddellijke omgeving en gelet op het feit dat in het verleden verhaalbelastingen door de gemeente geheven werden voor deze gronden als bouwpercelen.

Daarenboven zijn deze gronden, door de versnipperde structuur, niet nuttig voor de landbouw. 22. Heverlee Doleeg, ten zuiden van de Doleegstraat. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 433, 437, 486A, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De uitbreiding van het woongebied betreft de geplande uitbreiding van de verkaveling Toverberg (fase 7, 8 en 9). Het dossier van deze uitbreiding, opgestart in 1991 wordt momenteel niet meer verder afgehandeld gezien de maatschappij Hugral in vereffening is. Een toekomstige uitbreiding en afwerking van de verkaveling Toverberg is gezien de reeds gerealiseerde aanzetten wenselijk. De voorziene uitbreiding omvat een 70-tal percelen voor alleenstaande woningen.

De gronden tussen de verkaveling Toverberg en de eerste fase van de verkaveling Doleeg worden omgezet naar parkgebied. Deze gronden zijn van geen nut voor de landbouw en vormen een aangewezen groenzone binnen het woongebied.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 23. Heverlee Egenhoven, ten noorden van Kapeldreef..

Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 250 : De commissie heeft besloten haar advies te beperken tot de in herziening gestelde gedeelten en geen voorstellen te formuleren voor delen, die buiten de afbakening van het gewestplan vallen.

Bezwaarschriften 32, 33, 36, 38, 119, 211, 213, 215, 222, 223, 255, 433, 437, 442, 443, 476, 479, 480, 482, 483, 486A, 486B, 524, 525, 526, 553, 593, 610, 611, 613, 642 en 643 : De commissie heeft besloten haar advies te beperken tot de in herziening gestelde gedeelten en geen voorstellen te formuleren voor delen, die buiten de afbakening van het gewestplan vallen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden niet bijgetreden. De commissie heeft immers besloten haar advies te beperken tot de in herziening gestelde gedeelten en geen voorstellen te formuleren voor delen, die buiten de afbakening van het gewestplan vallen. 24. Heverlee Boudewijnlaan, campus Dijlevallei. Advies : gunstig voor de inplanting van het universiteitspark, op voorwaarde dat : - er voor gezorgd wordt dat enkel die bedrijven zich er vestigen, die afgestemd zijn op wetenschappelijk onderzoek in samenwerking met de universitaire onderzoeksinstellingen; - voor de bedrijven, voorzien langsheen de N264, een verzamelweg voorzien wordt om te vermijden dat afzonderlijke bedrijven elk een rechtstreekse toegang voorzien naar de N264. want de inplanting van een universiteitspark stemt overeen met de beleidsnota over het structuurplan Vlaams-Brabant dat pleit voor de voorziening voor de nodige ruimte om hoogwaardige activiteiten en bovenlokale functies te kunnen herbergen. ongunstig voor de wijziging van zone voor openbaar nut in bufferzone en voorstel tot inkleuren als natuurgebied. gunstig voor de wijzigingen van zone voor openbaar nut in natuurgebied en parkgebied behalve : - het gebied ten noorden van de Dijle, die terreinen achter het Rekencentrum van de KUL die gelegen zijn tussen de Dijle en de beek en die ingekleurd waren als parkgebied, inkleuren als natuurgebied omdat ze dringend een aangepaste bescherming verdienen en omdat er enorm gediversifieerde vegetaties in de natte sfeer aanwezig zijn; - het terrein achter IMEC (bestaande parking en de zone ten noorden ervan) behouden in zone voor openbaar nut omdat deze nu reeds grotendeels deel uitmaken van de omgevingsaanleg rond het gebouw en bijgevolg geen intrinsieke natuurwaarde meer bezitten en omdat op dit terrein een uitbreiding gepland is nodig om hun activiteiten hier te kunnen blijven uitoefenen. gunstig voor de wijziging van zone voor openbaar nut in reservegebied voor openbaar nut, mits de verplichting tot het vastleggen van de bestemming in een bijzonder plan van aanleg vervalt : er worden voldoende garanties verstrekt in de stedenbouwkundige voorschriften voor een maximale bescherming van de open ruimte in die zin dat het gebied slechts aangesneden kan worden nadat de werkelijke behoefte aangetoond is (via een BPA) en met respect voor de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten van het gebied.

Antwoord op : Bezwaarschriften 32, 33, 36, 38, 119, 211, 213, 215, 222, 223, 243, 246, 250, 255, 431, 433, 437, 439, 442, 443, 466, 476, 479, 480, 482, 483, 486A, 486B, 524, 525, 526, 540, 553, 607, 610, 611, 613, 642 en 643 : De bestemmingswijziging van zone voor openbaar nut naar universiteitspark houdt reeds aanzienlijke bescherming in van het natuurlijk en landschappelijke kwaliteiten van het gebied.

De nood aan bijkomende ruimte voor de universiteit en de bestaande onderzoekcentra, en nabijheid van deze instellingen maakt deze plaats tot de meest geschikte locatie voor de aanleg van een universiteitspark. Andere inplantingsplaatsen werden onderzocht maar bleken door de ligging en de bestaande situatie van de omgeving ongeschikt voor de functies van het universiteitspark en bleken meer aangewezen voor andere stedelijke functies.

Gelet op het specifiek karakter van het universiteitspark, namelijk de vestiging van onderzoekslaboratoria, instellingen en kleinschalige bedrijven, waarvan een belangrijk component van de activiteit op wetenschappelijk onderzoek is afgestemd in samenwerking met de universitaire onderzoeksinstellingen, is de nabijheid van de universiteit en aanverwante instellingen essentieel. Zo kunnen deze instellingen maximaal gebruik maken van de geografische nabijheid van de academische onderzoekcentra door de veelvuldige menselijke contacten tussen beiden.

De ontsluiting van de bedrijven zal gebeuren via een parallelweg aan de Boudewijnlaan.

Bezwaarschrift 116 : De aanduiding van een waterwinningsgebied op het gewestplan houdt in dat op deze plaatsen ten aanzien van handelingen en werken beperkingen kunnen worden opgelegd met het doel de waterwinning te beschermen. Ook bij de inrichting van het gebied zal ten zeerste rekening gehouden worden met de natuurlijke kwaliteiten van het terrein.

Bezwaarschrift 272 : Met het oog op een zuiniger ruimtegebruik is het van belang meer aan inbreiding te doen binnen de resterende zone voor openbaar nut.

De commissie stelt voor de bestaande parking bij IMEC en de aangrenzende terreinen als zone voor openbaar nut te behouden.

De opmaak van een BPA wordt niet verplicht gemaakt.

Bezwaarschrift 436 : Dit bezwaar wordt gevolgd.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden niet volledig bijgetreden. De commissie meent immers dat in het stedenbouwkundig voorschrift de opmaak van een BPA niet verplicht gesteld dient te worden. Daarenboven beslist de commissie de volgende groene compensaties, voorgesteld door de Bestendige Deputatie, niet op te nemen : de zone, liggend aan de bestaande Campus en Egenhovenbos inkleuren als natuurgebied (de bestaande inkleuring waarborgt al voldoende het groene karakter van het gebied), het gedeelte tussen de spoorweg inkleuren als natuurgebied (het betreft opgehoogde grond zodat de natuurlijke waarde van het gebied relatief is en de universiteit wenst dit gebied te gebruiken) en het gedeelte van Egenhovenbos, dat valt onder deze wijziging, volledig inkleuren als reservaatsgebied (de bestaande inkleuring waarborgt al voldoende het groene karakter van het gebied). 25. Egenhovenbos. Advies : ongunstig : - de bestemming als overstromingsgebied is achterhaald omdat AMINAL in een aaneenschakeling van overstromingsgebieden voorzien heeft verder stroomopwaarts van de vallei, die overeenstemmen met wat vroeger de natuurlijke overstromingsgebieden waren; - de inrichting van een overstromingsgebied in Egenhovenbos zou niet-natuurlijke overstromingen met zich meebrengen, die een enorme slibmassa zouden afzetten op een beperkte oppervlakte, waardoor de bodem volledig zou dichtslibben en de natuurlijke waterhuishouding ernstig verstoord zou geraken; - AMINAL heeft voor dit gebied in de structuurvisie van het Ecologisch Impulsgebied Dijle en Demer op termijn de hoofdfunctie natuur voorzien; - het gebied herbergt een verscheidenheid aan vegetaties in de natte sfeer.

Voorstel om het gebied in te kleuren als reservaatsgebied.

Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 439, 486A, 486B, 524, 610, 611 en 613 : Deze bezwaarschriften worden onderschreven door deze commissie.

Bezwaarschrift 431 : De commissie wijst erop dat AMINAL een aaneenschakeling van overstromingsgebieden verder in de vallei voorziet. Door de algemene politiek die gevoerd wordt om de waterzuivering te optimaliseren zal de kwaliteit van het water verbeteren.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. De commissie gaat niet akkoord met het advies van de stad Leuven, voornamelijk omdat de bestemming als overstromingsgebied achterhaald is omdat AMINAL in een aaneenschakeling van overstromingsgebieden voorzien heeft verder stroomopwaarts van de vallei, die overeenstemmen met wat vroeger de natuurlijke overstromingsgebieden waren. 26. Heverlee Terbankveld. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 27. Park en parking Bodart. Advies : ongunstig voor de wijziging van woonuitbreidingsgebied in zone voor openbaar nut : - het Park Bodart is een waardevol stukje groen, waar enkele beschermde bomen staan; - eventuele activiteiten van openbaar nut kunnen evengoed georganiseerd worden op de voormalige terreinen van de tuinbouwveiling; - het park vormt een buffer tussen de woonzone en de ring en voorstel het in te kleuren als parkgebied. gunstig voor de bestaande parking, doch ongunstig voor een uitbreiding van de parking : - de omzetting van bufferzone in een zone voor openbaar nut beantwoordt aan de bestaande toestand; - de parking is gelegen bij de invalsweg van de E40.

Antwoord op : Bezwaarschriften 12, 13, 14, 16, 17, 22, 24, 27, 29, 31A, 34, 35, 37, 40, 117, 118, 168, 170, 171, 184, 212, 230, 231, 236, 237, 241, 243, 245, 250, 273, 274, 275, 276, 277, 278, 279, 280, 281, 282, 283, 284, 285, 286, 287, 288, 289, 290, 291, 292, 293, 294, 295, 296, 297, 298, 299, 300, 301, 302, 303, 304, 305, 306, 307, 308, 309, 310, 311, 312, 313, 314, 315, 316, 317, 318, 319, 320, 321, 322, 323, 324, 325, 326, 327, 328, 329, 330, 331, 332, 333, 334, 335, 336, 337, 338, 339, 340, 341, 342, 343, 344, 345, 346, 347, 348, 349, 350, 351, 352, 353, 354, 355, 356, 357, 358, 359, 360, 361, 362, 363, 364, 365, 366, 367, 368, 369, 370, 371, 372, 373, 374, 375, 376, 377, 378, 379, 380, 381, 382, 383, 384, 385, 386, 387, 388, 389, 390, 391, 392, 393, 394, 395, 396, 397, 398, 399,400, 401, 402, 403, 404, 405, 406, 407, 408, 409, 410, 411, 412, 413, 414, 415, 416, 417, 418, 419, 420, 421, 422, 423, 424, 425, 426, 427, 428, 429, 433, 437, 439, 466, 469, 470, 471, 473, 474, 478, 481, 484, 485A, 486A, 518 (met 6 handtekeningen), 519, 520, 521, 522, 523, 524, 528, 529, 540, 556, 557, 602, 603, 604, 605, 606, 610, 611 en 613 : Deze bezwaarschriften worden onderschreven door de commissie.

Bezwaarschriften 31B en 441 : Deze bezwaarschriften worden onderschreven door de commissie.

Bezwaarschrift 581 (zie ook Gewestplan Termunckveld) : - De woonbehoeftenstudie maakt wettelijk geen deel uit van de documenten van het openbaar onderzoek. - Er is geen verband tussen dit voorstel van gewestplanwijziging dat woongebied voorziet en de voorgestelde wijziging op Termunckveld waar industriegebied voorzien wordt. - De voorgestelde wijzigingen aan het gewestplan Leuven werden ingegeven vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening.

Het komt de Vlaamse Regering toe deze principes vast te leggen en te vertalen. Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd.

Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen, daar zij op dat ogenblik aanvaard werden als algemeen geldende principes. Tevens werd op deze wijze getracht een continu beleid te voeren, als overgang naar het definitief goedkeuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 28.Heverlee Heilig-Hartinstituut.

Advies : gunstig voor een mogelijke uitbreiding van de zone voor openbaar nut voor wat betreft het oostelijke gedeelte op voorwaarde : - dat eerst aan inbreiding wordt gedacht, rekening houdend met de huidige bezetting van de schoolterreinen; - bij het aansnijden van meer terrein voor uitbreiding, de stedenbouwkundige voorschriften een gefaseerde ontwikkeling garanderen, nadat de noodzaak ervan is aangeduid, met respect voor de landschappelijke kwaliteiten van de omgeving. ongunstig voor het westelijk gedeelte : - binnen het Heilig-Hartcomplex is een landbouwbedrijf actief, dat impliciet bijdraagt tot het behoud van het landschappelijk waardevol agrarisch gebied tussen enerzijds de Groenstraat, de Kerspelstraat en Heverlee Bos; - het voorliggend voorstel heeft de inkapseling van dit landbouwbedrijf tot gevolg; - een uitbreiding van de Katholieke Pedagogische Hogeschool kan gerealiseerd worden in het gebied dat begrensd wordt tussen enerzijds de Kerspelstraat en de Calvariedreef op voorwaarde dat de in het ontwerp voorziene zone voor openbaar nut wordt uitgebreid met een equivalente oppervlakte als die van het gebied, in het ontwerp gesitueerd tussen de Groenstraat en de Calvariedreef; - vanuit landschappelijk oogpunt is het aangewezen de bebouwing te concentreren in het gebied langsheen de Kerspelstraat, zodat een aaneengesloten geheel van bebouwing ontstaat tussen de economische hogeschool en de pedagogische hogeschool en aansluitend bij de recent opgerichte constructies van de kazerne te Heverlee; - hierdoor wordt het landschappelijk waardevol agrarisch gebied langsheen de Groenstraat tot aan Heverlee Bos gevrijwaard; - het gebied is niet geschikt voor bebouwing door het sterk heuvelachtig karakter ervan. voorstel tot behoud van dit gedeelte als landschappelijk waardevol agrarisch gebied en wijzigen van een equivalent gedeelte van het aangeduide landschappelijk waardevol agrarische gebied ten oosten van de Calvariedreef tot zone voor openbaar nut.

Antwoord op : Bezwaarschriften 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 18, 19, 20, 21, 26, 28, 181, 214, 225, 243, 250, 430, 431, 433, 437, 439, 466, 475, 477, 486A, 486B, 540, 554, 555, 610, 611 en 613 : Het advies van deze commissie gaat gedeeltelijk in op deze bezwaarschriften door het alternatieve voorstel en stelt voorwaarden voor de verdere uitbreiding van de school.

Deze bestemmingswijziging is gedeeltelijk een regularisatie van bestaande vergunde gebouwen.

Bezwaarschrift 18 : De bebouwingsdichtheid wordt niet vastgelegd op een gewestplan. Dit zal gebeuren in een BPA. Bezwaarschriften 240 en 434 : Deze bezwaarschriften wordt ingewilligd.

Antwoord op : Adviezen : In het advies van de Bestendige Deputatie was een fout ingeslopen. Het was gunstig voor het westelijke gedeelte en ongunstig voor het oostelijke gedeelte. Eigenlijk werd het omgekeerde bedoeld en de commissie heeft dit bijgevolg rechtgezet.

Het advies van de stad Leuven kan niet bijgetreden worden. De commissie adviseert de uitbreiding van de zone voor openbaar nut voor het westelijke gedeelte ongunstig (zie advies voor de motieven) en stelt voor dit gedeelte als landschappelijk waardevol agrarisch gebied te behouden en een equivalent gedeelte van het aangeduide landschappelijk waardevol agrarisch gebied ten oosten van de Calvariedreef te wijzigen in zone voor openbaar nut. 29. Heverlee Gezellepark. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 31. Haasrode-industrieterrein. Advies : gunstig voor de wijziging van gebied voor milieu belastende industrie en agrarisch gebied in regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter op voorwaarde dat vervuilende en milieu belastende industrieën verboden worden en voor de wijziging van het gebied voor milieu belastende industrie en agrarisch gebied in agrarisch gebied, mits de verplichting tot het vastleggen van de bestemming in een bijzonder plan van aanleg vervalt : - de begrenzing van de industriezone dient aangepast te worden aan het HST-tracé; - het deel ten westen van dit tracé sluit aan bij het bestaande en voorziene researchpark; - het is van daaruit ontsluitbaar; - het deel ten oosten sluit aan bij het agrarisch gebied in Bierbeek en vormt hiermee een geheel; - de wijzigingen stemmen overeen met de ontwikkelingen inzake de HST-tracé bepaling; - de uitbreiding van het industrieterrein brengt geen overbelasting op verkeersvlak met zich mee; - de wijzigingen stemmen overeen met de beleidsnota over het structuurplan Vlaams-Brabant, dat pleit voor het voorzien van de nodige ruimte om hoogwaardige activiteiten en bovenlokale functies te kunnen herbergen.

Antwoord op : Bezwaarschrift 248 : De commissie stelt als voorwaarde dat vervuilende en milieu belastende bedrijven geweerd worden Bezwaarschrift 250 : De commissie stelt als voorwaarde dat vervuilende en milieu belastende bedrijven geweerd worden Bezwaarschriften 243, 433, 437, 439, 466, 486B, 540, 610, 611 en 613 : - Het beheer en aanleg van bedrijventerreinen behoort uitgewerkt te worden in de verdere uitwerking van de bestemming « regionale bedrijventerrein met openbaar karakter » en zal bij voorkeur in een BPA vastgelegd worden. - De bedrijfszone sluit direct aan bij het bestaande en voorziene researchpark en is van daaruit ontsluitbaar.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden niet volledig bijgetreden. De commissie meent immers dat in het stedenbouwkundig voorschrift de opmaak van een BPA niet verplicht gesteld dient te worden. 32. Heverlee Philipsterrein. Advies : gunstig : - het RSV streeft voor de stedelijke gebieden naar een versterking van de multifunctionaliteit, waarbij een verweving van stedelijke activiteiten zoals wonen, kantoren, handel en bedrijvigheid wordt vooropgesteld; - de voorgestelde locatie sluit aan bij het bestaande stedelijke weefsel van de stad Leuven en wordt reeds door een bepaalde graad van multifunctionaliteit gekenmerkt.

Antwoord op : Bezwaarschrift 540 : De bestemming « gebied voor stedelijke ontwikkeling » voorziet een mengeling van industriële, residentiële ambachtelijke en recreatieve activiteiten. De verdere uitwerking van dit gebied in de vorm van een BPA, zal de juiste verdeling tussen deze activiteiten vastleggen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 33. Korbeek-Lo Dalemhof. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 34. Kessel-Lo Platte Lo. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 540 : De omvorming van woonuitbreidingsgebied naar woongebied spreekt zich niet uit over de inhoud van het BPA dat aan deze wijziging voorafgaat.

Het initiatief tot het wijzigen van een BPA komt toe aan de betrokken gemeente.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 35. Kessel-Lo, Beneden-Lo. Advies : gunstig : - het gebied is ver verwijderd van de woonkern en heeft nog een open karakter;

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 433, 437, 486B, 540, 541, 610, 611 en 613 : De voorschriften voor woonreservegebied geven voldoende garanties om de ontwikkeling slechts te realiseren als de noodzaak duidelijk bestaat.

Bezwaarschrift 584 : - De bestemming woonuitbreidingsgebied gaf geen garanties met betrekking tot het bebouwen van betrokken perceel. - De woonbehoeftenstudie maakt wettelijk geen deel uit van de documenten van het openbaar onderzoek. - Er is geen verband tussen dit voorstel van gewestplanwijziging dat woongebied voorziet en de voorgestelde wijziging op Termunckveld waar industriegebied voorzien wordt. - De voorgestelde wijzigingen aan het gewestplan Leuven werden ingegeven vanuit de algemene principes van de ruimtelijke ordening.

Het komt de Vlaamse Regering toe deze principes vast te leggen en te vertalen. Op het ogenblik van de voorlopige vaststelling van het voorstel tot gewestplanwijziging was het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen nog niet definitief door de Vlaamse Regering goedgekeurd.

Wel werden de grote krachtlijnen inzake het ruimtelijke beleid zoals die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen worden omschreven, als leidraad gebruikt voor het evalueren van de verschillende wijzigingen, daar zij op dat ogenblik aanvaard werden als algemeen geldende principes. Tevens werd op deze wijze getracht een continu beleid te voeren, als overgang naar het definitief goedkeuren van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 36. Kessel-Lo, Lange-Loweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De voorschriften voor woonreservegebied geven voldoende garanties om de ontwikkeling slechts te realiseren als de noodzaak duidelijk bestaat.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 37. Kessel-Lo, Diestseveld. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 433, 437, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De keuze van dit terrein voor de vestiging van een nieuw kerkhof voor Kessel-Lo vloeit voort uit het toepassen van volgende criteria : - niet gelegen in waterwinningsgebied (in geen van de drie beschermingszones toegestaan); - in Kessel-Lo gelegen, in de nabijheid van het bestaande kerkhof; - niet te dicht bij de bebouwde omgeving; - voldoende groot, er dient voldoende ruimte te zijn voor : ontsluiting, aanleg parkeerterrein, bufferzone, eigenlijke begraafplaats; - gezien het dringend karakter dienen deze gronden gemakkelijk te verwerven zijn.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 38. Kessel-Lo Vlierbeekveld. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 486B, 610, 611 en 613 : Binnen de bestemming woongebied is het uitoefenen van agrarische activiteiten toegestaan.

Het betreft een goedgekeurd BPA Kerkhof dat vooral sociale woningbouw voorziet.

Bezwaarschriften 243 en 540 : Voor dit gebied werd een BPA opgemaakt en goedgekeurd (BPA Kerkhof en omgeving, MB van 23/12/93) dat voor de gronden gelegen in woonuitbreidingsgebied van het gewestplan hoofdzakelijk sociale woningbouw (art. 17) voorziet. Een deel van het gebied werd reeds gerealiseerd door middel van een verkaveling uitgaande van de intercommunale Interleuven (vergunning d.d. 10/10/88).

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 39-40. Kessel-Lo Schoolbergen en Wijnbergen.

Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De bestemming parkgebied garandeert het behoud van het bos.

In het gebied bevinden zich vergunde woningen; in het parkgebied gelden voor deze woningen dezelfde voorschriften als voor andere zonevreemde bebouwing.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de stad Leuven wordt bijgetreden. Het advies van de Bestendige Deputatie wordt niet bijgetreden omdat de commissie van oordeel is dat de bestemming parkgebied het behoud van het bos garandeert en omdat zich in het gebied vergunde woningen bevinden. In parkgebied gelden trouwens voor deze woningen dezelfde voorschriften als voor andere zonevreemde bebouwing. 41. Kessel-Lo Beneden-Kessel. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 433, 437, 486B, 540, 610, 611 en 613 : Dit woonreservegebied zal slechts ontwikkeld worden wanneer de woonbehoeftenstudie de noodzaak hiertoe aangeeft. Door zijn excentrische ligging zal dit slechts in laatste instantie aangesproken worden. Zolang kan deze grond zijn rol voor de landbouw blijven vervullen.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 42. Spoorwegplateau. Advies : gunstig op voorwaarde dat de ontsluiting via de Vuurkruisenlaan of een zo noordelijk mogelijke aansluiting op de Eénmeilaan prioritair onderzocht wordt : - deze wijzigingen zijn in overeenstemming met de beleidsnota over het structuurplan Vlaams-Brabant, dat pleit voor het voorzien van de nodige ruimte om hoogwaardige activiteiten en bovenlokale functies te kunnen herbergen;

Antwoord op : Bezwaarschriften 243, 431, 433, 437, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De ontsluiting via een zo noordelijk mogelijke aansluiting op de Eenmeilaan zal de verkeersoverlast in het woongebied minimaliseren.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. De commissie meent bijkomend dat een eventuele ontsluiting niet enkel via de Vuurkruisenlaan kan doch ook via een zo noordelijk mogelijke aansluiting op de Eénmeilaan. 43. Spoorweggeul. Advies : gunstig : het RSV streeft voor stedelijke gebieden naar een versterking van de multifunctionaliteit, waarbij een verweving van stedelijke activiteiten zoals wonen, kantoren, handel en bedrijvigheid wordt vooropgesteld.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 44. Lolanden. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 45. Leuven Dijlepark. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 46. sportterrein Verbroedering Wilsele. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 47. Sporterreinen Donkers. Advies : de zone voor dagrecreatie beperken door uitsluiting van het oostelijk deel (perceel 9e afd. Sectie D2, nr. 272v en delen van omgevende percelen) en dit uitgesloten gebied de vroegere bestemming woonzone terug geven : omwille van de plaatselijke planologische situatie is de realisatie van sportterreinen op het oostelijk deel niet aangewezen. de bufferzone ten zuiden van het gebied inkleuren als parkzone : de bestemming aanpassen aan de bestaande verkavelde toestand.

Antwoord op : Petitie 41 (59 handtekeningen), bezwaarschriften 113, 243, 250, 444, 445, 451, 460, 539, 573, 577, 589 en 590 : Door het advies van de commissie (uitsluiting van het oostelijk deel) worden de tuinen niet onteigend en wordt tegemoet gekomen aan de bezwaren die hier worden geuit.

Bezwaarschrift 589 : Het is niet duidelijk waar het goed van de bezwaarindiener zich precies bevindt. De commissie adviseert het oostelijk deel van het gebied niet te wijzigen. Het is mogelijk dat het bezwaar hierdoor vervalt.

Bezwaarschriften 63, 68 en 573 : Het is niet duidelijk waar het goed van de bezwaarindiener zich precies bevindt.

Door de inkrimping van het recreatiegebied wordt de problematiek globaal verminderd.

Bezwaarschrift 145 B : Dit bezwaar wordt ingewilligd.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 48. Kessel-Lo BPA Koetsweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden. 49. uitbreiding gebied historische waarde. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en van de stad Leuven worden bijgetreden.

Additioneel : antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Boortmeerbeek : Vergunde verkavelingen en reglementair afgeleverde bouwvergunningen blijven geldig, ook als zij op het gewestplan gelegen zijn binnen een agrarisch gebied.

Advies van de gemeente Bertem De voorgestelde wijzigingen vallen buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Bovendien zijn deze voorstellen te realiseren via instrumenten (BPA) waarvoor de gemeente zelf het initiatief kan nemen.

B. Wijzigingen vanuit de doelstellingen en opties voor het buitengebied.

Deze commissie stelt voor volgend aanvullend stedenbouwkundig voorschrift « natuuruitbreidingsgebied » in te voeren : « In de gebieden die als natuuruitbreidingsgebied zijn aangeduid, geldt de bestemming agrarisch gebied die als grondkleur is weergegeven tot op het moment dat deze gebieden niet meer aangewend worden voor beroepslandbouw door de huidige uitbater of zijn erfopvolger in de eerste graad. Vanaf dat ogenblik zijn deze gebieden bestemd als natuurgebied.

De huidige activiteiten in dit gebied mogen de toekomstige bestemming natuurgebied niet in het gedrang brengen. 1. Boortmeerbeek - Dijlevallei. Advies : ongunstig voor de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in natuurgebied; - zolang de landbouwactiviteit hier aanwezig is moet zij kunnen blijven functioneren; voorstel tot wijzigen in natuuruitbreidingsgebied. ongunstig voor de wijziging van agrarisch gebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied : de bestemming agrarisch gebied blijft behouden. - de actieve landbouwfunctie die in dit gebied nog aanwezig is blijft gegarandeerd; - een aangepast landschapsbeleid kan ook in een agrarisch gebied gevoerd worden;

Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 462, 486A, 540, 610, 611 en 613 : Door de wijziging naar natuuruitbreidingsgebied wordt het meest waardevolle deel van dit gebied voldoende beschermd en kan de landbouwactiviteit hier verdergezet worden.

Bezwaarschriften 464, 484B en 485B : De voorgestelde wijziging in natuuruitbreidingsgebied laat toe de landbouwactiviteiten verder te zetten zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is.

De commissie treedt het bezwaar tegen de omzetting naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied bij.

Bezwaarschrift 571 (met 29 handtekeningen) : De voorgestelde wijziging in natuuruitbreidingsgebied laat toe de landbouwactiviteiten verder te zetten zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is.

De commissie treedt het bezwaar tegen de omzetting naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied bij.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de gemeente Boortmeerbeek wordt bijgetreden.

Het advies van de Bestendige Deputatie wordt niet bijgetreden voor de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in natuurgebied omdat de commissie meent dat zolang de landbouwactiviteit hier aanwezig is, zij moet kunnen blijven functioneren en stelt voor het gebied te wijzigen in natuuruitbreidingsgebied.

Ook voor de wijziging van agrarisch gebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied treedt de commissie het voorstel van de Bestendige Deputatie niet bij en stelt de commissie voor het te behouden als agrarisch gebied omdat zo de actieve landbouwfunctie die in dit gebied nog aanwezig is, gegarandeerd blijft en een aangepast landschapsbeleid ook in een agrarisch gebied gevoerd kan worden. Door de bepalingen van het vegetatiebesluit (bescherming van de lijn- en puntelementen) worden te veel beperkingen opgelegd op de huidige landbouwactiviteit in het gebied bij wijziging in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. 2. Boortmeerbeek - Broekelei (kaartblad 24/1 en 24/5). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen worden bijgetreden.

De commissie merkt op dat deze wijziging infeite betrekking heeft op het grondgebied van de gemeente Keerbergen en niet op het grondgebied van de gemeente Boortmeerbeek en ze raadt bijgevolg de Vlaamse Gemeenschap aan de hoofding overeenkomstig aan te passen.

Antwoord op : Bezwaarschrift 70 : De commissie meent dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse Regering in herziening werden gesteld kunnen gewijzigd worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Keerbergen : De doelstellingen van het ontwerp BPA « Broekelei » van de gemeente Keerbergen moeten ondergeschikt zijn aan de doelstellingen van het Structuurplan Vlaanderen waarin gesteld wordt dat de rivier- en beekvalleien de ruggengraat zijn van de natuurlijke structuur. Dit is de reden waarom dit gebied dringend een aangepaste bescherming verdient onder de bestemming natuurgebied.

Juist doordat het voorziene recreatiegebied nog niet gerealiseerd is wordt het belang van deze bestemmingswijziging benadrukt.

Het landbouwgebruik van verschillende percelen staat een bestemmingswijziging niet in de weg en vice versa.

Bij de bestemmingswijziging dient de inrichting van de « Hoeve Luyten » te voldoen aan de stedenbouwkundige voorschriften, geldig in natuurgebied.

Een BPA opstellen in natuurgebied is ofwel zinloos omdat enkel de bestaande bestemming bevestigd wordt, ofwel onwettig omdat bebouwing in natuurgebied onwettig is. Het BPA kan enkel de bedoeling hebben de ontwikkeling van een natuurgebied vast te leggen (`groen BPA').

Natuurreservaten vzw beheert het reservaat `Broekelei' waarvan 8.6 ha in huur van diezelfde gemeente Keerbergen. Dit reservaat omvat een fossiele venige rivierarm met bos, hooiland, een verlandende turfput en heiderelicten. Het is het meest waardevolle gebied op de middenloop van de Dijle tussen Werchter en Boortmeerbeek.

Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 3. Huldenberg - Dijlevallei ten westen van het Grootbroek te Sint-Agatha-Rode en ten oosten van de Wolfshagenstraat. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De commissie treedt het voorstel van de Bestendige deputatie om het natuurgebied uit te breiden niet bij omdat zij meent dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse regering in herziening werden gesteld kunnen gewijzigd worden. 4. Keerbergen - Raambeekvallei (kaartblad 24/1 en 24/2). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 39, 433, 437, 540, 610, 611 en 613 : De bestemmingswijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied biedt voldoende garanties voor de bescherming van dit gebied.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige deputatie en de gemeente Keerbergen kunnen bijgetreden worden. 5. Bierbeek - Vallei van de Weterbeek (kaartblad 32/3). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 432, 433, 440, 455, 456, 570, 608, 609, 610, 611, 612, 613 en 614 : De commissie meent dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse Regering in herziening werden gesteld kunnen gewijzigd worden.

Bezwaarschrift 491 : Rivier- en beekvalleien in het structuurplan Vlaanderen worden aangewezen als dragers van de natuurlijke structuur. Het gaat hier bovendien om voor landbouw ongeschikte en onproductieve gronden waardoor onttrekking ervan voor de landbouw geen noemenswaardige invloed heeft op de bedrijfsvoering. In deze komt het duurzaam productieproces, voorzien in het toekomstig EG-landbouwbeleid, niet in het gedrang.

Landbouw in valleigebieden wordt als marginaal en uitdovend beschouwd, op termijn zijn er enkel nog zeer extensieve activiteiten toelaatbaar.

Dit betekent niet dat de landbouw er zonevreemd is.

Planologische ruil is enkel aangewezen in een totaalproject zoals een ruilverkaveling. Hiervoor dienen zich echter meerdere geïnteresseerden kenbaar te maken.

Deze bestemmingswijziging is noodzakelijk om tot een afdoende en juridische bescherming te komen van het gebied. Een GNOP is niets meer dan een intentieverklaring en beleidsdocument waarvan de uitvoering afhangt van de `goodwill' van de betrokken partijen.

Niettegenstaande de voorgestelde bestemming van natuurgebied kan de gebruiker van de terreinen (hier de landbouw) steeds het aangewezen beheer ervan uitvoeren. Dan zal zij wel moeten instemmen met beperkingen op bemesting. Dit is namelijk de belangrijkste maatregel die in het kader van een geschikt beheer van deze terreinen kan getroffen worden.

De wijziging is wel degelijk voldoende geargumenteerd. De biologische waarderingskaart spreekt zich niet uit over de potenties naar natuurontwikkeling, die in dit gebied manifest aanwezig zijn maar totnogtoe aangetast worden door het onaangepaste landbouwgebruik.

De aantasting van het inkomen van de landbouwer door bemestingsbeperking kan gedeeltelijk ondervangen worden door het aangaan van beheersovereenkomsten.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Bierbeek : De commissie treedt het advies van de gemeente Bierbeek bij.

Advies van de Bestendige Deputatie : De commissie treedt het voorstel van de Bestendige deputatie om het natuurgebied uit te breiden niet bij omdat zij meent dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse Regering in herziening werden gesteld kunnen gewijzigd worden. 6. Leuven - Wijgmaal Broek (kaartblad 24/6). Advies : gunstig voor de wijziging van parkgebied in natuurgebied : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden. ongunstig voor de wijziging van agrarisch en landschappelijk waardevol agrarisch gebied in agrarisch gebied met ecologisch belang : - in deze gebieden liggen graslangen met hoge biologische waarde; - AMINAL voorziet op termijn voor dit gebied in haar structuurvisie van het Ecologisch Impulsgebied Dijle en Demer, de hoofdfunctie natuur. - zolang de landbouw hier actief is moet zij kunnen blijven functioneren en voorstel het gebied om te zetten in natuuruitbreidingsgebied. gunstig voor de wijziging van agrarisch gebied in landschappelijk waardevol agrarisch gebied : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 246, 433, 437, 486B, 540, 610, 611 en 613 : De omzetting naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied geeft voldoende garantie voor de bescherming van het gebied.

Bezwaarschriften 571 (met 29 handtekeningen) en 574 : De voorgestelde wijziging in natuuruitbreidingsgebied laat toe de landbouwactiviteiten verder te zetten zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de stad Leuven : De bestemming natuuruitbreidingsgebied biedt op termijn een voldoende bescherming voor het gebied.

Advies van de Bestendige Deputatie : Dit advies kan bijgetreden worden, behalve voor de wijziging in agrarisch gebied met ecologisch belang. De commissie is van mening dat de bestemming natuuruitbreidingsgebied meer aangewezen is omdat hierdoor het huidige gebruik niet belemmerd wordt en de natuurwaarde in de toekomst gevrijwaard blijft. 7. Huldenberg - Kafmeiersberg (kaartblad 32/5). Advies : gunstig, op voorwaarde dat de percelen, bestemd voor de gemeentelijke basisschool en deze bestemd voor de uitbreiding ervan uitgesloten wordt. - door de bestemmingswijziging wordt de bestaande gemeentelijke school opgenomen in natuurgebied en de geplande en hoogdringende uitbreiding van de Gemeentelijke Basisschool onmogelijk maakt; - de voor de uitbreiding van de school voorziene gronden in het centrum zijn aansluitend bij de nieuwe polyvalente zaal gelegen.

Antwoord op : Bezwaarschrift 438 : Het bezwaarschrift heeft de bedoeling de eigen belangen van de bezwaarindiener te verdedigen. Dit is begrijpelijk maar tevens dient erop gewezen te worden dat deze wijziging verder gaat dan individuele verzuchtingen. De huidige bestemming van parkgebied houdt in dat aan deze terreinen een zekere sociale functie kan gegeven worden. Het is echter niet de bedoeling hier een recreatiepark of iets van die aard te vestigen. Aldus kan de eigenaar bezwaarlijk inroepen dat zijn vitale economische belangen door de wijziging in natuurgebied worden aangetast.

Het feit dat de eigenaars aanplantingen verricht hebben met het doel het gebied verantwoord te ontwikkelen is geen argument tegen een bestemmingswijziging naar natuurgebied.

Het GNOP is een richtinggevend beleidsdocument dat eveneens ruimte openlaat voor initiatieven en gebiedsgebonden maatregelen die er niet zijn in opgenomen.

De situering van het nieuwe natuurgebied bij de bebouwde kom biedt mogelijkheden tot educatieve initiatieven zoals verder in het bezwaarschrift aangehaald. Deze initiatieven werken versterkend daar natuureducatie het maatschappelijk draagveld vergroot ten aanzien van ingrepen ten voordelen van de natuur. Anderzijds maakt een juridische bescherming van het gebied door de bestemmingswijziging in natuurgebied een duurzaam kader mogelijk. De grootte van het gebied doet hier niets ter zake.

Door natuurherstel is wel degelijk een ontwikkeling en handhaving mogelijk van levensgemeenschappen.

Bezwaarschriften 448, petitie 487 (607 handtekeningen en 107 bezwaarschriften met 123 handtekeningen) en bezwaarschrift 585 (met 2 handtekeningen) De commissie verklaart zich akkoord met de bezwaarschriften omdat rekening gehouden moet worden met de bestaande aanwezigheid van de gemeenteschool en omdat dit gedeelte van het gebied reeds aangetast is door infrastructuurwerken.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige deputatie en de gemeente Huldenberg kunnen bijgetreden worden. 8. Werchter - Demervallei te Werchter. Advies : ongunstig : - zolang de landbouwactiviteit hier aanwezig is moet zij kunnen blijven functioneren; - het gebied is op Europese schaal erkend als habitatrichtlijngebied; - AMINAL voorziet voor dit gebied op termijn in de structuurvisie van het Ecologisch Impulsgebied Dijle en Demer, de hoofdfunctie natuur. en voorstel tot inkleuren als natuuruitbreidingsgebied Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 462, 540, 610, 611 en 613 : Door de bestemming natuuruitbreidingsgebied krijgen de delen die niet meer voor landbouw geschikt zijn de bestemming natuurgebied en krijgen zo de nodige bescherming. In de overige gebieden kunnen de landbouwactiviteiten verdergezet worden zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is.

Bezwaarschrift 574 : Volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en de opties van de provinciale dienst leefmilieu voor de afbakening van de natuurlijke structuur op provinciaal niveau, vormen rivier- en beekvalleien de ruggengraat van de natuurlijke structuur en verdienen aldus een aangepaste bescherming.

In de natuuruitbreidingsgebieden kunnen de landbouwactiviteiten verdergezet worden zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Door de bestemming natuuruitbreidingsgebied toe te kennen aan dit gebied krijgt het op termijn een betere bescherming dan als ecologisch waardevol agrarisch gebied en wordt de hoofdfunctie natuur.

Advies van de gemeente Rotselaar : Volgens het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen en de opties van de dienst leefmilieu voor de afbakening van de natuurlijke structuur op provinciaal niveau, vormen rivier- en beekvalleien de ruggengraat van de natuurlijke structuur en verdienen aldus een aangepaste bescherming. De bestemmingswijziging naar natuuruitbreidingsgebied garandeert deze bescherming. Het is noodzakelijk een groter gebied dan alleen de Demermeanders te beschermen om zoveel mogelijk randeffecten uit te schakelen.

De omzetting van agrarisch naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied daarentegen gaat niet ver genoeg. Anderzijds kunnen in de natuuruitbreidingsgebieden de landbouwactiviteiten verdergezet worden zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is. 9. Grens tussen Boutersem en Bierbeek - Vallei van de Kleine Beek en de Velpe (kaartblad 32/7). Advies : -ongunstig voor de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied en agrarisch gebied in agrarisch gebied met ecologisch belang en voorstel om de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied te behouden omdat het ecologisch belang van deze gebieden door de huidige begroeiing (wildgroei bos) en het beheer van de Velpe niet meer aantoonbaar is; gunstig voor de omzetting van agrarisch gebied in natuurgebied omdat de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden en ongunstig voor de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied en voorstel tot inkleuren als natuuruitbreidingsgebied : Door de bestemming natuuruitbreidingsgebied krijgen de delen die niet meer voor landbouw geschikt zijn de bestemming natuurgebied. In de overige gebieden kunnen de landbouwactiviteiten verdergezet worden zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers hier actief is.

De nabestemming wordt dan natuurgebied. -gunstig voor de wijziging van landschappelijk waardevol gebied in agrarisch gebied : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden; -ongunstig voor de wijziging van agrarisch gebied naar gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen : de inplanting van de kleine waterzuiveringsinfrastructuur wordt gezien de aard van deze waterzuiveringsinstallatie beter voorzien in het natuurgebied ernaast. voorstel tot wijziging van een gelijke oppervlakte in het aangrenzend natuurgebied in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen.

Antwoord op : Bezwaarschriften 432, 433, 437, 440, 455, 456, 570, 608, 609, 610, 611, 612, 613 en 614 : Dit gebied is gedeeltelijk bebouwd en gelegen in een geklasseerd dorpsgezicht en geniet zo een voldoende bescherming.

Bezwaarschriften 467, 494, 503 en 542 : De commissie treedt de bezwaren bij en adviseert de wijziging naar een gebied met ecologisch belang om bovenvermelde reden ongunstig. De wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied wordt door de commissie eveneens ongunstig geadviseerd.

Bezwaarschriften 454, 491, 492, 493, 495, 496, 497, 498, 499, 500, 501, 504, 505, 506, 507, 508, 509, 510, 511, 512, 513, 514, 515, 516, 517, 545, 546, 547, 548, 549, 551, 552 en 571 (met 29 handtekeningen) : De commissie treedt de bezwaren bij en adviseert de wijziging naar een gebied met ecologisch belang ongunstig.

De commissie treedt het argument voor de verplaatsing van een kleinschalige waterzuiveringsinstallatie bij.

Bezwaarschrift 502 : De onttrekking van gronden aan de landbouw door een bestemmingswijziging is hier niet aan de orde. Door deze bestemmingswijziging worden wel bemestingsmaatregelen opgelegd. Deze zijn echter noodzakelijk voor het behoud van de biologische waarde van het gebied.

Het al dan niet verlengen van de uitbatingsvergunning is een zaak die uitgemaakt dient te worden door de milieuvergunningscommissie.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Bierbeek : De commissie treedt de meeste argumenten van de gemeente bij. Enkel voor de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied, stelt de commissie in afwijking van de gemeente, voor deze gronden de bestemming natuuruitbreidingsgebied te geven, omdat zo de landbouwers en erfopvolgers het bedrijven kunnen blijven uitbaten zonder belemmeringen en op termijn het gebied de bescherming krijgt, dat het verdient.

Advies van de Bestendige Deputatie : In tegenstelling tot de Bestendige Deputatie oordeelt de commissie ongunstig over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied en agrarisch gebied in agrarisch gebied met ecologisch belang en stelt ze voor de bestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied te behouden omdat het ecologisch belang van deze gebieden door de huidige begroeiing (wildgroei bos) en het beheer van de Velpe niet meer aantoonbaar is.

De commissie oordeelt gunstig, net zoals de Bestendige Deputatie, over de wijziging van agrarisch gebied in natuurgebied doch ongunstig over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied naar natuurgebied en stelt voor dit gebied in te kleuren als natuuruitbreidingsgebied omdat zo de delen, die meer geschikt zijn voor de landbouw de bestemming natuurgebied krijgen, maar in de overige delen toch de landbouwactiviteiten verdergezet kunnen worden zolang de huidige en de volgende generatie landbouwers daar actief zijn.

De commissie oordeelt vervolgens, in tegenstelling tot de Bestendige Deputatie, gunstig over de wijziging van landschappelijk waardevol agrarisch gebied in agrarisch gebied omwille van de aanwezigheid van bestaande bebouwing en omdat het gebied aansluit bij een groot agrarisch gebied.

In tegenstelling tot de Bestendige Deputatie meent de commissie dat de waterzuiveringsinfrastructuur beter in het natuurgebied wordt ingeplant, gezien de aard van de installatie.

B. Oud-Heverlee - bosuitbreiding tussen Meerdalwoud en Heverleebos (kaartblad 32/2 en 32/6).

Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

De commissie stelt zich wel de vraag of zolang de bestemming van de grondkleur geldig blijft, hierbij alle bepalingen van dit voorschrift geldig blijven (bv. is bebouwing toegelaten in agrarisch gebied) ? Het is wenselijk het voorschrift `uitbreidingsgebied voor bos' aan te vullen met : « de toekomstige bestemming mag niet gehypothekeerd worden door de invulling van de huidige bestemming ».

Antwoord op : Bezwaarschrift 250 : De commissie meent dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse Regering in herziening werden gesteld gewijzigd kan worden.

Bezwaarschrift 550 en 571 (met 29 handtekeningen) : De bestemming `uitbreidingsgebied voor bos' houdt in dat de bestemming agrarisch gebied die als grondkleur is aangegeven, geldt tot het moment dat de bosuitbreiding effectief gerealiseerd wordt. De uitbating van een wijnbouwbedrijf blijft hier bijgevolg mogelijk.

Zolang geen bos aangelegd is blijven de voorschriften van agrarisch gebied geldig.

Bezwaarschrift 645b : De bestemming `uitbreidingsgebied voor bos' houdt in dat de bestemming agrarisch gebied die als grondkleur is aangegeven, geldt tot het moment dat de bosuitbreiding effectief gerealiseerd wordt. De uitbating van een wijnbouwbedrijf en landbouwbedrijf blijft hier bijgevolg mogelijk.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de Bestendige deputatie kan bijgetreden worden. 10. Rotselaar - gebied ten zuidwesten van Zallaken (kaartblad 24/6 en 24/7). Advies : gunstig : behalve voor de gronden in het noordelijk deel die in gebruik zijn voor landbouwactiviteit; deze krijgen best de bestemming natuuruitbreidingsgebied. - het resterende heiderelictgebied is een verstoringsgevoelig gebied, door landbouw en grondspeculatie in zijn voortbestaan bedreigd; - er komen plaatselijke heidevegetaties voor die van voldoende omvang zijn om een gedeeltelijk natuurherstel van de terreinen te verwezenlijken; - in de opties van de Provinciale Dienst voor Leefmilieu voor de afbakening van de natuurlijke structuur in Vlaams-Brabant wordt dit gebied voorgesteld als een grote eenheid natuur in ontwikkeling; - de huidige landbouwactiviteit blijft mogelijk voor zover de toekomstige bestemming natuurgebied niet in het gedrang komt.

Antwoord op : Bezwaarschrift 202 : De wijziging in natuurgebied en natuuruitbreidingsgebied dient ertoe te leiden dat vervallen en toekomstige verkavelingsvergunningen als instrument van grondspeculatie onmogelijk worden. De eigendomssituatie doet niets af aan het belang van het gebied voor natuurontwikkeling.

Door de aangehaalde argumentatie wijzen de bezwaarindieners wellicht onbedoeld op de mogelijkheden voor natuurontwikkeling. Deze onderstrepen het belang van de beoogde bestemmingswijziging en zijn eigenlijk een argumentatie pro omzetting in natuurgebied. Op lokaal gebied zijn de aanwezige of potentieel aanwezige natuurelementen wel degelijk belangrijk. De schraalheid van de bodem is daarbij typisch voor het voorkomen van schraalgraslanden en heidevegetatie.

De bestemming van natuurgebied sluit menselijke tussenkomst niet uit.

Een aangepast landbouwbeheer o.v.v. primitieve landbouwactiviteiten kan leiden tot een ontwikkelingsbeheer van heide en schraalgrasland.

Nergens in de toelichtingsnota wordt een verband gelegd met een oude Demermeander.

Bezwaarschrift 232 : Slechts enkele vaste woningen aan de noordkant van het gebied komen in natuurgebied te liggen. De andere woningen en weekeindverblijven bevinden zich buiten de bestemmingswijziging.

De vlakte van Zallaken bevat wel degelijk heiderelictvegetaties. Deze zijn het best merkbaar aan de westrand van het gebied. Door het landbouwgebruik zijn in de rest van het gebied deze vegetaties niet meer of slechts sporadisch aanwezig. Door natuurontwikkeling en extensivering van het landbouwgebruik is het herstel van deze vegetaties mogelijk. De aanduiding in de inventaris der landschappen als moerasachtige depressie geldt enkel nog voor het zuidelijke gebied. Dit doet niets af aan de belangrijkheid van het gebied.

Het is niet omdat de bedoelde vegetaties onzichtbaar zijn dat een bestemmingswijziging niet nuttig is. Integendeel, zaden van heideplanten en schraalgraslandsoorten kunnen langdurig overleven in de bodem. Een dergelijke `zaadbank' is uiteraard niet zichtbaar als ecologisch waardevol maar bevat waardevolle ecologische potenties naar natuurherstel toe. Om deze mogelijkheid een kans te bieden is een bestemmingswijziging noodzakelijk. Enkel op deze wijze kan een halt toe geroepen worden aan vaak speculatieve activiteiten.

Bezwaarschrift 488 : De bestemming natuuruitbreidingsgebied biedt echter betere garanties voor een natuurherstel en laat tevens de deur open voor een extensief landbouwbeheer. Deze activiteiten hebben wel een uitdovend karakter.

Het voortbestaan van zijn bedrijf komt niet in het gedrang zolang aan de vereiste milieunormen wordt beantwoord.

Bezwaarschrift 571 (met 29 handtekeningen) : Bezwaarschrift wordt ontkracht door te stellen dat in de opties voor de afbakening van de provinciale natuurlijke structuur dit gebied en natuurontwikkelingsfunctie toebedeeld krijgt. Een gepaste verweving met plaatselijke landbouw wordt hier vooropgesteld als overgangsmaatregel. Op termijn dient het gebied echter uit te groeien tot een grotere natuureenheid. De motivering daarvoor aangehaald in de toelichtingsnota is voldoende en de natuurwaarde voldoende aangetoond.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Rotselaar : Het advies van de gemeente Rotselaar wordt ongunstig beoordeeld. Het huidige grondgebruik en de aanwezigheid van woningen zijn geen argumenten om de bestemmingswijziging tegen te houden. De aangehaalde argumenten wegen niet op tegen de mogelijkheden voor natuurontwikkeling.

De gronden die in gebruik zijn voor landbouw kunnen door de bestemming `natuuruitbreidingsgebied' als dusdanig behouden blijven.

Advies van de Bestendige deputatie De commissie treedt het advies van de Bestendige Deputatie bij, behalve voor het noordelijk gebied.

De bestemming natuuruitbreidingsgebied laat toe hier de huidige landbouwactiviteiten verder te zetten en op termijn de bestemming natuurgebied te realiseren. 11. Grens tussen Huldenberg en Oud-Heverlee - Dijlevallei-Ijsevallei (kaartblad 32/5). Advies : gunstig : door de verplaatsing van het LIJN-project uit de vallei, wordt deze gevrijwaard van grootschalige infrastructuurwerken, die een ernstige weerslag zouden hebben op het ecosysteem en de hydrologie van het gebied.

Antwoord op : Bezwaarschrift 30A : De commissie heeft geen bezwaar tegen het opstarten van een overleg tussen de betrokken instanties en de afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie zoals voorgesteld in bezwaarschrift nr. 30A. Bezwaarschriften 65, 114, 233, 234, 235, 239, 446, 537 en 576 : De huidige situatie spreekt van een ontginningsgebied met nabestemming landbouw en woonuitbreiding. De indruk ontstaat dat deze bestemmingswijziging aangegrepen wordt om komaf te maken met bovenstaande onzekerheid. Volgens de huidige bestemming is immers steeds een gebruiksverlies van de grond mogelijk. Geconfronteerd met een zeker gebruiksverlies is dergelijke houding normaal.

Ook bij ontginning zijn erfdienstbaarheden mogelijk. De bestemmingswijziging verandert hier niets aan.

Via de pers kon vernomen worden welke de periode van het vooronderzoek was.

De goede kwaliteit van de agrarisch gronden zou een uitbreiding van de bestaande zandwinning ook niet tegenhouden. Op termijn zou het gebruik hiervan ook in het gedrang komen onder de huidige bestemming.

Het woongebied aan de Ganzemansstraat kan, indien rekening gehouden wordt met bezwaarschrift nr. 637 een gepaste inrichting krijgen en voorzien worden van buffergroen.

De veiligheid is een louter technische kwestie die door een inrichtingsplan dient opgevangen te worden.

De vorige voorziene inplantingsplaats vervalt daar deze lijnrecht tegenover de opties voor het behoud van de natuurlijke structuur staat. Aldus is de motivering om het spaarbekken niet in de vallei te plaatsen wel degelijk voldoende.

Er kan niet ingegaan worden op het voorstel van de bezwaarindieners om de inplanting te voorzien in de Dijlevallei wegens het ecologisch en landschappelijk belang van dit valleigebied. Zowel in de opties van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen als in de opties voor de provinciale natuurlijke structuur wordt de Dijlevallei geselecteerd als ruggengraat voor de natuurlijke structuur. De inplanting van dergelijk artificieel waterbekken betekent dan ook een sterke aantasting van deze structuur en zou ten koste gaan van biologisch waardevolle graslanden.

Bezwaarschrift 447 : Het goed van de bezwaarindiener kan niet juist gesitueerd worden. Het is mogelijk dat het valt binnen de te onteigenen zone voor de aanleg van het waterspaarbekken. Indien dit het geval is, is de wettelijke procedure voor vergoeding van particulieren van toepassing.

Bezwaarschriften 489, 527, 544 en 586 : De aangehaalde argumenten zijn eigen aan de problematiek van vermeende bestemmingen van voor de gewestplannen. Wanneer de bedoelde percelen langs de Langestraat (verbinding Neerijse-Leefdaal) liggen kan de grens van de zone voor openbaar nut verschoven worden naar het noorden. Overigens ligt de definitieve afbakening van het gebied nog niet vast. Hiervoor wordt gewacht tot de resultaten van het MER. Bezwaarschrift 580 : De toelichtingsnota vermeldt wel degelijk de motivatie voor schrapping van de huidige bestemming. De vrijwaring van de Dijlevallei staat hierbij centraal. Als objectieve reden hiervoor wordt aangehaald dat de aanleg van waterwininfrastructuur haaks staat op de ontwikkelingsmogelijkheden van de structuurbepalende natuurfunctie.

Landschappelijk als biologisch betekent de inplanting van deze infrastructuur in de Dijlevallei een sterke aantasting van deze natuurlijke structuur en zou dit ten koste gaan van biologisch waardevolle graslanden.

Niet de mening van een landmeter, die waarschijnlijk door meerdere personen zal gedeeld worden, is hier van belang. Wel de meest aanvaardbare inplanting van het LIJN-project voor wat natuur en milieu betreft.

Op meer dan 20 jaar tijd zijn de beleidsinzichten en ook de ruimtelijke behoeften geëvolueerd. Op dit ogenblik is in dit dossier de vrijwaring van de Dijlevallei gekoppeld aan de realisatie van het LIJN-project van primair belang.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Huldenberg : Het advies van de gemeente Huldenberg wordt ongunstig beoordeeld. Het is blijkbaar geïnspireerd door financiële overwegingen. De gemeente klaagt dat zij belast wordt met een Klasse II stortplaats terwijl zij voordien kon genieten van een belasting voor de zandwinning uit deze put. Dit laatste komt terug in de argumentatie tegen het wegvallen van de huidige zandwinning in dit gebied.

Wat de overlast betreft die de gemeente voorspelt door de inplanting van het waterbekken, dient erop gewezen te worden dat reeds jaren ook het verkeer rond de zandgroeven voor overlast zorgde.

Voor het uitzicht, de integratie van het project in het landschap en de veiligheidstechnische aspecten dient de uitwerking van het inrichtingsplan.

Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden.

Waterwingebieden Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

De commissie merkt echter op dat er een foutieve intekening is gebeurd van het traject ter hoogte van de steenweg.

Antwoord op : Bezwaarschrift 116 : De beschermzones III worden niet aangeduid op het gewestplan.

Wat de foutieve intekening betreft van het traject ter hoogte van de steenweg, meent de commissie dat dit inderdaad rechtgezet dient te worden.

Bezwaarschrift 431 : De afbakeningen van de waterwinningsgebieden werden bij ministerieel besluit vastgelegd op basis van onderzoekselementen van de Vlaamse Maatschappij voor Waterwinning. 13. Bertem - Toverberg, Bertemberg, Schapenheide, Bertembosveld, Koeheide (kaartblad 32/1). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 185 : In de toelichtingsnota is geen sprake van bosgebied. Aldus wordt het bezwaarschrift nr. 185 weerlegd met de vaststelling dat in bosgebied geen nieuwbouw getolereerd wordt.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 14. Bertem - ten zuiden van Rattenkeutel, Sint-Medardushof. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 15. Bertem - centrum ten noorden van Varenberg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 16. Boortmeerbeek - watermolen ten oosten van Heiken. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 17. Herent, Winksele - kerk in Winksele-centrum. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 18. Herent, Veltem-Beisem, centrum Beisem. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 19. Holsbeek-centrum. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 20. Holsbeek - Geesthof Vierbunders (kaartblad 24/7). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 433, 437, 610, 611 en 613 : De voorgestelde wijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied biedt voldoende garanties voor het vrijwaren van de natuurlijke kwaliteiten van het gebied.

Bezwaarschrift 540 : De voorgestelde wijziging naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied biedt voldoende garanties voor het vrijwaren van de natuurlijke kwaliteiten van het gebied.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 21. Huldenberg, Neerijse - Lindenhof. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 22. Kortenberg, Everberg - kerk te Everberg-centrum (kaartblad 32/1). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 578 : De bescherming van waardevolle gebouwen in het centrum kunnen niet ervaren worden als een materiële schade en discriminatie tegenover anderen wiens eigendom zich in een onbeschermde zone bevindt.

De bestemmingswijziging is erop gericht een effectieve bescherming van deze gebouwen te verzekeren.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 23. Leuven, Kessel-Lo - Abdij van Vlierbeek. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 24. Leuven, Kessel-Lo en Lubbeek, Pellenberg - Sint-Martensberg en De Lo, Kasteel Hottat (kaartblad 32/2 en 32/3). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 432, 433, 437, 440, 455, 456, 540, 570, 608, 609, 610, 611, 612, 613 en 614 : De wijziging van het gebied naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied biedt voldoende garanties voor de bescherming van het gebied.

Bezwaarschrift 571 (met 29 handtekeningen) : De ecologische en landschappelijke waarde van het gebied verdient dringend een gepaste bescherming. Deze bestemmingswijziging legt geen hypotheek op het landbouwgebruik zoals dat nu gebeurt.

Antwoord op : Adviezen : Adviezen van de gemeente Bierbeek en de stad Leuven : De adviezen worden bijgetreden.

Advies van de Bestendige Deputatie : De wijziging in gebied met ecologisch belang is niet aangewezen omdat de wijziging van het gebied naar landschappelijk waardevol agrarisch gebied voldoende garanties biedt voor de bescherming van het gebied. 25. Oud-Heverlee - centrum. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 26. Haacht - Kraneveldhoeve bij het Werchters Broek (kaartblad 24/6). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 23 : Enkel het voorgestelde gebied maakt deel uit van het besluit onder M.B. 09.03.77 waarop deze bestemmingswijziging gebaseerd is.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 27. Rotselaar, Wezemaal-centrum (kaartblad 24/6). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Rotselaar : Het voorstel van de Vlaamse Regering is adequaat. et gebied dat beschermd wordt door het MB van 18/09/81 omvat eveneens de pastorie en de tuin er rond, die buiten de afbakening van de te herziene gebieden op het gewestplan vallen. Op het huidig gewestplan zijn deze gelegen binnen parkgebied. Het is bijgevolg niet mogelijk het gebied op te nemen in `woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde' daar het gelegen is buiten de afgebakende zone die in herziening werd gesteld op het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan.

Het volledige gebied dat beschermd wordt door het MB is als waardevol bestempeld. Ook de zone ten westen van de kerkstraat dient bijgevolg opgenomen in het `woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde'.

Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 28. Tervuren, Vossem-Reuveld en kasteel Vossem (kaartblad 32/1). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 618 : De wijziging van woongebied naar woongebied met culturele, historische en esthetische waarde belet niet dat deze gebieden bebouwd worden en voegt niets toe aan het beschermingbesluit voor deze zone (MB 18-09-81).

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Tervuren : De commissie is niet bevoegd andere gebieden aan te duiden buiten deze die in herziening werden gesteld.

Onderzoeken van AROHM-Afdeling Monumenten en Landschappen liggen aan de basis van deze wijziging.

Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 29. Bierbeek - Hazenberg (kaartblad 32/7). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 432, 433, 440, 455, 456, 570, 608, 609, 610, 611, 612, 613 en 614 : De commissie stelt dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse Regering in herziening werden gesteld kunnen gewijzigd worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Bierbeek : De delen, die de gemeente voorstelt, eveneens op te nemen in de bestemming, vallen buiten de door de Vlaamse regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld.

Advies van de Bestendige Deputatie : De commissie stelt dat enkel de bestemming van de gebieden die door het besluit van de Vlaamse Regering in herziening werden gesteld kunnen gewijzigd worden.

Additioneel : antwoord op : Bezwaarschrift 611 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft, valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen. antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Rotselaar : De voorgestelde wijzigingen vallen buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

C. Wijzigingen vanuit de opties voor de lijninfrastructuren. 1. Wezemaal, Holsbeek, Wilsele, Leuven : A2 - aanduiden van A2 tot verkeerswisselaar met de E40 als gerealiseerde hoofdweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de Bestendige Deputatie kan bijgetreden worden. 2. Tervuren : R0 - aanduiden van R0 tussen het Leonardkruispunt (aansluiting met E314) en het vierarmenkruispunt als gerealiseerde hoofdweg. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de Bestendige Deputatie kan bijgetreden worden. 3. Leuven : A2 - aanduiden van zuidelijke wisselaar op verbinding E40 met A2 als zijnde gerealiseerd. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : Het advies van de Bestendige Deputatie kan bijgetreden worden. 4. Wezemaal, Rotselaar, Tildonk (Haacht), Veltem-Beisem : A2 - schrapping reservatie voor westelijke doortrekking A2 (kaartbladen 23/8, 24/5 en 24/6). Advies : ongunstig : de afschaffing van de doortrekking van de A2 kadert in de beleidsnota voor het structuurplan Vlaams-Brabant, die de aanleg van nieuwe grootschalige verkeerswegen afwijst. Dit houdt evenwel niet in dat de schrapping van de reservatiestrook doorgevoerd moet worden. Deze zone kan ook aangewend worden voor andere mobiliteitsprojecten en andere lijninfrastructuur. Zolang het multimodaal verkeers- en vervoersmodel voor Vlaams-Brabant niet afgerond is kan hierover geen definitieve beslissing genomen worden.

Antwoord op : Bezwaarschrift 200 : - Door het schrappen van de reservatiestrook verandert niet noodzakelijk de onderliggende bestemming. - Daar dit perceel op dit ogenblik de bestemming natuurgebied krijgt, aansluitend bij een groot natuurlijk geheel, is het wijzigen van de bestemming naar woonzone hier niet aangewezen. - Er wordt opgemerkt dat de bestemmingswijziging van bufferzone naar natuurgebied voor de zone binnen de geschrapte reservatiestrook niet aangehaald is in de toelichtingsnota.

Bezwaarschrift 243 : De opmerking kan onderschreven worden. Er zal bij de verdere uitwerking van het ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant rekening gehouden worden met de aangehaalde argumenten.

Bezwaarschriften 30B, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 64, 67, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 112B, 115, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 127, 128, 129, 130, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 139 140, 141, 142, 143, 144A, 145A, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, 158, 159, 160, 161, 162, 163, 164, 165, 166, 167, 172, 173, 174, 175, 176, 177, 178, 179, 180, 182, 183, 186, 187, 188, 189, 190, 191, 192, 193, 194, 195, 196, 198, 199, 204, 205, 206, 207, 208, 209, 210, 216, 217, 218, 219, 221, 226, 227, 228, 229, 238, 244, 247, 251, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 263; 264, 265, 266, 267, 268, 269, 270, 457, 458, 459, 461, 468, 472, 530, 531, 532, 533, 534, 535, 536, 558, 559, 560, 561, 562, 563, 564, 565, 566, 567, 568, 569, 591, 595, 596, 597, 598, 599, 600, 601, 615, 616, 617, 644, 645A : - Het RSV kent inderdaad aan Leuven een belangrijke rol toe, als één van de hoekstenen van de Vlaamse Ruit, met duidelijke potenties voor economische ontwikkeling, maar opteert eveneens voor een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij voor de wegeninfrastructuur bewust gekozen is voor een optimalisatie van de bestaande wegen, boven de aanleg van nieuwe verbindingen. - Met betrekking tot de bedrijvenzones wordt gesteld dat deze ontwikkeld moeten worden in functie van de bestaande wegeninfrastructuur, en dat het RSV een differentiatie aan bedrijventerreinen voorziet, waarbij een onderscheid gemaakt wordt in regionale en lokale bedrijventerreinen. De as Leuven-Mechelen is op niveau van Vlaanderen niet geselecteerd als economisch netwerk, noch zijn de er langs gelegen gemeenten erkend als specifiek economisch knooppunt.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Rotselaar : - Daar dit perceel op dit ogenblik de bestemming natuurgebied krijgt, aansluitend bij een groot natuurlijk geheel, is het wijzigen van de bestemming naar woonzone hier niet aangewezen. - Er wordt opgemerkt dat de bestemmingswijziging van bufferzone naar natuurgebied voor de zone binnen de geschrapte reservatiestrook niet aangehaald is in de toelichtingsnota. - Het voorstel tot uitbreiding van het Wingepark is te realiseren via instrumenten (BPA) waarvoor de gemeente zelf het initiatief kan nemen.

Advies van de Bestendige Deputatie en de stad Leuven : De commissie treedt de adviezen van de Bestendige Deputatie en de stad Leuven niet bij. De afschaffing van de doortrekking van de A2 kadert in de beleidsnota voor het structuurplan Vlaams-Brabant. Dit houdt evenwel niet in dat de schrapping van de reservatiestrook doorgevoerd moet worden. Deze zone kan ook aangewend worden voor andere mobiliteitsprojecten en andere lijninfrastructuur. Zolang het multimodaal verkeers- en vervoersmodel voor Vlaams-Brabant niet afgerond is kan hierover geen definitieve beslissing genomen worden. 5. Boortmeerbeek - schrapping reservatie niet aangelegde noord-zuid verbinding tussen Antwerpen - Ranst - Boortmeerbeek - Brussel, ten oosten kant van Mechelen (kaartbladen 23/8 en 24/5). Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse Regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 30B, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 64, 66, 67, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 84, 85, 86, 87, 88, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 112B, 115, 120, 121, 122, 123, 124, 125, 126, 127, 128, 129, 130, 131, 132, 133, 134, 135, 136, 137, 138, 139, 140, 141, 142, 143, 144A, 145A, 146, 147, 148, 149, 150, 151, 152, 153, 154, 155, 156, 157, 158, 159, 160, 161, 162, 163, 164, 165, 166, 167, 172, 173, 174, 175, 176, 177, 178, 179, 180, 182, 183, 186, 187, 188, 189, 190, 191, 192, 193, 194, 195, 196, 198, 199, 204, 205, 206, 207, 208, 209, 210, 216, 217, 218, 219, 221, 226, 227, 228, 229, 238, 244, 247, 251, 256, 257, 258, 259, 260, 261, 262, 263; 264, 265, 266, 267, 268, 269, 270, 457, 458, 459, 461, 468, 472, 530, 531, 532, 533, 534, 535, 536, 558, 559, 560, 561, 562, 563, 564, 565, 566, 567, 568, 569, 591, 595, 596, 597, 598, 599, 600, 601, 615, 616, 617, 644 en 645a : - De drukke noord-zuid verbinding tussen Antwerpen en Brussel is reeds ontdubbeld via een hoofdweg (E19) en een primaire weg (A12). Een nieuwe verbinding is niet wenselijk omdat deze nieuwe grootschalige infrastructuur een ongewenste dynamiek in het gebied zou teweegbrengen, en de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten aantasten. - Het creëren van nieuwe verbindingswegen als oplossing voor de complexe fileproblematiek is een denkpiste die de Vlaamse Regering in doelstellingen van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen heeft verlaten. Er wordt geopteerd voor een optimalisatie van de bestaande wegen. Nieuwe wegen trekken bijkomende verkeer aan, en geraken op termijn zelf oververzadigd. - De economische implicaties van de aanleg van nieuwe wegen zijn niet bewezen.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de Bestendige Deputatie : De commissie treedt het advies van de Bestendige Deputatie bij. 6. Leuven, Korbeek-Lo, Haasrode : N25 - aanduiden van de N25 van Geldenaakse baan (industriezone Haasrode) tot de N3 (Korbeek-Lo) als gerealiseerde primaire weg II. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en de stad Leuven kunnen bijgetreden worden. 7. Leuven : R23 - aanduiden van noordelijk deel van de ring rond Leuven (R23) van de vaartkom tot de N26 als gerealiseerde primaire weg II. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en de stad Leuven kunnen bijgetreden worden. 8. Leuven : E40/A2 - oostelijke lus van verkeerswisselaar E40/A2. Advies : gunstig : deze wijziging kadert in de beleidsnota voor het structuurplan Vlaams-Brabant, dat de aanleg van nieuwe grootschalige verkeerswegen afwijst.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en de stad Leuven kunnen bijgetreden worden. 9. Haacht : N21 - schrappen van de niet aangelegde zuidelijke omleidingsweg voor Haacht (N21) (kaartbladen 24/5 en 24/6). Advies : gunstig : deze wijziging is in overeenstemming met het RSV dat stelt dat de aanleg van nieuwe rondwegen en parallelle tracés voor het doorgaand verkeer slechts uitzonderlijk kunnen toegestaan worden en dat de aanleg enkel kan gebeuren wanneer op geen enkele andere wijze de verkeersleefbaarheid kan worden verbeterd en er geen afbreuk gedaan wordt aan het functioneren van het hoofdwegennet en de taak er niet van overneemt.

Antwoord op : Bezwaarschriften 588 en 648 : - De N21 is door de Vlaamse Regering niet geselecteerd als hoofd- of primaire weg. Het provinciale structuurplan zal onderzoeken of de bestaande verbinding geselecteerd wordt als secundaire weg, en zal desnoods alternatieve routes onderzoeken. - Voor de problematiek van verkeershinder in de bebouwde kom zijn er tal van remedies. De aanleg van een omleidingsweg vormt er slechts één van. Deze alternatieven dienen in het gemeentelijke ne provinciale structuurplan afgewogen te worden.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Haacht : Het advies van de gemeente wordt niet bijgetreden : - De aanleg van nieuwe rondwegen en parallelle tracés voor het doorgaand verkeer kunnen slechts uitzonderlijk toegestaan worden en de aanleg kan enkel gebeuren wanneer op geen enkele andere wijze de verkeersleefbaarheid verbeterd kan worden en er geen afbreuk gedaan wordt aan het functioneren van het hoofdwegennet en de taak er niet van overneemt. - De N21 is door de Vlaamse Regering niet geselecteerd als hoofd- of primaire weg. Het provinciale structuurplan zal onderzoeken of de bestaande verbinding geselecteerd wordt als secundaire weg, en zal desnoods alternatieve routes onderzoeken. - Voor de problematiek van verkeershinder in de bebouwde kom zijn er tal van remedies. De aanleg van een omleidingsweg vormt er slechts één van. Deze alternatieven dienen in het gemeentelijke ne provinciale structuurplan afgewogen te worden.

Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 10. Werchter, Betekom, Aarschot : N21 - schrappen van de niet aangelegde zuidelijke omleidingsweg naar Aarschot (N21) (kaartbladen 24/6 en 24/7). Advies : gunstig : deze wijziging is in overeenstemming met het RSV dat stelt dat de aanleg van nieuwe rondwegen en parallelle tracés voor het doorgaand verkeer slechts uitzonderlijk kunnen toegestaan worden en dat de aanleg enkel kan gebeuren wanneer op geen enkele andere wijze de verkeersleefbaarheid kan worden verbeterd en er geen afbreuk gedaan wordt aan het functioneren van het hoofdwegennet en de taak er niet van overneemt.

Rondwegen kunnen toegestaan worden op basis van een verbetering van de verkeers-leefbaarheid maar niet omwille van de verbetering van de verbindingsfunctie. Daarnaast mag de nieuwe rondweg geen functies overnemen van het bestaande hoofdwegennet. Deze voorwaarden zijn hier niet vervuld omdat : *de aanleg van de omleiding een grote dynamiek zou teweegbrengen in het gebied en een verzamelfunctie zou uitoefenen richting Brussel voor het hele gebied tussen A2 en N26. *hierdoor juist de verkeersleefbaarheid op de lokale wegen in het gedrang zou komen.

Antwoord op : Adviezen : Advies van de gemeente Rotselaar : Zoals de gemeente opmerkt in haar advies, zijn enkele bestemmingswijzigingen niet vernoemd in de toelichtingsnota. De commissie wijst de Vlaamse regering hier dan ook op.

Advies van de Bestendige Deputatie : Het advies van de Bestendige Deputatie wordt bijgetreden. 11. Reservatie voor spoortracé voor een verbindingsbocht tussen lijn 35 en lijn 36 te Leuven. Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en de stad Leuven kunnen bijgetreden worden. 12. Huldenberg, Neerijse - Leidingstrook en leidingstraat t.h.v. waterspaarbekken Neerijse.

Advies : gunstig : de overwegingen van de Vlaamse regering kunnen bijgetreden worden.

Antwoord op : Bezwaarschriften 201, 220, 271, 449, 450, 452, 543, 592 en 594 : - Deze bezwaren hangen nauw samen met punt B.11 van het ontwerp van gewestplanwijziging. Voor de behandeling van de bezwaarschriften wordt grotendeels naar dit punt verwezen. - Wat betreft de opmerking dat het voorgestelde traject een beschermd monument doorkruist, werd door de verantwoordelijke ambtenaren reeds toegegeven en hiervoor is reeds een vraag tot correctie ingediend. Op dit punt kan het bezwaarschrift aanvaard worden. - Voor de juiste ligging van de pijpleiding wordt het meest rationele traject gevolgd. - De ruimtelijke impact van deze reservatiestrook is gering. Enkel voor de aanpalenden geldt een beperking van de bouw- en of exploitatiemogelijkheden.

Antwoord op : Adviezen : De adviezen van de Bestendige Deputatie en de Bestendige Deputatie kunnen bijgetreden worden.

D. Individuele verzoekschriften.

Bertem Antwoord op : Bezwaarschriften 25 en 62 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Bezwaarschrift 69 : Het feit dat een grond gelegen is langs een uitgeruste openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Bezwaarschrift 575 : Het feit dat een grond gelegen is langs een uitgeruste openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Bierbeek Antwoord op : Bezwaarschrift 6 : Het feit dat een grond gelegen is langs een uitgeruste openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Blanden Antwoord op : Bezwaarschrift 463 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Haacht Antwoord op : Vroegtijdige bezwaarschriften : Bezwaarschriften 001 en 002 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Het uitbreiden van de bouwdiepte is in strijd met het algemeen principe van de ruimtelijke ordening om percelen niet volledig te bezetten.

Huldenberg Antwoord op : Bezwaarschrift 15 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Bezwaarschrift 435 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Keerbergen Antwoord op : Bezwaarschrift 169 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Leefdaal Antwoord op : Bezwaarschrift 572 : Het feit dat een grond gelegen is langs een uitgeruste openbare weg en in de omgeving van andere woningen, geeft helemaal geen rechten tot het bebouwen ervan.

Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Oud-Heverlee Antwoord op : Bezwaarschrift 490 : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen.

Rotselaar-Wezemaal Antwoord op : Bezwaarschrift 465 (9 handtekeningen) : Het perceel waarop het bezwaarschrift betrekking heeft valt buiten de door de Vlaamse Regering afgebakende gebieden die in het kader van deze gedeeltelijke wijziging van het gewestplan in herziening worden gesteld. De procedure laat niet toe buiten deze gebieden voorstellen te doen. "

^