← Terug naar "Wijziging aan de Grondwet (2) "
| Wijziging aan de Grondwet (2) | Modification à la Constitution (2) |
|---|---|
| MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN | MINISTERE DE L'INTERIEUR |
| 12 JUNI 1998. - Wijziging aan de Grondwet (1) (2) | 12 JUIN 1998. - Modification à la Constitution (1) (2) |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| A tous, présents et à venir, Salut. | |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | Les Chambres ont adopté dans les conditions prescites par l'article |
| De Kamers hebben, in de door artikel 195 van de Grondwet bepaalde | 195 de la Constitution, et Nous sanctionnons ce qui suit : |
| voorwaarden, aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | |
| Enig artikel. Artikel 103 van de Grondwet wordt vervangen als volgt : | Article unique. L'article 103 de la Constitution est remplacé par la |
| disposition suivante : | |
| « Art. 103.- Ministers worden voor misdrijven die zij in de |
« Art. 103.- Les ministres sont jugés exclusivement par la cour |
| uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd, uitsluitend berecht | d'appel pour les infractions qu'ils auraient commises dans l'exercice |
| door het hof van beroep. Hetzelfde geldt voor misdrijven die ministers | de leurs fonctions. Il en est de même des infractions qui auraient été |
| buiten de uitoefening van hun ambt mochten hebben gepleegd en waarvoor | commises par les ministres en dehors de l'exercice de leurs fonctions |
| zij worden berecht tijdens hun ambtstermijn. De artikelen 59 en 120 zijn in voorkomend geval niet van toepassing. De wet bepaalt op welke wijze tegen hen in rechte wordt opgetreden, zowel bij de vervolging als bij de berechting. De wet wijst het bevoegde hof van beroep aan, dat in algemene vergadering zitting houdt, en bepaalt de samenstelling ervan. Tegen de arresten van het hof van beroep is beroep mogelijk bij het Hof van Cassatie, in verenigde kamers, dat niet in de beoordeling van de zaken zelf treedt. De vervolging in strafzaken van een minister kan enkel worden ingesteld en geleid door het openbaar ministerie bij het bevoegde hof van beroep. Voor elke vordering tot regeling van de rechtspleging, voor elke rechtstreekse dagvaarding voor het hof van beroep en, behalve bij ontdekking op heterdaad, voor elke aanhouding, is het verlof van de Kamer van volksvertegenwoordigers vereist. De wet bepaalt de procedure die moet worden gevolgd indien de | et pour lesquelles ils sont jugés pendant l'exercice de leurs fonctions. Le cas échéant, les articles 59 et 120 ne sont pas applicables. La loi détermine le mode de procéder contre eux, tant lors des poursuites que lors du jugement. La loi désigne la cour d'appel compétente, qui siège en assemblée générale, et précise la composition de celle-ci. Les arrêts de la cour d'appel sont susceptibles d'un pourvoi devant la Cour de cassation, chambres réunies, qui ne connaît pas du fond des affaires. Seul le ministère public près la cour d'appel compétente peut intenter et diriger les poursuites en matière répressive à l'encontre d'un ministre. Toutes réquisitions en vue du règlement de la procédure, toute citation directe devant la cour d'appel et, sauf le cas de flagrant délit, toute arrestation nécessitent l'autorisation de la Chambre des représentants. |
| artikelen 103 en 125 beide van toepassing zijn. Aan een overeenkomstig het eerste lid veroordeeld minister kan geen genade worden verleend dan op verzoek van de Kamer van volksvertegenwoordigers. De wet bepaalt in welke gevallen en volgens welke regels de benadeelde partijen een burgerlijke rechtsvordering kunnen instellen. Overgangbepaling Dit artikel is niet van toepassing op de feiten waarvoor daden van opsporing werden verricht en op vervolgingen ingesteld vóór de inwerkingtreding van de wet tot uitvoering ervan. Hiervoor geldt de volgende regeling : de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft het recht ministers in beschuldiging te stellen en hen te brengen voor het Hof van Cassatie. Dit alleen is | La loi détermine la procédure à suivre lorsque les articles 103 et 125 sont tous deux applicables. Aucune grâce ne peut être faite à un ministre condamné conformément à l'alinéa premier qu'à la demande de la Chambre des représentants. La loi détermine dans quels cas et selon quelles règles les parties lésées peuvent intenter une action civile. Disposition transitoire Le présent article n'est pas applicable aux faits qui ont fait l'objet d'actes d'information ni aux poursuites intentées avant l'entrée en vigueur de la loi portant exécution de celui-ci. Dans ce cas, la règle suivante est d'application : la Chambre des représentants a le droit de mettre en accusation les ministres et de les traduire devant la Cour de cassation. Cette dernière a seule le |
| bevoegd om hen te berechten, in verenigde kamers, in de gevallen en | droit de les juger, chambres réunies, dans les cas visés dans les lois |
| met toepassing van de straffen die in de strafwetten zijn bepaald. De | pénales et par application des peines qu'elles prévoient. La loi du 17 |
| wet van 17 december 1996 houdende tijdelijke en gedeeltelijke | décembre 1996 portant exécution temporaire et partielle de l'article |
| uitvoering van artikel 103 van de Grondwet blijft terzake gelden. » | 103 de la Constitution reste d'application en la matière. » |
| Kondigen deze bepaling af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal | Promulguons la présente disposition, ordonnons qu'elle soit revêtue du |
| worden bekleed en door het zal worden bekendgemaakt. | sceau de l'Etat et publiée par le . |
| Gegeven te Brussel, 12 juni 1998. | Donné à Bruxelles, le 12 juni 1998. |
| ALBERT | ALBERT |
| Von Königs wegen: | |
| De Eerste Minister, | Le Premier Ministre, |
| J.-L. DEHAENE | J.-L. DEHAENE |
| De Minister van Binnenlandse Zaken, | Le Ministre de l'Intérieur, |
| L. TOBBACK | L. TOBBACK |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Scellé du sceau de l'Etat : |
| De Minister van Justitie, | Le Ministre de la Justice, |
| T. VAN PARYS | T. VAN PARYS |
| (1) Verklaring tot herziening van de Grondwet ( van 12 april 1995). | (1) Déclaration de révision de la Constitution ( du 12 avril 1995). |
| (2) Gewone zitting 1997-1998. | (2) Session ordinaire 1997-1998. |
| Kamer van volksvertegenwoordigers | Chambre des représentants |
| Parlementaire Stukken. - Voorstel en toelichting, nr. 1258/1. - | Documents parlementaires. - Proposition et développements, n° 1258/1. |
| Amendementen, nrs. 1258/2 tot 4. - Verslag, nr. 1258/5. - Tekst | - Amendements, nos 1258/2 à 4. - Rapport, n° 1258/5. - Texte adopté |
| aangenomen door de Commissie, nr. 1258/6. - Amendement, nr. 1258/7. - | par la Commission, n° 1258/6. - Amendement, n° 1258/7. - Rapport |
| Aanvullend verslag, nr. 1258/8. - Amendementen, nrs. 1258/9 en 10. - | complémentaire, n° 1258/8. - Amendements, nos 1258/9 et 10. - Texte |
| Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de | adopté en séance plénière et transmis au Sénat, n° 1258/11. |
| Senaat, nr. 1258/11. | |
| Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergaderingen | Annales parlementaires. - Discussion et adoption. Séances des 10, 12 |
| van 10, 12 maart, 22 en 28 april 1998. | mars, 22 et 28 avril 1998. |
| Senaat. | Sénat. |
| Parlementaire Stukken. - Tekst overgezonden door de Kamer van | Documents parlementaires. - Texte transmis par la Chambre des |
| volksvertegenwoordigers, nr. 1-964/1. - Verslag, nr. 1-964/2. - Tekst | représentants, n° 1-964/1. - Rapport, n° 1-964/2. - Texte adopté par |
| aangenomen door de Commissie, nr. 1-964/3. - Tekst aangenomen in | la Commission, n° 1-964/3. - Texte adopté en séance plénière, n° |
| plenaire vergadering, nr. 1-964/4. | 1-964/4. |
| Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 11 juni 1998. | Annales parlementaires. - Discussion et adoption. Séance du 11 juin |
| 1998. | |