Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek der successierechten wat betreft de bevrijdende betaling bij een erfenis en de terbeschikkingstelling van een bepaald bedrag aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende | Loi modifiant le Code civil et le Code des droits de succession en ce qui concerne le paiement libératoire effectué dans le cadre d'une succession et la mise d'un certain montant à la disposition du conjoint ou cohabitant légal survivant |
---|---|
FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 28 JUNI 2009. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek der successierechten wat betreft de bevrijdende betaling bij een erfenis en de terbeschikkingstelling van een bepaald bedrag aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen, hetgeen volgt : HOOFDSTUK
1. - Algemene bepaling Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel |
SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 28 JUIN 2009. - Loi modifiant le Code civil et le Code des droits de succession en ce qui concerne le paiement libératoire effectué dans le cadre d'une succession et la mise d'un certain montant à la disposition du conjoint ou cohabitant légal survivant ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : CHAPITRE 1er. - Disposition générale |
78 van de Grondwet. | Article 1er.La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de |
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het Burgerlijk Wetboek | la Constitution. CHAPITRE 2. - Modification du Code civil |
Art. 2.In het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel 1240ter ingevoegd, |
Art. 2.Dans le Code civil, il est inséré un article 1240ter rédigé |
luidende : | comme suit : |
« Art. 1240ter.§ 1. De betaling van tegoeden die gedeponeerd zijn op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, is bevrijdend indien de schuldenaar, na het overlijden en zonder dat een van de attesten of een akte als bedoeld in artikel 1240bis, vereist is, aan de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende, op diens verzoek, een bedrag ter beschikking stelt dat de helft van de beschikbare creditsaldi noch 5 000 euro overschrijdt, ongeacht het bestaan van enig recht van de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende op het saldo van de rekening. |
« Art. 1240ter.§ 1er. Le paiement d'avoirs déposés sur un compte à vue ou un compte d'épargne, commun ou indivis, dont le défunt ou le conjoint survivant est titulaire ou cotitulaire ou dont le cohabitant légal survivant est cotitulaire, est libératoire si, après le décès et sans qu'un des certificats ou un acte visés à l'article 1240bis, § 1er, soit requis, le débiteur met à la disposition du conjoint ou cohabitant légal survivant, à sa demande, un montant n'excédant pas la moitié des soldes créditeurs disponibles ni 5.000 euros, et ce, même si le conjoint ou cohabitant légal survivant possède un droit quelconque sur le solde du compte. |
§ 2. De ter beschikking gestelde bedragen worden bij de vereffening | § 2. Les montants mis à disposition sont pris en compte lors de la |
van het gemeenschappelijk vermogen, van de onverdeeldheid of van de nalatenschap in rekening gebracht. De erfgerechtigden behouden echter jegens de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende een vorderingsrecht, ten belope van het bedrag dat het gedeelte overschrijdt dat deze laatste toekomt bij de vereffening van het gemeenschappelijk vermogen, van de onverdeeldheid of van de nalatenschap. § 3. De langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende mag met toepassing van § 1 slechts een bedrag van ten hoogste 5 000 euro opvragen. De schuldenaar van tegoeden gedeponeerd op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, wijst de langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende op deze beperking, alsook op de in het derde lid bepaalde sanctie bij niet-naleving ervan. De langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende die met toepassing van § 1 een bedrag heeft afgehaald dat hoger is dan de helft van de beschikbare credietsaldi of 5 000 euro, verliest ter waarde van de som die boven dat bedrag is afgehaald enig aandeel in het gemeenschappelijk vermogen, de onverdeeldheid of de nalatenschap. De langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende die met toepassing van deze paragraaf enig aandeel verliest, verliest daarenboven de bevoegdheid om de nalatenschap te verwerpen of te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. Al verwerpt hij de nalatenschap, toch blijft hij zuiver erfgenaam. » | liquidation du patrimoine commun, de l'indivision ou de la succession. Les successibles conservent néanmoins, envers le conjoint ou le cohabitant légal survivant un droit de créance, à concurrence du montant qui excède la quotité qui revient à ce dernier dans le cadre de la liquidation du patrimoine commun, de l'indivision ou de la succession. § 3. Le conjoint ou cohabitant légal survivant ne peut réclamer, en application du § 1er, qu'un montant de 5.000 euros maximum. Le débiteur d'avoirs déposés sur un compte à vue ou un compte d'épargne, commun ou indivis, dont le défunt ou le conjoint survivant est titulaire ou cotitulaire ou dont le cohabitant légal survivant est cotitulaire, attire l'attention du conjoint ou cohabitant légal survivantsur cette restriction, ainsi que sur la sanction prévue à l'alinéa 3 en cas de non-respect de celle-ci. Le conjoint ou cohabitant légal survivant ayant, en application du § 1er, retiré un montant supérieur à la moitié des soldes créditeurs disponibles ou à 5.000 euros perd toute part dans le patrimoine commun, l'indivision ou la succession, à concurrence de la somme prélevée au-delà du montant de 5.000 euros. Le conjoint ou cohabitant légal survivant qui perd toute part en application du présent paragraphe est en outre déchu de la faculté de renoncer à la succession ou de l'accepter sous bénéfice d'inventaire. Il demeure héritier pur et simple, nonobstant sa renonciation. ». |
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Wetboek der successierechten | CHAPITRE 3. - Modifications du Code des droits de succession |
Art. 3.Artikel 95 van het Wetboek der successierechten, vervangen bij |
Art. 3.L'article 95 du Code des droits de succession, remplacé par |
de besluitwet van 4 mei 1940, wordt aangevuld met twee leden, luidende | l'arrêté-loi du 4 mai 1940, est complété par deux alinéas rédigés |
: | comme suit : |
« In afwijking van het eerste lid en alvorens de door artikel 94 voorgeschreven waarborg is gesteld, mag de schuldenaar van deposito's op een gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, overeenkomstig de bij artikel 1240ter van het Burgerlijk Wetboek bepaalde nadere regels een bedrag ter beschikking stellen dat de helft van de beschikbare creditsaldi noch 5.000 euro overschrijdt. Het in het derde lid bedoelde bedrag wordt uitbetaald onverminderd de betaling van de in de artikelen 19 en 20 van de hypotheekwet van 16 | « Par dérogation à l'alinéa 1er et avant que la caution prévue par l'article 94 ait été fournie, le débiteur de dépôts sur un compte à vue ou un compte d'épargne, commun ou indivis, dont le défunt ou le conjoint survivant est titulaire ou cotitulaire ou dont le cohabitant légal survivant est cotitulaire peut mettre à disposition, selon les modalités prévues à l'article 1240ter du Code civil, un montant n'excédant pas la moitié des soldes créditeurs disponibles ni 5.000 euros. Le montant visé à l'alinéa 3 est payé sans préjudice du paiement des frais privilégiés mentionnés aux articles 19 et 20 de la loi |
december 1851 vermelde bevoorrechte kosten. » | hypothécaire du 16 décembre 1851. ». |
Art. 4.Artikel 97 van hetzelfde Wetboek, laatstelijk gewijzigd bij de |
Art. 4.L'article 97 du même Code, modifi é en dernier lieu par la loi |
wet van 2 mei 2002, wordt aangevuld met twee leden, luidende : | du 2 mai 2002, est complété par deux alinéas rédigés comme suit : |
« In afwijking van het eerste lid en alvorens de hierin bedoelde lijst | « Par dérogation à l'alinéa 1er et avant la remise de la liste prévue |
wordt afgegeven mag de schuldenaar van deposito's op een | par cet alinéa, le débiteur de dépôts sur un compte à vue ou un compte |
gemeenschappelijke of onverdeelde zicht- of spaarrekening waarvan de | d'épargne, commun ou indivis, dont le défunt ou le conjoint survivant |
overledene of de langstlevende echtgenoot houder of medehouder is of | est titulaire ou cotitulaire ou dont le cohabitant légal survivant est |
waarvan de langstlevende wettelijk samenwonende medehouder is, | cotitulaire peut mettre à disposition, selon les modalités prévues à |
overeenkomstig de bij artikel 1240ter van het Burgerlijk Wetboek | l'article 1240ter du Code civil, un montant n'excédant pas la moitié |
bepaalde nadere regels een bedrag ter beschikking stellen dat de helft | |
van de beschikbare creditsaldi noch 5.000 euro overschrijdt. | des soldes créditeurs disponibles ni 5.000 euros. |
Het in het vierde lid bedoelde bedrag wordt uitbetaald onverminderd de | Le montant visé à l'alinéa 4 est payé sans préjudice du paiement des |
betaling van de in de artikelen 19 en 20 van de hypotheekwet van 16 | frais privilégiés mentionnés aux articles 19 et 20 de la loi |
december 1851 vermelde bevoorrechte kosten. » | hypothécaire du 16 décembre 1851. » |
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soi revêtue du sceau de |
bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | l'Etat et publiée par le Moniteur belge. |
Gegeven Brussel, 28 juni 2009. | Donné à Bruxelles, le 28 juin 2009. |
ALBERT | ALBERT |
Van Koningswege : | Par le Roi : |
De Minister van Justitie, | Le Ministre de la Justice, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
De Staatssecretaris voor Gezinsbeleid, toegevoegd aan de Minister van | Le Secrétaire d'Etat à la Politique des familles, adjoint à la |
Werk, en wat de aspecten inzake personen- en familierecht betreft, | Ministre de l'Emploi, et en ce qui concerne les aspects du droit des |
toegevoegd aan de Minister van Justitie, | personnes et de la famille, adjoint au Ministre de la Justice, |
M. WATHELET | M. WATHELET |
Met 's Lands zegel gezegeld : | Scellé du sceau de l'Etat : |
De Minister van Justitie, | Le Ministre de la Justice, |
S. DE CLERCK | S. DE CLERCK |
_______ | _______ |
Nota | Note |
Zie : | Voir : |
Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : | Documents de la Chambre des représentants : |
52-1633 - 2008/2009 : | 52-1633 - 2008/2009 : |
Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heer Verherstraeten c.s. | N° 1 : Proposition de loi de M. Verherstraeten et consorts. |
Nrs. 2 tot 6 : Amendementen. | nos 2 à 6 : Amendements. |
Nr. 7 : Verslag. | N° 7 : Rapport. |
Nr. 8 : Tekst aangenomen door de commissie. | N° 8 : Texte adopté par la commission. |
Nr. 9 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan | N° 9 : Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat. |
de Senaat. Integraal Verslag : 28 mei 2009. | Compte rendu intégral : 28 mai 2009. |
Stukken van de Senaat : | Documents du Sénat : |
4-1342 - 2008/2009 : | 4-1342 - 2008/2009 : |
Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat. | N° 1 : Projet non évoqué par le Sénat. |