← Terug naar "Wet tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds "
| Wet tot waarborging van een voortdurende vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een Zilverfonds | Loi portant garantie d'une réduction continue de la dette publique et création d'un Fonds de vieilissement |
|---|---|
| MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERE DES FINANCES |
| 5 SEPTEMBER 2001. - Wet tot waarborging van een voortdurende | 5 SEPTEMBRE 2001. - Loi portant garantie d'une réduction continue de |
| vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een | la dette publique et création d'un Fonds de vieilissement (1) |
| Zilverfonds (1) | |
| ALBERT II, Koning der Belgen, | ALBERT II, Roi des Belges, |
| Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. | A tous, présents et à venir, Salut. |
| De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : | Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | CHAPITRE Ier. - Dispositions générales |
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. |
Article 1er.La présente loi règle une matière visée à l'article 78 de la Constitution. |
Art. 2.Voor de toepassing van deze wet dient te worden verstaan onder |
Art. 2.Pour l'application de la présente loi, il convient d'entendre |
| de diverse wettelijke pensioenstelsels : | par les différents régimes légaux des pensions : |
| 1° de pensioenstelsels van de sociale zekerheid voor werknemers; | 1° les régimes de pensions de la sécurité sociale des travailleurs |
| 2° de pensioenstelsels van de sociale zekerheid van de zelfstandigen; | salariés; 2° les régimes de pensions de la sécurité sociale des travailleurs |
| 3° de pensioenstelsels ten laste van de algemene uitgavenbegroting. | indépendants; 3° les régimes de pensions à la charge du budget général des dépenses. |
| 4° het stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen. | 4° le régime de la garantie de revenus aux personnes âgées. |
| HOOFDSTUK II. - De Zilvernota | CHAPITRE II. - La note sur le vieillissement |
| Afdeling 1. - Inhoud van de Zilvernota | Section 1re. - Contenu de la note sur le vieillissement |
Art. 3.Op voorstel van de ministers bevoegd voor Begroting, voor |
Art. 3.Sur proposition des ministres chargés du Budget, des Affaires |
| Sociale Zaken, voor Pensioenen en voor Middenstand stelt de regering | sociales, des Pensions et des Classes moyennes, le gouvernement |
| jaarlijks een Zilvernota op, waarin ze haar beleid met betrekking tot | établit chaque année une note sur le vieillissement dans laquelle il |
| de vergrijzing uiteenzet. De Zilvernota biedt in het bijzonder de | expose sa politique relative au vieillissement. La note sur le |
| volgende informatie : | vieillissement procure en particulier l'information suivante : |
| 1° een raming van de extra-uitgaven van de diverse wettelijke | 1° une estimation des coûts supplémentaires des différents régimes |
| pensioenstelsels, de stelsels van de sociale zekerheid van werknemers | légaux des pensions, des régimes de sécurité sociale des travailleurs |
| en zelfstandigen en het stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen, | salariés et des indépendants et du régime de la garantie de revenus |
| in het bijzonder die verbonden aan de demografische evolutie; | aux personnes âgées, en particulier ceux liés à l'évolution |
| 2° het begrotingsbeleid op middellange en lange termijn, rekening | démographique; 2° la politique budgétaire à moyen et à long terme, compte tenu des |
| houdend met de ramingen vermeld in 1°; | estimations mentionnées au 1°; |
| 3° het algemene regeringsbeleid gericht op het opvangen van de | 3° la politique générale qui sera menée par le gouvernement en vue de |
| gevolgen van de vergrijzing, in het bijzonder met betrekking tot het | faire face aux répercussions du vieillissement, notamment dans le |
| bevorderen van de werkgelegenheid en de verhoging van de | domaine de la promotion de l'emploi et de l'augmentation de la |
| arbeidsparticipatie; | participation au travail; |
| 4° de evolutie van de reserves van de aanvullende pensioenen (tweede | 4° l'évolution des réserves des pensions complémentaires (deuxième |
| pijler) en van de armoedegraad bij bejaarden; | pilier) et du niveau de pauvreté dans les classes âgées; |
| 5° een overzicht van de ontvangsten, de uitgaven en de reserves van | 5° un aperçu des recettes, des dépenses et des réserves du Fonds de |
| het Zilverfonds. | vieillissement. |
Art. 4.Voor de opstelling van de Zilvernota steunt de regering op het |
Art. 4.Pour la rédaction de la note sur le vieillissement, le |
| verslag van de Studiecommissie voor de vergrijzing bedoeld in afdeling | gouvernement se basera sur le rapport du Comité d'étude sur le |
| 2 van dit hoofdstuk en op het jaarlijks advies van de afdeling | vieillissement visé dans la section 2 du présent chapitre et sur |
| "Financieringsbehoeften van de overheid" van de Hoge Raad van | l'avis annuel de la section des "Besoins de financement des pouvoirs |
| Financiën. | publics" du Conseil supérieur des finances. |
Art. 5.De Zilvernota wordt jaarlijks meegedeeld aan de Centrale Raad |
Art. 5.La note sur le vieillissement est communiquée chaque année au |
| voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad. | Conseil central de l'économie et au Conseil national du travail. |
| Afdeling 2. - Studiecommissie voor de vergrijzing | Section 2. - Comité d'étude sur le vieillissement |
Art. 6.Binnen de Hoge Raad van Financiën wordt een `Studiecommissie |
Art. 6.Un Comité d'étude sur le vieillissement est créé au sein du |
| voor de vergrijzing' opgericht. | Conseil supérieur des finances. |
| De Studiecommissie voor de vergrijzing wordt belast met het opstellen van een jaarlijks verslag, waarin de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing worden onderzocht. Dit verslag bevat in het bijzonder een raming van de financiële gevolgen op het vlak van de diverse wettelijke pensioenstelsels, de stelsels van de sociale zekerheid van werknemers en zelfstandigen en het stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen die verbonden zijn aan de demografische evolutie. De Studiecommissie voor de vergrijzing kan, op eigen initiatief of op verzoek van de regering, tevens onderzoek verrichten naar specifieke aangelegenheden in verband met de vergrijzing. | Le Comité d'étude sur le vieillissement est chargé de la rédaction d'un rapport annuel examinant les conséquences budgétaires et sociales du vieillissement. Ce rapport contient notamment une estimation des conséquences financières sur le plan des différents régimes légaux des pensions, des régimes de sécurité sociale des travailleurs salariés et indépendants et du régime de la garantie de revenus aux personnes âgées, liées à l'évolution démographique. Le Comité d'étude sur le vieillissement peut également, d'initiative ou à la demande du gouvernement, effectuer des études spécifiques en relation avec le vieillissement. |
Art. 7.Met betrekking tot de raming van de kosten op het vlak van de |
Art. 7.En ce qui concerne l'évaluation des coûts sur le plan des |
| diverse wettelijke pensioenstelsels, de stelsels van de sociale | différents régimes légaux des pensions, des régimes de la sécurité |
| zekerheid van werknemers en zelfstandigen en het stelsel van de | sociale des travailleurs salariés et indépendants et du régime de la |
| inkomensgarantie voor ouderen, die verbonden zijn aan de demografische | garantie de revenus aux personnes âgées, liés à l'évolution |
| evolutie gaat de Studiecommissie voor de vergrijzing in het bijzonder | démographique, le Comité d'étude sur le vieillissement se fonde |
| uit van de volgende principes : | notamment sur les principes suivants : |
| 1° inzake economische groei wordt gerekend met een voorzichtige raming | 1° pour ce qui est de la croissance économique, il est tenu compte |
| van de trendgroei, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden | d'une évaluation prudente de la croissance tendancielle, en |
| met de mogelijke gevolgen van de demografische evolutie voor deze | considérant particulièrement l'impact éventuel de l'évolution |
| trendgroei; | démographique sur cette croissance tendancielle; |
| 2° inzake de pensioenuitgaven wordt uitgegaan van de op dat ogenblik | 2° en matière de dépenses de pensions, il est tenu compte des |
| geldende wettelijke bepalingen, inclusief diverse varianten inzake | dispositions légales en vigueur, y compris différentes variantes |
| welvaartsaanpassing; | d'adaptation au bien-être; |
| 3° inzake de uitgaven in het stelsel van de gezondheidszorgen wordt | 3° pour ce qui est des dépenses dans le régime des soins de santé, une |
| een afzonderlijke raming gemaakt van de invloed van veranderingen in | évaluation distincte est faite de l'influence de modifications dans la |
| de leeftijdstructuur van de bevolking en andere factoren zoals de | structure de l'âge de la population et d'autres facteurs tels que |
| prijsevolutie en de evolutie van de medische technologie. | l'évolution des prix et l'évolution de la technologie médicale. |
Art. 8.Het verslag van de Studiecommissie voor de vergrijzing wordt |
Art. 8.Le rapport du Comité d'étude sur le vieillissement est |
| elk jaar vóór 30 april medegedeeld aan : | communiqué chaque année avant le 30 avril : |
| 1° de federale regering; | 1° au gouvernement fédéral; |
| 2° de afdeling "Financieringsbehoeften van de overheid" van de Hoge | 2° à la section des "Besoins de financement des pouvoirs publics" du |
| Raad van Financiën; | Conseil supérieur des finances; |
| 3° de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven en de Nationale Arbeidsraad. | 3° au Conseil central de l'économie et au Conseil national du travail. |
Art. 9.De aanbevelingen met betrekking tot het begrotingsbeleid van |
Art. 9.Les recommandations relatives à la politique budgétaire des |
| de overheid, vervat in het jaarlijks advies van de afdeling | pouvoirs publics incorporées dans l'avis annuel de la section des |
| "Financieringsbehoeften van de overheid" van de Hoge Raad van | "Besoins de financement des pouvoirs publics" du Conseil supérieur des |
| Financiën houden in het bijzonder rekening met het verslag van de | finances tiennent notamment compte du rapport du Comité d'étude sur le |
| Studiecommissie voor de vergrijzing. | vieillissement. |
Art. 10.De volgende leden maken van rechtswege deel uit van de |
Art. 10.Les membres suivants sont membres de plein droit du Comité |
| Studiecommissie voor de vergrijzing : | d'étude sur le vieillissement : |
| 1° de vice-voorzitter van de Hoge Raad van Financiën, die het | 1° le vice-président du Conseil supérieur des finances, qui assure la |
| voorzitterschap waarneemt; | présidence; |
| 2° het door het Federaal Planbureau voorgestelde lid van het bureau | 2° le membre du bureau du Conseil supérieur des finances, proposé par |
| van de Hoge Raad van Financiën, die het ondervoorzitterschap | le Bureau fédéral du plan, qui assure la vice-présidence. |
| waarneemt. De overige leden van de Studiecommissie voor de vergrijzing worden | Les autres membres du Comité d'étude sur le vieillissement sont nommés |
| door de Koning benoemd, met inachtneming van de volgende regels : | par le Roi, dans le respect des règles suivantes : |
| 1° één lid op voordracht van het Federaal Planbureau; | 1° un membre sur la proposition du Bureau fédéral du plan; |
| 2° één lid op voordracht van de Nationale Bank van België; | 2° un membre sur la proposition de la Banque nationale de Belgique; |
| 3° één lid op voordracht van de minister van Financiën, gekozen uit de | 3° un membre sur la proposition du ministre des Finances, choisi parmi |
| ambtenaren van de studiedienst van het departement; | les fonctionnaires du service d'étude du département; |
| 4° één lid op voordracht van de minister van Begroting, gekozen uit de | 4° un membre sur la proposition du ministre du Budget, choisi parmi |
| ambtenaren van de studiedienst van het departement; | les fonctionnaires du service d'étude du département; |
| 5° één lid op voordracht van de minister van Sociale Zaken, gekozen | 5° un membre sur la proposition du ministre des Affaires sociales, |
| uit de ambtenaren van de studiedienst van het departement; | choisi parmi les fonctionnaires du service d'étude du département; |
| Het mandaat van de leden van de Studiecommissie voor de vergrijzing | Le mandat des membres du Comité d'étude sur le vieillissement dure |
| duurt vijf jaar en kan hernieuwd worden. | cinq ans et peut être renouvelé. |
| In geval van overlijden, ontslag of afzetting van een lid, beëindigt | En cas de décès, démission ou révocation d'un membre, le membre |
| het nieuw benoemde lid het mandaat van degene die hij opvolgt. | nouvellement nommé termine le mandat de celui à qui il succède. |
Art. 11.De Studiecommissie voor de vergrijzing kan in het kader van |
Art. 11.Le Comité d'étude sur le vieillissement peut, dans le cadre |
| haar werkzaamheden de personen horen van wie het advies haar nuttig | de ses activités, entendre les personnes dont l'avis lui paraît utile. |
| voorkomt. HOOFDSTUK III. - Zilverfonds | CHAPITRE III. - Fonds de vieillissement |
| Afdeling 1. - Oprichting van het Zilverfonds | Section 1er. - Création du Fonds de vieillissement |
Art. 12.Er wordt een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid |
Art. 12.Il est créé un organisme public doté de la personnalité |
| opgericht, genaamd Zilverfonds. De zetel van het Zilverfonds is | juridique, dénommé Fonds de vieillissement. Le siège du Fonds est |
| gevestigd in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. | établi dans l'arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale. |
Art. 13.Het Zilverfonds wordt ingedeeld in de categorie B van artikel |
Art. 13.Le Fonds de vieillissement est classé dans la catégorie B de |
| 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige | l'article 1er de la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de |
| instellingen van openbaar nut en staat onder het gezamenlijk toezicht | certains organismes d'intérêt public et se trouve sous le contrôle |
| van de minister van Financiën en de minister van Begroting. | conjoint du ministre des Finances et du ministre du Budget. |
| Afdeling 2. - Doelstelling en opdracht van het Zilverfonds | Section 2. - Objectif et mission du Fonds de vieillissement |
Art. 14.Het Zilverfonds heeft tot doel reserves aan te leggen |
Art. 14.Le Fonds de vieillissement a pour objectif de créer des |
| teneinde het mogelijk te maken om in de periode tussen 2010 en 2030 de | réserves permettant de financer durant la période comprise entre 2010 |
| extra-uitgaven op het vlak van de diverse wettelijke pensioenstelsels | et 2030 les dépenses supplémentaires des différents régimes légaux des |
| ten gevolge van de vergrijzing te financieren. | pensions suite au vieillissement. |
Art. 15.Met het oog op deze doelstelling heeft het Zilverfonds de |
Art. 15.En vue de cet objectif, le Fonds de vieillissement est |
| volgende opdracht : | investi de la mission suivante : |
| 1° in te staan voor het beheer van zijn inkomsten en uitgaven; | 1° assurer la gestion de ses recettes et de ses dépenses; |
| 2° in te staan voor het beheer van zijn reserves. | 2° assurer la gestion de ses réserves. |
| Afdeling 3. - Raad van bestuur van het Zilverfonds | Section 3. - Conseil d'administration du Fonds de vieillissement |
Art. 16.Het Zilverfonds wordt bestuurd door een raad van bestuur, |
Art. 16.Le Fonds de vieillissement est administré par un conseil |
| samengesteld uit tien leden, waarvan negen worden benoemd door de | d'administration, composé de dix membres, dont neuf sont nommés par le |
| Koning als volgt : | Roi comme suit : |
| 1° vier leden op voordracht respectievelijk van de eerste minister, de | 1° quatre membres sur la proposition respective du premier ministre, |
| minister van Financiën, de minister van Begroting en de minister van | du ministre des Finances, du ministre du Budget et du ministre des |
| Sociale Zaken; | Affaires sociales; |
| 2° drie leden op voordracht van het beheerscomité van de Sociale | 2° trois membres sur la proposition du comité de gestion de la |
| Zekerheid en een lid op voordracht van de raad van bestuur van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen; 3° een lid op voordracht van de Nationale Bank van België. De voorzitter wordt door de Koning, op voorstel van de minister van Begroting, benoemd onder de in het eerste lid, 1°, bedoelde leden. De administrateur-generaal van de Thesaurie is van rechtswege lid en vervult de functie van gedelegeerd bestuurder van het Zilverfonds. De raad van bestuur bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. Art. 17.De bestuurders worden voor zes jaar benoemd. Hun mandaat is |
Sécurité sociale et un membre sur la proposition du conseil d'administration de l'Institut national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants; 3° un membre sur la proposition de la Banque nationale de Belgique. Le président est nommé par le Roi, sur la proposition du ministre du Budget, parmi les membres visés à l'alinéa 1er, 1°. L'administrateur général de la Trésorerie est membre de plein droit et remplit la fonction d'administrateur délégué du Fonds de vieillissement. Le conseil d'administration se compose à part égale de membres francophones et néerlandophones. Art. 17.Les administrateurs sont nommés pour six ans. Leur mandat est |
| hernieuwbaar. | renouvelable. |
| In geval van overlijden, ontslag of afzetting van een bestuurder, | En cas de décès, démission ou révocation d'un administrateur, |
| beëindigt de nieuw benoemde bestuurder het mandaat van degene die hij | l'administrateur nouvellement nommé termine le mandat de celui à qui |
| opvolgt. | il succède. |
Art. 18.De raad van bestuur bepaalt het beleid en staat in voor het |
Art. 18.Le conseil d'administration détermine la politique et assume |
| beheer van de reserves. Hij beschikt over alle bevoegdheden opdat het | la gestion des réserves. Il dispose de tous les pouvoirs pour que le |
| Zilverfonds zijn opdrachten kan uitvoeren en staat in voor de goede | Fonds de vieillissement puisse exécuter ses missions et en assure le |
| werking ervan. | bon fonctionnement. |
| De raad van bestuur stelt de richtlijnen voor het beleggen van de | Le conseil d'administration fixe les directives pour le placement des |
| reserves vast. | réserves. |
| De gedelegeerd bestuurder staat in voor het dagelijks beheer van het | L'administrateur délégué assure la gestion journalière du Fonds de |
| Zilverfonds. Hij bereidt de beslissingen van de raad van bestuur voor | vieillissement. Il prépare les décisions du conseil d'administration |
| en voert ze uit. | et les exécute. |
Art. 19.De raad van bestuur kan aan de gedelegeerd bestuurder |
Art. 19.Le conseil d'administration peut déléguer certains pouvoirs |
| bepaalde bestuursbevoegdheden overdragen. | d'administration à l'administrateur délégué. |
| De gedelegeerd bestuurder kan met instemming van de raad van bestuur | L'administrateur délégué peut, moyennant l'accord du conseil |
| bepaalde van zijn bevoegdheden overdragen aan de personeelsleden van | d'administration, déléguer certains de ses pouvoirs aux membres du |
| het Zilverfonds. | personnel du Fonds de vieillissement. |
Art. 20.Het Zilverfonds wordt in alle gerechtelijke en |
Art. 20.Le Fonds de vieillissement est représenté dans tous les actes |
| buitengerechtelijke handelingen vertegenwoordigd door de voorzitter | judiciaires et extrajudiciaires par le président du conseil |
| van de raad van bestuur. Behalve voor gerechtelijke handelingen kan de | d'administration. Sauf pour les actes judiciaires, le président peut, |
| voorzitter met instemming van de raad van bestuur zijn | moyennant l'accord du conseil d'administration, déléguer son pouvoir |
| vertegenwoordigingsbevoegdheid overdragen aan de gedelegeerd | de représentation à l'administrateur délégué. |
| bestuurder. Art. 21.De gedelegeerd bestuurder brengt geregeld verslag uit aan de |
Art. 21.L'administrateur délégué fait régulièrement rapport au |
| raad van bestuur. De raad van bestuur of zijn voorzitter kan op elk | conseil d'administration. Le conseil d'administration ou son président |
| ogenblik aan de gedelegeerd bestuurder vragen verslag uit te brengen | peut à tout moment demander à l'administrateur délégué de faire |
| over de werkzaamheden van het Zilverfonds. | rapport sur les activités du Fonds de vieillissement. |
Art. 22.De Koning stelt vergoedingen en presentiegelden voor de leden |
Art. 22.Le Roi fixe des indemnités et des jetons de présence pour les |
| van de raad van bestuur vast. | membres du conseil d'administration. |
| Afdeling 4. - Inkomsten van het Zilverfonds | Section 4. - Revenus du Fonds de vieillissement |
Art. 23.De inkomsten van het Zilverfonds bestaan uit |
Art. 23.Les revenus du Fonds de vieillissement se composent de |
| begrotingssurplussen, overschotten van de sociale zekerheid en | surplus budgétaires, d'excédents de la sécurité sociale et de recettes |
| niet-fiscale ontvangsten. | non fiscales. |
| De inkomsten van het Zilverfonds bestaan tevens uit de opbrengsten uit | Les revenus du Fonds de vieillissement se composent également des |
| de beleggingen van de reserves van het Zilverfonds. | produits des placements des réserves du Fonds de vieillissement. |
Art. 24.Op basis van het geraamde begrotingssurplus en in functie van |
Art. 24.Sur la base du surplus budgétaire estimé et en fonction des |
| de aanbevelingen vervat in de Zilvernota, wordt in de algemene | recommandations formulées dans la note sur le vieillissement, il est |
| uitgavenbegroting jaarlijks het bedrag ingeschreven dat aan het | inscrit, chaque année, au budget général des dépenses, le montant qui |
| Zilverfonds wordt gestort. | est versé au Fonds de vieillissement. |
Art. 25.Op basis van de geraamde overschotten van de sociale |
Art. 25.Sur la base des excédents estimés de la sécurité sociale et |
| zekerheid en in functie van de aanbevelingen vervat in de Zilvernota, | en fonction des recommandations formulées dans la note sur le |
| bepaalt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in de | vieillissement, le Roi détermine chaque année, par arrêté délibéré en |
| Ministerraad, jaarlijks het bedrag dat door de R.S.Z. - Globaal | Conseil des ministres, le montant qui est versé au Fonds de |
| Beheer, bedoeld in artikel 5, 2°, van de wet van 27 juni 1969 tot | vieillissement par l'O.N.S.S. - gestion globale, visé à l'article 5, |
| herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | 2°, de la loi du 27 juin 1969 revisant l'arrêté-loi du 28 décembre |
| maatschappelijke zekerheid der arbeiders en door het Rijksinstituut | 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs et par l'Institut |
| voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen aan het Zilverfonds | national d'assurances sociales pour travailleurs indépendants. |
| wordt gestort. Art. 26.Met toepassing van artikel 45 van de wetten op de |
Art. 26.En application de l'article 45 des lois sur la comptabilité |
| Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt bij de | de l'Etat, coordonnées le 17 juillet 1991, un fonds budgétaire est |
| sectie "Rijksschuld" van de algemene uitgavenbegroting een | créé au sein de la section "Dette publique" du budget général des |
| begrotingsfonds ingesteld met de naam "Diverse niet-fiscale | dépenses, dénommé "Recettes non fiscales diverses destinées au Fonds de vieillissement". |
| ontvangsten bestemd voor het Zilverfonds". | Art. 27.Le fonds budgétaire est alimenté par des recettes non |
Art. 27.Het begrotingsfonds wordt gestijfd door niet-fiscale |
fiscales qui sont affectées par le Roi, en tout ou en partie, au Fonds |
| ontvangsten die de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in | de vieillissement par arrêté délibéré en Conseil des ministres. |
| de Ministerraad, geheel of gedeeltelijk aan het Zilverfonds toewijst. | Le montant des recettes non fiscales ainsi affectées au Fonds de |
| Het bedrag van de aldus aan het Zilverfonds toegewezen niet-fiscale | vieillissement est inscrit en tant que recettes du fonds budgétaire |
| ontvangsten wordt ingeschreven als ontvangsten van het in artikel 26 | visé à l'article 26 et est inclus en tant que dépenses dans le budget |
| bedoelde begrotingsfonds en als uitgaven opgenomen in de algemene | général des dépenses à charge d'un crédit variable de ce fonds |
| uitgavenbegroting ten laste van een variabel krediet van dit | |
| begrotingsfonds. | budgétaire. |
Art. 28.De modaliteiten van de stortingen aan het Zilverfonds worden |
Art. 28.Les modalités des versements au Fonds de vieillissement sont |
| geregeld bij wege van een tussen het Zilverfonds en de minister van | réglées moyennant une convention à conclure entre le Fonds de |
| Financiën te sluiten overeenkomst. | vieillissement et le ministre des Finances. |
| Afdeling 5. - Uitgaven van het Zilverfonds | Section 5. - Dépenses du Fonds de vieillissement |
Art. 29.Op basis van de aanbevelingen vervat in de Zilvernota met |
Art. 29.Sur la base des recommandations figurant dans la note sur le |
| betrekking tot de behoeften van het volgende jaar, bepaalt de Koning, | vieillissement et relatives aux besoins de l'année suivante, le Roi |
| bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad | détermine chaque année, par arrêté délibéré en Conseil des ministres |
| en na mededeling aan de federale wetgevende Kamers, jaarlijks het | et après communication aux Chambres législatives fédérales, le montant |
| bedrag dat wordt opgenomen uit de middelen van het Zilverfonds en | qui est prélevé des moyens du Fonds de vieillissement et qui est versé |
| wordt toegekend aan de diverse wettelijke pensioenstelsels en het | aux différents régimes légaux des pensions et au régime de la garantie |
| stelsel van de inkomensgarantie voor ouderen. | de revenus aux personnes âgées. |
| Dit bedrag wordt voor 31 oktober van het lopende jaar meegedeeld aan | Ce montant est communiqué au Fonds de vieillissement avant le 31 |
| het Zilverfonds. | octobre de l'année en cours. |
| De Koning bepaalt, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg | Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, le |
| in de Ministerraad, het tijdschema voor de storting van deze bedragen. | calendrier de versement de ces montants. |
Art. 30.Het Zilverfonds kan vanaf het jaar 2010 uitgaven verrichten |
Art. 30.Le Fonds de vieillissement peut effectuer des dépenses à |
| op voorwaarde dat de verhouding tussen de overheidsschuld en het bruto | partir de l'année 2010, à condition que le rapport entre la dette |
| binnenlands product lager is dan zestig procent. | publique et le produit intérieur brut soit inférieur à soixante pour cent. |
| Afdeling 6. - Beheer van de reserves van het Zilverfonds | Section 6. - Gestion des réserves du Fonds de vieillissement |
Art. 31.De beleggingen van het Zilverfonds dienen te geschieden met |
Art. 31.Les placements du Fonds de vieillissement doivent s'opérer |
| inachtneming van voorzichtige beleggingsregels. | dans le respect des règles de placement prudentes. |
| Jaarlijks stelt de minister van Financiën op voorstel van de raad van | Le ministre des Finances fixe chaque année, sur la proposition du |
| bestuur van het Zilverfonds de algemene richtlijnen vast inzake de | conseil d'administration du Fonds de vieillissement, les directives |
| beleggingen van het Zilverfonds. Deze richtlijnen worden overgezonden | générales relatives à la gestion du Fonds. Ces directives sont |
| aan het Rekenhof. | transmises à la Cour des comptes. |
Art. 32.De belegging van de reserves van het Zilverfonds gebeurt : |
Art. 32.Le placement des réserves du Fonds de vieillissement s'opère : |
| 1° bij een verhouding tussen de overheidsschuld en het bruto | 1° lors d'un rapport entre la dette publique et le produit intérieur |
| binnenlands product hoger dan 100 procent, in effecten en fondsen van | brut supérieur à 100 pour cent, en titres et en fonds de l'Etat belge; |
| de Belgische Staat; 2° bij een verhouding tussen de overheidsschuld en het bruto | 2° lors d'un rapport entre la dette publique et le produit intérieur |
| binnenlands product lager dan 100 procent, in activa die, bij de | brut inférieur à 100 pour cent, en actifs, qui, lors du calcul de la |
| berekening van de Maastricht-schuld, in mindering kunnen worden | dette Maastricht, peuvent être portés en déduction de la dette |
| gebracht van de bruto-overheidsschuld. | publique brute. |
| Afdeling 7. - Werking van en controle op het Zilverfonds | Section 7. - Fonctionnement et contrôle du Fonds de vieillissement |
Art. 33.Het Zilverfonds doet, tegen vergoeding, een beroep op het |
Art. 33.Le fonds de vieillissement fait appel, contre une |
| personeel van de Staat. De minister van Financiën wijst hiertoe de | rémunération, au personnel de l'Etat. Le ministre des Finances désigne |
| nodige personeelsleden aan. | les agents nécessaires à cet effet. |
Art. 34.De werkingskosten van het Zilverfonds worden ten laste |
Art. 34.Les frais de fonctionnement du Fonds de vieillissement sont |
| genomen van een krediet dat in de algemene uitgavenbegroting wordt | portés à charge d'un crédit inscrit au budget général des dépenses. |
| ingeschreven. | |
| De modaliteiten met betrekking tot de stortingen ter dekking van de | Les modalités des versements destinés à couvrir les frais de |
| werkingskosten van het Zilverfonds worden geregeld bij wege van een | fonctionnement du Fonds de vieillissement sont réglées moyennant une |
| tussen het Zilverfonds en de minister van Financiën te sluiten | convention à conclure entre le Fonds de vieillissement et le ministre |
| overeenkomst. | des Finances. |
Art. 35.De Koning bepaalt, bij een koninklijk besluit vastgesteld na |
Art. 35.Le Roi détermine, par arrêté délibéré en Conseil des |
| overleg in de Ministerraad, de nadere werkingsregelen van het Zilverfonds. | ministres, les modalités de fonctionnement du Fonds de vieillissement. |
| HOOFDSTUK IV. - Wijzigingsbepalingen, | CHAPITRE IV. - Dispositions modificatives, |
| diverse bepalingen en inwerkingtreding | dispositions diverses et entrée en vigueur |
Art. 36.In artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de |
Art. 36.A l'article 1er de la loi du 16 mars 1954 relative au |
| controle op sommige instellingen van openbaar nut wordt onder | contrôle de certains organismes d'intérêt public, les mots "Fonds de |
| categorie B het woord "Zilverfonds" in alfabetische volgorde | vieillissement" sont insérés dans la catégorie B dans l'ordre |
| ingevoegd. | alphabétique. |
Art. 37.In de tabel gevoegd bij de organieke wet van 27 december 1990 |
Art. 37.Dans le tableau annexé à la loi organique du 27 décembre 1990 |
| houdende oprichting van begrotingsfondsen, voor het laatst gewijzigd | créant des fonds budgétaires, modifiée pour la dernière fois par la |
| bij de wet van 2 januari 2001, wordt een subrubriek 51-2 "Diverse | loi du 2 janvier 2001, est insérée une sous-rubrique 51-2 "Recettes |
| niet-fiscale ontvangsten bestemd voor het Zilverfonds" ingevoegd. | non fiscales diverses destinées au Fonds de vieillissement". |
Art. 38.Aan artikel 10 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, |
Art. 38.A l'article 10 des lois sur la comptabilité de l'Etat, |
| gecoördineerd op 17 juli 1991, wordt een 5° toegevoegd, dat luidt als | coordonnées le 17 juillet 1991, il est ajouté un 5°, rédigé comme suit |
| volgt : | : |
| « 5° een Zilvernota, waarin de regering haar beleid met betrekking tot | « 5° une note sur le veillissement dans laquelle le gouvernement |
| de vergrijzing uiteenzet ». | expose sa politique en matière de veillissement ». |
Art. 39.Artikel 127 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale |
Art. 39.L'article 127 de la loi du 21 décembre 1994 portant des |
| en diverse bepalingen, gewijzigd bij de wet van 5 mei 1997, wordt | dispositions sociales et diverses, modifié par la loi du 5 mai 1997, |
| aangevuld met de volgende paragraaf : | est complété par le paragraphe suivant : |
| « § 5. Het Federaal Planbureau wordt belast met het secretariaat van | « § 5. Le Bureau fédéral du plan est chargé du secrétariat du Comité |
| de Studiecommissie voor de vergrijzing opgericht bij artikel 6 van de | d'étude sur le veillissement créé par l'article 6 de la loi du 5 |
| wet van 5 september 2001 tot waarborging van een voortdurende | |
| vermindering van de overheidsschuld en tot oprichting van een | septembre 2001 portant garantie d'une réduction continue de la dette |
| Zilverfonds en de deelname aan de uitvoering van de aan haar | publique et création d'un Fonds de veillissement et de la |
| toevertrouwde opdracht ». | participation à l'exécution de la mission confiée à lui ». |
Art. 40.Het Zilverfonds is vrijgesteld van alle inkomstenbelastingen, |
Art. 40.Le Fonds de vieillissement est exonéré de tous impôts sur les |
| de registratie-, zegel-, griffie-, hypotheek- en successierechten, de | revenus, des droits d'enregistrement, de timbre, de greffe, |
| met het zegel gelijkgestelde taksen, alsmede de andere rechtstreekse | d'hypothèque et de succession, des taxes assimilées au timbre, ainsi |
| of onrechtstreekse belastingen. Het Zilverfonds is eveneens | que des autres taxes directes ou indirectes. Le Fonds de |
| vrijgesteld van alle belastingen of taksen ten voordele van de | vieillissement est également exonéré de tous impôts ou taxes au |
| provincies en gemeenten. | bénéfice des provinces et des communes. |
Art. 41.Voor 31 mei van elk jaar stelt het Zilverfonds een |
Art. 41.Avant le 31 mai de chaque année, le Fonds de vieillissement |
| jaarverslag op dat betrekking heeft op het vorige begrotingsjaar. Dit | établit un rapport concernant l'année budgétaire précédente. Ce |
| jaarverslag wordt medegedeeld aan de regering en aan de federale | rapport est communiqué au gouvernement et aux Chambres législatives |
| wetgevende Kamers. | fédérales. |
Art. 42.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch |
Art. 42.La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication au |
| Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Moniteur belge. |
| Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden | Promulguons la présente loi, ordonnons qu'elle soi revêtue du sceau de |
| bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. | l'Etat et publiée par le Moniteur belge. |
| Gegeven te Brussel, 5 september 2001. | Donné à Bruxelles, le 5 septembre 2001. |
| ALBERT | ALBERT |
| Van Koningswege : | Par le Roi : |
| De Eerste Minister, | Le Premier Ministre, |
| G. VERHOFSTADT | G. VERHOFSTADT |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, | La Vice-Première Ministre et Ministre de l'Emploi, |
| Mevr. L. ONKELINX | Mme L. ONKELINX |
| De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, | Le Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget, |
| Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, | de l'Intégration sociale et de l'Economie sociale, |
| J. VANDE LANOTTE | J. VANDE LANOTTE |
| De Minister van Consumentenzaken, | La Ministre de la Protection de la Consommation, |
| Volksgezondheid en Leefmilieu, | de la Santé publique et de l'Environnement, |
| Mevr. M. AELVOET | Mme M. AELVOET |
| De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, | Le Ministre des Affaires sociales et des Pensions, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |
| De Minister van Financiën, | Le Ministre des Finances, |
| D. REYNDERS | D. REYNDERS |
| De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven | Le Ministre des Télécommunications et des Entreprises |
| en Participaties, belast met Middenstand, | et Participations publiques, chargé des Classes moyennes, |
| R. DAEMS | R. DAEMS |
| De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, | Le Ministre de l'Economie et de la Recherche scientifique, |
| belast met het Grootstedenbeleid, | chargé de la Politique des grandes villes, |
| Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
| Met 's Lands zegel gezegeld : | Scellé du sceau de l'Etat : |
| De Minister van Justitie, | Le Ministre de la Justice, |
| M. VERWILGHEN | M. VERWILGHEN |
| _______ | _______ |
| Nota | Note |
| (1) Parlementaire verwijzingen. | (1) Références parlementaires. |
| Gewone zitting 2000-2001. | Session ordinaire 2000-2001. |
| Kamer van volksvertegenwoordigers : | Chambre des représentants |
| Parlementaire stukken. - Wetsontwerp, nr. 50-1269/001. - Amendementen, | Documents parlementaires. - Projet de la loi, n° 50-1269/001. - |
| nr. 50-1269/02. - Verslag, nr. 50-1269/003. - Aangenomen tekst, nr. | Amendements, n° 50-1269/002. - Rapport, n° 50-1269/003. - Terxte |
| 50-1269/004. - Amendementen, nr. 50-1269/005. - Aangenomen tekst, nr. | adopté, n° 50-1269/004. - Amendements, n° 50-1269/005. - Texte adopté, |
| 50-1269/006. | n° 50-1269/006. |
| Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 12 juli 2001. | Annales parlementaires. Discussion et adoption. Séance du 12 juillet 2001. |
| Senaat | Sénat |
| Parlementaire stukken. Overgezonden ontwerp door de Kamer, nr. | Documents parlementaires. Projet transmis par la Chambre, n° |
| 2-850/001. - Amendement, nr. 2-850/002. - Verslag, nr. 2-850/003. | 2-850/001. - Amendement, n° 2-850/002. - Rapport n° 2-850/003. - |
| Amendement, nr. 2-850/004. - Amendement, nr. 2-850/005. - | Amendement, n° 2-850/004. - Amendement, n° 2850/005. - Décission ne |
| {dt}Beslissing{edt} niet amenderen, nr. 2-850/006. | pas amender, n° 2-850/006. |
| Parlementaire Handelingen. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 19 juli 2001. | Annales parlementaires. - Discussion et adoption. Séance du 19 juillet |
| 2001. | |