Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Wet van 02/05/1995
← Terug naar "Wet betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen. - Officieuze coördinatie in het Duits "
Wet betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen. - Officieuze coördinatie in het Duits Loi relative à l'obligation de déposer une liste de mandats, fonctions et professions et une déclaration de patrimoine. - Coordination officieuse en langue allemande
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 2 MEI 1995. - Wet betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen. - Officieuze coördinatie in het Duits De hiernavolgende tekst is de officieuze coördinatie in het Duits van SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR 2 MAI 1995. - Loi relative à l'obligation de déposer une liste de mandats, fonctions et professions et une déclaration de patrimoine. - Coordination officieuse en langue allemande Le texte qui suit constitue la coordination officieuse en langue
de wet van 2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van allemande de la loi du 2 mai 1995 relative à l'obligation de déposer
mandaten, ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te une liste de mandats, fonctions et professions et une déclaration de
dienen (Belgisch Staatsblad van 26 juli 1995), zoals ze patrimoine (Moniteur belge du 26 juillet 1995), telle qu'elle a été
achtereenvolgens werd gewijzigd bij : modifiée successivement par :
- de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de - la loi du 26 juin 2000 relative à l'introduction de l'euro dans la
wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in législation concernant les matières visées à l'article 78 de la
artikel 78 van de Grondwet (Belgisch Staatsblad van 29 juli 2000); Constitution (Moniteur belge du 29 juillet 2000);
- de wet van 26 juni 2004 tot uitvoering en aanvulling van de wet van - la loi du 26 juin 2004 exécutant et complétant la loi du 2 mai 1995
2 mei 1995 betreffende de verplichting om een lijst van mandaten, relative à l'obligation de déposer une liste de mandats, fonctions et
ambten en beroepen, alsmede een vermogensaangifte in te dienen (Belgisch Staatsblad van 30 juni 2004); professions et une déclaration de patrimoine (Moniteur belge du 30 juin 2004);
- de wet van 27 maart 2006 tot aanpassing van diverse wetten die een - la loi du 27 mars 2006 adaptant diverses lois réglant une matière
aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet aan visée à l'article 77 de la Constitution à la nouvelle dénomination des
de nieuwe benaming van de wetgevende vergaderingen van de assemblées législatives des Communautés et des Régions (Moniteur belge
Gemeenschappen en de Gewesten (Belgisch Staatsblad van 11 april 2006); du 11 avril 2006);
- de wet van 3 juni 2007 tot wijziging van de wetgeving inzake de - la loi du 3 juin 2007 modifiant la législation relative à
verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede l'obligation de déposer une liste de mandats, fonctions et professions
een vermogensaangifte in te dienen, wat betreft de gemeentelijke en et une déclaration de patrimoine, en ce qui concerne les mandataires
provinciale mandatarissen (Belgisch Staatsblad van 27 juni 2007); communaux et provinciaux (Moniteur belge du 27 juin 2007);
- de wet van 12 maart 2009 tot wijziging van de wetgeving inzake de - la loi du 12 mars 2009 modifiant la législation relative à
verplichting om een lijst van mandaten, ambten en beroepen, alsmede l'obligation de déposer une liste de mandats, fonctions et professions
een vermogensaangifte in te dienen, wat betreft de indiening van de et une déclaration de patrimoine, en ce qui concerne le dépôt de la
vermogensaangifte (Belgisch Staatsblad van 31 maart 2009). déclaration de patrimoine (Moniteur belge du 31 mars 2009).
Deze officieuze coördinatie in het Duits is opgemaakt door de Centrale Cette coordination officieuse en langue allemande a été établie par le
Dienst voor Duitse vertaling in Malmedy. Service central de traduction allemande à Malmedy.
DIENSTSTELLEN DES PREMIERMINISTERS DIENSTSTELLEN DES PREMIERMINISTERS
2. MAI 1995 - Gesetz über die Verpflichtung, eine Liste von Mandaten, 2. MAI 1995 - Gesetz über die Verpflichtung, eine Liste von Mandaten,
Ämtern und Berufen und eine Vermögenserklärung einzureichen Ämtern und Berufen und eine Vermögenserklärung einzureichen
Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz findet Anwendung auf: Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz findet Anwendung auf:
1. [die Minister, Staatssekretäre und Regierungskommissare,] 1. [die Minister, Staatssekretäre und Regierungskommissare,]
2. die Mitglieder der Abgeordnetenkammer und des Senates, 2. die Mitglieder der Abgeordnetenkammer und des Senates,
3. die Mitglieder der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, 3. die Mitglieder der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft,
4. die Mitglieder des [Parlamentes] der Deutschsprachigen 4. die Mitglieder des [Parlamentes] der Deutschsprachigen
Gemeinschaft, Gemeinschaft,
[[5.] die belgischen Mitglieder des Europäischen Parlamentes,] [[5.] die belgischen Mitglieder des Europäischen Parlamentes,]
[6.] [...], [6.] [...],
[7.] [...], [7.] [...],
[8.] [...], [8.] [...],
[9.] die Mitglieder der Verwaltungsräte und der Direktionsausschüsse [9.] die Mitglieder der Verwaltungsräte und der Direktionsausschüsse
der Interkommunalen [und der Interprovinzialen], der Interkommunalen [und der Interprovinzialen],
[10.] [die Führungskräfte der Ministerien und der föderalen [10.] [die Führungskräfte der Ministerien und der föderalen
öffentlichen Dienste, der Einrichtungen öffentlichen Interesses, auf öffentlichen Dienste, der Einrichtungen öffentlichen Interesses, auf
die das Gesetz vom 16. März 1954 über die Kontrolle bestimmter die das Gesetz vom 16. März 1954 über die Kontrolle bestimmter
Einrichtungen öffentlichen Interesses anwendbar ist oder die unter der Einrichtungen öffentlichen Interesses anwendbar ist oder die unter der
Aufsicht der Deutschsprachigen Gemeinschaft stehen, und der Aufsicht der Deutschsprachigen Gemeinschaft stehen, und der
öffentlichen Einrichtungen für soziale Sicherheit, die in Artikel 3 § öffentlichen Einrichtungen für soziale Sicherheit, die in Artikel 3 §
2 des Königlichen Erlasses vom 3. April 1997 zur Festlegung von 2 des Königlichen Erlasses vom 3. April 1997 zur Festlegung von
Massnahmen im Hinblick auf die Einbeziehung öffentlicher Einrichtungen Massnahmen im Hinblick auf die Einbeziehung öffentlicher Einrichtungen
für soziale Sicherheit in die Verantwortung in Anwendung von Artikel für soziale Sicherheit in die Verantwortung in Anwendung von Artikel
47 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen 47 des Gesetzes vom 26. Juli 1996 zur Modernisierung der sozialen
Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen Sicherheit und zur Sicherung der gesetzlichen Pensionsregelungen
erwähnt sind], erwähnt sind],
[11.] [die Generalbeamten des Ministeriums der Deutschsprachigen [11.] [die Generalbeamten des Ministeriums der Deutschsprachigen
Gemeinschaft], Gemeinschaft],
[12.] [die Mitglieder des Regentenrates und des Zensorenkollegiums,] [12.] [die Mitglieder des Regentenrates und des Zensorenkollegiums,]
der Belgischen Nationalbank, die in Artikel 23 des Gesetzes vom 24. der Belgischen Nationalbank, die in Artikel 23 des Gesetzes vom 24.
August 1934, abgeändert durch das Gesetz vom 19. April 1993, erwähnt August 1934, abgeändert durch das Gesetz vom 19. April 1993, erwähnt
sind, die Mitglieder des geschäftsführenden Ausschusses des sind, die Mitglieder des geschäftsführenden Ausschusses des
Landesamtes für soziale Sicherheit, eingerichtet durch das Gesetz vom Landesamtes für soziale Sicherheit, eingerichtet durch das Gesetz vom
27. Juni 1961, und die Mitglieder des Allgemeinen Ausschusses des 27. Juni 1961, und die Mitglieder des Allgemeinen Ausschusses des
Landesinstitutes für Kranken- und Invalidenversicherung, eingerichtet Landesinstitutes für Kranken- und Invalidenversicherung, eingerichtet
durch das am 14. Juli 1994 koordinierte Gesetz über die durch das am 14. Juli 1994 koordinierte Gesetz über die
Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung, Gesundheitspflege- und Entschädigungspflichtversicherung,
[13.] [die Kabinettschefs, beigeordneten Kabinettschefs und Chefs von [13.] [die Kabinettschefs, beigeordneten Kabinettschefs und Chefs von
Geschäftsführungsorganen der Mitglieder der Föderalregierung, Geschäftsführungsorganen der Mitglieder der Föderalregierung,
einschliesslich Regierungskommissaren, und der Mitglieder der einschliesslich Regierungskommissaren, und der Mitglieder der
Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft sowie auf den Chef des Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft sowie auf den Chef des
Strategiebüros eines föderalen öffentlichen Dienstes.] Strategiebüros eines föderalen öffentlichen Dienstes.]
[Art. 1 einziger Absatz Nr. 1 ersetzt durch Art. 12 Nr. 1 des G. vom [Art. 1 einziger Absatz Nr. 1 ersetzt durch Art. 12 Nr. 1 des G. vom
26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); einziger Absatz Nr. 4 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); einziger Absatz Nr. 4
abgeändert durch Art. 184 des G. vom 27. März 2006 (B.S. vom 11. April abgeändert durch Art. 184 des G. vom 27. März 2006 (B.S. vom 11. April
2006); einziger Absatz frühere Nummer 4bis eingefügt durch Art. 12 Nr. 2006); einziger Absatz frühere Nummer 4bis eingefügt durch Art. 12 Nr.
2 und umnummeriert zu Nr. 5 durch Art. 12 Nr. 8 des G. vom 26. Juni 2 und umnummeriert zu Nr. 5 durch Art. 12 Nr. 8 des G. vom 26. Juni
2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); einziger Absatz frühere Nummer 5 bis 7 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); einziger Absatz frühere Nummer 5 bis 7
umnummeriert zu Nr. 6 bis 8 durch Art. 12 Nr. 8 des G. vom 26. Juni umnummeriert zu Nr. 6 bis 8 durch Art. 12 Nr. 8 des G. vom 26. Juni
2004 (B.S. vom 30. Juni 2004) und aufgehoben durch Art. 3 des G. vom 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004) und aufgehoben durch Art. 3 des G. vom
3. Juni 2007 (B.S. vom 27. Juni 2007); einziger Absatz frühere Nummer 3. Juni 2007 (B.S. vom 27. Juni 2007); einziger Absatz frühere Nummer
8 umnummeriert zu Nr. 9 durch Art. 12 Nr. 8 und abgeändert durch Art. 8 umnummeriert zu Nr. 9 durch Art. 12 Nr. 8 und abgeändert durch Art.
12 Nr. 3bis des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); 12 Nr. 3bis des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004);
einziger Absatz frühere Nummer 9 umnummeriert zu Nr. 10 durch Art. 12 einziger Absatz frühere Nummer 9 umnummeriert zu Nr. 10 durch Art. 12
Nr. 8 und ersetzt durch Art. 12 Nr. 4 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. Nr. 8 und ersetzt durch Art. 12 Nr. 4 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S.
vom 30. Juni 2004); einziger Absatz frühere Nummer 10 umnummeriert zu vom 30. Juni 2004); einziger Absatz frühere Nummer 10 umnummeriert zu
Nr. 11 durch Art. 12 Nr. 8 und ersetzt durch Art. 12 Nr. 5 des G. vom Nr. 11 durch Art. 12 Nr. 8 und ersetzt durch Art. 12 Nr. 5 des G. vom
26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); einziger Absatz frühere Nummer 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); einziger Absatz frühere Nummer
11 umnummeriert zu Nr. 12 durch Art. 12 Nr. 8 und abgeändert durch 11 umnummeriert zu Nr. 12 durch Art. 12 Nr. 8 und abgeändert durch
Art. 12 Nr. 6 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); Art. 12 Nr. 6 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004);
einziger Absatz frühere Nummer 12 umnummeriert zu Nr. 13 durch Art. 12 einziger Absatz frühere Nummer 12 umnummeriert zu Nr. 13 durch Art. 12
Nr. 8 und ersetzt durch Art. 12 Nr. 7 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. Nr. 8 und ersetzt durch Art. 12 Nr. 7 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S.
vom 30. Juni 2004)] vom 30. Juni 2004)]
Art. 2 - § 1 - [Die Personen, die im Laufe eines Jahres eines der in Art. 2 - § 1 - [Die Personen, die im Laufe eines Jahres eines der in
Artikel 1 erwähnten Ämter oder Mandate ausüben, reichen vor dem 1. Artikel 1 erwähnten Ämter oder Mandate ausüben, reichen vor dem 1.
April des nächsten Jahres eine schriftliche Erklärung ein, in der sie April des nächsten Jahres eine schriftliche Erklärung ein, in der sie
alle Mandate, leitenden Ämter oder Berufe, ungeachtet ihrer Art, alle Mandate, leitenden Ämter oder Berufe, ungeachtet ihrer Art,
vermerken, die sie im Laufe des erstgenannten Jahres sowohl im vermerken, die sie im Laufe des erstgenannten Jahres sowohl im
öffentlichen Sektor als auch für Rechnung irgendeiner natürlichen oder öffentlichen Sektor als auch für Rechnung irgendeiner natürlichen oder
juristischen Person oder einer nichtrechtsfähigen Einrichtung oder juristischen Person oder einer nichtrechtsfähigen Einrichtung oder
Vereinigung mit Niederlassung in Belgien oder im Ausland ausgeübt Vereinigung mit Niederlassung in Belgien oder im Ausland ausgeübt
haben.] haben.]
In dieser auf Ehrenwort für richtig und aufrichtig erklärten Erklärung In dieser auf Ehrenwort für richtig und aufrichtig erklärten Erklärung
wird für jedes Mandat, jedes Amt beziehungsweise jeden Beruf wird für jedes Mandat, jedes Amt beziehungsweise jeden Beruf
präzisiert, ob sie bezahlt oder unbezahlt sind. präzisiert, ob sie bezahlt oder unbezahlt sind.
§ 2 - Der Rechnungshof achtet darauf, dass die in § 1 erwähnte Liste § 2 - Der Rechnungshof achtet darauf, dass die in § 1 erwähnte Liste
gemäss den Modalitäten im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird, gemäss den Modalitäten im Belgischen Staatsblatt veröffentlicht wird,
die in dem in Artikel 5 erwähnten Gesetz festgelegt sind. die in dem in Artikel 5 erwähnten Gesetz festgelegt sind.
[Art. 2 § 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 13 des G. vom 26. Juni 2004 [Art. 2 § 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 13 des G. vom 26. Juni 2004
(B.S. vom 30. Juni 2004)] (B.S. vom 30. Juni 2004)]
Art. 3 - § 1 - [Die Personen, die im Laufe eines Jahres eines der in Art. 3 - § 1 - [Die Personen, die im Laufe eines Jahres eines der in
Artikel 1 erwähnten Ämter oder Mandate ausüben, reichen vor dem 1. Artikel 1 erwähnten Ämter oder Mandate ausüben, reichen vor dem 1.
April des nächsten Jahres, in geschlossenem Umschlag, eine auf April des nächsten Jahres, in geschlossenem Umschlag, eine auf
Ehrenwort für richtig und aufrichtig erklärte Vermögenserklärung Ehrenwort für richtig und aufrichtig erklärte Vermögenserklärung
betreffend ihren Vermögensstand am 31. Dezember des erstgenannten betreffend ihren Vermögensstand am 31. Dezember des erstgenannten
Jahres ein.] Jahres ein.]
[Diese Verpflichtung gilt nicht, wenn im Laufe des vorhergehenden [Diese Verpflichtung gilt nicht, wenn im Laufe des vorhergehenden
Jahres kein Amtsantritt, keine Ernennung in ein Mandat oder Jahres kein Amtsantritt, keine Ernennung in ein Mandat oder
Ausscheidung aus einem in Artikel 1 erwähnten Amt oder Mandat Ausscheidung aus einem in Artikel 1 erwähnten Amt oder Mandat
eingetreten ist. eingetreten ist.
In Abweichung von Absatz 2 reichen die Personen, die für einen In Abweichung von Absatz 2 reichen die Personen, die für einen
unbefristeten Zeitraum oder für einen Zeitraum von mehr als sechs unbefristeten Zeitraum oder für einen Zeitraum von mehr als sechs
Jahren ernannt sind, vor dem 1. April des sechsten Jahres, das jenem Jahren ernannt sind, vor dem 1. April des sechsten Jahres, das jenem
ihrer Ernennung folgt, und vor dem ersten April jedes weiteren ihrer Ernennung folgt, und vor dem ersten April jedes weiteren
sechsten Jahres eine neue Vermögenserklärung betreffend ihren sechsten Jahres eine neue Vermögenserklärung betreffend ihren
Vermögensstand am 31. Dezember des fünften Jahres, das ihrer Ernennung Vermögensstand am 31. Dezember des fünften Jahres, das ihrer Ernennung
folgt, und am 31. Dezember jedes weiteren fünften Jahres ein.] folgt, und am 31. Dezember jedes weiteren fünften Jahres ein.]
[In der Erklärung] werden alle Schuldforderungen (wie Bankkonten, [In der Erklärung] werden alle Schuldforderungen (wie Bankkonten,
Aktien und Schuldverschreibungen), alle unbeweglichen und auch alle Aktien und Schuldverschreibungen), alle unbeweglichen und auch alle
wertvollen beweglichen Güter, wie Antiquitäten oder Kunstgegenstände, wertvollen beweglichen Güter, wie Antiquitäten oder Kunstgegenstände,
vermerkt. vermerkt.
§ 2 - [...] § 2 - [...]
§ 3 - Der Rechnungshof ist Garant für die absolute Vertraulichkeit der § 3 - Der Rechnungshof ist Garant für die absolute Vertraulichkeit der
Dokumente, die er in [geschlossenem] Umschlag verwahren muss. Dokumente, die er in [geschlossenem] Umschlag verwahren muss.
[Die Personalmitglieder des Rechnungshofes und jeder Verwahrer oder [Die Personalmitglieder des Rechnungshofes und jeder Verwahrer oder
Inhaber der Vermögenserklärung unterliegen der beruflichen Inhaber der Vermögenserklärung unterliegen der beruflichen
Schweigepflicht gemäss Artikel 458 des Strafgesetzbuches.] Schweigepflicht gemäss Artikel 458 des Strafgesetzbuches.]
§ 4 - Allein ein Untersuchungsrichter ist ermächtigt, die § 4 - Allein ein Untersuchungsrichter ist ermächtigt, die
Vermögenserklärung einer in Artikel 1 erwähnten Person im Rahmen einer Vermögenserklärung einer in Artikel 1 erwähnten Person im Rahmen einer
gegen sie durchgeführten strafrechtlichen Untersuchung aufgrund ihres gegen sie durchgeführten strafrechtlichen Untersuchung aufgrund ihres
Mandates oder ihres Amtes einzusehen. Mandates oder ihres Amtes einzusehen.
§ 5 - [...] Mit Ablauf eines Zeitraumes von fünf Jahren, der mit Ende § 5 - [...] Mit Ablauf eines Zeitraumes von fünf Jahren, der mit Ende
des letzten durch eine in Artikel 1 erwähnte Person ausgeübten des letzten durch eine in Artikel 1 erwähnte Person ausgeübten
Mandates oder Amtes einsetzt, werden die [in § 1] erwähnten Mandates oder Amtes einsetzt, werden die [in § 1] erwähnten
Vermögenserklärungen gemäss den in Artikel 5 festgelegten Modalitäten Vermögenserklärungen gemäss den in Artikel 5 festgelegten Modalitäten
zurückgegeben. zurückgegeben.
[ § 6 - Die [in § 1] erwähnten Vermögenserklärungen von verstorbenen [ § 6 - Die [in § 1] erwähnten Vermögenserklärungen von verstorbenen
Personen werden mit Ablauf einer einmonatigen Frist ab dem Sterbedatum Personen werden mit Ablauf einer einmonatigen Frist ab dem Sterbedatum
vernichtet.] vernichtet.]
[Art. 3 § 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 2 Nr. 1 des G. vom 12. März 2009 [Art. 3 § 1 Abs. 1 ersetzt durch Art. 2 Nr. 1 des G. vom 12. März 2009
(B.S. vom 31. März 2009); § 1 neue Absätze 2 und 3 eingefügt durch (B.S. vom 31. März 2009); § 1 neue Absätze 2 und 3 eingefügt durch
Art. 2 Nr. 1 des G. vom 12. März 2009 (B.S. vom 31. März 2009); § 1 Art. 2 Nr. 1 des G. vom 12. März 2009 (B.S. vom 31. März 2009); § 1
Abs. 4 abgeändert durch Art. 2 Nr. 2 des G. vom 12. März 2009 (B.S. Abs. 4 abgeändert durch Art. 2 Nr. 2 des G. vom 12. März 2009 (B.S.
vom 31. März 2009); § 2 aufgehoben durch Art. 2 Nr. 3 des G. vom 12. vom 31. März 2009); § 2 aufgehoben durch Art. 2 Nr. 3 des G. vom 12.
März 2009 (B.S. vom 31. März 2009); § 3 Abs. 1 abgeändert durch Art. März 2009 (B.S. vom 31. März 2009); § 3 Abs. 1 abgeändert durch Art.
14 Nr. 5 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); § 3 Abs. 2 14 Nr. 5 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004); § 3 Abs. 2
eingefügt durch Art. 14 Nr. 6 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. eingefügt durch Art. 14 Nr. 6 des G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30.
Juni 2004); § 5 abgeändert durch Art. 14 Nr. 7 des G. vom 26. Juni Juni 2004); § 5 abgeändert durch Art. 14 Nr. 7 des G. vom 26. Juni
2004 (B.S. vom 30. Juni 2004) und Art. 2 Nr. 4 des G. vom 12. März 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004) und Art. 2 Nr. 4 des G. vom 12. März
2009 (B.S. vom 31. März 2009); § 6 eingefügt durch Art. 14 Nr. 8 des 2009 (B.S. vom 31. März 2009); § 6 eingefügt durch Art. 14 Nr. 8 des
G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004) und abgeändert durch G. vom 26. Juni 2004 (B.S. vom 30. Juni 2004) und abgeändert durch
Art. 2 Nr. 4 des G. vom 12. März 2009 (B.S. vom 31. März 2009)] Art. 2 Nr. 4 des G. vom 12. März 2009 (B.S. vom 31. März 2009)]
Art. 4 - Die in Artikel 1 angeführten Personen reichen die in Artikel Art. 4 - Die in Artikel 1 angeführten Personen reichen die in Artikel
2 und 3 erwähnten Erklärungen bei der Kanzlei des Rechnungshofes ein. 2 und 3 erwähnten Erklärungen bei der Kanzlei des Rechnungshofes ein.
Art. 5 - Ein Gesetz regelt die Modalitäten der Aufmachung, der Art. 5 - Ein Gesetz regelt die Modalitäten der Aufmachung, der
Hinterlegung und der Kontrolle der in Artikel 2 und 3 erwähnten Hinterlegung und der Kontrolle der in Artikel 2 und 3 erwähnten
Erklärungen. Erklärungen.
Art. 6 - § 1 - Die Strafmassnahmen, die Fälschungen und den Gebrauch Art. 6 - § 1 - Die Strafmassnahmen, die Fälschungen und den Gebrauch
gefälschter Urkunden aufgrund des Artikels 194 des Strafgesetzbuches gefälschter Urkunden aufgrund des Artikels 194 des Strafgesetzbuches
betreffen, sind anwendbar auf die in Artikel 2 und 3 erwähnten betreffen, sind anwendbar auf die in Artikel 2 und 3 erwähnten
Erklärungen. Erklärungen.
§ 2 - Jede Person, die es versäumt, die in Artikel 2 und 3 erwähnten § 2 - Jede Person, die es versäumt, die in Artikel 2 und 3 erwähnten
Erklärungen zu machen, wird mit einer Geldbusse von 100 bis zu 1.000 Erklärungen zu machen, wird mit einer Geldbusse von 100 bis zu 1.000
[EUR] bestraft. [EUR] bestraft.
§ 3 - Die Liste der Personen, die die in Artikel 2 und 3 erwähnten § 3 - Die Liste der Personen, die die in Artikel 2 und 3 erwähnten
Erklärungen nicht eingereicht haben, wird zur gleichen Zeit wie die Erklärungen nicht eingereicht haben, wird zur gleichen Zeit wie die
Liste der in Artikel 2 § 2 vorgesehenen Mandate im Belgischen Liste der in Artikel 2 § 2 vorgesehenen Mandate im Belgischen
Staatsblatt veröffentlicht. Staatsblatt veröffentlicht.
[Art. 6 § 2 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom [Art. 6 § 2 abgeändert durch Art. 2 des G. vom 26. Juni 2000 (B.S. vom
29. Juli 2000)] 29. Juli 2000)]
^