Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Samenwerkingsakkoord van --
← Terug naar "Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Republiek Estland, ondertekend te Tallinn op 4 maart 1996. - Inwerkingtreding. - Verdragstekst Het samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Repub Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 3 december 1996 (Belgisch Staat(...)"
Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Republiek Estland, ondertekend te Tallinn op 4 maart 1996. - Inwerkingtreding. - Verdragstekst Het samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Repub Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 3 december 1996 (Belgisch Staat(...) Accord de coopération entre le Gouvernement flamand et le Gouvernement de la République d'Estonie, signé à Tallinn le 4 mars 1996. - Entrée en vigueur. - Texte de l'accord L'accord de coopération entre le Gouvernement flamand et le Gouvernement Le décret flamand portant assentiment au présent Accord date du 3 décembre 1996 (Moniteur belge d(...)
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE
Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Accord de coopération entre le Gouvernement flamand et le Gouvernement
Republiek Estland, ondertekend te Tallinn op 4 maart 1996. - de la République d'Estonie, signé à Tallinn le 4 mars 1996. - Entrée
Inwerkingtreding. - Verdragstekst en vigueur. - Texte de l'accord
Het samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van L'accord de coopération entre le Gouvernement flamand et le
de Republiek Estland werd op 4 maart 1996 namens de Vlaamse Gouvernement de la République d'Estonie a été signé à Tallinn le 4
Gemeenschap en het Vlaamse Gewest ondertekend in Tallinn. mars 1996 au nom de la Communauté flamande et de la Région flamande.
Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 3 Le décret flamand portant assentiment au présent Accord date du 3
december 1996 (Belgisch Staatsblad , 18 januari 1997). décembre 1996 (Moniteur belge du 18 janvier 1997).
Op 22 januari 1997 stelden beide regeringen elkaar op de hoogte van Le 22 janvier 1997, les deux Gouvernements se sont informés de
het beëindigen van hun interne procedures. Overeenkomstig zijn artikel l'accomplissement de leurs procédures internes. Conformément à son
12, eerste lid, is dit Verdrag dan ook op die dag in werking getreden. article 12, alinéa premier, le présent Accord est dès lors entré en
vigueur ce jour. En vertu de son article 12, deuxième alinéa, l'Accord
Krachtens zijn artikel 12, tweede lid, werd het Verdrag op 22 januari a été reconduit tacitement 22 janvier 2002, d'une première période de
2002 stilzwijgend voor een eerste periode van vijf jaar verlengd. cinq ans. Le texte authentique de l'Accord suit en néerlandais, avec une
De authentieke tekst van het Verdrag volgt in het Nederlands, met een
vertaling in het Frans. traduction en français.
Bijlage Bijlage
Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de Samenwerkingsverdrag tussen de Vlaamse regering en de regering van de
Republiek Estland Republiek Estland
De Vlaamse Regering De Vlaamse Regering
en en
De Regering van de Republiek Estland De Regering van de Republiek Estland
hierna 'de Partijen' te noemen. hierna 'de Partijen' te noemen.
Zich steunend op de vriendschapsbanden en de samenwerking tussen hun Zich steunend op de vriendschapsbanden en de samenwerking tussen hun
beider volken, het wederzijds vertrouwen en de gehechtheid aan de beider volken, het wederzijds vertrouwen en de gehechtheid aan de
gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid gemeenschappelijke waarden van vrijheid, democratie, rechtvaardigheid
en solidariteit; en solidariteit;
Overwegende dat de historische veranderingen mogelijkheden geopend Overwegende dat de historische veranderingen mogelijkheden geopend
hebben om in Europa een rechtvaardige en duurzame vrede te vestigen hebben om in Europa een rechtvaardige en duurzame vrede te vestigen
gebaseerd op het Handvest van de Verenigde Naties en op de principes gebaseerd op het Handvest van de Verenigde Naties en op de principes
vervat in de Slotakte van Helsinki en in het Handvest van Parijs voor vervat in de Slotakte van Helsinki en in het Handvest van Parijs voor
een nieuw Europa; een nieuw Europa;
In hun verlangen de bestaande samenwerking te bevestigen; In hun verlangen de bestaande samenwerking te bevestigen;
Met de bedoeling deze samenwerking uit te breiden tot nieuwe gebieden Met de bedoeling deze samenwerking uit te breiden tot nieuwe gebieden
zoals die in dit verdrag worden bepaald en voor zover die tot de zoals die in dit verdrag worden bepaald en voor zover die tot de
bevoegdheid van de Partijen behoren, om aldus bij te dragen tot het bevoegdheid van de Partijen behoren, om aldus bij te dragen tot het
scheppen van nauwere banden tussen Vlaanderen en de Republiek Estland. scheppen van nauwere banden tussen Vlaanderen en de Republiek Estland.
Komen overeen wet volgt : Komen overeen wet volgt :

Artikel 1.De Partijen intensifiëren hun samenwerking op het gebied

Artikel 1. De Partijen intensifiëren hun samenwerking op het gebied
van economie, wetenschap, technologie, cultuur, onderwijs, sociaal van economie, wetenschap, technologie, cultuur, onderwijs, sociaal
beleid, huisvesting, milieu en ruimtelijke ordening, infrastructuur, beleid, huisvesting, milieu en ruimtelijke ordening, infrastructuur,
verkeer, landbouw en agro-industrie, beroepsopleiding en verkeer, landbouw en agro-industrie, beroepsopleiding en
werkgelegenheid, toerisme, telecommunicatie en mediabeleid. werkgelegenheid, toerisme, telecommunicatie en mediabeleid.
Daartoe bevorderen de Partijen de samenwerking tussen de instellingen Daartoe bevorderen de Partijen de samenwerking tussen de instellingen
en ondernemingen die werkzaam zijn in de bovengenoemde domeinen. en ondernemingen die werkzaam zijn in de bovengenoemde domeinen.
De Partijen steunen de uitwisseling van ervaringen inzake technische, De Partijen steunen de uitwisseling van ervaringen inzake technische,
technologische en administratieve knowhow. technologische en administratieve knowhow.

Art. 2.De Partijen bevestigen hun wil om de economische betrekkingen

Art. 2.De Partijen bevestigen hun wil om de economische betrekkingen

tussen Vlaanderen en de Republiek Estland uit te breiden. tussen Vlaanderen en de Republiek Estland uit te breiden.
De Partijen moedigen vooral de samenwerking aan op het vlak van : De Partijen moedigen vooral de samenwerking aan op het vlak van :
- de herstructurering van de Estlandse economie, - de herstructurering van de Estlandse economie,
- het ontwikkelen van structuren voor kleine en middelgrote - het ontwikkelen van structuren voor kleine en middelgrote
ondernemingen (K.M.O.'s), ondernemingen (K.M.O.'s),
- het uitwerken van managementprogramma's voor Estlandse - het uitwerken van managementprogramma's voor Estlandse
bedrijfsleiders, bedrijfsleiders,
- het aantrekken van investeringen en het sluiten van joint ventures - het aantrekken van investeringen en het sluiten van joint ventures
- de overdracht van technologie (in het bijzonder van - de overdracht van technologie (in het bijzonder van
milieuvriendelijke technologie) en knowhow, milieuvriendelijke technologie) en knowhow,
- sectorale programma's, - sectorale programma's,
- uitbreiding van de bilaterale handel. - uitbreiding van de bilaterale handel.
Hiertoe bevorderen de Partijen onder meer de uitwisseling van Hiertoe bevorderen de Partijen onder meer de uitwisseling van
bedrijfsleiders, professoren en docenten die deskundig zijn in het bedrijfsleiders, professoren en docenten die deskundig zijn in het
opzetten van K.M.O.-structuren en managementprogramma's voor opzetten van K.M.O.-structuren en managementprogramma's voor
K.M.O.-bedrijfsleiders. K.M.O.-bedrijfsleiders.

Art. 3.De Partijen stimuleren de samenwerking en uitwisseling tussen

Art. 3.De Partijen stimuleren de samenwerking en uitwisseling tussen

openbare instellingen en privé-organisaties op het vlak van het openbare instellingen en privé-organisaties op het vlak van het
fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en de fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek en de
technologische ontwikkeling. technologische ontwikkeling.
Zij bepalen op geregelde tijdstippen welke sectoren voor de Partijen Zij bepalen op geregelde tijdstippen welke sectoren voor de Partijen
van prioritair belang zijn op het gebied van wetenschappelijke en van prioritair belang zijn op het gebied van wetenschappelijke en
technologische ontwikkeling. technologische ontwikkeling.

Art. 4.De Partijen moedigen samenwerking en uitwisselingen op

Art. 4.De Partijen moedigen samenwerking en uitwisselingen op

cultureel en sociaal-cultureel vlak aan. Beide Partijen steunen bij cultureel en sociaal-cultureel vlak aan. Beide Partijen steunen bij
voorkeur de acties die bijdragen tot de culturele ontwikkeling en voorkeur de acties die bijdragen tot de culturele ontwikkeling en
verspreiding van hun respectieve taal en cultuur in het andere land. verspreiding van hun respectieve taal en cultuur in het andere land.
Bovendien steunen de Partijen uitwisselingen op het gebied van de Bovendien steunen de Partijen uitwisselingen op het gebied van de
kunst en werken ze mee aan de bescherming van het gemeenschappelijk kunst en werken ze mee aan de bescherming van het gemeenschappelijk
cultureel erfgoed. cultureel erfgoed.
Tevens bevorderen de Partijen de uitwisseling van audiovisuele Tevens bevorderen de Partijen de uitwisseling van audiovisuele
middelen. middelen.
De Partijen steunen en bevorderen de samenwerking op het gebied van De Partijen steunen en bevorderen de samenwerking op het gebied van
het toerisme en van de sport. het toerisme en van de sport.
Hiertoe moedigen zij de uitwisseling aan van specialisten en wisselen Hiertoe moedigen zij de uitwisseling aan van specialisten en wisselen
zij ervaringen en informatie uit over het beleid. zij ervaringen en informatie uit over het beleid.
De Partijen onderzoeken de mogelijkheden tot vormen van nauwere De Partijen onderzoeken de mogelijkheden tot vormen van nauwere
samenwerking tussen de culturele sector en andere sectoren waarvan samenwerking tussen de culturele sector en andere sectoren waarvan
sprake is in dit verdrag. sprake is in dit verdrag.

Art. 5.De Partijen bevorderen de samenwerking en uitwisseling op het

Art. 5.De Partijen bevorderen de samenwerking en uitwisseling op het

gebied van het basis- en secundair onderwijs, het universitair en gebied van het basis- en secundair onderwijs, het universitair en
hoger onderwijs en de permanente vorming. hoger onderwijs en de permanente vorming.
De Partijen bevorderen de uitwisseling van en stages voor professoren De Partijen bevorderen de uitwisseling van en stages voor professoren
en studenten. en studenten.

Art. 6.Voor zover deze domeinen tot de bevoegdheid van de Vlaamse

Art. 6.Voor zover deze domeinen tot de bevoegdheid van de Vlaamse

regering behoren, werken de Partijen samen op het gebied van arbeid en regering behoren, werken de Partijen samen op het gebied van arbeid en
werkgelegenheid, meer bepaald met betrekking tot de beroepsopleiding, werkgelegenheid, meer bepaald met betrekking tot de beroepsopleiding,
de arbeidsverhoudingen en het sociaal overleg. de arbeidsverhoudingen en het sociaal overleg.
De Partijen bevorderen de uitwisseling tussen sociale partners en De Partijen bevorderen de uitwisseling tussen sociale partners en
deskundigen op het vlak van sociale zaken. deskundigen op het vlak van sociale zaken.

Art. 7.De Partijen werken samen op sociaal gebied, in het bijzonder

Art. 7.De Partijen werken samen op sociaal gebied, in het bijzonder

op het vlak van gezondheid, welzijn en sociale diensten. op het vlak van gezondheid, welzijn en sociale diensten.
Zij besteden daarbij vooral aandacht aan geneeskundige verzorging en Zij besteden daarbij vooral aandacht aan geneeskundige verzorging en
behandeling, preventie, integratie van gehandicapten, sociale behandeling, preventie, integratie van gehandicapten, sociale
zekerheid en begeleiding, opvoeding, planning en programmering. zekerheid en begeleiding, opvoeding, planning en programmering.

Art. 8.Voor zover deze werkgebieden tot de bevoegdheid van de Vlaamse

Art. 8.Voor zover deze werkgebieden tot de bevoegdheid van de Vlaamse

regering behoren, bevorderen de Partijen de samenwerking en regering behoren, bevorderen de Partijen de samenwerking en
uitwisseling op het gebied van leefmilieu, ruimtelijke ordening (met uitwisseling op het gebied van leefmilieu, ruimtelijke ordening (met
inbegrip van grondbeleid), huisvesting, gemeentelijk beleid, inbegrip van grondbeleid), huisvesting, gemeentelijk beleid,
infrastructuur, verkeer en communicatie. infrastructuur, verkeer en communicatie.
De Partijen bevorderen de uitwisseling van wetenschappelijke, De Partijen bevorderen de uitwisseling van wetenschappelijke,
technische en statistische informatie en de overdracht van technische en statistische informatie en de overdracht van
technologie, in het bijzonder op het gebied van milieubescherming en technologie, in het bijzonder op het gebied van milieubescherming en
-sanering. -sanering.

Art. 9.Betreffende de domeinen waarvoor dit verdrag geldt, streven de

Art. 9.Betreffende de domeinen waarvoor dit verdrag geldt, streven de

Partijen naar samenwerking in het kader van de internationale Partijen naar samenwerking in het kader van de internationale
organisaties. Daartoe kunnen de Partijen elkaar informeren over hun organisaties. Daartoe kunnen de Partijen elkaar informeren over hun
respectieve standpunten en, meer algemeen, overleg plegen. respectieve standpunten en, meer algemeen, overleg plegen.
In dit verband werken de Partijen samen in het kader van programma's In dit verband werken de Partijen samen in het kader van programma's
van internationale organisaties op de gebieden die tot hun specifieke van internationale organisaties op de gebieden die tot hun specifieke
bevoegdheid behoren, waarbij ze uitdrukking geven aan hun bijzondere bevoegdheid behoren, waarbij ze uitdrukking geven aan hun bijzondere
banden van vriendschap en partnerschap. banden van vriendschap en partnerschap.

Art. 10.Met het oog op de uitvoering van dit verdrag richten de

Art. 10.Met het oog op de uitvoering van dit verdrag richten de

Partijen een Gemengde Commissie Vlaanderen-Estland op. Partijen een Gemengde Commissie Vlaanderen-Estland op.
De Gemengde Commissie vergadert minstens eenmaal om de twee jaar, De Gemengde Commissie vergadert minstens eenmaal om de twee jaar,
afwisselend in Brussel en Tallinn. afwisselend in Brussel en Tallinn.
De Gemengde Commissie kan de opdracht geven aan werkgroepen om De Gemengde Commissie kan de opdracht geven aan werkgroepen om
tussentijdse vergaderingen te beleggen teneinde de uitvoering van de tussentijdse vergaderingen te beleggen teneinde de uitvoering van de
werkprogramma's te evalueren. werkprogramma's te evalueren.

Art. 11.De Gemengde Commissie wordt voorgezeten door de ministers,

Art. 11.De Gemengde Commissie wordt voorgezeten door de ministers,

aangesteld door hun regering, of door hun afgevaardigden. aangesteld door hun regering, of door hun afgevaardigden.
De Gemengde Commissie heeft als taak : De Gemengde Commissie heeft als taak :
a) na te gaan hoever de samenwerking is gevorderd en de resultaten a) na te gaan hoever de samenwerking is gevorderd en de resultaten
ervan te beoordelen; ervan te beoordelen;
b) op geregelde tijdstippen de prioriteiten aan te passen en de te b) op geregelde tijdstippen de prioriteiten aan te passen en de te
volgen koers te bepalen; volgen koers te bepalen;
c) de programma's en projecten die voor de nabije toekomst zijn c) de programma's en projecten die voor de nabije toekomst zijn
gepland, te bestuderen en goed te keuren; gepland, te bestuderen en goed te keuren;
d) toe te zien op fondsen bestemd voor de financiering van de d) toe te zien op fondsen bestemd voor de financiering van de
programma's die uit dit verdrag voortvloeien; programma's die uit dit verdrag voortvloeien;
e) alle problemen in verband met de uitvoering, werking en e) alle problemen in verband met de uitvoering, werking en
interpretatie van dit verdrag te onderzoeken. interpretatie van dit verdrag te onderzoeken.

Art. 12.Dit verdrag treedt in werking op de dag dat de Partijen

Art. 12.Dit verdrag treedt in werking op de dag dat de Partijen

elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat aan de interne wettelijke elkaar ervan in kennis hebben gesteld dat aan de interne wettelijke
bepalingen voor het van kracht worden van dit verdrag is voldaan. bepalingen voor het van kracht worden van dit verdrag is voldaan.
Het verdrag blijft van kracht gedurende een periode van vijf (5) jaar Het verdrag blijft van kracht gedurende een periode van vijf (5) jaar
en het blijft van kracht gedurende dezelfde periode of periodes tenzij en het blijft van kracht gedurende dezelfde periode of periodes tenzij
één van de Partijen, uiterlijk één jaar voor het einde van de eerste één van de Partijen, uiterlijk één jaar voor het einde van de eerste
of een daaropvolgende periode aan de andere Partij ter kennis brengt of een daaropvolgende periode aan de andere Partij ter kennis brengt
dat zij het verdrag wenst te beëindigen. De opzegging gaan in één jaar dat zij het verdrag wenst te beëindigen. De opzegging gaan in één jaar
nadat zij door de andere Partij werd ontvangen. nadat zij door de andere Partij werd ontvangen.
Bij opzegging nemen de Partijen de nodige maatregelen om de voltooiing Bij opzegging nemen de Partijen de nodige maatregelen om de voltooiing
te garanderen van alle projecten die op basis van dit verdrag te garanderen van alle projecten die op basis van dit verdrag
gezamenlijk werden opgezet. gezamenlijk werden opgezet.
Opgemaakt in Tallinn, op 4 maart 1996, in twee originelen, elk in het Opgemaakt in Tallinn, op 4 maart 1996, in twee originelen, elk in het
Nederlands, het Estisch en het Engels, waarbij de drie versies Nederlands, het Estisch en het Engels, waarbij de drie versies
gelijkelijk rechtsgeldig zijn. In geval van betwisting dient de gelijkelijk rechtsgeldig zijn. In geval van betwisting dient de
Engelse tekst als basis voor overeenkomst. Engelse tekst als basis voor overeenkomst.
Annexe Annexe
Accord de coopération entre le Gouvernement flamand et le Gouvernement Accord de coopération entre le Gouvernement flamand et le Gouvernement
de la République d'Estonie de la République d'Estonie
Le Gouvernement flamand Le Gouvernement flamand
et et
Le Gouvernement de la République d'Estonie Le Gouvernement de la République d'Estonie
dénommés ci-après 'les Parties', dénommés ci-après 'les Parties',
Vu le fait que les deux parties tiennent aux liens d'amitié et à la Vu le fait que les deux parties tiennent aux liens d'amitié et à la
coopération existants entre leurs deux peuples, à la confiance coopération existants entre leurs deux peuples, à la confiance
mutuelle et à des valeurs telles que la liberté, la démocratie, la mutuelle et à des valeurs telles que la liberté, la démocratie, la
justice et la solidarité; justice et la solidarité;
Considérant que les changements historiques survenus offrent la Considérant que les changements historiques survenus offrent la
possibilité d'établir en Europe une paix juste et durable en possibilité d'établir en Europe une paix juste et durable en
s'inspirant de la Charte des Nations Unies, des principes énoncés dans s'inspirant de la Charte des Nations Unies, des principes énoncés dans
1'Acte final d'Helsinki et dans la Charte de Paris pour une nouvelle 1'Acte final d'Helsinki et dans la Charte de Paris pour une nouvelle
Europe et de la mise en oeuvre de ces principes; Europe et de la mise en oeuvre de ces principes;
Souhaitant confirmer la coopération existante; Souhaitant confirmer la coopération existante;
Souhaitent élargir la coopération à des domaines nouveaux tels que Souhaitent élargir la coopération à des domaines nouveaux tels que
définis par le présent accord de coopération et qui relèvent de leurs définis par le présent accord de coopération et qui relèvent de leurs
compétences spécifiques, afin de contribuer au resserrement des liens compétences spécifiques, afin de contribuer au resserrement des liens
d'amitié entre la Flandre et l'Estonie. d'amitié entre la Flandre et l'Estonie.
Conviennent ce qui suit : Conviennent ce qui suit :
Article 1er. Article 1er.
Les parties intensifieront leur coopération dans les domaines suivants Les parties intensifieront leur coopération dans les domaines suivants
: économie, science, technologie, culture, enseignement, politique : économie, science, technologie, culture, enseignement, politique
sociale, logement, environnement et aménagement du territoire, sociale, logement, environnement et aménagement du territoire,
infrastructure, transports, agriculture et agro-industrie, formation infrastructure, transports, agriculture et agro-industrie, formation
professionnelle et emploi, tourisme, télécommunications et politique professionnelle et emploi, tourisme, télécommunications et politique
des médias. des médias.
A cet effet, les Parties promouvront la coopération entre les A cet effet, les Parties promouvront la coopération entre les
établissements et les entreprises actives dans les domaines précités. établissements et les entreprises actives dans les domaines précités.
Les parties soutiennent l'échange d'expériences dans le domaine du Les parties soutiennent l'échange d'expériences dans le domaine du
savoir-faire technique, technologique et administratif. savoir-faire technique, technologique et administratif.

Art. 2.Les Parties confirment leur volonté d'élargir les relations

Art. 2.Les Parties confirment leur volonté d'élargir les relations

économiques entre la Flandre et la République d'Estonie. économiques entre la Flandre et la République d'Estonie.
Les Parties encourageront en premier lieu la coopération au niveau : Les Parties encourageront en premier lieu la coopération au niveau :
- de la restructuration de l'économie estonienne, - de la restructuration de l'économie estonienne,
- le développement de structures pour les petites et moyennes - le développement de structures pour les petites et moyennes
entreprises (P.M.E.), entreprises (P.M.E.),
- l'élaboration de programmes de management pour les chefs - l'élaboration de programmes de management pour les chefs
d'entreprises estoniens, d'entreprises estoniens,
- de l'attraction d'investissements et de la création de - de l'attraction d'investissements et de la création de
joint-ventures, joint-ventures,
- du transfert de technologie (particulièrement de technologie - du transfert de technologie (particulièrement de technologie
respectueuse de l'environnement) et de savoir-faire, respectueuse de l'environnement) et de savoir-faire,
- de programmes sectoriels, - de programmes sectoriels,
- du développement du commerce bilatéral. - du développement du commerce bilatéral.
A cet effet, les parties promouvront notamment l'échange de directeurs A cet effet, les parties promouvront notamment l'échange de directeurs
d'entreprise, de professeurs et de chargés de cours qui ont de d'entreprise, de professeurs et de chargés de cours qui ont de
l'expertise dans le domaine de la création de structures P.M.E. et de l'expertise dans le domaine de la création de structures P.M.E. et de
programmes de management pour chefs d'entreprise de P.M.E. programmes de management pour chefs d'entreprise de P.M.E.

Art. 3.Les Parties stimuleront la coopération et l'échange entre des

Art. 3.Les Parties stimuleront la coopération et l'échange entre des

organismes publics et des organisations privées dans le domaine de la organismes publics et des organisations privées dans le domaine de la
recherche scientifique fondamentale et appliquée et du développement recherche scientifique fondamentale et appliquée et du développement
technologique. technologique.
Elles redéfiniront régulièrement les secteurs prioritaires dans l e Elles redéfiniront régulièrement les secteurs prioritaires dans l e
domaine du développementscientifique et technologique. domaine du développementscientifique et technologique.

Art. 4.Les Parties favoriseront la coopération et l'échange dans les

Art. 4.Les Parties favoriseront la coopération et l'échange dans les

domaines culturel et socioculturel. Les deux Parties supporteront de domaines culturel et socioculturel. Les deux Parties supporteront de
préférence les actions qui contribuent au développement culturel et à préférence les actions qui contribuent au développement culturel et à
la diffusion de leur langue et culture respectifs dans l'autre pays; la diffusion de leur langue et culture respectifs dans l'autre pays;
En outre, les Parties soutiendront les échanges artistiques et En outre, les Parties soutiendront les échanges artistiques et
contribueront à la protection du patrimoine culturel commun. contribueront à la protection du patrimoine culturel commun.
Elles stimuleront également les échanges dans le secteur audiovisuel. Elles stimuleront également les échanges dans le secteur audiovisuel.
Les Parties soutiendront et favoriseront la coopération dans les Les Parties soutiendront et favoriseront la coopération dans les
domaines du tourisme et des sports. domaines du tourisme et des sports.
A cet effet, elles encourageront les échanges de spécialistes et A cet effet, elles encourageront les échanges de spécialistes et
échangeront des expériences et des informations concernant leur échangeront des expériences et des informations concernant leur
politique respective. politique respective.
Les Parties examinent les possibilités de coopération plus étroite Les Parties examinent les possibilités de coopération plus étroite
entre le secteur culturel et d'autres secteurs mentionnés dans le entre le secteur culturel et d'autres secteurs mentionnés dans le
présent accord. présent accord.

Art. 5.Les parties promouvront la coopération et l'échange dans le

Art. 5.Les parties promouvront la coopération et l'échange dans le

domaine de l'enseignement primaire et secondaire, de l'enseignement domaine de l'enseignement primaire et secondaire, de l'enseignement
universitaire et supérieur, des postgraduats et de la formation des universitaire et supérieur, des postgraduats et de la formation des
adultes. adultes.
Les Parties stimuleront les échanges de et les stages pour professeurs Les Parties stimuleront les échanges de et les stages pour professeurs
et étudiants. et étudiants.

Art. 6.Dans la mesure où ces domaines relèvent de la compétence du

Art. 6.Dans la mesure où ces domaines relèvent de la compétence du

Gouvernement flamand, les Parties coopéreront dans les domaines du Gouvernement flamand, les Parties coopéreront dans les domaines du
travail et de l'emploi, plus particulièrement en ce qui concerne la travail et de l'emploi, plus particulièrement en ce qui concerne la
formation professionnelle, les relations professionnelles et la formation professionnelle, les relations professionnelles et la
concertation sociale. concertation sociale.
Les parties encourageront l'échange entre les experts et les Les parties encourageront l'échange entre les experts et les
partenaires sociaux dans le domaine des affaires sociales. partenaires sociaux dans le domaine des affaires sociales.

Art. 7.Les parties collaboreront dans le domaine social,

Art. 7.Les parties collaboreront dans le domaine social,

particulièrement en ce qui concerne la santé, l'aide sociale et les particulièrement en ce qui concerne la santé, l'aide sociale et les
services sociaux. services sociaux.
Elles prêteront une attention particulière aux soins et au traitement Elles prêteront une attention particulière aux soins et au traitement
médicaux, à la prévention, à l'intégration des personnes handicapées, médicaux, à la prévention, à l'intégration des personnes handicapées,
à la sécurité sociale, à l'encadrement, à l'éducation, à la à la sécurité sociale, à l'encadrement, à l'éducation, à la
planification et à la programmation. planification et à la programmation.

Art. 8.Dans la mesure où ces domaines relèvent de la compétence du

Art. 8.Dans la mesure où ces domaines relèvent de la compétence du

Gouvernement flamand, les Parties stimuleront la coopération et les Gouvernement flamand, les Parties stimuleront la coopération et les
échanges dans les domaines de l'environnement, de l'aménagement du échanges dans les domaines de l'environnement, de l'aménagement du
territoire (y compris la politique foncière), du logement, de la territoire (y compris la politique foncière), du logement, de la
politique communale, de l'infrastructure et des communications. politique communale, de l'infrastructure et des communications.
Les Parties favoriseront les échanges d'informations scientifiques Les Parties favoriseront les échanges d'informations scientifiques
techniques et statistiques, et le transfert technologique, techniques et statistiques, et le transfert technologique,
particulièrement en ce qui concerne la protection et l'assainissement particulièrement en ce qui concerne la protection et l'assainissement
de l'environnement. de l'environnement.

Art. 9.En ce qui concerne les domaines auxquels s'applique le présent

Art. 9.En ce qui concerne les domaines auxquels s'applique le présent

accord, les Parties rechercheront une coopération dans le cadre des accord, les Parties rechercheront une coopération dans le cadre des
organisations internationales. A cet effet, les Parties pourront organisations internationales. A cet effet, les Parties pourront
échanger des informations concernant leurs positions respectives et - échanger des informations concernant leurs positions respectives et -
plus généralement - se concerter. plus généralement - se concerter.
Les Parties coopéreront dans le cadre de programmes d'organisations Les Parties coopéreront dans le cadre de programmes d'organisations
internationales dans les domaines qui relèvent de leurs compétences internationales dans les domaines qui relèvent de leurs compétences
spécifiques, exprimant leurs liens particuliers d'amitié et de spécifiques, exprimant leurs liens particuliers d'amitié et de
partenariat. partenariat.

Art. 10.En vue de l'exécution du présent accord, les Parties créeront

Art. 10.En vue de l'exécution du présent accord, les Parties créeront

une Commission mixte Flandre - Estonie. une Commission mixte Flandre - Estonie.
La Commission mixte se réunira au moins une fois tous les deux ans, La Commission mixte se réunira au moins une fois tous les deux ans,
alternativement à Bruxelles et à Tallinn. alternativement à Bruxelles et à Tallinn.
La Commission mixte peut charger des groupes de travail d'organiser La Commission mixte peut charger des groupes de travail d'organiser
des réunions intermédiaires afin d'évaluer l'exécution des programmes des réunions intermédiaires afin d'évaluer l'exécution des programmes
de travail. de travail.

Art. 11.La Commission mixte est présidée par les Ministres désignés

Art. 11.La Commission mixte est présidée par les Ministres désignés

par leur gouvernement, ou par leurs délégués. par leur gouvernement, ou par leurs délégués.
La Commission mixte a pour tâche : La Commission mixte a pour tâche :
a) de suivre le développement de la coopération et d'évaluer les a) de suivre le développement de la coopération et d'évaluer les
résultats; résultats;
b) d'adapter régulièrement les priorités et de définir l'orientation à b) d'adapter régulièrement les priorités et de définir l'orientation à
suivre; suivre;
c) d'étudier et d'approuver les programmes et projets prévus pour un c) d'étudier et d'approuver les programmes et projets prévus pour un
avenir proche; avenir proche;
d) de surveiller les fonds destinés au financement des programmes d) de surveiller les fonds destinés au financement des programmes
résultant du présent accord; résultant du présent accord;
e) d'examiner tous les problèmes relatifs à l'exécution, à la mise en e) d'examiner tous les problèmes relatifs à l'exécution, à la mise en
oeuvre et à l'interprétation du présent accord. oeuvre et à l'interprétation du présent accord.

Art. 12.Le présent accord prendra effet lorsque chacune des Parties

Art. 12.Le présent accord prendra effet lorsque chacune des Parties

aura informé l'autre de l'accomplissement des procédures internes aura informé l'autre de l'accomplissement des procédures internes
requises pour l'entrée en vigueur du présent accord. requises pour l'entrée en vigueur du présent accord.
L'accord reste en vigueur pendant une période de cinq (5) ans et L'accord reste en vigueur pendant une période de cinq (5) ans et
restera en vigueur pendant la (les) même(s) période(s), à moins qu'une restera en vigueur pendant la (les) même(s) période(s), à moins qu'une
des Parties n'informe l'autre Partie, au plus tard un an avant la fin des Parties n'informe l'autre Partie, au plus tard un an avant la fin
de la première période ou d'une période suivante, qu'elle veut mettre de la première période ou d'une période suivante, qu'elle veut mettre
fin à l'accord. La dénonciation prend cours un an de sa réception par fin à l'accord. La dénonciation prend cours un an de sa réception par
l'autre Partie. l'autre Partie.
En cas de dénonciation, les Parties prendront les dispositions En cas de dénonciation, les Parties prendront les dispositions
nécessaires pour assurer l'achèvement de tous les projets lancés nécessaires pour assurer l'achèvement de tous les projets lancés
conjointement en vertu du présent accord. conjointement en vertu du présent accord.
Fait à Tallinn, le 4 mars 1996, en deux exemplaires originaux, chacun Fait à Tallinn, le 4 mars 1996, en deux exemplaires originaux, chacun
en langues néerlandaise, estonienne et anglaise, les trois versions en langues néerlandaise, estonienne et anglaise, les trois versions
faisant également foi. En cas de contestation, le texte anglais sert faisant également foi. En cas de contestation, le texte anglais sert
de base à l'accord. de base à l'accord.
^