Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Omzendbrief van 15/12/2000
← Terug naar "Omzendbrief nr. 2000/MINFP/009 inzake de opvang van personen die tot dienstverlening werden veroordeeld en minderjarigen "
Omzendbrief nr. 2000/MINFP/009 inzake de opvang van personen die tot dienstverlening werden veroordeeld en minderjarigen Circulaire n° 2000/MINFP/ 009 relative à l'accueil de personnes condamnées à des travaux d'intérêt général et de mineurs d'âge
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 15 DECEMBER 2000. - Omzendbrief nr. 2000/MINFP/009 inzake de opvang van personen die tot dienstverlening werden veroordeeld en minderjarigen Aan de diensten van de Waalse Regering en de instellingen van openbaar nut die van het Gewest afhangen. Mijnheer de Minister-President, Mevrouw en Mijne Heren Ministers, Mijne Heren Secretarissen-generaal, Dames en Heren leidende ambtenaren bevoegd voor personeelszaken, De Regering heeft er op zijn vergadering van 15 december 2000 mee ingestemd dat de diensten en de instellingen van openbaar nut die van het Gewest afhangen vrijwillig dienstverleners en minderjarigen tewerkstellen nadat ze hen door de rechtbank of het jeugdparket werden toevertrouwd. Met deze omzendbrief worden u inlichtingen verstrekt over de bepalingen in verband met bovenbedoelde tewerkstellingsmaatregelen en over de toepassing ervan. 1. De dienstverlening wordt geregeld bij de artikelen 1 en 1bis van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. Artikel 1 voorziet dat het hof van beroep, de correctionele rechtbank en de politierechtbank, wanneer de uitspraak van de veroordeling wordt opgeschort of wanneer uitstel van tenuitvoerlegging van de gehele gevangenisstraf bevolen wordt, bij machte zijn om die maatregelen gelijk met bijzondere voorwaarden op te leggen, namelijk de verplichting om binnen de twaalf maanden die volgen op de datum waarop het oordeel of het arrest in kracht van gewijsde zijn getreden, minstens twintig en hoogstens tweehonderd veertig uur dienst te verlenen. In artikel 1bis wordt dienstverlening als volgt omschreven : « Activiteit die door de probatiecommissie wordt bepaald op grond van de lichamelijke en verstandelijke geschiktheid van degene die haar moet verrichten ». Per rechtbank van eerste aanleg is een probatiecommissie ingesteld, bestaande uit één voorzitter, werkend of eremagistraat, en twee leden : - een advocaat, aangewezen door de Minister van Justitie uit twee namenlijsten die respectievelijk door de procureur des Konings en door de stafhouder van de Orde werden opgesteld; - een ambtenaar aangewezen door de minister van Justitie. Het doel van die maatregel is drievoudig : - ervoor zorgen dat de rechtbank geen korte gevangenisstraf hoeft uit te spreken indien dit niet onontbeerlijk is; - de rechtzoekende bestraffen door hem ertoe te verplichten een nuttige activiteit te verrichten ten bate van de gemeenschap en hem tegelijkertijd de mogelijkheid bieden om zijn gezins- en beroepsverantwoordelijkheid te blijven opnemen; - de gemeenschap de gelegenheid geven om op een positieve manier bij te dragen tot de wederopname van delinquenten. Voor de activiteiten die de op probatie vrijgelaten persoon verricht buiten diens school- of beroepswerkzaamheden, wordt in geen enkele vergoeding voorzien. Dienstverlening is enkel mogelijk bij de openbare diensten van de Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de provincies en de gemeenten dan wel bij v.z.w.'s of stichtingen met een sociaal, wetenschappelijk of cultureel doel. Er mag tijdens de dienstverlening geen enkele werkzaamheid worden verricht die over het algemeen wordt uitgevoerd door vergoede werknemers van de aangewezen openbare dienst of vereniging. Bij wijze van voorbeeld worden volgende activiteiten aangehaald : - de omgeving opwaarderen (groene ruimten, paden schoonmaken, enz.); - onderhouds- en verfraaiingswerken uitvoeren (opsnoeien, schoonmaken, werken in tuinen uitvoeren, enz.); - allerlei herstelwerk uitvoeren (wilde aanplakking, graffiti wegwerken, enz.); - solidariteitstaken uitvoeren (ten gunste van mindergegoede personen, voor bejaarden, als ziekendrager, enz.); - administratieve taken uitvoeren (bureau-, secretariaatswerk, enz.); - culturele taken uitvoeren (archeologische opgravingen, baliedienst in musea, enz.). Als maatstaf voor de toelating geldt dat de tewerkstelling in een openbare dienst niet ten koste van de normale werkzaamheden van die openbare dienst mag gebeuren en dat die tewerkstelling niet aangewend wordt om geen personeel in dienst te nemen. Na het maatschappelijk onderzoek wordt de beslissing om het systeem van de dienstverlening in te schakelen voor uitvoering overgemaakt aan de probatiecommissie. Die commissie wijst de instelling aan waarbij de dienstverlening verricht moet worden; zij beslist eveneens over begindatum en duur van de dienstverlening. De probatiecommissie wijst ook de probatieassistent aan die verantwoordelijk zal zijn voor de organisatie, de opvolging dan wel begeleiding en de evaluatie van de dienstverlening. Er wordt een overeenkomst tussen de betrokken instelling, de dienstverlener en de probatieassistent afgesloten overeenkomstig het ministerieel besluit van 19 december 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de dienstverlening en de opleiding. Bij beëindiging van de dienstverlening brengt de probatieassistent een MINISTERE DE LA REGION WALLONNE 15 DECEMBRE 2000. - Circulaire n° 2000/MINFP/ 009 relative à l'accueil de personnes condamnées à des travaux d'intérêt général et de mineurs d'âge Aux services du Gouvernement wallon et aux organismes d'intérêt public dépendant de la Région. Monsieur le Ministre-Président, Madame et Messieurs les Ministres, Messieurs les Secrétaires généraux, Mesdames et Messieurs les fonctionnaires dirigeants compétents en matière de personnel, Lors de sa séance du 15 décembre 2000, le Gouvernement a marqué son accord pour que ses services ainsi que les organismes d'intérêt public dépendant de la Région puissent occuper, sur base volontaire, des prestataires de travaux d'intérêt général et des mineurs d'âge confiés par le tribunal ou le parquet de la jeunesse. L'objet de la présente circulaire est de vous informer des dispositions relatives aux mesures d'occupation précitées et de la manière de les mettre en oeuvre. 1. Les travaux d'intérêt général sont réglées par les articles 1er et 1erbis de la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis et la probation. L'article 1er prévoit qu'en cas de suspension du prononcé de la peine ou lorsque le sursis à l'exécution est ordonné pour l'intégralité d'une peine d'emprisonnement, la cour d'appel, le tribunal correctionnel ou le tribunal de police peut accompagner ces mesures de conditions particulières consistant en l'obligation d'exécuter, dans les douze mois qui suivent la date à laquelle le jugement ou l'arrêt est passé en force de chose jugée, des travaux d'intérêt général d'une durée de vingt heures au moins et de deux cent quarante heures au plus. L'article 1erbis définit les travaux d'intérêt général comme : « une activité déterminée par la commission de probation en fonction des capacités physiques et intellectuelles de celui qui doit s'y livrer ». La commission de probation est une commission instituée auprès de chaque tribunal de première instance et composée d'un président, magistrat effectif ou honoraire, et de deux membres : - un avocat, choisi par le Ministre de la Justice sur deux listes de deux noms établies respectivement par le procureur du Roi et par le bâtonnier de l'Ordre; - un fonctionnaire désigné par le Ministre de la Justice. Cette mesure poursuit un triple but : - permettre au tribunal d'éviter de prononcer une peine de prison de courte durée lorsque celle-ci ne s'avère pas indispensable; - sanctionner le justiciable en l'obligeant à effectuer une activité utile au profit de la communauté tout en lui donnant la possibilité de continuer à exercer ses responsabilités familiales ou professionnelles; - donner à la communauté l'occasion de contribuer positivement à l'action de réinsertion sociale des délinquants. Les activités accomplies pendant le temps laissé libre par les activités scolaires ou professionnelles du probationnaire ne sont pas rémunérées. Ces travaux d'intérêt général ne peuvent être exécutés qu'auprès de services publics de l'Etat, des communautés, des régions, des provinces et des communes ou auprès d'A.S.B.L. ou de fondations à but social, scientifique ou culturel. Ils ne peuvent consister en un travail qui, dans le service public ou l'association désignée, est généralement exécuté par des travailleurs rémunérés. A titre d'exemples, on peut citer les activités suivantes : - amélioration de l'environnement (nettoyage des espaces verts, sentiers, etc.); - travaux d'entretien et d'embellissement (élagage, nettoyage, jardinage, etc.); - réparations de dégâts divers (affichage sauvage, graffitis, etc.); - tâches s'inscrivant dans le cadre d'actions de solidarité (action en faveur de personnes défavorisées, aide aux personnes âgées, brancardier, etc.); - tâches administratives (bureau, secrétariat, etc.) ; - tâches culturelles (fouilles archéologiques, accueil dans les musées, etc.). Le critère d'admissibilité est donc que l'occupation dans un service public n'empiète pas sur le travail normal du service public et ne serve pas à éviter l'engagement de personnel. Après enquête sociale, la décision de recourir aux travaux d'intérêt général est transmise pour exécution à la commission de probation, laquelle désigne l'organisme auprès duquel lesdits travaux seront effectués et décide du début et de la durée de ceux-ci. La commission de probation désigne également l'assistant de probation chargé de l'organisation, du suivi ou de l'accompagnement et de l'évaluation des travaux d'intérêt général. Une convention liant l'organisme d'accueil, le prestataire et l'assistant de probation est rédigée conformément à l'arrêté ministériel du 19 décembre 1994 portant les mesures d'exécution concernant les travaux d'intérêt général et la formation. A la fin des travaux d'intérêt général, l'assistant de probation fait
omstandig verslag uit bij de probatiecommissie, die er zijn un rapport circonstancié à la commission de probation qui l'approuve
goedkeuring aan hecht met eventuele opmerkingen. De instelling waar de avec les remarques qu'elle estime nécessaire de formuler. L'organisme
dienstverlener tewerk wordt gesteld, moet een persoon aanwijzen die qui accueille le prestataire d'un travail d'intérêt général doit
verantwoordelijk zal zijn voor het dagelijks toezicht op de désigner une personne responsable de la surveillance journalière de
uitgevoerde werkzaamheden. l'exécution du travail.
2. Artikel 37, § 2, 2°, tweede lid, b), van de wet van 8 april 1965 2. L'article 37, § 2, 2°, al. 2, b), de la loi du 8 avril 1965
betreffende de jeugdbescherming voorziet van zijn kant in de relative à la protection de la jeunesse prévoit quant à lui la
mogelijkheid dat de jeugdrechtbank de voor haar gebrachte personen possibilité, pour le tribunal de la jeunesse, d'ordonner à l'égard des
prestaties van opvoedkundige of filantropische aard in verhouding tot personnes qui lui sont déférées l'accomplissement de prestations
hun leeftijd en hun middelen kan opleggen. éducatives ou philanthropiques en rapport avec leur âge et leurs
De opvang van die personen mag echter geenszins het vervullen van de ressources.
opdrachten van openbare dienst in de weg staan. Die maatregel houdt, Cet accueil ne peut porter atteinte aux missions de service public. Il
gezien de aard ervan, ook in dat de leidend ambtenaar van het suppose en outre, compte tenu de la nature de la mesure, l'accord
ministerie of van de openbare instelling er formeel mee instemt. formel du fonctionnaire dirigeant du ministère ou de l'organisme
d'intérêt public.
3. De personeelsdienst van elk ministerie of elke openbare instelling 3. Le service du personnel de chaque ministère ou organisme d'intérêt
wordt belast met de opvolging van beide maatregelen op regelgevend public est chargé d'assurer le suivi réglementaire de ces deux
vlak. mesures.
4. Daar de Regering ermee ingestemd heeft dat zijn diensten en de 4. Le Gouvernement ayant marqué son accord pour que ses services et
ceux des organismes d'intérêt public dont le personnel est soumis à
diensten van de openbare instellingen waarvan het personeel onder het l'autorité et au contrôle de la Région puissent occuper, sur base
gezag en het toezicht staat van het Gewest vrijwillig dienstverleners volontaire, ces prestataires de services, je vous prie de bien vouloir
tewerk kunnen stellen, wordt u verzocht de diensten die onder uw gezag en informer les services qui relèvent de votre autorité ou de votre
of uw toezicht staan te melden dat ze moeten waken over de opvolging pouvoir de contrôle et de veiller à ce que le suivi réglementaire de
van beide maatregelen op regelgevend vlak. ces deux mesures soit assuré.
De leidend ambtenaar van het betrokken ministerie of de betrokken Le fonctionnaire dirigeant du ministère ou de l'organisme d'intérêt
openbare instelling heeft de opdracht om me jaarlijks op 1 januari een public concerné devra me faire parvenir un rapport sur la mise en
verslag over te maken over de toepassing van de dienstverlening en de oeuvre de travaux d'intérêt général et d'occupation des mineurs d'âge,
tewerkstelling van minderjarigen, en dit voor het eerst op 1 januari le 1er janvier de chaque année et la première fois le 1er janvier
2002. 2002.
De verslagen opgesteld door de openbare instellingen worden mij Les rapports émanant des organismes d'intérêt public me parviendront
overgemaakt via de toezichthoudende ministers. via les ministres de tutelle.
Namen, 15 december 2000. Namur, le 15 décembre 2000.
De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, Le Ministre des Affaires intérieures et de la Fonction publique,
Ch. Michel. Ch. Michel.
^